WELKOM BIJ SKBN

De Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) is al 15 jaar het landelijk netwerk van publieke, semipublieke en private partners die zich bezighouden met ruimte voor werken. Onze stichting streeft naar een optimale regionale economie, waarbij voldoende en duurzame ruimte voor werken onontbeerlijk is.

Dit willen we bereiken door op een onafhankelijke manier kennis te delen, te bundelen en te ontwikkelen. Binnen én buiten ons netwerk. Er worden jaarlijks tientallen ontmoetingen georganiseerd met relevante kennisdeling en we leveren – gevraagd en ongevraagd – beleidsinput op basis van onze kennis en ervaring. We zijn daarmee het centrale, onafhankelijke verzamelpunt voor alle ontwikkelingen rondom fysieke werklocaties.

LEES HIER ONZE PROPOSITIE
Event
Studiereis Lille en Hauts-de-France
Studiereis Lille en Hauts-de-France

Ruimte maken voor transities & nieuwe industrie  Frankrijk is dé pleitbezorger voor strategische autonomie binnen Europa en voegt de daad bij het woord met een krachtige industriepolitiek en parallel daaraan de verduurzaming van de economie. In de regio Hauts-de-France komt alles samen. Van woensdag 24 t/m vrijdag 26 september zet vakblad BT daarom zeil naar Lille | Hauts-de-France. We bezoeken onder meer: ‘Battery Valley’ in Duinkerken, waar met een uitgekiende wervingscampagne en ‘plug-and-play sites’ giga-batterijfabrieken landen. Ports de Lille dat een aanjaagrol vervult voor de circulaire transitie., i Innovatiecampus Euratechnologies dat op meerdere locaties in en rond Lille een aanjaagrol vervult voor de verduurzaming van de economie,  Industriehaven van Duinkerken dat een groot decarbonisatie-programma doorvoert. Roubaix met vele mogelijkheden om nieuwe circulaire economie te huisvesten in oude fabrieken in het hart van de stad. In 2024 sloten de Nederlandse overheid en de regio Hauts-de-France een unieke samenwerking. Dat is niet voor niets. De Nederlandse ‘regio’  en Hauts-de-France liggen hemelsbreed zo’n 50 kilometer van elkaar vandaan en vertonen veel overeenkomsten maar zijn ook complementair aan elkaar.  Ga mee en leer: Hoe de regio Hauts-de-France met een duidelijk visie en regionale strategie de neuzen in dezelfde richting zet; Hoe goede huisvesting de motor kan zijn van innovatie; Hoe je ruimte inzet als aanjager van een regionale transitie met het programma REV3; Hoe het zelf exploiteren van (logistieke) havenfaciliteiten meer grip geeft op circulaire reststromen; Hoe kritische massa en afstand randvoorwaardelijk zijn voor een modal shift; Hoe circulaire bedrijvigheid gebaat is bij de beschikbaarheid van goedkope ruimte; Hoe de regio Hauts-de-France en Nederland in belangrijke mate complementair aan elkaar zijn. MELD JE AAN   Achtergrond Hauts-de-France heeft met circa 32.000 km2 een vergelijkbare omvang als Nederland (34.000 km2 landoppervlakte). Maar heeft met circa 6 miljoen inwoners een drie keer zo lage bevolkingsomvang als Nederland. Toch is de Hauts-de-France daarmee de derde dichtstbevolkte regio van Frankrijk. 67 procent van de landoppervlakte staat nog altijd ten dienste van de landbouw, vergelijkbaar met Nederland. De agro-industrie is met stip de grootste industrie. De lagere bevolkingsdichtheid betekent niet dat er minder behoedzaam wordt omgegaan met ruimte. De Fransen hanteren nu al een eigen variant op de toekomstige Europese richtlijn ‘no net land take’. De ZAN (‘zero artificialisation net’) is sinds 2021 van kracht. Voor de metropoolregio Lille levert deze richtlijn vooralsnog niet veel problemen op. De stad heeft nog gaten te vullen als erfenis van een industrieel textielverleden. Zo liggen er nog tal van ontwikkelmogelijkheden in Roubaix. De regio en metropool zetten actief in op herstructurering van brownfields. Ports de Lille ziet ondertussen de druk op de ruimte groeien, mede door toedoen van een ontluikende circulaire economie die Ports de Lille met eigen exploitatie van havenfaciliteiten actief aanjaagt.  De Franse regering koos voor de regio rond Duinkerken als locatie waar giga-batterijfabrieken moeten landen. De eerste fabriek van ACC in Billy Berclau draait al deels en wordt momenteel uitgebreid. Een tweede en derde giga-factory in Duinkernen en productielocaties voor halffabricaten zijn in aanbouw. Om voldoende mensen te hebben om in deze fabrieken te werken, investeert de regio in opleidings- en omscholingsprogramma’s. Een niet onbelangrijke asset die Duinkerken heeft is ruimte, die wordt aangeboden in de vorm van plug and play-sites. De stad investeert ook flink in het woonkwaliteit om ook het benodigde personeel dat in de fabriek moet werken aan te trekken. Hoe groot het ruimte-aanbod ook lijkt; in Duinkerken komt inmiddels het einde van het ruimte-aanbod in zicht. Een tweede troef die de havenstad claimt als onderdeel van een aantrekkelijk vestigingsklimaat is duurzame energie. Zo koos batterijfabriek Verkor zich in Duinkerken vanwege het warmtenet dat gevoed wordt met restwarmte uit de industrie, waar Verkor dankbaar gebruik van maakt voor het droogproces in de batterijproductie. Een heel belangrijke factor die Duinkerken een concurrentievoordeel kan bieden is de goedkope stroom van de gigantische kerncentrale in de havenstad, die omgezet kan worden in gigantische hoeveelheden dan wel niet groene, maar wel blauwe waterstof die de transitie kan aanslingeren. Twee nieuwe kerncentrales zijn in de maak.

24-09-2025
Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: IPKW Industriepark Kleefse Waard (IPKW), de locatie van het BT-event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op IPKW gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het Industriepark heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Industriepark Kleefse Waard in Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
PHB maakt bestaande bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam duurzaam en klimaatbestendig
PHB maakt bestaande bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam duurzaam en klimaatbestendig

Op woensdag 18 juni 2025 hebben SADC, de provincie Noord-Holland en de Metropoolregio Amsterdam (MRA) op de PROVADA-beurs de samenwerkingsovereenkomst voor PHB ondertekend. Met dit partnerschap bundelen de drie partijen hun krachten voor de verduurzaming en het toekomstbestendig maken van bestaande bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam. Het tekenmoment vond plaats in de RAI Amsterdam op de gezamenlijke stand van de MRA tijdens PROVADA, de toonaangevende vastgoedbeurs van Nederland. Vanuit alle drie de organisaties was er vertegenwoordiging aanwezig op bestuurlijk niveau. Eva Klein Schiphorst, Algemeen Directeur SADC: “SADC ontwikkelt als duurzame en innovatieve gebiedsontwikkelaar ‘werklandschappen van de toekomst’ waar economisch en maatschappelijk rendement samenkomen. Deze kennis delen wij graag met bestaande bedrijventerreinen in de MRA, waar grote uitdagingen liggen op gebied van energietransitie, klimaatadaptatie en samenwerking. Zo creëren we maatschappelijke waarde voor de regio. We zijn trots dat we al sinds 2009 betrokken zijn bij het programma PHB en blij met de goede samenwerking met de Metropoolregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland.” Esther Rommel, Gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voor Ruimtelijke Ontwikkeling, Economie, Havens en Recreatie: “Het is heel belangrijk dat we werken aan het verduurzamen van bedrijventerreinen. PHB heeft met haar brede netwerk, kennis van de regio en ervaring met bedrijventerreinen de afgelopen jaren bewezen hier van enorme toegevoegde waarde te zijn. Mooi dat we deze samenwerking de komende jaren kunnen voortzetten!” Emiel Reiding, directeur Metropoolregio Amsterdam: “Bedrijventerreinen zijn ontzettend belangrijk voor de economie van de MRA. Ze zijn goed voor een kwart van de werkgelegenheid in de regio en kunnen een onmisbare rol spelen bij de grote transities rond energie, circulaire economie en vergroening van de leefomgeving. Samenwerking is daarbij essentieel.” De uitvoering van PHB ligt in handen van SADC, een gebiedsontwikkelaar die samen met publieke en private partijen werkt aan het realiseren van duurzame bedrijventerreinen in de regio en middels dit programma een bijdrage levert aan het verduurzamen van bestaande terreinen. In de samenwerkingsovereenkomst voor PHB spreken de bovengenoemde partijen hun gezamenlijke ambitie uit voor kwaliteitsverbetering en verduurzaming van bestaande werklocaties in de Metropoolregio Amsterdam. Voor meer informatie over PHB, zie: phb-advies.nl

18-06-2025
Nieuws
SKBN Studiereis 2025 - Wenen in 10 learnings
SKBN Studiereis 2025 - Wenen in 10 learnings

  De jaarlijkse SKBN Studiereis ging eind mei naar de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Het was een reis waarbij de deelnemers kennismaakten met 'The other Vienna' en het ‘Fachkonzept Produktive Stadt'. Jan Jager, hoofdredacteur van BT en programmamanager van de reis, tikt 10 learnings op.  De ontwikkeling van Wenen vertoont veel gelijkenis met andere Europese steden: een van vallen en opstaan. Alleen waren de pieken in Wenen hoger, en de dalen dieper. Als hoofdstad van het ooit machtige Habsburgse rijk telde de stad in 1910 meer mensen (2,1 miljoen) dan nu. Na het uiteenvallen van het Habsburgse rijk kelderde de populatie, tot een dieptepunt van 1,48 miljoen in 1987. Sinds de val van het IJzeren Gordijn groeit de stad weer als kool, vooral door immigratie. Wenen telt inmiddels weer iets meer dan 2 miljoen inwoners, verspreid over een oppervlakte van bijna tweemaal Amsterdam. Wenen staat bekend om haar zeer actieve grondpolitiek, in combinatie met publiekrechtelijk instrumentarium zoals de Weense Bouwcode uit 2019. Die voorziet in maximale transactieprijzen voor grond voor gesubsidieerde, betaalbare woningbouw, gecombineerd met een eis van 2/3 betaalbaarheid van het wonen. Die betaalbaarheidseis rond woningbouw laat in mixgebieden weinig ruimte voor het ‘verweven’ van betaalbare bedrijfsruimte, en zo komen mixprojecten moeilijk van de grond. Mede hierom zette de stad recent de helft van de ‘pink zones’ (mixgebieden met een eis van minimaal 50 procent bedrijfsruimte) om in ‘red zones’ (dedicated bedrijventerreinen). Dat betekent niet dat de stad tegen mixen is. Sterker: Wenen wil in beginsel overal mixen (‘red zones’ uitgezonderd), maar het is grotendeels ‘non-productive mix’. Om te voorkomen dat de woningmarkt economisch ruimtegebruik wegdrukt heeft de stad besloten vijf procent van haar grondoppervlak te borgen voor productieve economie. Het is één van de afspraken die beleidsmatig is vastgelegd in het uitgebreide ‘Fachkonzept Produktive Stadt’. Op kleinere schaal realiseert de Wirtschaftsagentur (Vienna Business Agency) namens de stad normale en speciale bedrijfsruimtes en verhuurt deze voor betaalbare prijzen aan ondernemingen. Een voorbeeld van zo’n speciaal concept  is het Gewerbehof Seestadt: een gestapeld bedrijfsruimteconcept met circa 7.500 m2 vloeroppervlakte in het hart van het nieuwe stadsdeel Seestadt. Feitelijk verhuurt de Wirtschaftsagentuur de ruimtes voor commerciële prijzen omdat anders sprake is van staatssteun, en helpt huurders om hun of haar bedrijf op te starten. De ‘truc zit aan de achterkant, namelijk de realisatie van het gebouw en de financiering daarvan heeft een terugverdientijd van 40 jaar in plaats van de gebruikelijke 6-8 jaar in Nederland, waardoor andere huurprijzen kunnen worden gehanteerd. Onder het beleidskader Produktive Stadt hangt het ‘productive sectoral plan’ uit 2017, waarin gebruiksmogelijkheden van grond in kleurcodes zijn vastgelegd met naast de hierboven beschreven ‘pink’ en ‘red’ zones ook de ‘kleurloze’ Integrierte Einzelstandorte: geïsoleerde fabrieksterreinen. Ook deze beschermt de stad actief. Andere opvallende zaken >> De Weense ‘mixmores’ is niet afwijzend tegenover grootschalige en overlast gevende ‘leisure’ op bedrijventerreinen. Sterker: productieve economie en leisure accorderen volgens de stad in beginsel met elkaar. >> Ondanks de ligging ver buiten het centrum van de stad experimenteerde de Wirtschaftsagentur in Seestadt met het aanbieden van gestapelde werkruimte (Gewerbehof Steestadt). Daarmee wil het een voorbeeld stellen aan de markt. In heel Wenen is de ruimte schaars. >> De Wirtschafsagentur zette als zelfstandige uitvoeringsorganisatie (onderdeel van de stad) een stap vooruit om van Seestadt nadrukkelijke een woon- én werkstad te maken. Het eerste gebouw dat de organisatie neerzette was een bedrijfsgebouw: het Technology Center. Sowieso is het opvallend dat de Wirtschafstagentur naast acquisitie ook bedrijfsruimte aanbiedt. >> Met het Productive City sectoral plan uit 2017 borgt de stad niet alleen een significant aandeel ruimte voor productieve economie (5 procent, in Nederland is zo’n 2 tot 2,5 procent van de landoppervlakte in gebruik voor economische doeleinden), een transformatieverbod voor ‘red zones’ resulteerde ook in minder ‘gestunt’ door ontwikkelaars hetgeen louterend werkt op de stedelijke grondmarkt, die gevrijwaard bleef van al te dolle speculatiedrift. En de markt schijnt het oké te vinden, die weet waar het aan toe is. Sinds de aanscherping van het ruimtelijke beleid in  de ‘Vienna Building Code’, is grondspeculatie verder afgevlakt. >> Wenen heeft twee gezichten. Aan ons werd nadrukkelijk ‘het andere Wenen’ gepresenteerd. Niet dat van Strauss, maar ‘The other Vienna: hotspot of technology and production’ zoals de directeur van de industrievereniging het muntte. Dit kwam meermaals terug. Wenen is véél meer. De grootste Duitstalige universiteitsstad met 200.000 studenten, een life-sciences stad, een gateway naar Zuidoost Europa. >> Life sciences is heel groot in Wenen. Met 23 miljard omzet op 49.000 mensen. Dat is 4,5 ton per persoon. Niet alleen groot, maar ook hoogproductief. >> In dat opzicht is Wenen misschien voor Oostenrijk een waterhoofd, maar een capital city voor Zuidoost Europa. >> Wenen heeft in de jaren 80 veel grond gekocht. Dat bleek een hele goede investering! >> De eigenaar van het bedrijventerrein in Siemering investeert zelf in innovatieve bedrijven die zijn gebied omgekeerd weer meer waarde geven. Deze combinatie van vastgoedexploitatie en bedrijfsinvesteringen pakt voor deze eigenaar op te lange termijn gunstig uit, en voor de stad eveneens. >> Oostenrijkers hebben een handige constructie gevonden waarmee bedrijven via een stichting hun winsten onbelast of minimaal belast kunnen herinvesteren in R&D-projecten in eigen land. Zo jagen grote farmaceuten via geaffilieerde stichtingen de binnenlandse innovatie aan, die vervolgens weer ten goede kunnen komen aan dat bedrijf. 10 LESSONS LEARNED 1. Beleidsconsistentie is álles, het geeft duidelijkheid, voorkomt gestunt met grond en is uiteindelijk in ieders belang. 2. Ook voor Nederland is herijking van mixambities raadzaam. De stad zet in op méér mixed-use, en niet alleen in de pink zones (mixgebieden) maar in de hele stad. Maar het is grotendeels non-productive mix. Mixen van wonen met productieve economie is financieel lastig gebleken door hoge eisen ten aanzien van betaalbaar wonen. Maar dan nog beschouwt de stad een mix van wonen en productieve economie als uitdagend. De slotsom is dat de mixambitie rond productieve economie flink is afgeschaald en voormalige mixgebieden weer reguliere bedrijventerreinen zijn geworden. 3. Een klein gebaar kan een krachtig signaal geven. Het eerste gebouw in Seestadt was een werkgebouw. De boodschap: Seestadt is om in te werken. Overigens hielp de metrolijn die al op voorhand was aangelegd. De kost gaat soms voor de baat uit. Publieke investeringen lonen.  4. Actieve grondpolitiek loont op de lange termijn. Het vergt alleen een lange adem en beschouw betaalbare bedrijfsruimte ook als dienst van algemeen economisch belang, net als sociale woningbouw. En wissel waar mogelijk een sociale woningbouwnorm in voor een werkruimtenorm. 5. Experimenteer met een gestaffelde grondprijsmethodiek, of creëer  een andere financiële constructie die de realisatie van betaalbare bedrijfsruimte beloont, bijvoorbeeld met lange looptijd financiering of  extra commerciële ontwikkelrechten (met inachtneming van les 2). 6. Acquisitie en huisvesting in één kan lonen. Je kan wel buitenlandse bedrijven aantrekken, maar waar moeten ze landen? In Wenen zit acquisitie en huisvesting (top op zeker hoogte) in één organisatie. 7. Europese strategische autonomie vraagt om nieuwe stedelijke merken. Een ál te toeristisch imago kan een economisch positionering in de weg zitten. Met ‘The other Vienna’ probeert Wenen het hardnekkige imago van Strauss van zich af te schudden. Ook een metropool als Amsterdam wil méér zijn als een museum en werkt momenteel aan een economische positionering. 8. Denk in perspectieven! Als je met een kleine bril kijkt, dan zie je kansen niet en ervaar je Wenen als een waterhoofstad voor Oostenrijk. Als je met een grote bril kijkt is Wenen dé  ‘capital city’ voor Zuidoost-Europa. Hoe zit dat met Nederland steden en regio’s? 9. Doorbreek het platte vastgoed denken. Neem voorbeeld aan de bedrijventerreineigenaar in Siemering die zowel in stenen als in bedrijven investeert en daarmee nadrukkelijk ook stuurt op economische impact. 10. Zoek slimme fiscale constructies die investeringen in binnenlandse innovatie bevorderen, stop met stunten met belastingtarieven om buitenlandse investeerders het hof te maken. Dat eerste zorgt uiteindelijk voor een sterkere economie, en strategische autonomie.   DOWNLOAD HIER HET VERSLAG

12-06-2025
Nieuws
Haarlem biedt succesvol ruimte voor de maakindustrie
Haarlem biedt succesvol ruimte voor de maakindustrie

Geen plek voor maakindustrie in de stad? Haarlem koos voor ‘woningbouw-achtige’ prioriteit, publiek-private samenwerking en concessies. En dat loont, want Waarderpolder was in 2024 het bedrijventerrein met de hoogste toegevoegde waarde aan de economische output van Metropoolregio Amsterdam.  'De Waarderpolder ligt in het buitengebied van de stad. Dat werd lange tijd ook zo beschouwd door de gemeente', vertelt Ruud Meijer van Stichting Parkmanagement Waarderpolder bij het event ‘Maak ruimte voor Werk’, dat vorige week werd gehouden in Haarlem.  'Door de groeiende vraag naar werkplekken in de gemeente kwam het verloederende bedrijventerrein weer onder de aandacht', vervolgt Meijer. 'Haarlem had weinig ruimte in buitengebieden, waardoor we het binnenstedelijk moesten zoeken. Waarderpolder vormde daarvoor een ideale locatie.'  Ook gemeente Haarlem met schaarse ruimte, energie en tekortkomende infrastructuur. Omdat deze problemen voelbaar waren bij zowel bedrijven als overheid, richtten gemeente en industriekring Haarlem een publiek-private samenwerking op in de vorm van Stichting Parkmanagement Waarderpolder.  De stichting vormt het dagelijks beheer van het bedrijventerrein en schrijft met gemeente en ondernemers convenanten over intensivering, bereikbaarheid en innovatie. Daarnaast kent ze onder meer parkmanagers, een contactfunctionaris en communicatiemedewerkers.  Het Platform Bedrijven en Kantoren (Plabeka) richt zich op het reduceren van structurele leegstand van werklocaties in de Metropoolregio Amsterdam. In 2024 wees het platform Waarderpolder aan als het bedrijventerrein met de hoogste toegevoegde waarde binnen de regio.  'De publiek-private samenwerking is essentieel geweest voor het succes van Waarderpolder', voegt Ruud Meijer toe. 'Door te weten wie waar onderneemt en het maken van afspraken op hoofdlijnen is Waarderpolder een functioneel en gewaardeerd bedrijventerrein geworden.'  Batterijfabriek  Het succes van de publiek-private samenwerking in Waarderpolder is te zien bij de totstandkoming van een batterijfabriek. De fabriek ligt in het C-district van het bedrijventerrein, waar de gemeente ruimte wil bieden voor innovaties voor een duurzame en circulaire economie.  Uit het netwerk van het parkmanagement wist de gemeente dat fabrikant Intercel op zoek was naar een locatie om lithium-batterijen te produceren. Daarvoor had het bedrijf een kavel op het oog langs één van de belangrijke verkeersassen in de stad, waar het bestemmingsplan een minimale bouwhoogte voorzag van 12 meter.   Intercel liet weten deze hoogte niet nodig te hebben. Om toch ruimte te bieden aan innovatie in het C-district, kwamen de betrokken partijen tot een overeenkomst waarin een investeringsmaatschappij de extra etages bekostigt. Deze etages boven de fabriek worden verhuurd aan start-ups in dezelfde sector.   Geschikte werklocaties Het vinden van geschikte werklocaties in Nederland blijkt vaak lastig door schaarse ruimte 'Voornamelijk de maakindustrie wordt over het hoofd gezien bij stedelijke menging', klonk onder meer op de Dag van de Projectontwikkeling, 16 mei 2025 in Nieuwegein.   Bij de herinrichting en verdichting van gebieden maken gemeenten doorgaans ontwerpen van levendige en gemengde omgevingen. Toch past in de voorgestelde woon-werk-mixen vaak geen maakindustrie.   Maakbedrijven, zoals meubelbedrijven en emballagebedrijven, kennen een milieucategorie van 2 of 3. Door geldende afstandsnormen tot woningen wordt in veel gevallen voorkeur gegeven aan de drukkende woningbouwopgave.  De uitdagingen voor de maakindustrie stonden centraal op het evenement Maak ruimte voor Werk, een consortium van diverse gemeenten en onderwijsinstellingen. Hier werden tijdens co-creatiesessies ideeën en oplossingen uitgewisseld.

12-06-2025
Nieuws
Energy Cells bouwt aan de toekomst van lithiumrecycling op Laarberg
Energy Cells bouwt aan de toekomst van lithiumrecycling op Laarberg

Tim de Groot, eigenaar van Energy Cells, bouwt zelf op bedrijventerrein Laarberg aan een gloednieuwe locatie. Hoog tijd om kennis te maken met de ondernemer en zijn innovatieve bedrijf in lithiumrecycling. Vijf jaar geleden startte de 35-jarige ondernemer uit Haaksbergen zijn bedrijf. Oude fiets- en scooteraccu’s worden volledig op celniveau gedemonteerd en getest op restcapaciteit. Dankzij zelfontwikkelde technologie kunnen goed functionerende cellen—die anders bij het afval zouden belanden—een tweede leven krijgen in nieuwe energieopslagsystemen. Deze systemen worden vervolgens ingezet door zowel bedrijven als particulieren, bijvoorbeeld voor het opslaan van zonne-energie of om prijsschommelingen en piekverbruik op te vangen. De gestage groei van het bedrijf leidde tot de zoektocht naar een nieuwe locatie waar op grotere schaal én veilig met lithium gewerkt kan worden. Die vond de Groot dichtbij huis: op Laarberg waren kavels beschikbaar met milieucategorie 4.2. “Het voordeel van een volledig nieuwe locatie is dat we ons bedrijf helemaal volgens de nieuwste technieken en inzichten kunnen opbouwen,” vertelt hij. Ook de samenwerking op het industrieterrein spreekt hem aan. “Je merkt hier echt naoberschap. Mensen denken met elkaar mee en helpen elkaar verder. Dat vind ik mooi.” Duurzaamheid en veiligheid voorop Het vergunningstraject bleek langdurig, mede door de nieuwe en complexe materie. Er is een richtlijn: PGS-37-2, maar die beschrijft alleen de opslag. De Groot kreeg veel vragen vanuit de gemeente, omgevingsdiensten en andere betrokken instanties waaraan hij moest voldoen, voordat de benodigde vergunningen werden verleend. “Maar ik heb liever dat het grondig gebeurt en langer duurt, dan dat we voor onaangename verrassingen komen te staan,” aldus Tim. Inmiddels is de bouw van de betonnen opslagbunkers in volle gang. De faciliteiten worden uitgerust met vloeistofdichte vloeren, blussystemen en opvangkelders voor bluswater, zodat ze volledig voldoen aan de geldende milieu- en veiligheidseisen. Aan de voorzijde komt een productiehal met kantoor, werkplaats en testruimte, die eveneens worden aangesloten op het blussysteem en de onderliggende kelders. Het terrein wordt volledig omheind, uitgerust met camera’s, en er komt een speciale SOS-poort voor de brandweer. “Bij een calamiteit kan de brandweer altijd de poort openen. Dat is cruciaal voor de veiligheid van onze medewerkers en de omgeving,” benadrukt Tim. Aan de achter- en bovenzijde worden de bunkers aangevuld met grond, waardoor een talud ontstaat. Deze aarden wal biedt meerdere voordelen: het terrein krijgt een natuurlijke, groene uitstraling, de grond werkt isolerend—waardoor de temperatuur in de bunkers in de zomer niet te hoog oploopt en in de winter minder snel daalt—en vanaf de achterzijde zijn de bunkers volledig aan het zicht onttrokken. Breder aanbod voor regionale bedrijven De nieuwe locatie zal meer omvatten dan recycling en opslagsystemen. Een deel van de bunkers komt beschikbaar voor de opslag van accu’s van derden, zoals revisiebedrijven en fietshandelaren. Daarnaast wil De Groot ook opslagunits ontwikkelen voor bedrijven die zelf intern hun accu’s veilig willen opslaan conform de richtlijnen. Verder is er de ambitie om een oplossing te bieden voor het veilig bergen van elektrische auto’s. “Momenteel worden die vaak ondergedompeld in water. Dat werkt zolang de auto onder water blijft. Maar zodra je hem eruit haalt, kan hij opnieuw ontbranden.” Daarom wil Energy Cells in Groenlo een regionale hub opzetten waar bergingsbedrijven elektrische voertuigen veilig kunnen opslaan, vervoeren en demonteren. Planning en toekomstvisie De bouw van de nieuwe faciliteiten is in volle gang. De verwachting is dat de bunkers, inclusief blussysteem en omheining, in het derde kwartaal van 2025 gereed zijn. Dan kunnen de warehousingactiviteiten van start. “We willen eerst de opslagcapaciteit operationeel hebben om aan de vraag te kunnen voorzien,” zegt Tim. Daarna volgt de bouw van het kantoor en de werkplaats. De volledige oplevering staat gepland voor medio 2026. Voor Tim de Groot is recycling niet alleen een kans, maar een noodzaak. Met de groeiende vraag naar lithium-ionbatterijen—denk aan elektrische voertuigen en energieopslag—wordt recycling steeds belangrijker. “Het is een innovatief en uitdagend vakgebied. Bij elke nieuwe batterij die op de markt komt, moeten we ook nadenken hoe die uiteindelijk verantwoord gerecycled kan worden,” besluit hij.

10-06-2025
Nieuws
Inditex ontwikkelt op Lelystad Airport gebied voor chauffeurs en vrachtwagens
Inditex ontwikkelt op Lelystad Airport gebied voor chauffeurs en vrachtwagens

In het kader van de verdere uitbreiding van de logistieke activiteiten gaat Inditex naast het bestaande distributiecentrum en de strijkfaciliteit op Lelystad Airport Businesspark (LAB) een hoogwaardige chauffeursrustplaats ontwikkelen. Het project, ontworpen door het prestigieuze architectenbureau Batlle i Roig uit Barcelona, heeft tot doel comfortabele en functionele faciliteiten te bieden aan vrachtwagenchauffeurs. Het gebied zal harmonieus opgaan in de natuurlijke omgeving van het bedrijvenpark en zal inspelen op de dagelijkse behoeften van de chauffeurs. De nieuwe ruimte, die meer dan 45.000 m2 beslaat en grenst aan het bestaande distributiecentrum, zal 156 parkeerplaatsen voor vrachtwagens omvatten en een uitgebreid scala aan voorzieningen hebben die gericht zijn op het ondersteunen van het welzijn van de chauffeur. Een belangrijk onderdeel van het ontwerp is het servicegebouw van 850 m². Dit gebouw zal douches, toiletten, wasmachines, kleedkamers en een kantine faciliteren. Daarnaast zal dit gebied beschikken over vijf aangelegde buitenruimtes met picknickbanken en zitplaatsen, die rust en ontspanning verzorgen. Ook de integratie van het milieu is een prioriteit. Het project omvat het planten van 500 bomen, samen met inheemse struiken en looppaden, die zullen bijdragen aan de biodiversiteit en versterking van de beeldkwaliteit van het gebied. De koopovereenkomst tussen Zara Vastgoed (Inditex) en OMALA, de gebiedsontwikkelaar van LAB, is ondertekend. De omgevingsvergunning is aangevraagd en de bouw zal naar verwachting na de zomer van 2025 beginnen. Onno Zwart, directeur OMALA: “Goede arbeidsomstandigheden zijn altijd belangrijk. De toewijding van Inditex om het welzijn van de gebruikers te verbeteren zie je terug in het ontwerp. Een mooi innovatief voorbeeld van hoe een aanvankelijk noodzakelijke oplossing meerwaarde biedt voor mens en omgeving. Dit past bij de uitstraling die we bij LAB nastreven.” Wethouder Dennis Grimbergen, gemeente Lelystad: “We streven naar een kwalitatief hoogwaardig businesspark. Dat zegt wat over de inrichting, de voorzieningen en de gebruikers. De bouw van deze voorziening voor truckparking door Inditex past daar perfect bij. We zijn enthousiast over het beoogde resultaat.

06-06-2025
Aanmelden nieuwsbrief