Zuid-Holland bestrijdt ‘scheefwerken’ met minimale milieucategorie
Provincie Zuid-Holland zet nu ook op bestaande bedrijventerreinen in op een – de facto – minimale milieucategorie. Zittende bedrijven mogen gebruikmaken van overgangsrecht in de vorm van een uitsterfregeling. Doel is een betere aanwending van milieuruimte.
Die minimale milieucategorie voor geluid en geur gold al voor nieuw aan te leggen bedrijventerreinen. Met de voorgenomen invoering van een minimale milieucategorie op bestaande bedrijventerreinen, heeft de provincie Zuid-Holland een primeur.
Circa tweederde van de activiteiten die op een bedrijventerrein plaatsvinden heeft een lagere milieucategorie dan maximaal is toegestaan, aldus een onderzoek van economisch geograaf Gerlof Rienstra (Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies) en de SKBN. Een op de vier activiteiten hoort vanwege de gebruiksfunctie helemaal niet op een bedrijventerrein te zitten, en houdt daarmee kostbare ruimte bezet, aldus hetzelfde onderzoek. Ruimte die hard nodig is in het licht van de circulaire transitie en daarmee gepaard gaande verwachte expansie van activiteiten die deze gebruiksruimte wel nodig hebben.
Elk scenario dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) maakte voor de circulaire transitie, wordt uitgegaan van additionele ruimtebehoefte tot 40 procent ten opzichte van het huidige ruimtegebruik voor economische activiteiten.
Herziening Omgevingsbeleid 2025
In het nieuwe beleidsvoornemen, onderdeel van een set beleidswijzigingen- en aanscherpingen onder de noemer ‘Herziening Omgevingsbeleid 2025’, staat dat, in aanvulling op de huidige instructieregel in de omgevingsverordening, op bedrijventerreinen waar de maximale gebruiksruimte voor geluid- en geurzone 2 of hoger is, bedrijven in gebruiksruimte voor geluid- en geur zone 1 worden uitgesloten.
Onder de Omgevingswet worden die nog veel gebruikte milieucategorieën die gekoppeld zijn aan bij de VNG-handreiking Bedrijven en milieuzonering uit 2009 behorende activiteitenlijst op basis van SBI-codes (standaard bedrijfsindeling), minder relevant. Die ging uit van een vaste richtafstand per milieucategorie op basis van de activiteitenlijst. Feitelijk gaat het om ‘gebruiksruimte’ op zogeheten HMC-terreinen (hoge milieucategorie-terreinen) die de provincie zo optimaal mogelijk benut wil zien (zie kader onderaan dit artikel).
In het wijzigingsvoorstel stelt de provincie zone 2 of hoger gelijk aan milieucategorie 3, dat een minimale milieucategorie wordt. Geluid- en geurzone 2 wordt in de uitleg gelijkgesteld aan activiteiten in milieucategorie 1 en 2, die dus worden uitgesloten.
Uitsterfregeling
Zittende bedrijven die in een lagere milieucategorie vallen (conform de activiteitenlijst), kunnen gebruikmaken van het overgangsrecht door middel van een uitsterfregeling. ‘Bestaande situaties krijgen een volwaardige positieve bestemming, maar het gebruik mag niet worden voortgezet nadat het gedurende een bepaalde periode is onderbroken’, aldus de letterlijke tekst in het voorgenomen wijzigingsvoorstel.
Met de uitsterfregeling wordt het risico op nadeelcompensatie voor de gemeenten en de provincie beperkt, al dan niet voor het eventueel dekken van kosten voor bedrijfsverplaatsingen. Voor eventuele bedrijfsverplaatsingen kijkt de provincie Zuid-Holland of een financiële voorziening mogelijk is en kijkt hierbij ook naar cofinanciering vanuit het Rijk. Ook hierbij is het vrijspelen van kostbare milieuruimte het achterliggende doel.
Maatwerk mogelijk
Voor bedrijven die in een lagere hindercategorie vallen, maar wel waarde toevoegen aan het ecosysteem op een bedrijventerrein, biedt de huidige omgevingsverordening van de provincie al in beperkte mate mogelijkheden.
De eerste schets van de Herziening 2025 lag tot en met maandag (24 maart) digitaal ter inzage. Op basis van de verkregen input wordt de ontwerp-herziening gemaakt die vervolgens opnieuw ter inzage wordt gelegd waarna formele zienswijzen kunnen worden ingediend.
De terinzagelegging van het ontwerp van de herziening is voorzien vanaf de zomer 2025.
Gedeputeerde Staten (GS) van provincie Zuid-Holland herziet het beleid jaarlijks, om zo in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen.
Van milieucategorie naar milieuzone met gebruiksruimte
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet komen alle milieuregels, zowel uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) als uit de Wet milieubeheer (Wm), in beginsel een-op-een terecht in het omgevingsplan. Het ‘milieuspoor’ bevatte geluidsnormen die gelden bij de dichtstbijzijnde woning of een ander geluidgevoelig gebouw, ook als de afstand veel groter is dan de richtafstand. Het ‘ruimtelijk spoor’ ging uit van vaste richtafstanden per milieucategorie op basis van bovengenoemde activiteitenlijst. Het werken met minimale richtafstanden op basis van een bij een SBI-code behorende milieucategorie, is volgens kenners achterhaald. Bij de werkwijze met zones op basis van gebruiksruimte, gaat het om reële gebruiksruimte die een bedrijf nodig heeft om te kunnen produceren. Het omzetten van regels van het tijdelijk deel naar het nieuwe deel van het omgevingsplan moet eind 2031 klaar zijn. Het is de bedoeling dat het milieuspoor en het ruimtespoor geïntegreerd worden.
Lees het artikel terug op BT-online.nl
26-03-2025