Het gaat er niet alleen om dat we durven kiezen voor nieuwe economie, maar dit ook ruimtelijk laten landen. Dat gebeurt steeds vaker in gebieden die al een economische functie hebben, en getransformeerd worden naar nieuw economisch gebruik.

Daarbij wordt aangesloten bij drie belangrijke beleidstrends: 1) circulaire en biobased economie als nieuwe standaard, 2) ruimte maken voor innovatie en 3) brede welvaart als uitgangspunt voor gebiedsontwikkeling.

Tijdens de Studiereis economische gebiedstransformaties: nieuwe regionale verdienmodellen die vakblad BT en Buck Consultants International (BCI) op 29 en 30 januari organiseren, bezoeken we vier steden en regio’s in Vlaanderen en Nederland die al keuzes hebben gemaakt, en met gebiedstransformaties nieuw economisch momentum genereren, in plaats van nieuwe woongebieden.

Je leert: 

  • Hoe je de gewenste economie/economische ontwikkeling in een gebiedstransformatie borgt;
  • Hoe je grondgebruik in de gewenste richting stuurt (het juiste bedrijf op de juiste plaats);
  • Hoe je bouwt aan een nieuwe economie in een complex samenspel met andere ruimtelijke belangen;
  • Hoe je diverse belangen afweegt in een gebied en aangrenzend aan het gebied;
  • Hoe je financiële en andere instrumenten toepast om de doelen ook echt te bereiken; 
  • Hoe je het bedrijfsleven betrekt bij de invulling van een gebiedstransformatie;
  • Hoe je nieuwe economische en ruimtelijke concepten toepast (meerlaags, functiemenging) 

MEER INFORMATIE + AANMELDEN

Schrijf je nu en ga mee naar de volgende hotspots:

Blue Gate Antwerpen: van petroleumhaven naar eco-effectief HMC-cluster
Blue Gate Antwerp is het eerste eco-effectieve, watergebonden HMC-cluster in België. Gevestigd op de fundamenten van Petroleum Zuid, het hart van de Antwerpse petroleumindustrie, biedt het 36 hectare metende terrein geleidelijk aan ruimte aan innovatieve ondernemingen met een heldere ambitie: lineair groeien dankzij circulair werken. Blue Gate Antwerp is mede dankzij een brownfield convenant tot stand gekomen

Sciencepark Arenberg: van kenniseconomie naar nog sterkere kenniseconomie
Wetenschapspark Arenberg in Leuven stimuleert sinds 2001 de groei van nieuwe hightech bedrijven door met kantoorruimte en laboratoria hun kernactiviteiten te ondersteunen. Wetenschapspark Arenberg is nog steeds in ontwikkeling en stut daarmee de uitbouw van de Vlaamse kenniseconomie. De nabijheid van het wetenschapspark bij kennisinstellingen zoals Imec, dat onlangs een investering van 2,5 miljard euro ontving in het kader van de Europese Chip Act voor een NanoIC pilot line, KU Leuven en UZ Leuven zorgen voor een dynamische interactie tussen ondernemers en wetenschappers. Dit genereert vernieuwende ideeën en versnelt de groei van de Leuvense hightech regio.

Logistics Valley Flanders: van brownfield naar duurzame logistiek
Ford Genk sloot im 2012 definitief de deuren. Wat over bleek was een gigantische brownfield in het hart van Europa. De vroegere Fordsite onderging de afgelopen jaren een enorme metamorfose tot Logistics Valley Flanders, met ruimte voor logistieke en industriële bedrijvigheid, voorzien van een 430 meter lange kademuur aan het Albert Kanaal. Op vrijdag 29 september 2023, ruim 10 jaar na de sluiting van de Ford Fabriek, werd het nieuwe, multimodale bedrijventerrein officieel ingehuldigd. Met een ‘Dry Port Genk’ van H.Essers als nieuwe inlandterminal voor hun chemiedivisie. Zij verwachten dat ze dankzij deze terminal 1.800 vrachtwagens per maand van de weg zullen kunnen halen, zowel voor inkomende als uitgaande transporten. En een nieuw logistiek park van het consortium Genk Green Logistics, een uiterst modern logistiek en semi-industrieel complex van ongeveer 250.000 m². Dat park kwam tot stand dankzij een joint venture tussen Group Machiels en Intervest Offices & Warehouses. Ondertussen zijn Eddie Stobart, P&O Ferrymasters, Nippon Express, Neovia en Konings er thuis.

Chemelot Circular Hub: van fossiel naar klimaatneutraal chemiepark
Ten opzichte van 1990 is de uitstoot van broeikasgassen van Chemelot al met 45 procent teruggebracht. De ambitie is echter veel groter. De bedrijven op Chemelot willen samen de eerste klimaatneutrale en circulaire chemie- en materialensite van Europa realiseren. Chemelot is de kraamkamer van grondstoffen van honderden dagelijkse producten, op basis van inkomende stromen: nafta en aardgas. In 2050 moet dat volledig vervangen zijn door circulaire varianten bestaande uit bijvoorbeeld huishoudelijk restafval en houtafval. Op het 800 ha. metende terrein staan al proefopstellingen, demofabrieken en zelfs industriële installaties die op circulaire grondstoffen draaien. En er wordt hard gewerkt aan de herontwikkeling van Chemelot haven (in Stein) waarlangs de nieuwe aanvoer van circulaire grondstoffen kan plaatsvinden. De betrokken gemeenten Sittard-Geleen en Stein dragen bij aan de transformatie door optimalisatie van ruimtelijke planvorming en verbetering van lokale infrastructuur.

Meer info en aanmelden

Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: IPKW Industriepark Kleefse Waard (IPKW), de locatie van het BT-event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op IPKW gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het Industriepark heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Industriepark Kleefse Waard in Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
'Leuk die woningbouw, maar zonder werklocaties wacht deze provincies economische stilstand'
'Leuk die woningbouw, maar zonder werklocaties wacht deze provincies economische stilstand'

De groene provincies Gelderland en Overijssel maken zich op voor de komst van ruim 200.000 nieuwe woningen. Plannen waar die honderdduizenden nieuwe inwoners moeten werken zonder dat de snelwegen dichtslibben en het ov vastloopt, ontbreken evenwel. 'We kunnen de groei van onze eigen bedrijven niet eens faciliteren.' ‘We moeten niet op een kluitje in de Randstad wonen’, beargumenteerde voormalig woonminister Hugo de Jonge zijn besluit om na 2030 zo’n één miljoen woningen buiten de Randstad te bouwen. Sindsdien zoeken niet-Rand­stedelijke bestuurders naarstig naar geschikte woninglocaties. Zo ook in Oost-Nederland, dat de bosrijke en heuvelachtige Veluwe van Gelderland en het weidse coulisselandschap en het stroomgebied van de IJssel en Vecht van Overijssel omvat. Regio Zwolle ziet kans 50.000 woningen te realiseren tot 2040, metropoolregio Arnhem-Nijmegen wil er 50.000 tot 60.000 voor zijn rekening nemen. De Stedendriehoek tussen Apeldoorn, Deventer en Zut­phen heeft tot 2035 plannen voor 30.000 tot 40.000 woningen. Foodvalley, dat loopt van Barneveld tot Wageningen, ambieert 25.000 extra huizen. Twente en de Achterhoek mikken tot 2035 respectievelijk op 22.000 en 15.000 nieuwe woningen. Provincie en gemeenten richten zich primair op binnenstedelijke woningbouw en dorpsinbreiding. Een stad als Deventer heeft zelfs een hoogbouwvisie geformuleerd nu er woontorens tot 70 meter hoog zijn gepland. Maar zonder inzet van landbouwgronden zijn de gewenste aantallen onhaalbaar, erkennen de bestuurders. Niet straffeloos ‘De woonkwaliteit van de oostelijke ­gordel is onomstreden’, stelt Paul Bleumink, medeop­richter en managing partner van Buck Consultants International. ‘Ik zie al flink wat Randstedelingen huizen kopen in Apeldoorn en andere gebieden van Oost-­Nederland. Grote winst is dat de voorzieningen daardoor overeind blijven. Meer inwoners in Oost-Nederland betekent meer detailhandel, diensten en andere economische dynamiek. Maar straffeloos tienduizenden ­woningen erbij kan niet. De prijs is dat er groen ­verdwijnt en de filedruk toeneemt door meer woon-werkverkeer en vrachtverkeer.’ Economische functies nodig Over de economische implicaties van de woningbouwambities wordt volgens Bleumink niettemin onvoldoende nagedacht. ‘Al deze gebieden willen een schaalsprong. Gedeputeerden en wethouders vertellen enthousiast over toekomstige woongebieden, maar over hoe die enorme uitbreiding de economie beïnvloedt hoor je ze niet of nauwelijks. Veel woningbouwlocaties staan al ingetekend, maar de benodigde economische functies en met name de nieuwe bedrijventerreinen ontbreken op de plankaarten. Een structuurvisie waarin alle functies integraal zijn verweven is bovendien meestal een vorm van wensdenken. Het doet pas pijn als je echt gaat ontwikkelen.’ Bestuurders trekken weliswaar ‘hun been bij’ de laatste tijd, maar niet per se op een uitgedachte wijze. ‘Ze willen geen blokkendozen meer langs snelwegcorridors, geen externe logistiek, geen slachterijen of vervuilende industrie. Maar al die nieuwe inwoners moeten ook consumeren, winkelen en recreëren. Met alleen spannende woonwerkmilieus en hippe kantoren in het centrum voor hightech- en creatieve bedrijven kom je er niet. Bestaande bedrijventerreinen beter benutten, ze renoveren, verduurzamen en verdichten is goed, maar niet afdoende. Ook al omdat dit in de praktijk niet of zeer moeizaam op gang komt.’ Nieuwe werklocaties Wat politici niet uitspreken, stelt Bleumink, is dat er dringend nieuwe werklocaties nodig zijn. ‘Tien jaar geleden was in Oost-Nederland nog een overschot aan terreinen. Overheden moesten leuren met hun grondposities. Tot voor kort waren er ook voldoende locaties te ontwikkelen; langs snelwegen, kenniscampussen en rond stations. Maar die planvoorraad is vrijwel uitgeput. Voor de eigen bedrijven is al geen ruimte meer. Oost-Nederland kent veel gerenommeerde regionale bedrijven – van maakindustrie, transport- en bouwbedrijven tot voedselproducenten – die door het ontbreken van uitbreidingsruimte de komende jaren in de problemen komen. Dat speelt met name in Regio Zwolle, de Stedendriehoek en metropoolregio Arnhem-Nijmegen.’ NVM Business-data van eind 2024 bevestigen dat beeld. De gemiddelde leegstand van bedrijfsruimte in het oosten ligt tussen de 4 en 4,5 procent, onder een ‘gezonde’ frictieleegstand van 5 procent. Moderne bedrijfsruimte onder de 1.000 m2 is nauwelijks te vinden, aldus de branchevereniging. De situatie op de kantorenmarkt is minder nijpend. De kantorenleegstand in de grootste steden is de afgelopen tien jaar gehalveerd naar 8 (Gelderland) tot 10 procent (Overijssel). In steden als Deventer, Hengelo en Almelo zelfs van respectievelijk 27, 28 en 29 procent naar 8 tot 9 procent, dankzij woningonttrekking, het ontbreken van nieuwbouw en terugkerende bedrijven. Amper nieuwe kavels Roy Alofs, mede-eigenaar en managing partner van vastgoedadviseur Rebo Groep uit Deventer, ziet de acute situatie op de bedrijfsruimtemarkt met lede ogen aan. ‘Het knelt overal in Oost-Nederland. Nieuwe kavels zijn er amper, uitbreiden van bestaande vestigingen is heel lastig en bedrijven moeten wijken voor woningbouw. Soms duurt het jaren voordat we een bedrijf aan een nieuwe of grotere locatie kunnen helpen. Zelfs als alles er is – grond, geld en groen licht van de gemeente – lukt het niet altijd. Zo had een technische groothandel, een hele grote werkgever in de Achterhoek, een akkoord over nieuwbouw op A18 Bedrijvenpark in Doetinchem. Een stroomaansluiting is echter pas in 2029 beschikbaar. Het familiebedrijf heeft de bijna 15 hectare grond nu weliswaar afgenomen, maar er is jaren vertraging.’ Bedrijven dupe van nieuwe woningen Alofs begrijpt dat bedrijventerreinen plaats moeten maken voor woningen, maar de daar gevestigde bedrijven zijn daarvan vaak de dupe. ‘Zo heeft de gemeente in Spoorzone Arnhem-Oost op een deel van de ­bedrijventerreinen voorkeursrecht ­gevestigd. Ook al is er een visie voor een gemixt woon-werkmilieu met zevenduizend woningen en vijfduizend banen, de bestaande bedrijven moeten daar uiteindelijk weg. Vervangende bedrijfsruimten of bedrijfskavels zijn er lang niet altijd.’ ‘We zien het ook in Deventer, waar geen bedrijfskavel meer is te krijgen. Het stadsbestuur heeft nu voorkeursrecht op het Haveneiland gevestigd, waar onder meer bouwgroothandel Pontmeyer is gevestigd nabij het al te herontwikkelen Roto Smeets-terrein. Bedrijven moeten hun grond en vastgoed eerst aan de gemeente aanbieden, zodat er woningen kunnen worden gebouwd. Ik ben groot voorstander van meer woningbouw, maar mkb’ers en de maakindustrie – die relatief veel ruimte nodig hebben – worden weggedrukt. Ik ken zelfs een bedrijf dat is gestopt, omdat ze zonder nieuwbouw of uitbreiding de concurrentieslag verloren.’ Doorstroming bedrijven stokt Vanuit het Twentse Hengelo ziet vastgoed­adviseur Niels Euverman hetzelfde gebeuren. Hij is behalve NVM Business-bestuurslid oprichter en directeur van vijf woningkantoren en een bedrijfsmakelaardij die heel Oost-Nederland bestrijken. Dat verouderde bedrijventerreinen veranderen in woongebieden, zag hij tot voor kort als iets positiefs. ‘In Twente zijn veel bedrijfsverplaatsingen geweest van gedateerde kantoren en bedrijfspanden naar nieuwbouwlocaties. Op deze verouderde bedrijventerreinen konden gemeenten de vraag naar grondgebonden woningen invullen. We kunnen onze binnensteden niet eindeloos verdichten met appartementengebouwen. Maar nu stokt de doorstroming van bedrijven. Bedrijven in Twente hebben behoefte aan grote kavels. In steden als Almelo en Hengelo zijn nagenoeg alle nieuwbouwlocaties uitverkocht. Om aan de bedrijfsvraag te voldoen, hebben we in Twente de komende vijftien jaar 120 tot 200 hectare grondposities nodig.’ Betere bereikbaarheid Alle drie benadrukken bovendien de noodzaak van een betere bereikbaarheid. ‘In Oost-Nederland hebben vrijwel alle huishoudens een of twee auto’s, omdat het openbaar vervoer ontoereikend is. Ik zie echter geen mobiliteitsplannen om de komst van honderdduizenden nieuwe bewoners in Oost-Nederland in goede banen te leiden’, constateert Alofs. Euverman en Bleumink hopen dat knooppunt Hoevelaken na het schrappen van het masterplan uit 2019 wordt aangepakt en de A1 tussen Amersfoort en Apeldoorn versneld wordt verbreed. ‘Ook de frequentie en snelheid van treinverbindingen in alle windrichtingen moeten fors omhoog. We hebben de aandacht van het Rijk, maar de miljarden die Eindhoven wel krijgt ontbreken hier nog’, aldus Euverman. Stedendriehoek Hoewel er nog geen uitgewerkte plannen op tafel liggen, lijkt de Stedendriehoek het verst gevorderd met zijn economische antwoord op de schaalsprong. De steden en dorpen zijn in gesprek met het bedrijfsleven om de vastgoedvraag in kaart te brengen. Dat moet dit jaar resulteren in een bedrijvenprognose 2030-2040 met daarin de kwalitatieve en kwantitatieve ruimtevraag. Daarna willen de bestuurders afspraken over de uitbreiding van bedrijventerreinen in 2030, met een doorkijk naar 2040. De steden willen ook hun infrastructuur op orde brengen. Zo pleit de Stedendriehoek voor een derde IJsselbrug in Zutphen. ‘We kunnen niet alleen woonwijken neerzetten en verder niets. Voor het verbeteren van openbaar vervoer en infrastructuur zijn we afhankelijk van het Rijk’, zei burgemeester van Deventer Ron König eind 2024 tegenover De Gelderlander. Tijd om te handelen BCI-managing partner Bleumink meent eveneens dat het Rijk ‘niet aan de zijlijn’ kan blijven staan. ‘De tijd van praten is voorbij, nu moet er naar gehandeld worden. Begin met de bouw van enkele nieuwe bovenregionale bedrijventerreinen. Daarvoor is al snel 200 hectare nodig. Locaties langs een doorgaande verbinding die gemakkelijk zijn aan te sluiten op bestaande infrastructuur, liggen het meest voor de hand. Dan kom je uit op land met een agrarische bestemming langs de A1, A50 en A12. Daarvoor moeten bestuurders hun verantwoordelijkheid nemen en heldere keuzes maken. Als ze gezamenlijk de meest geschikte locaties bepalen, een paar boeren uitkopen en al hun bestuurskracht inzetten, kan er veel. Provincie en gemeenten moeten die dan wel in regionaal verband gezamenlijk ontwikkelen. Voor alleen een marktpartij zijn de risico’s en ontwikkelkosten te hoog en is de looptijd te lang.’ In Twente vestigt makelaar Euverman zijn hoop op de tweede fase van XL Businesspark Twente aan de A35 in Almelo. ‘XL Park 1, ­ingericht als logistieke en industriële bedrijvencampus, zit helemaal vol. In februari heeft de gemeenteraad ingestemd met XL Park 2 van 132 hectare, bestemd voor bedrijven uit de tech-, productie- en logistieke sector die kavels groter dan 3 hectare nodig hebben. De juridische procedure zal vanwege de ­stikstofcrisis helaas jaren kosten. Maar zonder ­dergelijke nieuwbouw wacht de Twente economische stilstand.’ Gepubliceerd op 17 maart 2025 op vastgoedmarkt.nl Beeld: Marco Baas / Shutterstock

19-03-2025
Aanmelden nieuwsbrief