KENNISARCHIEF 2023

Nieuws

card image

Nieuws

VNO-NCW Quickscan: Voortgang klimaatdoelen bij industriële bedrijven

Nieuws

Nieuws

VNO-NCW Quickscan: Voortgang klimaatdoelen bij industriële bedrijven

Hoe ver zijn industriële bedrijven met de klimaatdoelen van 2030 en 2050 en welke knelpunten zien zij bij hun transitie? VNO-NCW deed een quickscan onder leden uit de industrie.

Bekijk het rapport 'Klimaatbeleid in de industrie'

Minister Micky Adriaansens: "Het rapport van VNO-NCW laat goed zien wat er al gebeurt op het gebied van verduurzaming van de industrie, maar ook dat er meer moet gebeuren. Daarom wil de overheid met het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie regie nemen en de verduurzaming versnellen. De verduurzaming van de industrie versnellen doen we onder andere door alle betrokken partijen samen te brengen en knelpunten aan te pakken. Voorbeelden van knelpunten zijn de vergunningverlening, capaciteit van energienetwerken en ruimte."
 

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

1e paal geslagen natuurinclusief distributiecentrum op Schiphol Trade Park

Nieuws

Nieuws

1e paal geslagen natuurinclusief distributiecentrum op Schiphol Trade Park

Dinsdag 21 maart is op Schiphol Trade Park in Hoofddorp de eerste paal geslagen van het nieuwe distributiecentrum dat Aan de Stegge Twello voor Rapid Logistics realiseert. Vanuit het duurzame ambitieniveau dat gebiedsontwikkelaar SADC voor dit business park heeft, is een duurzaam, natuurinclusief en toekomstbestendig warehouse met geïntegreerde kantoren en parkeeroplossing ontworpen.

Rapid Logistics zal naar verwachting eind 2023 vanuit de nieuwe locatie operationeel zijn. Opdrachtgever van het project is STP Logistics. Toekomstig eigenaar is Savills Investment Management. 

Stapje meer

Schiphol Trade Park heeft de ambitie het meest duurzame en innovatieve business park van Europa te zijn. Niet alleen door de toepassing van circulaire materialen en een ecologische visie bij de gebiedsontwikkeling, maar ook door naast de minimale hoge eisen op het gebied van duurzaamheid bedrijven uit te dagen nog een stap verder te gaan. Gebruikers worden door SADC gevraagd daarvoor een Value Added Plan uit te werken. Paul de Ruiter Architects heeft daarop een distributiecentrum ontworpen dat volledig natuurinclusief wordt gebouwd.

Andere thema’s in het Value Added Plan van Aan de Stegge Twello zijn ecologie, een inspirerende werkomgeving, duurzame energie oplossingen en de integratie in de omgeving: groene gevels, duurzame materialen, terrassen en verschillende dakniveaus bedekt met ‘groen’. De buitenruimte is ontworpen en voorzien van inheemse bomen en heesters, ter versterking van de lokale biodiversiteit en passend binnen de ecologische visie van Schiphol Trade Park voor het gehele gebied. Een fijne verblijfsplek voor medewerkers en dieren/insecten. Er wordt met circulaire materialen gebouwd, en het dak is voorzien van zonnepanelen om in de energiebehoefte van Rapid Logistics te voorzien. Mede door al deze toepassingen heeft het pand het BREEAM-label ‘Excellent’ verworven.
 
Evert Veerman, commercieel projectmanager Aan de Stegge Twello: “Er was veel creativiteit van alle betrokken partners voor nodig, maar niet voor niks. Het heeft geresulteerd in een prachtig toekomstbestendig bedrijfscomplex.” Het complex bestaat uit 19.923 m2 warehouse, 3.428 m2 kantoor, 3.220 m2 mezzanine en een royale geïntegreerde parkeervoorziening. Het ontwerp beschikt over een groot aantal ontmoetingsruimtes en een groene buitenruimte om de sociale cohesie en de tevredenheid van de werknemers te bevorderen. 

Michiel Rodermond, directeur Rapid Logistics: “Wij zijn vanaf het eerste moment bij de nieuwbouw betrokken geweest wat voor ons bedrijf, onze medewerkers en het distributiecentrum een meerwaarde heeft.”

Marcel Fleminks, directeur van Savills IM: “Het distributiecentrum voor Rapid Logistics heeft een ESG-profiel van de hoogste kwaliteit en voldoet aan de steeds toenemende duurzaamheidseisen van beleggers voor logistieke bedrijfsgebouwen. Iets waar we trots op mogen zijn.”

Eva Klein Schiphorst, directeur SADC: “Het is mooi te zien dat onze duurzame ambitie echt door de bedrijven wordt omarmd en hoe met de jaren de Value Added Plans steeds weer een stap verder gaan. Alleen samen kunnen we werklandschappen van de toekomst creëren.” 

Bij de planontwikkeling van het natuurinclusieve gebouw waren tevens Qbuz adviesbureau bouwconstructie, Drees & Sommer, Adviesbureau Becks en Batenburg Installatietechniek betrokken. 

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Provincie Noord-Brabant en Etten-Leur gaan bedrijventerrein Vosdonk verduurzamen

Nieuws

Nieuws

Provincie Noord-Brabant en Etten-Leur gaan bedrijventerrein Vosdonk verduurzamen

Provincie Noord-Brabant, gemeente Etten-Leur, VNO-NCW Brabant Zeeland en de ondernemers op Vosdonk slaan de handen ineen voor de verduurzaming van bedrijventerrein Vosdonk. Op 20 maart 2023 ondertekenden gedeputeerde Anne-Marie Spierings, wethouder Ger de Weert en vertegenwoordigers van een aantal ‘koploper’ bedrijven het plan van aanpak van het project Grote Oogst Vosdonk.

De ondertekenaars willen Vosdonk gezamenlijk ontwikkelen tot een duurzame en toekomstbestendige werkomgeving. Zij werken samen aan duurzaam en slim gebruik van energie, een aangename, groene werkomgeving en duurzaam gebruik van grondstoffen en materialen. Voor de uitvoering is € 750.000 beschikbaar; zowel provincie, gemeente als het bedrijfsleven leggen ieder € 250.000 in.

Verduurzamingsambities

“Vosdonk heeft een grote uitdaging én ambitie op het gebied van energie", vertelt Anne-Marie Spierings (Energie en Circulaire economie). "Door in te zetten op besparing, meer duurzame opwekking, opslag en uitwisseling van energie levert de industrie bovendien een bijdrage aan het verminderen van de stikstofuitstoot. Met deze ondertekening starten concrete plannen om die ambitie – en andere verduurzamingsambities - waar te maken.” “De bedrijven op Vosdonk zijn van groot belang voor de Etten-Leurse economie", vervolgt Wethouder Ger de Weert (Duurzaamheid en Economie). "Ik ben er trots op dat zij zich samen met de provincie, VNO-NCW Brabant Zeeland en de gemeente inzetten om van Vosdonk een duurzaam bedrijventerrein te maken. Zo kan Etten-Leur rekenen op een bedrijventerrein dat klaar is voor de toekomst.”

Lokaal energienetwerk

Zo moeten de bedrijven in 2030 60% minder CO2 uitstoten en dat is geen kleine opgave. Het bedrijventerrein gebruikt 3 keer zoveel stroom als alle woningen in de gemeente bij elkaar, het elektriciteitsnet zit vol en de energiewet is nog niet aangepast. Toch zien de initiatiefnemers oplossingen in bijvoorbeeld een lokaal energienetwerk. Dat naast elektriciteit ook ruimte biedt voor waterstof en warmte. Hier doen de partijen verder onderzoek naar.

Klimaatadaptatie

Ook komt er meer ruimte voor groen en fiets- en wandelpaden langs bijvoorbeeld bestaande bedrijfstuinen. Dat is niet alleen voor een prettiger werkomgeving. Op deze manier is er ook aandacht voor klimaatadaptatie: voorkomen van hittestress en langer vasthouden van water zonder dat dat overlast veroorzaakt. Op het nieuw te ontwikkelen Fri-Jadoterrein zet de gemeente extra in op duurzaamheid en biodiversiteit. Zo komen er gebouwen met groene gevels en legt de gemeente groen aan om water op te vangen.

Circulair ambachtsplein

De partijen richten zich ook op volledig circulair gebruik van grondstoffen in 2050. Hiervoor vindt onderzoek plaats naar alle afvalstromen van de bedrijven op Vosdonk. Er zijn al bedrijven op Vosdonk die hiermee voorop lopen. De gemeente onderzoekt de haalbaarheid om de milieustraat om te bouwen tot een circulair ambachtsplein om meer grondstoffen te hergebruiken.

Grote Oogst

Vosdonk is 1 van de 13 terreinen van het provinciale programma Grote Oogst. Duurzame bedrijventerreinen zijn een belangrijke voorwaarde voor een toekomstbestendige economie en een goed en gezond woon- en vestigingsklimaat. Daarnaast kunnen bedrijventerreinen een grote bijdrage leveren aan onder andere de energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie en stikstofreductie: de 4 belangrijke pijlers van het project.

Bedrijventerreinen zijn vaak hitte-eilanden. Door integraal en gebiedsgericht (samen) te werken kunnen slimme oplossingen bedacht worden die impact hebben op meerdere thema's. Zo vangen groene daken niet alleen water op; ze koelen ook de omgeving en maken daarmee zonnepanelen efficiënter. En door lokaal (rest)materiaal te hergebruiken wordt energie bespaard en uitstoot van CO2 en stikstof voorkomen, bijvoorbeeld doordat er minder vervoersbewegingen nodig zijn.

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Zo los je de leegstandsopgave op: verplaats 'scheefwerkers' van bedrijventerrein naar binnenstad

Nieuws

Nieuws

Zo los je de leegstandsopgave op: verplaats 'scheefwerkers' van bedrijventerrein naar binnenstad

Ruim een kwart van de bedrijven op bedrijventerreinen hoort vanwege hun gebruiksfunctie en milieuruimte niet op een bedrijventerrein thuis. Deze bedrijven verhouden zich over het algemeen prima tot andere stedelijke functies en bieden een oplossing voor de knellende leegstandsopgave in de binnenstad. Dat betoogt Theo Föllings, voorzitter van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland, SKBN.

Uit onderzoek van economisch geograaf Gerlof Rienstra samenwerking met de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) blijkt dat circa twee derde van de activiteiten die op een bedrijventerrein plaatsvindt een lagere milieucategorie heeft dan op dat bedrijventerrein is toegestaan. Een op de vier activiteiten hoeft vanwege de gebruiksfunctie zelfs helemaal niet op een bedrijventerrein te zitten. Deze activiteiten betreffen meestal voorzieningen als sport, gezondheid, onderwijs en winkels of gebouwen met een kantoorfunctie.

Als deze bedrijven elders in de stad hun plek vinden, speel je kostbare milieuruimte op bedrijventerreinen vrij waar op het moment een groot tekort aan is. De afgelopen vijf jaar alleen al verdween een oppervlakte van 46 vierkante kilometer aan bedrijventerreinen uit stedelijk gebied, vaak omdat er woonwijken kwamen. Het gaat om ruimte voor vitale functies, zoals bijvoorbeeld de verwerking van circulaire reststromen.

Scheefwerkers
Anderzijds kan het verplaatsen van bedrijven die geen of nauwelijks hinder veroorzaken, zogenaamde ‘scheefwerkers’, naar stadscentra de gewenste reuring daar terugbrengen. Centra van veel steden kampen de afgelopen jaren met een terugval van hun winkelfunctie. In slechts een op de tien middelgrote centra en binnensteden ligt de leegstand op of onder een gezond niveau van 4 à 5 procent, aldus Stec Groep. Alleen al in middelgrote steden staat 460.000 vierkante meter aan winkelvloeroppervlak leeg. Er ligt nog altijd een grote transformatieopgave.

Leegstaande winkelruimte wordt nog te vaak klakkeloos omgekat naar woonruimte. Maar wonen is een relatief passieve activiteit die zich vaak slecht verhoudt tot de dynamiek in centra van steden. Het is ook een misvatting dat bewoners altijd draagvlak genereren voor typisch stedelijke voorzieningen zoals horeca, schreef ik eerder in dagblad Trouw. Winkel en werk- of vrijetijdsfuncties vullen elkaar dan weer wel goed aan. Werknemers kunnen in het centrum terecht voor een broodje of gewoon voor een bezoek aan de winkel. Voor ontmoetingen die niet zelf op het kantoor kunnen plaatsvinden biedt het centrum alle gelegenheid.

Mixen
Wellicht kunnen we voor inspiratie naar het buitenland kijken: in steden als Londen wordt al in belangrijke mate geëxperimenteerd met een nieuwe vorm van mixen van bedrijfsruimtes en winkels, die verder gaat dan een winkel in een plint, maar ook lichte industriële activiteiten betreft: de New London Mix. Voor deze nieuwe mixvormen is het echter belangrijk dat hiervoor ruimte geborgd wordt, omdat de grondopbrengsten van industriële activiteiten vaak niet in verhouding staan tot de grondopbrengsten uit wonen. Aan de slag ermee, zou ik zeggen!

Dit artikel werd gepubliceerd in
Cobouw.

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Verandering nodig voor groene gezonde bedrijventerreinen

Nieuws

Nieuws

Verandering nodig voor groene gezonde bedrijventerreinen

Het duurzaam, natuurinclusief en klimaatbestendig inrichten van bedrijventerreinen stond centraal tijdens de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette die op dinsdag 7 maart werd gehouden in Deventer. In de Gasfabriek waren ruim zeventig belangstellenden aanwezig om te luisteren én zelf aan de slag te gaan.

Hoofdspreker was voormalig rijksbouwmeester Floris Alkemade die zijn visie deelde over hoe de grote opgaven van deze tijd het best aangepakt kunnen worden. Fundamentele veranderingen in denken en handelen zijn daarbij volgens hem noodzakelijk. ‘Zoals we nu bezig zijn, gaat ten koste van onvervangbare schoonheid’, hield hij de zaal voor.

Metro Mix
Hij pleitte voor tranformative change: een ander manier van zaken aanpakken en het niet op de geëigende manier doen. Dat betreft volgens Alkemade zowel de sociale en economische als de technologische structuren van onze maatschappij in de komende 30 jaar. ‘Het verhaal moet niet gaan over hoe moeilijk het is om te veranderen, maar over wat we willen met die verandering. De tijd is op om zaken door te laten gaan zoals ze nu gaan.’

Met betrekking tot groene, gezonde bedrijventerreinen noemde Alkemade de Metro Mix (‘een mooie gereedschapskist’) waarin handvatten worden gegeven hoe we verschillende vormen van wonen en werken kunnen mengen in transformatiegebieden. Het komt volgens de voormalig rijksbouwmeester aan op: hoe kunnen we dat spoor van verwoesting niet achter ons laten.

Ondernemersplan
Arap-John Tichelaar, directeur van inkooporganisatie Transferro in Zwolle en voorzitter van de ondernemersvereniging van bedrijventerrein Hessenpoort, vertelde over de vergroening van het bedrijventerrein in Zwolle. Hij legde de nadruk op het eerst maken van een eigen ondernemersplan en het vinden van financiële bronnen om dan naar de gemeente te gaan. ‘Gemeenten willen graag één aanspreekpunt, dus het helpt als er een organisatie is: een ondernemersvereniging of een BIZ, een bedrijveninvesteringszone.’ Hij gaf overheden het advies: daag ondernemers uit.

Workshops
Het middaggedeelte van de bijeenkomst bestond uit zes workshops over onder andere publiek-private samenwerking, het belang van biodiversiteit, het versnellen van verduurzaming, vergroenen van bedrijventerreinen, en het ontwerpen van groen en gezond.

Zuid-Holland
De bijeenkomst was georganiseerd door Provincie Overijssel, De Natuur en Milieufederaties, NL2025, Kennisnetwerk Regionale Economie Overijssel, Natuur voor Elkaar, Stichting Steenbreek en SKBN.

De volgende Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette is op dinsdag 20 juni in Zuid-Holland.

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Wonen, wonen, wonen: ‘Te sectorale partijprogramma’s helpen niet bij oplossen woningnood’

Nieuws

Nieuws

Wonen, wonen, wonen: ‘Te sectorale partijprogramma’s helpen niet bij oplossen woningnood’

Over stedelijke ontwikkeling zijn de partijprogramma’s voor de provinciale statenverkiezingen van aanstaande woensdag helder. Wonen staat met stip bovenaan. Maar als sectorale opgave. Lector Cees-Jan Pen mist bij al het ‘woongeweld’ een duidelijke koppeling met de opgaven in binnensteden en op kantoorlocaties. ‘Laat ruimtelijke ordening leidend zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood voor de ruimtelijke ordening.'

‘Ruimtelijke ordening moet leidend zijn voor het oplossen van de woningnood. Het is nu vaak andersom. Dat leidt tot ruimtelijke ordening-ongelukken zoals in het Amsterdamse en Zaanse havengebied, vertraging en uiteindelijk minder huizen.’

Dat zegt Cees-Jan Pen, lector de Ondernemende Regio aan de Fontys Hogeschool, na analyse van de provinciale verkiezingsprogramma’s. Hij spitte samen met collega-lectoren Danielle Arets en Bart Wernaart en een aantal data-analisten de programma’s door op thema’s als wonen, binnensteden, kantoren, gebiedsontwikkeling, bedrijventerreinen. Wonen wordt in de programma’s ruim tien keer zo vaak genoemd als binnensteden, kantoren en bedrijventerreinen.

‘Niet onverwacht, wel risico’s’

‘Het is niet helemaal onverwacht dat bouwen, bouwen, bouwen voorop staat, maar juist provincies zijn verantwoordelijk voor integrale ruimtelijke ordening. Des te vreemder is het dat de maatschappelijke druk op wonen ook hier leidt tot te sectoraal denken met het risico dat dit de aanpak van woningnood juist extra vertraagt.’

Zo wijst Pen op het recente nieuws dat de gemeente Zaanstad haar woningbouwambities op bedrijventerrein Achtersluispolder heeft moeten terugschroeven naar 2.500 huizen. De aanvankelijk geplande bouw van 10.000 huizen blijken niet te verenigen met de al aanwezige industrie. Bovendien wil Zaanstad de werkgelegenheid niet kwijt.

Misschien speelt ook het ‘trauma’ van vier jaar geleden nog een rol, toen de Raad van State een streep zetten door de woningbouwplannen op het Hembrugterrein. Volgens de Amsterdamse ondernemersvereniging ORAM lag de kiem hiervoor in het ‘slechte omgevingsproces’, waarin álles moest wijken voor woningbouw.

Uiteindelijk vernietigde de bestuursrechter het bestemmingsplan op het verkeerd toepassing van de zeehavennorm, die extra geluidsbelasting op de geplande 1.000 woningen nabij de havenindustrie mogelijk zou maken. Voorlopig staat er niet één huis.

Binnensteden van de agenda

‘De woningbouw is niet gebaat bij sectorale, maar vooral bij integrale ambities’, zegt Pen. ‘Zeker de provinciale politiek moeten het geheel overzien. Zij moeten immers de ruimtelijke puzzel leggen.’

Daarbij moet volgens de economisch geograaf ook nadrukkelijk worden gekeken naar de transformatieopgave in grote en kleine binnensteden. Hij stelt dat daar tot wel tien tot twintig procent van de woningbouwopgave is weg te zetten.

Maar uit de data-analyses blijkt dat juist die binnensteden nagenoeg uit de provinciale partijprogramma’s zijn verdwenen. ‘Vier jaar geleden waren ze nog prioriteit. We hebben zowel op de termen ‘binnenstad’, ‘binnensteden’ als ‘retailagenda’ en ‘winkelgebieden’ gezocht. We kregen nu bijna geen hits.’ De partijprogramma’s in de provincie Limburg vormen een uitzondering.

‘Blijkbaar is de indruk bij de politiek gewekt dat het werk erop zit. Terwijl we na jaren van overleg, analyses en voorbereidingen eindelijk gestart zijn met de uitvoering van de transformatie van binnensteden’, zegt Pen.

‘De retailsector zit nog steeds in zwaar weer, niet alleen door blijvende groei van online winkelen. De leegstand is stabiel gebleven als gevolg van transformatie van winkelpanden. Veel winkeliers kunnen momenteel de huurindexaties niet betalen. Het volume aan winkelruimte is nog altijd te groot.’

‘Dat we juist in onze binnensteden enorm veel huizen kwijt kunnen lijkt een blinde vlek voor de partijen. Ook de woordcombinaties van wonen met binnenstad of dorpskernen leverde vrijwel niks op. Dit is des te vreemder omdat vitale kleinere centra cruciaal zijn voor de leefbaarheid van het platteland, waar menig provinciaal verkiezingsdebat nu over gaat.’

Vrijkomende kantoorlocaties

Ook kantoren en kantoorlocaties komen relatief weinig terug in de verkiezingsprogramma’s. Pen: ‘Ik vind dat frappant, aangezien ook hier een gigantische transformatiekans ligt. Er kan namelijk een golf van leegstand aankomen in verband met de wettelijke eisen voor energie-labels van kantoren, die in de praktijk vaak niet wordt gehaald.’

‘Dat betekent dat er moet worden geïnvesteerd in deze panden, waardoor transformatie rendabeler wordt. Dit geldt zeker voor kantoorlocaties aan de rand van de stad, waarvan het de vraag is of eigenaren er überhaupt nog in willen investeren als kantoorfunctie. De markt voor kantoren is structureel veranderd, waarbij beleving en locatie er steeds meer toe doen en de vraag naar meters daalt. Transformatie naar wonen ligt dan het meest voor de hand.’

Dat geniet volgens Pen de voorkeur boven transformatie van bedrijventerreinen naar wonen. Want juist aan stedelijke bedrijventerreinen is een tekort en deze gebieden zijn cruciaal voor het ruimtelijk faciliteren van de energie en circulaire transitie, aldus de lector.

Maar ook die koppeling tussen kantoren en woningbouw wordt volgens Pen in de programma’s niet gelegd. ‘Het is bouwen, bouwen, bouwen, wonen, wonen, wonen. Dat je werk met werk kunt en zal moeten maken zoals bij transformatie van binnensteden en de noodzakelijke aanpak kantoren met te lage energielabels, blijft totaal onderbelicht.’

Bedrijventerreinen beter benutten

Bedrijventerreinen en ruimte voor werken komen wél terug in de partijprogramma’s. Dit thema bleef tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 nagenoeg onbenoemd.

Pen: ‘De provinciale programma’s stemmen wat dat betreft iets hoopvoller. Maar gezien het maatschappelijk debat over verdozing vind ik het nog wat zuinigjes. De provincie Noord-Brabant is hier wel een positieve uitzondering. Daar lijken partijen zich bewust dat de grenzen van grootschalige logistiek zijn bereikt en de hallen duurzaam ruimtelijk ingepast moeten worden. In andere ‘logistieke’ provincies als Gelderland, Overijssel en zeker Limburg is dit veel minder het geval.’

Verder leren de provinciale partijprogramma’s volgens Pen dat vrijwel iedereen bestaande bedrijventerreinen beter wil benutten. ‘Op de korte termijn kost dat capaciteit en geld. Op de lange termijn is dat een verdienmodel. In de programma’s staat niets over middelen en te ontwikkelen acties en instrumenten. Maar als dit zo breed beloofd wordt, kan daar in de uitwerking van de coalitieakkoorden natuurlijk wel een claim op worden gelegd.’

Ruimte voor wonen domineert echter zo in de programma’s, dat Pen vreest dat het bij mooie woorden blijft en ruimte werken onder druk blijft staan. ‘Natuurlijk is er woningnood en dat is erg, maar het gevaar is gewoon groot dat ruimte voor werken in het geding komt. Mede doordat er weinig mensen en middelen zijn voor bedrijventerreinen en de politiek en samenleving vaak zonder kennis van zaken bedrijventerreinen ziet als lelijk, arbeidsextensief en blokkendoosgebied.’

Waar mogelijk moeten functies worden gecombineerd en de woonopgave verbreed worden tot woon-werkopgave. Pen: ‘Ik zou de provinciale politiek willen aanmoedigen juist ruimtelijke ordening leidend te laten zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood leidend laten zijn voor de ruimtelijke ordening.’

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Ruimte voor wonen of werken? Zo biedt Zuid-Holland beide

Nieuws

Nieuws

Ruimte voor wonen of werken? Zo biedt Zuid-Holland beide

Als érgens ruimteclaims samenkomen, dan wel in Zuid-Holland. Het is de dichtst bevolkte provincie van Nederland, waar ze bijna een kwart van het bruto nationaal product realiseren. Maar in deze bedrijvige provincie is nieuwe fysieke ruimte voor economische activiteiten zeer beperkt aanwezig. Hoe borgt Zuid-Holland ruimte voor werken en vitale economische functies, te midden van alle andere ruimteclaims?

Rotterdam zet een rem zet op een verdere teruggang van ruimte voor werken. Volgens cijfers uit de gemeentelijke Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) is in de periode 2020-2022 de voorraad bedrijfsruimte in stedelijk gebied met 35.000 vierkante meter gebruiksoppervlakte afgenomen.

Het is een keerzijde van de toegenomen populariteit van de werkstad als woonbestemming. Naarmate woningbouw meer bedrijfsruimte naar de randen van de stad of daarbuiten verdringt, dreigen met name praktische banen buiten handbereik van praktisch geschoolde Rotterdammers te raken, mede omdat buitenstedelijke bedrijventerreinen doorgaans slecht bereikbaar zijn.

Structuurversterkende verstedelijking

De situatie in Rotterdam is illustratief voor de hele provincie. De ruimteclaims stapelen zich op, de beschikbare ruimte is beperkt. In de strijd om de ruimte delft werken vaak het onderspit. Politiek is het nu eenmaal lekkerder scoren met woningbouw en bedrijfsactiviteiten in de woonomgeving zijn hinderlijk.

Maar waar moeten de bewoners van al die nieuwe huizen werken, als er geen ruimte meer overblijft voor bedrijven? Het provinciebestuur maakt zich hier zorgen over. Zuid-Holland gaat dus voor ‘structuurversterkende verstedelijking’. Volgens Boudewijn Kuijl, senior beleidsmedewerker economische zaken bij de provincie, gaat het daarbij om verstedelijking met woningbouw én ruimte voor werken en andere voorzieningen.

Om een strategie te maken op alle zeshonderd bedrijventerreinen in Zuid-Holland hanteert de provincie een bedrijventerreinbeleid langs drie lijnen: sturen op balans tussen vraag en aanbod in regio’s, zowel kwantitatief als kwalitatief, op betere benutting van bestaande bedrijventerreinen en op verduurzaming bij de transities.

Achter de drie beleidslijnen schuilt een aantal instrumenten die in sommige gevallen meer faciliterend zijn. Zo maakt de provincie ramingen en vraagt op basis daarvan aan gemeenten om regionale bedrijventerreinenvisies te schrijven. In andere gevallen zijn de instrumenten dwingender en voorschrijvend, legt Helmut Thoele uit.

Hij is als stedenbouwkundige en strategisch adviseur ruimte betrokken bij de provinciale omgevingsvisie en -verordening. Te denken valt aan een soort instructieregel, waarmee de provincie bedrijventerreinen van strategisch belang kan aanwijzen waar niet aan geknabbeld mag worden. Er geldt ook geen maximale maar een minimale milieucategorie, zodra nieuwe bedrijven zich willen vestigen.

Eén van die gebieden van strategisch provinciaal belang is Spaanse Polder, een groot bedrijventerrein op het grensgebied van Rotterdam en Schiedam. Kuijl: ‘De aanwijzing zit in een herzieningstraject, en Provinciale Staten en GS moeten deze nog goedkeuren, alvorens we dit als bindend beleid in de provinciale verordening kunnen opnemen.’

Ook wil de provincie verder verkennen hoe functiemenging te stimuleren, om uiteindelijk de toegankelijkheid van wonen, werken en voorzieningen te verhogen en daarmee bij te dragen aan het idee van de ‘15 minuten-stad’.

Beter benutten bestaande bedrijventerreinen

Een complexe, maar vanuit de context van schaarste misschien de belangrijkste beleidslijn, is het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen. Dat gaat ook over een verantwoorde benutting van kostbare milieuruimte.

In het bedrijventerreinbeleid staat dat op Zuid-Hollandse bedrijventerreinen bijna twintig procent van de ruimte wordt gebruikt door bedrijven in milieucategorie 1 en 2 die zich vaak goed laten inpassen in ander stedelijk gebied.

Kuijl: ‘Bedrijventerreinen beter benutten, zou betekenen dat je bedrijven moet verplaatsen of terreinen moet intensiveren. Maar dat is ingewikkeld en duur.’ Een kringloopwinkel of sportschool, die weg moet van een bedrijventerrein, moet zich bovendien wel elders kunnen vestigen, in een stadswijk of wijkcentrum, vervolgt Thoele.

Daar is de druk op de ruimte en de betaalbaarheid van bedrijfsruimte al zeer hoog. Kuijl: ‘We zouden daarop kunnen sturen door het reserveren van voldoende betaalbare bedrijfsruimte mee te nemen bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. Dat geeft echter druk op de grondexploitaties en daarvoor zullen instrumenten en financieringsafspraken nodig zijn.’

Programma als instrument

Minder sectoraal werken en duidelijker keuzes maken, dat is uiteindelijk nodig om verschillende ruimteclaims zoveel mogelijk te kunnen combineren en te accommoderen, benadrukt Thoele. Maar dat is volgens hem makkelijker gezegd dan gedaan. Het begint al met behoefteramingen, die vaak sectoraal zijn. Opgeteld is de ruimtevraag zo groot dat een tweemaal zo grote provincie nodig is.

Thoele wijst erop dat het Rijk in totaal 4,8 miljard euro aan Zuid-Holland heeft toegezegd in het kader van de bereikbaarheid in relatie tot verstedelijkingsafspraken. ‘Het is positief dat mobiliteit en wonen daarin integraal worden opgepakt’, vindt hij. De provincie probeert daarnaast woon-werkafspraken te maken met de regio’s. Deze sorteren voor op meer wederkerigheid tussen ruimtelijk en economisch beleid.

‘Nieuwe afspraken met gemeenten en andere partners kunnen we bijvoorbeeld vastleggen in een programma, een beleidsinstrument uit de Omgevingswet dat niet juridisch bindend is, maar wel zelfbindend voor GS. Gemeenten kunnen slechts gemotiveerd van de afspraken in het programma afwijken.’

Zo kunnen volgens Thoele ook afspraken over mobiliteit, dichtheden en branchering worden gemaakt. Voor binnenstedelijke locaties zullen gemeenten moeten sturen met het omgevingsplan. ‘Bestuurlijke afspraken, vastgelegd in programma’s, kunnen daarbij richting geven’, aldus Thoele.

Uiteindelijk zijn keuzes onvermijdbaar over welke activiteiten wel en welke activiteiten misschien minder geaccommodeerd moeten worden. De maatschappelijk waarde moet daarbij vooropstaan, aldus Thoele. ‘We zouden dus vooral activiteiten moeten faciliteren die ons helpen om onze maatschappelijke opgaven op te pakken en te versnellen, maar ook minder ruimte bieden is een antwoord.’

‘Want, zoals Johan Remkes zei, niet alles kan overal. In Zuid-Holland vragen de veelvoud van maatschappelijk opgaven en de grenzen van bijvoorbeeld ons bodem- en watersysteem om expliciete beleidskeuzes vanuit wat we als samenleving van waarde vinden. Dit overstijgt de technocratische vraag of het past.’

MRDH: Investeringsbehoefte ‘beter benutten bestaande terreinen’ 250 miljoen

De Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) heeft een eigen Strategie Bedrijventerreinen 2023-2030. Die strategie is regionale visie op de opgaven van bedrijventerreinen met daaronder een bundeling afspraken tussen gemeenten onderling. Ook verkent de MRDH hoe uitvoering en invulling kan worden gegeven aan een selectief vestigingsbeleid, zet de metropoolregio actief in op het beter benutten en een kwaliteitsimpuls van bestaande terreinen. Ook faciliteert het regionale afstemming bij transformatieplannen, met behulp van een zogenaamde compensatiewijzer.

Zo hebben de 21 aangesloten gemeenten afgesproken dat zodra een gemeente zich voorneemt minimaal één hectare bedrijfsruimte te transformeren naar wonen, deze de andere gemeenten hierover informeert, vertelt Vivienne Medik, adviseur economisch vestigingsklimaat. ‘Doel is om te komen tot een zorgvuldige afweging bij transformaties via regionale advisering, waarbij eventuele kansen tevoorschijn komen voor de planvorming, zoals functiemenging in het transformatiegebied of elders in de gemeente.’

In lijn met de doelstellingen uit het Rotterdamse collegetarget is ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’ een van de prominente doelstellingen, en daarmee samenhangend het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen. De MRDH constateert dat er een groot tekort is aan ruimte voor werken dat met een betere benutting van bedrijventerreinen gecompenseerd kan worden. Daar hangt wel een prijskaartje aan. De MRDH spreekt van een investeringsbehoefte voor beter benutten van bestaande bedrijventerreinen tot en met 2030 van naar schatting 250 miljoen euro; van ‘alle betrokken partijen’, aldus de Strategie Bedrijventerreinen 2023-2030.

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Green Deal: toekomstbestendige bedrijventerreinen Zuid-Holland

Nieuws

Nieuws

Green Deal: toekomstbestendige bedrijventerreinen Zuid-Holland

Op vrijdag 10 maart ondertekenden gedeputeerde Willy de Zoete van provincie Zuid-Holland en Jelle de Jong van IVN/Werklandschappen van de Toekomst een intentieverklaring, een Green Deal. Hiermee geven beide partijen aan de komende 10 jaar samen te werken aan de transitie naar toekomstbestendige bedrijventerreinen. En dat is hard nodig, want slechts 1% van alle bedrijventerreinen bestaat uit natuur. Het zijn grijze, versteende omgevingen. En dat terwijl zo’n 450.000 mensen in Zuid-Holland op een bedrijventerrein werken.

De ruim 3.000 bedrijventerreinen in Nederland vormen een belangrijk deel van het bebouwde oppervlak en passen in toenemende mate niet meer bij deze tijd. Op dit moment bestaat slechts 1% van de 100.000 hectare bedrijventerreinen in Nederland uit ‘natuurlijke elementen’. Bedrijventerreinen zijn daardoor gevoelig voor hittestress en wateroverlast bij heftige neerslag en daarmee voor schade aan gebouwen en wegen. Planten en bomen verkoelen, vangen water op en zuiveren de lucht. Daarnaast zorgt groen voor een betere (psychische) gezondheid van werknemers en liggen er grote kansen voor de biodiversiteit, die in ons land ernstig onder druk staat.

Gedeputeerde Willy de Zoete (Economie): "We zijn als provincie erg blij met deze Green Deal. Deze intentieverklaring sluit goed aan bij hoe wij als provincie ons willen inzetten voor toekomstbestendige bedrijventerreinen. Om een aantrekkelijk vestigingsklimaat te behouden, is een transitie nodig van reguliere bedrijventerreinen naar werklandschappen van de toekomst. Dit is niet alleen financieel noodzakelijk, maar ook vanuit brede welvaart essentieel voor de gezondheid van werknemers en de leefbaarheid op deze terreinen. Wat zou het mooi zijn om de ‘hete kooltjes in het Zuid-Hollandse landschap’ om te toveren tot plaatsen waar men graag werkt, langsfietst als recreant, of waar men in de lunchpauze met plezier een blokje om loopt."

Nieuw normaal

Werklandschappen van de Toekomst werkt in negen jaar toe naar een ‘nieuw normaal’: groene, toekomstbestendige bedrijventerreinen door heel Nederland. Om dit te bereiken start een groot onderzoeksprogramma met vier zogenoemde ‘living labs’ en tien ambassadeursterreinen. Deze living labs zullen fungeren als proeftuinen. Hier wordt onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld de koelende waarde van groene gevels en de combinatie van zonnepanelen en groene daken. Een gefaseerde en lerende aanpak leidt ertoe dat minimaal 1000 bedrijventerreinen stappen zetten richting toekomstbestendige ‘werklandschappen’.

Green Deal

Jelle de Jong van IVN Natuureducatie ondertekende de Green Deal namens Werklandschappen van de Toekomst. De Jong: ‘Door Green Deals te sluiten, worden provincies bondgenoot in onze missie. Als koploper krijgt Zuid-Holland cofinanciering voor aanpassingen op geselecteerde bedrijventerreinen en krijgt het vestigingsklimaat een positieve impuls. De provincie draagt bij door kennis te delen, passend beleid te maken en te investeren in verduurzaming van bedrijventerreinen. Fantastisch om zo’n toekomstgerichte provincie als Zuid-Holland aan boord te hebben!’

Over Werklandschappen van de Toekomst

Werklandschappen van de Toekomst is een brede beweging van partijen die met innovaties op diverse terreinen toewerken naar toekomstgerichte, groene, gezonde en klimaatbestendige bedrijventerreinen. Lees meer op: Werklandschappen van de Toekomst (ivn.nl)

Over de provincie Zuid-Holland

De provincie zorgt voor aantrekkelijke, goed functionerende en toekomstbestendige bedrijventerreinen voor werkgevers, werknemers en bedrijven. Zij combineert dit met andere grote maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en klimaatadaptatie. Samen met haar partners draagt de provincie bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat met bedrijventerreinen van duurzame kwaliteit waarbij het van groot belang is dat met meer groen een gezonde leef- en werkomgeving wordt gecreëerd. Kijk voor meer informatie op: 7 tips: Bedrijventerreinen vergroenen.

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Nieuwe bedrijfslocaties voor sterk maritiem cluster Dordrecht

Nieuws

Nieuws

Nieuwe bedrijfslocaties voor sterk maritiem cluster Dordrecht

Het juiste bedrijf op de juiste plek. Dat geldt sinds kort zeker voor motorenleverancier en scheepsafbouwbedrijf Dolderman. Van de Dordtse binnenstad verhuisden zij naar een nieuwe locatie in de Tweede Merwedehaven. Een verhuizing die mede tot stand is gekomen met bijdragen van gemeente Dordrecht en provincie Zuid-Holland. Beiden investeerden 1,5 miljoen om de onrendabele top van de verplaatsing te dekken. Op vrijdag 10 maart brachten wethouder Maarten Burggraaf en Jeannette Baljeu, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, een bezoek aan Dolderman op hun nieuwe locatie.

Dordrecht en de regio zijn van oudsher sterk verbonden met het water en de maritieme (maak)industrie, van scheepswerven tot toeleveranciers en offshore-bedrijven. Een sector die wereldwijd een sterke reputatie heeft opgebouwd in kwaliteit en dienstverlening. En die een groot aandeel heeft in de werkgelegenheid in de regio. Gemeente, regio en provincie Zuid-Holland werken daarom aan een goed vestigingsklimaat. Onder andere door ruimte te bieden om te groeien, vanuit de gedachte 'het juiste bedrijf op de juiste plek'. De verhuizing zorgt er niet alleen voor dat Dolderman zich kan vestigen op een locatie die beter past bij het bedrijf, er blijven zo ook banen behouden voor Dordt en de Drechtsteden.

Wethouder Maarten Burggraaf: "Dit is een perfect voorbeeld van hoe we met samenwerking tussen partijen en met oog voor ieders belangen ervoor kunnen zorgen dat bedrijven de ruimte krijgen om in Dordrecht en de regio te groeien. De verhuizing van Dolderman en op een later moment ook die van recyclingbedrijf Peute, laat goed zien hoe wij de komende jaren bestaande bedrijfslocaties beter gaan benutten. En hoe dat ook doorwerkt in onze andere groeiambities. De juiste ruimte voor bedrijven zorgt ook voor behoud van banen, voor een schone binnenstad en meer woningen."

Jeannette Baljeu, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland: “Zuid-Holland is het grootste maritieme knooppunt in West-Europa. De maritieme maakindustrie in de Drechtsteden is daar een belangrijke schakel in. Als provincie werken we dan ook samen met andere overheden, bedrijfsleven en onderwijs om deze toppositie te behouden. Naast inzet op innovatie vraagt dat om voldoende ruimte voor het bedrijfsleven, ook watergebonden. Daarom investeren wij in nieuwe maritieme bedrijfslocaties, zoals voor Dolderman.”

Meer bedrijven op de juiste plek

Watergebonden bedrijfslocaties worden schaarser. De Drechtsteden en provincie zetten zich daarom met betrokken partners in om de beschikbare ruimte te optimaliseren. Zo verhuist recyclingbedrijf Peute eind 2023 van de Tweede Merwedehaven naar het terrein van Nedstaal in Alblasserdam. Daar krijgen zij ruimte om te groeien én de Tweede en de Derde Merwedehaven kunnen herontwikkeld worden voor maritieme bedrijven. De focus ligt op bedrijven die toegevoegde waarde hebben voor Dordrecht en de regio, of die door de verschuiving ruimte creëren voor andere ontwikkelingen en geen vrachtbewegingen over het lokale wegennet met zich meebrengen.

Lees verder

KENNISARCHIEF