KENNISARCHIEF 2024

Nieuws
Kamerbrief over voortgang programma Ruimte voor Economie
Kamerbrief over voortgang programma Ruimte voor Economie

Minister Beljaarts (EZ) heeft op 25 september 2024 de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken rond het programma Ruimte voor Economie en de Ruimtelijke Economische Verkenning  (REV) aangeboden. De REV geeft een analyse van factoren die de ruimtelijk-economische structuur van Nederland bepalen.  De minister benadrukt in de brief het belang van het programma Ruimte voor Economie. Het programma heeft vier doelstellingen geformuleerd: Inrichten en faciliteren van een circulaire en CO2-neutrale industrie Ontwikkelruimte voor kennisindustrie en kennisclusters Inpassing van grootschalige bedrijfsvestigingen Goede en betaalbare vestigingsmogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) De focus van het programma Ruimte voor Economie richt zich voornamelijk op de bedrijventerreinen, de haven- en industrieclusters en de campussen omdat daar de grootste ruimtelijke knelpunten zitten en de transities voor de grootste opgave zorgen.  De Ruimtelijk Economische Verkenning, nog lopende onderzoeken en de te ontwikkelen visie leveren de economische bouwstenen voor de Nota Ruimte. In de Nota Ruimte – die deze kabinetsperiode zal worden uitgewerkt door de betrokken departementen onder leiding van het ministerie van VRO - worden integrale en gebiedsgerichte ruimtelijke keuzes gemaakt voor nu, straks en later, waarbij recht wordt gedaan aan de onderscheidende kracht van alle regio’s.   Lees hier de Kamerbrief. Bekijk hier de Ruimtelijke Economische Verkenning 2024.

01-10-2024
Nieuws
Limburg zet koers naar toekomstbestendige bedrijventerreinen
Limburg zet koers naar toekomstbestendige bedrijventerreinen

De komende jaren slaat Limburg de handen ineen om de bedrijventerreinen in de provincie verder te verduurzamen. Dit vanwege de noodzakelijke klimaat-opgaven en de uitdagingen op de energiemarkt. Het doel is de Limburgse bedrijven, gevestigd op bedrijventerreinen, te helpen om dit samen en met gerichte ondersteuning aan te pakken. Om dit doel te kunnen bereiken zet de Provincie Limburg de zogenaamde SPUK-regeling verduurzaming bedrijfsmatig vastgoed in. Deze wordt met name ingezet voor het opzetten of verhogen van de organisatiegraad op Limburgse bedrijventerreinen ten behoeve van verduurzaming. Onderdeel hiervan vormt de realisatie van zogenaamde energyhubs, waar dat een oplossing kan zijn. De Limburgse Ontwikkelings Maatschappij (LIOF), de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV) en de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) vormen samen een speciaal hiervoor opgericht consortium. Zij trekken hierin samen op met onder andere de Limburgse gemeenten, RES-en, Enexis en het landelijk Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB) Nederland. Energyhubs als oplossing voor netcongestie We worden allemaal geconfronteerd met netcongestie: de overbelasting van het energienet. Het ontwikkelen van een toekomstbestendig bedrijventerrein dat als energyhub voor haar omgeving fungeert, biedt interessante kansen. Een sterke energievraag en vaak ook -aanbod vanuit verschillende partijen komen in een klein gebied samen. De vraag naar energie is er in vele modaliteiten; in de vorm van elektriciteit, warmte en (duurzaam) gas. De oplossing kan zitten in samen slimmer de beschikbare energie in te zetten of gebruik te maken van slimme en duurzame opwek- of opslagsystemen. Project Verduurzaming Bedrijventerreinen Limburg (VBL) Onder deze naam gaat het consortium aan de slag. Hierbij wordt nauw samengewerkt met bestaande parkmanagement organisaties of ondernemersverenigingen op de bedrijventerreinen. Deze integrale samenwerking biedt grote mogelijkheden. Het consortium wordt gefinancierd vanuit de SPUK-regeling. Doel Het doel is om in 2027 op minimaal 59 Limburgse bedrijventerreinen de organisatiegraad op te zetten of te verhogen ten behoeve van de verduurzaming van deze terreinen. Waarvan bij 49 bedrijventerreinen de primaire inzet gericht is op het opzetten en verhogen van de organisatiegraad. En waarvan op minimaal 10 terreinen de inzet gericht is op het realiseren van een energyhub en/of projecten rondom klimaatadaptatie. Een ambitieuze maar haalbare doelstelling.  Aftrap op 25 september Op 25 september 2024 kwam het consortium, Enexis en PVB samen met de Limburgse gemeenten op het Provinciehuis. Doel was elkaar te informeren over de aanpak en mogelijkheden. Met als voorgenomen uitkomst een startlijst van bedrijventerreinen. Speciaal aangestelde ambassadeurs gaan op korte termijn het gesprek aan met de gemeenten, parkmanagement organisaties of ondernemersverenigingen op deze terreinen over de status, mogelijkheden en wensen. Op basis hiervan zal het actieplan worden aangescherpt. Fotobijschrift vlnr: Vanessa Silvertand,(OML) Jan Willem Tolkamp (LIOF), Sjoerd Mooren (LWV), Mike Ummels, (PL) Lidy Rutten (LWV), Ronald Pluijmakers (PL), Christa de Ruyter (PVB), Jean Boumans (OML)

25-09-2024
Nieuws
Defensie legt bom onder Amsterdams bouwplan: werf moet werf blijven
Defensie legt bom onder Amsterdams bouwplan: werf moet werf blijven

De scheepswerf van Damen aan het Cornelis Douwesterrein, binnen de ringweg A10 van Amsterdam, is ‘Industrieterrein van Provinciaal Belang’. Met dat besluit heeft de provincie Noord-Holland op verzoek van Defensie een streep gezet door uitgebreide woningbouwplannen van de gemeente Amsterdam. De stad hoopt over enkele jaren alsnog te kunnen bouwen.  In een korte raadsbrief schrijft een woedend college van B en W dat de provincie Noord-Holland vorige week eenzijdig heeft besloten een wijziging van de Omgevingsverordening NH2022 ronde 2024-II ter inzage te leggen, met daarin het besluit dat de Shipdocklocatie Industrieterrein moet blijven.  De provincie neemt het besluit op verzoek van ministeries van Economische Zaken & Klimaat (inmiddels omgedoopt tot ministerie van Economische Zaken), Infrastructuur & Waterstaat en Defensie.  ‘Het gaat om het belang van deze werf voor onze nationale veiligheid (instandhouding van marineschepen), de energietransitie (het ombouwen van fossiele naar duurzame schepen en het uitrusten van installatieschepen voor de realisatie van offshore energieprojecten) en circulaire- en grondstoftransities (hergebruik van schepen).’  ‘Capaciteit om grote schepen te onderhouden, te repareren en te verduurzamen (ombouwen) is cruciaal voor de bescherming van onze nationale vitale belangen en strategische autonomie.’  Streep door 9.600 woningen  Amsterdam wilde op die 960.000 m2 juist 9.600 woningen bouwen. De stad plande daar ook 6.400 arbeidsplaatsen, zes scholen en zeven zorgcentra. Ook had de stad 48.000 m2 terrein voor georganiseerde sport in gedachten.  Deze wijziging heeft tot gevolg dat de woningbouw op deze plek mogelijk vertraagt, aldus het stadsbestuur, ‘terwijl Amsterdam een schreeuwend heeft tekort aan woningen’.   ‘Het college vraagt zich daarbij sterk af of het bouwen en repareren van fregatten binnen stedelijk Amsterdam een lange toekomst heeft. Dergelijke zware industrie verhuist over het algemeen immers op termijn naar de randen van de stad.’  Het stadsbestuur schrijft dat er begrip is voor de veranderende omstandigheden in de wereld en de lastige afwegingen die daarbij horen. ‘Maar Amsterdam had vergevorderde plannen met dit gebied en die komen nu (tijdelijk) stil te liggen.’  De aanwijzing van de provincie heeft volgens het stadsbestuur ook gevolgen voor de ontwikkeling van HavenStad. Hoe groot, kan B en W nog niet zeggen. De raad wordt later nader geïnformeerd.  Locatie al voorbereid op bouwplannen De werf werd in 2017 verworven door VolkerWessels, die het kocht van scheepswerf Shipdock. De werf werd destijds al gehuurd door Damen Shiprepair, dat een huurcontract heeft tot 2028 en daarna in principe weg moet.   Om gemeente en de ontwikkelaar op ander plannen te brengen, presenteerde Damen enkele jaren terug een alternatief plan waarbij woningbouw en scheepsbouw hand in hand gaan.   Hoop op ander besluit  De stad houdt hoop dat het alsnog op die plek kan bouwen, zodra de scheepswerf een nieuwe plek heeft gevonden. Daartoe zet ook de provincie zich in, blijkt ook uit de reactie op de zienswijze van de ministers.   ‘Zodra deze oplossing er is kan de status IPB worden ingetrokken en kan de transformatie naar woningbouw op deze locatie alsnog gestalte krijgen. Wij hebben inmiddels de afspraak gemaakt met het Rijk en de gemeente Amsterdam om dit de komende twee jaar nader te onderzoeken.’  Damen Shiprepair heeft nog geen alternatief waar het haar activiteiten kan voorzetten. Lees het bericht ook op Stadszaken.nl

19-09-2024
Nieuws
Subsidie van € 3,3 miljoen voor verduurzaming van 104 Brabantse bedrijventerreinen
Subsidie van € 3,3 miljoen voor verduurzaming van 104 Brabantse bedrijventerreinen

Provincie Noord-Brabant ontvangt € 3,3 miljoen vanuit het Rijk om bedrijventerreinen duurzaam en klaar voor de toekomst te maken. In totaal wordt het geld aan 104 bedrijventerreinen in Brabant uitgegeven. Deze terreinen zijn belangrijk voor de Brabantse economie en werkgelegenheid. Het subsidieprogramma loopt tot mei 2027 en helpt bedrijven om beter samen te werken bij het verduurzamen. De subsidie is verdeeld over vier Brabantse regio’s. Elke regio zal werken met een eigen aanpak en plan. Zo maken zij gebruik van regionale kansen, kennis, netwerken en bestaande initiatieven. Natuurlijk hebben de regio’s de plannen onderling gedeeld en van elkaar geleerd. Het geld wordt verdeeld op basis van het aantal bedrijventerreinen in elke regio. Daarom krijgt regio West meer dan 1 miljoen euro, regio Zuid-Oost ruim 900.000 euro, regio Noord-Oost bijna 850.000 euro en regio Midden meer dan € 400.000. Waaraan gaat het geld besteed worden? De subsidie is bedoeld om de organisatiegraad van bedrijventerreinen te versterken. Dit betekent dat bedrijven beter met elkaar gaan samenwerken om hun terreinen te onderhouden, beheren en verduurzamen. Het gaat bijvoorbeeld over gezamenlijke werken aan energie-oplossingen, vergroening of het circulair gebruiken van reststromen. Er worden ‘aanjagers’ ingezet om hierbij te helpen. Dit zijn mensen die bedrijven ondersteunen en helpen bij het opzetten of verbeteren van deze samenwerking. Daarnaast wordt een deel van de subsidie gebruikt om tussen de aanjagers, de regio’s en landelijk kennis te delen. Waarbij we gebruik maken van de opgedane ervaring bij de Grote Oogst-terreinen. Het belang van bedrijventerreinen Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de Brabantse economie. De vele bedrijven die hier gevestigd zijn zorgen voor banen en inkomsten in de regio. In Brabant komt 38% van de werkgelegenheid en 45% van het regionale inkomen van bedrijventerreinen. Bedrijven kunnen kosten besparen door zich te organiseren. Het verduurzamen van deze terreinen is nodig voor een schonere en veiligere toekomst voor iedereen. En helpt bij het tegengaan van klimaatverandering. Zo blijft Brabant een fijne plek om te werken én wonen. Samen op weg naar een duurzame toekomst “Provincie Noord-Brabant gelooft dat een gezamenlijke aanpak de sleutel is tot succes”, zegt gedeputeerde Stijn Smeulders. “Met deze subsidie kunnen de regionale initiatieven worden omgezet in concrete acties die bijdragen aan een schonere en groenere toekomst voor iedereen. De komende jaren staan in het teken van samenwerking, innovatie en duurzame groei.” Hoe weten we of het goed gaat? De voortgang van de verduurzaming wordt elke zes maanden gecontroleerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit helpt om de resultaten te volgen en belangrijke kennis te verzamelen voor toekomstig beleid.

18-09-2024
Nieuws
Nieuwe afspraken over bedrijventerreinen Kop van de Veluwe
Nieuwe afspraken over bedrijventerreinen Kop van de Veluwe

Gedeputeerde staten van Gelderland hebben het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) Kop van de Veluwe vastgesteld. Naast afspraken over het aantal bestaande en nieuwe bedrijventerreinen spreken ze ook af hoe de kwaliteit van bedrijventerreinen wordt verbeterd. Ruimte voor economie  De afspraken zijn gemaakt met de gemeenten Elburg, Hattem, Heerde, Nunspeet en Oldebroek, die samen de Kop van de Veluwe vormen. Elke 4 jaar maken ze hierover nieuwe afspraken. Zo zorgen ze voor aantrekkelijke vestigingsplekken voor bedrijven, met genoeg goede werklocaties passend bij wat bedrijven nu én in de toekomst nodig hebben. Groeien en ontwikkelen Uitgangspunt is dat bedrijven moeten kunnen groeien, zich verder kunnen ontwikkelen en hiermee voor voldoende werkgelegenheid zorgen. Bij het opstellen van het nieuwe RPW hebben ze samen met de Kop van de Veluwe ook contact gehad met marktpartijen. Denk aan bedrijvenkringen, bedrijfsmakelaars, parkmanagers en Oost NL. Hun adviezen zijn meegenomen bij het opstellen van de nieuwe afspraken. "Rekening houden met de beperkte ruimte" "In het nieuwe RPW legt de Kop van de Veluwe veel nadruk op de kwaliteit van bedrijventerreinen. Bij het ontwikkelen en beheren daarvan moeten we rekening houden met de beperkte ruimte op de Veluwe. De natuur en het klimaat, het energiegebruik en een goede bereikbaarheid vragen ook ruimte. Daarnaast denken wij dat de beschikbare bedrijfsruimte beter benut kan worden. Daar willen we de komende jaren zeker op inzetten." Klaas Harink, wethouder gemeente Heerde Aandacht voor een duurzamer economie  In het RPW wordt ook aandacht gegeven aan het verbeteren van de toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen. Helga Witjes, gedeputeerde van de provincie Gelderland, juicht dat toe: “Dit is het eerste RPW in de nieuwe serie van ons college van gedeputeerde staten. Complimenten aan de Kop van de Veluwe, want zij zetten hiermee de toon. Ze voegen meer kwaliteit toe aan de bedrijventerreinen door te vergroenen, klimaatadaptieve maatregelen te nemen en circulariteit te stimuleren. Ook gaan ze slimmer om met de beschikbare ruimte. Parkmanagers spelen op de verschillende bedrijventerreinen een actieve rol door hun rechtstreekse contacten met bedrijven. Zo ontstaat meer ruimte voor economie van de toekomst. En dat is van belang voor heel Gelderland. Ons college stelt dan ook van harte dit nieuwe RPW van de Regio Kop van de Veluwe 2024-2028 vast.” De komende 4 jaar voeren de 5 gemeenten de gemaakte afspraken uit. In 2028 maken ze samen weer nieuwe afspraken. 

18-09-2024
Nieuws
'Grootste maatschappelijke winst energiehubs ligt op bedrijventerreinen'
'Grootste maatschappelijke winst energiehubs ligt op bedrijventerreinen'

De introductie van energiehubs kan de druk op het elektriciteitsnet flink verlichten, maar daarvoor is een snelle aanpassing van de regelgeving nodig. Gemeenten zullen moeten komen met een duidelijke gebiedsvisie en snel in overleg gaan met TenneT.  Er zijn 1.183 potentiële locaties voor een energiehub en meest kansrijke richten zich op bedrijventerreinen. Dat blijkt uit een rapport van ingenieurs- en adviesbureau Royal HaskoningDHV in opdracht van Topsector Energie en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ron de Graaf, leading professional energietransitie & governance bij Royal HaskoningDHV, en zijn team onderzochten in het rapport ‘De Families van Energy Hubs in Nederland’ wat de belangrijkste bouwstenen zijn voor energiehubs. Ook zochten ze uit op welke manier energiehubs het meeste opleveren en wat gedaan moet worden om de komst van deze hubs te versnellen. Uiteindelijk gaat het volgens de onderzoekers om vier categorieën, met eigen karakteristieken, waar energiehubs een grote rol kunnen spelen:  Energiehubs in de gebouwde omgeving; Energiehubs gericht op duurzame mobiliteit; Energiehubs op bedrijventerreinen; Energiehubs rond solitaire cluster 6 (heel grote) bedrijven. ‘Als we het hebben over de aanleg van energiehubs, kunnen we de meeste meters maken op bedrijventerreinen’, zegt projectleider van het onderzoek Ron de Graaf van Royal HaskoningDHV.  ‘De urgentie is daar zo groot dat samenwerking in een energiehub onvermijdelijk wordt. Bedrijven hebben ook geen andere optie, want zonder deze samenwerking zijn uitbreidingen niet haalbaar.’ Het gaat daarbij niet alleen om de opslag en distributie van elektriciteit, maar ook om die van warmte, groen gas en waterstof. Wel is schaarste op het elektriciteitsnet de grote driver voor de ontwikkeling van energiehubs.  Volgens De Graaf en zijn team zijn er, verdeeld over de vier categorieën, 1.183 potentiële locaties waar energiehubs een belangrijke rol kunnen spelen. Dat kan op termijn 3,2 GW schelen in de elektriciteitsvraag. Intern vraag en aanbod afstemmen Voordat een energiehub kan worden opgericht, zullen individuele bedrijven eerst zelf energie moeten besparen en vraag en aanbod van energie binnen het bedrijf af te stemmen, zegt hij. ‘Pas als dat is gebeurd, volgt de stap naar samenwerking.’ Binnen die samenwerking is de basisstap inzicht krijgen in het energiegebruiksprofiel van bedrijven en de beschikbare netcapaciteit. ‘Wacht niet te lang met nadenken over organisatie en hoe je die wilt sturen.’ De Graaf zegt dat in de samenwerkingsvorm de grootste uitdaging zit. De parkmanager speelt meestal een centrale rol bij het oprichten van een energiehub, zegt hij. Dit kan gecombineerd worden met de rol van een Energy Service Company, door het leveren van energiediensten.  Partijen met een grote vraag of juist een groot aanbod van energie, zijn belangrijk voor het inzetten van marktflexibiliteit, zegt De Graaf, terwijl netbeheerders nodig zijn voor groepscontracten voor het gebruik van het elektriciteitsnet. ‘Dat is een van de belangrijkste puzzelstukken om tot afspraken met netbeheerder te komen. Voor bedrijven is zekerheid over toegang tot netcapaciteit cruciaal.’ Daarbij is organisatiegraad van bedrijventerreinen de sleutel bij de selectie van netbeheerders. Daarbij komt dat samenwerkingen tussen bedrijven, parkmanagers, en netbeheerders alleen kunnen starten als aan alle voorwaarden is voldaan. Omgevingsvisie noodzakelijk Daarom is het essentieel dat lokale overheden, zoals gemeenten, hun huiswerk goed doen, benadrukken de opstellers van het rapport. Eerst is een duidelijke Omgevingsvisie nodig. Daaruit volgt dan de energiebehoefte en het gewenste energiesysteem, inclusief de daarvoor benodigde ruimte voor infrastructuur. Energiehubs spelen daarin een belangrijke rol, schrijft De Graaf in het rapport. ‘Door via een gebiedsgerichte aanpak te sturen op een combinatie van hubs kan de grootste bijdrage geleverd worden aan de balans tussen vraag en aanbod.’ ‘Dan nog kan de conclusie zijn dat het energiesysteem in een gebied de vraag niet kan invullen.’ Het bevoegd gezag moet dan keuzes maken, zoals het geval in Powerport Moerdijk, aldus De Graaf.  In dat gebied is inmiddels vastgesteld dat er voor alle geplande energievoorzieningen, waaronder de aanlanding van wind op zee, opslag, elektrolyzers, te weinig ruimte is. Er moeten daar keuzes gemaakt worden.  Keuzes zijn ook noodzakelijk in Flevoland, Gelderland, Utrecht. Het elektriciteitsnet is daar zo vol, dat energiehubs alleen mogen worden aangelegd met toestemming en maatwerk van de regionale netbeheerders en TenneT. Energiehubs die op het middenspanningsnet een bijdrage leveren aan het beter benutten van de beschikbare netcapaciteit, kunnen op het hoogspanningsnet wel tot netcongestie leiden, zo is daar duidelijk geworden. De Graaf benadrukt dat hier meer duidelijkheid over moet komen. Wat is de impact van welke families op het hoogspanningsnet? Wanneer passen welke energiehubs wel? ‘We moeten toe naar meer standaardisatie.’ Wetten en regelgeving Het helpt als wetten en regels worden aangepast, maar dat moet wel volgens een andere systematiek. Volgens De Graaf is de huidige werkwijze te traag voor de noodzakelijke ontwikkeling van energiehubs. Nu worden eerst pilots uitgevoerd, waarna een evaluatie volgt en daarna de wet- en regelgeving wordt aangepast. ‘De urgentie is dermate groot, dat bevoegd gezagen veel eerder aan de slag moeten met het aanpassen van de wet en regels.’ Als de wet- en regelgeving, met landelijke regie, wordt aangepast en energiehubs een normaal onderdeel worden van het energielandschap, verwachten de opstellers van het rapport dat uiteindelijk steeds meer hubs onderling energie zullen uitwisselen. Bijvoorbeeld restwarmte uit bedrijventerreinen naar woonwijken.  ‘Gaandeweg ontstaat er een collectief belang om samenwerking zowel binnen de energiehubs als tussen de energiehubs te vergroten.’  Dan komt volgens De Graaf en zijn team de fase dat energiehubs niet alleen transactioneel zijn, maar ook transformatief: van grote waarde voor de maatschappij, innovatief en relationeel; voor nieuwe samenwerkingen en bedrijvigheid. Lees het artikel ook op Stadszaken.nl   Lees hier de SKBN publicatie over de Smart Energy Hub op Schiphol Trade Park   

16-09-2024
Nieuws
Regeerprogramma: kabinet zet in op beschermen bedrijventerreinen
Regeerprogramma: kabinet zet in op beschermen bedrijventerreinen

Het kabinet besteedt in het regeerprogramma veel aandacht aan ruimte voor werk. Speciale aandacht gaat uit naar het beschermen van bedrijventerreinen, met name schaarse locaties die hogere milieucategorieën hebben. Het programma is vrijdag 13 september gepresenteerd. Driekwart van het mkb is volgens het kabinet gevestigd op bedrijventerreinen. Het kabinet streeft er, zoals geschreven in het regeerprogramma, naar om bedrijventerreinen toekomstbestendig en betaalbaar te maken.  Hiervoor wordt een integrale aanpak ontwikkeld die zich richt op herontwikkeling van gebieden, revitalisering van panden, en efficiënt gebruik van infrastructuren zoals energie, internet en mobiliteit.  Er zijn plannen om 30 miljoen euro vrij te maken, samen met eenzelfde bijdrage van regionale overheden, voor toekomstbestendige bedrijventerreinen.  Daarbij kijken de bewindslieden ook naar de ontsluiting van deze locaties, ontwikkeling van bestaande en nieuwe bedrijvigheid, huisvesting van specifieke doelgroepen, betaalbaarheid en innovatie.  Ook onderzoekt het kabinet hoe de huidige Hoge Milieu Categorie (HMC)-bedrijven zich verhouden tot de woningbouwopgave.  Fysieke ruimte voor transities Daarnaast spelen bedrijven volgens het kabinet een aanjagende rol in de transities. Voor de realisatie van de ambities voor bedrijvigheid, de doorontwikkeling van de economie en de autonome groei is fysieke ruimte nodig. Deze ruimtelijke opgave vraagt om integrale keuzes in samenhang met andere ruimtevragers, bijvoorbeeld via de Nota Ruimte  Wonen, werken en mobiliteit zijn onlosmakelijk verbonden en zorgen samen voor aantrekkelijke en gezonde woon-, werk- en leefomgevingen.  Daarom zet het kabinet zich bij nieuw te ontwikkelen (grootschalige) regionale woningbouw in voor een integrale aanpak, waaronder inzet op regionale economische ontwikkeling. Zoals het realiseren van economische activiteit in nabijheid van woningen.   Zowel bij nieuwe zoeklocaties voor grootschalige woningbouw als in bestaande sterke regionale economische clusters en op campussen en regionale kennis- en innovatieclusters en voor schadeloosstelling vanwege bedrijfsverplaatsingen.  Het kabinet benut hiervoor de beschikbare instrumenten - denk aan de strategische investeringsagenda’s - en middelen om gebiedsgericht de regionale economische ontwikkeling te stimuleren bij (nieuwe) woningbouwlocaties.   Het kabinet herhaalt de harde doelstelling van oud-minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat niettemin (nog) niet, die tot 2050 15 procent extra ruimte wilde voor economie. Dit kabinet belooft ‘bewust’ om te gaan met ruimte voor bedrijvigheid.  Visie op ruimtelijk-economische structuur   Om ‘schone bedrijven’ die toegevoegde waarde leveren voor heel Nederland toekomst te bieden, publiceert het kabinet deze kabinetsperiode een visie op de ruimtelijke en economische structuur.  Deze visie gaat onder meer in op de vraag hoe de overheid kan zorgen voor voldoende (fysieke) ruimte voor bedrijven, die veel toegevoegde waarde leveren en voor sterke en competitieve regio’s. Waarbij elke regio telt, aldus het kabinet.  Op weg naar structurele samenwerking met (regionale) partners, waaronder ondernemersorganisaties, organiseert het kabinet eind dit jaar een bestuurlijke conferentie Ruimte voor Economie.  Het kabinet wordt concreter waar het aangeeft dat de overheid kan helpen voor bedrijven maatschappelijke opgaven zoals netcongestie aan te pakken, nu een grote knellende factor op werklocaties.  Tot slot benadrukt het kabinet dat in Nederland goede ideeën moeten kunnen worden opgeschaald. Dit geeft start-ups de ruimte om door te groeien naar scale-ups en volwassen bedrijven. Verder dan dat hiervoor voldoende toegang tot talent en financiering essentieel is komt het kabinet niet.   Strategische weerbaarheid  In navolging van oud EU-commissievoorzitter Draghi, stelt het kabinet dat onze strategische weerbaarheid gebaat is bij een dominante rol in de wereldeconomie. Daarom kondigt het kabinet aan met een gericht industrie- en innovatiebeleid sterke posities te bouwen in hoogwaardige waardeketens zoals in de halfgeleiders-, de biotech- of de agrifoodsector.  Om Nederland te beschermen tegen dreigingen van buitenaf wijst het kabinet in het programma op het belang van een sterke industriële basis en productie- en leveringszekerheid in de defensiesector, zowel in het eigen land als in de Europese Unie.   Het kabinet versterkt met gericht industriebeleid en innovatiebeleid (mondiale) waardeketens en ecosystemen, bijvoorbeeld in de halfgeleiderindustrie. Het kabinet komt met een vernieuwd topsectorenbeleid, in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Daarbij wordt de publiek-private governance-structuur herzien op basis van de sterktes, zoals de samenwerking tussen wetenschap, overheid, bedrijfsleven en het samengaan van maatschappelijke opgaven en verdienvermogen.   ‘Nationaal zetten we in op de Nationale Technologie Strategie, groeimarkten en sectorale programma’s zoals de defensie-industrie-strategie en het actieplan maritieme maakindustrie.’  Met evenwichtig Europees Industriebeleid zet het kabinet verder in op strategische markten die op EU-niveau actie vereisen, zoals via Important Project of Common European Interest (IPCEI)-trajecten en financiering van strategische projecten voor weerbare ketens.   REACTIES UIT HET VELD Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio Fontys Hogeschool, lid adviesraad Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN): ‘Het Kabinet zet ruimte voor werken en beter, duurzamer en intensiever benutten bedrijventerreinen stevig op de agenda. Het lijkt erop dat het grote belang van bedrijventerreinen met hogere milieucategorieën voor de circulaire transitie wordt erkend. Top dat het belang van het behoud van deze zogenaamde HMC (hoge milieucategorie terreinen) echt aandacht krijgt. Zo voorkomen we dat de circulaire transitie in ruimtelijke zin niet vastloopt, al blijft het vreemd dat er zo weinig over circulaire economie wordt gezegd. Ook voor dit Kabinet is de ruimtelijke impact van circulaire transitie een onontgonnen gebied.' 'In elk geval wordt door Dirk Beljaarts (minister van economische zaken, red.) een goed vervolg gegeven aan het programma ruimte voor economie van Micky Adriaansens inclusief noodzakelijk extra budget en aandacht voor ruimte voor economie in de regiodeals. Ik was - gelet op alle ruimte voor MKB en economie aandacht - ronduit verrast hoe weinig er over de aanpak en transformatie van dorpscentra en binnensteden werd geschreven. Zeker omdat de leefbaarheid van dorpen en steden - waar het Kabinet mee aan de slag wil - staat of valt met kloppende centra.' ‘Het is een enorme gemiste kans dat niets wordt gedaan met het Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) advies over toekomstbestendige bedrijventerreinen en de noodzaak stevige stappen te zetten de teveel voorkomende knullige organisatie en samenwerkingsgraad op bedrijventerreinen - liefst dwingend- te verhogen.’ ‘Hoopgevend is dat het ruimtelijk economisch beleid en daaraan gekoppelde keuzes een echte plek gaan krijgen in de Nota Ruimte van Mona Keijzer, naast de verwachte stevige ruimte voor wonen-paragraaf. Er wordt terecht een link gelegd tussen het debat over arbeidsmigratie en de noodzaak ruimtelijk economische keuzes te maken rond nieuwe bedrijvigheid. Het akkoord komt best aardig in de buurt van ruwe duiding over ruimtelijk economisch beleid onder Wilders 1 op Stadszaken.’ ‘Opmerkelijk is dat na alle ruimte voor werken-aandacht geen nadrukkelijke link wordt gelegd met de groene groei agenda van Sophie Hermans. Met bedrijventerreinen kun je zoals Theo Föllings en ik via Nederlands Dagblad Reformatorisch Dagblad kopten namelijk duurzaam scoren.’

13-09-2024

Huidige pagina: 1

Volgende pagina

KENNISARCHIEF

Aanmelden nieuwsbrief