Binnenhavens en watergebonden bedrijventerreinen, hoe behouden we die ruimte voor circulaire activiteiten in de toekomst? En hoe kun je daar als overheid op sturen? Op donderdag 13 februari onderzochten we tijdens het seminar ‘Hoe maak je ruimte voor circulaire bedrijvigheid in binnenhavens?’ samen de rol van binnenhavens en watergebonden terreinen in de circulaire economie en welke keuzes het nu vraagt om deze gebieden in de toekomst te laten floreren.

Lees hier het verslag 'Circulaire (binnen)havens in een nieuwe wereld: 10 learnings'.


De hoofdvragen van dit seminar zijn:

  • Welke rol kan een binnenhaven of watergebonden terrein hebben in de circulaire economie? 
  • Wat staat dat in de weg?  
  • Hoe kun je dat als gemeente/provincie/regio faciliteren? 
  • Hoe zet je nu de eerste stappen? 


PROGRAMMA
13.00 uur - Inloop

13.30 uur - Welkom en introductie, door Vakblad BT en SKBN

13.40 uur - De rol van binnenhavens in de circulaire economie, in gesprek met Bart Kuipers, haveneconoom bij Erasmus UPT en Maarten van Gaans-Gijbels, voorzitter van Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB).

14.10 uur - Casus: Gebiedsvisie voor binnenhaven Maasbracht, met Marije Groen, BCI

14.40 uur - Leren van de praktijk: ruimte voor circulair ondernemen, met Jean L’Ortye, grondwinning- en transportbedrijf L’Ortye

15.10 uur - Leren van elkaar 

16.00 uur - Wrap-up met Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio, Fontys Hogeschool/ lid adviescommissie SKBN 

16.30 uur – Borrel

 

VOOR WIE
Dit seminar is interessant voor gemeentes, regio's/provincies die hun binnenhavens willen behouden en willen laten floreren. Voor gemeentelijke en provinciale ambtenaren RO, Economie en Circulaire Economie, wethouders RO, Economie en Circulaire Economie, medewerkers stedelijke en regionale ontwikkelings- en herstructureringsmaatschappijen, en andere belanghebbenden die betrokken zijn bij de ontwikkeling en herstructurering van binnenhavens. 

 

PRAKTISCHE INFORMATIE
Datum: donderdag 13 februari 2025
Tijd: 13.00 - 16.30 uur
Locatie: de redactiekerk van Vakblad BT (Paulus Borstraat 41) in Amersfoort
Kosten: Deelname is gratis voor abonnees van BT en leden van SKBN. Overige deelnemers betalen 149 euro.   
 

Beeld: iStock.com - Wirestock, Binnenhaven van Roermond

Event
Ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen!
Ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen!

De druk op de ruimte voor transities neemt steeds meer toe: circulaire bedrijfsactiviteiten vragen om meer ruimte en dit geldt ook voor duurzame energiesystemen en schone tank- en laadinfrastructuur. Ondertussen is er een capaciteitstekort op het energienet en wordt productiewater steeds schaarser. Al deze opgaven komen samen op bedrijventerreinen. Maar bedrijventerreinen zijn ook de plekken waar met creatieve oplossingen meervoudige uitdagingen succesvol worden gecounterd, zodat ontwikkelingen kunnen doorgaan en de economie kan blijven doordraaien. Tijdens de PROVADA-sessie ‘Bridging the gap: ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen!' van Buck Consultants International (BCI), kennisalliantie SKBN en vakblad BT wordt een brug geslagen tussen maatschappelijke ambities van overheden rond transities en de praktijk van economische gebiedsontwikkeling om deze te realiseren. Transities kunnen vaak niet los van elkaar worden gezien, en oplossingen zijn vaak integraal. Dat laten we zien aan de hand van een drietal casessen: Efficiënt ruimtegebruik met een multifunctionele Clean Energy Hub Ruimte gericht ontwikkelen voor circulaire bedrijvigheid Integraal ontwikkelen als oplossing voor meerdere transities Daarnaast is er een ervaren panel met specialisten en experts op het gebied van gebiedsontwikkeling, ruimtelijke ordening en vestigingsklimaat dat zal reageren op de casuïstiek. Mis het niet! Facts&Figures Event:     Bridging the gap: Ruimte maken voor transities, kijk naar bedrijventerreinen! Datum:   Woensdag 18 juni Tijd:        11:30 - 12.30 uur Locatie:  PROVADA - Zaal E107  

18-06-2025
Nieuws
Ontwikkeling Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 krijgt BREEAM-Outstanding certificering
Ontwikkeling Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 krijgt BREEAM-Outstanding certificering

De uitspraak “Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg” wordt vaak toegeschreven aan Albert Einstein. Hoewel het niet zeker is of hij dit letterlijk heeft gezegd, sluit het idee erachter aan bij het feit dat als je dingen op dezelfde manier aanpakt, je ook dezelfde resultaten kan verwachten. Terwijl het bij innovatie en verandering juist zo belangrijk is om buiten je comfortzone te stappen en nieuwe strategieën te bedenken. De toepassing van Einsteins filosofie zorgt voor een outstanding beoordeling van BREEAM-NL voor gebiedsontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2. Projectmanager Sheila van Vliet van SADC en Hein Veldmaat, Business Leader duurzame stedelijke ontwikkeling bij TAUW, vertellen er vol trots en enthousiasme over. ‘Samen anders durven kijken brengt ons verder’ “Bij SADC ontwikkelen we werklandschappen van de toekomst”, vertelt Sheila. “Dat zijn werklocaties van hoge kwaliteit, waar mensen graag werken en verblijven. De bedrijven die zich op onze terreinen vestigen delen onze ambities op economisch, ecologisch en maatschappelijk gebied. Dat ontwikkelen doen we op een heel adaptieve manier: we leggen de lat op het gebied van duurzaamheid steeds hoger en houden constant rekening met de voortschrijdende inzichten uit eerdere ontwikkelingen. Dat we voor de ontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2, dat we na voltooiing van fase 1 ontwikkelen, gecertificeerd zijn met de BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling Outstanding-certificering, maakt enorm trots. Het is door onze werkwijze echt een place to be aan het worden, en dat zien we ook terug aan het enthousiasme van de bedrijven die zich hier vestigen en die met ons mee voorop lopen. Want we doen als SADC heel veel in het gebied, maar vragen van onze klanten hetzelfde op kavel- en gebouwniveau. Dat brengt de locatie als geheel echt verder.” Een betere wereld begint (ook) bij BREEAM “Het BREEAM-certificaat kennen veel mensen van de beoordeling van gebouwen, maar is er dus ook voor gebiedsontwikkeling. Het duurzaamheidskeurmerk geeft aan hoe duurzaam een gebied is ontworpen, gebouwd en wordt beheerd. Ook worden scores gebruikt om de impact op het milieu te meten, om zo gezonde en leefbare gebieden te ontwikkelen. Het aantal criteria waarop getoetst wordt is groot, en daarom hebben we dit traject samen met Hein aangevlogen. Behalve dat hij nauw betrokken is bij het opstellen van het inrichtingsplan en het gebied dus heel goed kent, is hij expert op duurzame stedelijke ontwikkeling en helpt ons de maximale prestaties te realiseren, op een uitgebreide, serieuze en doordachte manier.” Hein: “Duurzaam ontwikkelen is niet nieuw voor SADC. Sterker nog, het zit in hun DNA, is hun intrinsieke motivatie. We waren daarom al heel goed op weg met de eisen die BREEAM stelt, die zijn eigenlijk onze ‘ondergrens’. Van begin medio 2017 zijn we op pad gegaan om een state-of-the-art duurzaam werklandschap van de toekomst te realiseren. Dat ons gehele ontwikkelproces, het ontwerp en de beheerplannen voldoen aan de hoogste waardering van BREEAM Gebied, zijn we trots op. Op bepaalde vlakken gingen we zelfs verder dan de beoordelingsmethodiek. Dat maakte het voor mij makkelijk om ze in het ontwikkelplan te borgen, waarbij ik ben uitgegaan van de optimale mix van de aard van het ontwikkelgebied en het ontwikkel- en ontwerpproces, wat we integraal hebben aangepakt. Dat klinkt misschien wat ingewikkeld, maar het komt erop neer dat we over alle elementen, waarop we getoetst zouden gaan worden, al hadden nagedacht. En dat we zelfs verder gingen dan dat. Zo zijn we heel ver gegaan in het bodemvriendelijk en bodemecosysteem gestuurd ontwerpen. Dat heeft weer geleid tot een geheel nieuw wegontwerp waarbij de aanwezige kleilagen zijn bewerkt tot hoogwaardige fundering voor de weg.”  Anders kijken is anders doen “Samen met stedenbouwkundigbureau MUST hebben we een masterplan en inrichtingsplan ontwikkeld. En daarbij kwamen initiatieven aan de orde die verder gingen dan in eerste instantie gedacht. Neem bijvoorbeeld ons bodemwaterecosysteem. Dat is een duurzame methode die heel veel milieu-, kosten- en kwaliteitsimpact heeft als je die zorgvuldig, tijdig en volledig doorvoert. Dit is echt één van onze USP’s in deze ontwikkeling. Terwijl de in Nederland traditionele manier van ophoging werkt door het aanvullen van grondlagen (bijvoorbeeld met zand of puingranulaat) en klei doorgaans als last wordt gezien, stabiliseren wij de bodemstructuur door kleideeltjes vast te zetten in de bodem. Dat levert niet alleen stevige funderingslagen voor infrastructuur op maar voorkomt bovendien materiaalgebruik van primaire en secundaire grondstoffen met al hun vervoersbewegingen. Door het niet ophogen en inbrengen van gebiedsvreemde grondsoorten en puinlagen voorkomen we het verstoren van het bodemwaterecosysteem. Hierdoor blijft de natuurlijke waterhuishouding in het gebied ook beter in balans. Traditionele ophoging is vaak instabiel en heeft te maken met restzettingen waardoor er veel renovatie- en beheerkosten zijn. Dat wordt nu meer voorkomen en leidt tot lagere onderhoudskosten en minder verstoring van de omgeving op de lange termijn. Traditionele ophoging vereist veel transport van grond en machines, wat weer leidt tot een hogere uitstoot van CO2. Even voor het beeld: voor het ophogen van deze grond zou een volgeladen vrachtwagen met zand grofweg twee keer de wereld om hebben moeten rijden. Het immobiliseren van bestaande kleilagen tot funderingslaag is energiezuiniger, duurzamer en levert materiaalbesparing op. Dat we voor deze aanpak hebben gekozen, betekende natuurlijk wel dat we afweken van veel ‘standaarden’. Dat vergde van de partijen waarmee we samenwerken echt wel een andere visie en leiderschap van alle betrokkenen, gemeente Amsterdam, Waternet en alle technische adviseurs en uitvoerders. Dat is ook een grote winst: dat we door anders te gaan kijken het samen ook echt anders zijn gaan doen.” Goed kijken en benutten wat er al is “Bij de ontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 hebben we heel goed en uitgebreid gekeken naar wat er al was. In nauw overleg met experts, zoals de stadsecoloog, speciallist bodemleven van Naturalis en de landschapsbeheerder van Spaarnwoude, hebben we gezocht naar een robuuste en diverse biotopen voor de van origine akkerbouwgrond in het gebied. Biodiversiteit hangt samen met hoe een gebied wordt ingericht en beheerd, hoeveel ruimte er is, en de omgeving waarin het zich bevindt. Goed beheer richt zich op het minimaliseren van verstoring en het aanleggen van een netwerk van natuurgebieden en verbindingen, zowel binnen Business Park Amsterdam Osdorp als met de omliggende gebieden. Vaak wordt biodiversiteit vooral bekeken als iets wat er mooi uitziet en een paar nuttige functies heeft. Bodembiodiversiteit krijgt daarbij weinig aandacht omdat de kennis hierover beperkt is en het minder zichtbaar is. Daarom wordt het bij de inrichting en het beheer vaak overgeslagen. Bij de aanleg van bedrijventerreinen wordt vaak uitgegaan van een ‘dode bodem’, waarbij steriele grond wordt gebruikt en standaard planten worden aangeplant. Dit leidt tot saaie bedrijventerreinen die weinig bijdragen aan de biodiversiteit en het landschap verstoren. Het is bovendien niet duurzaam omdat er weinig ecosysteemdiensten worden geleverd. Dat wilden we anders doen. Door gebruik te maken van de oorspronkelijke grond behouden we niet alleen de identiteit van het gebied, maar zorgen we ook voor een goede start met de bestaande bodembiodiversiteit. Dit sluit aan bij de bodemtypen en leefgebieden in de bredere omgeving. Dit vraagt om durf, want we ontdekken steeds meer hoe belangrijk bodemleven is voor alles wat erboven groeit, terwijl we er nog weinig van begrijpen. Wij kiezen voor een vooruitstrevende aanpak, waarbij het behoud en herstel van de oorspronkelijke bodem centraal staat. Een verwant biotoop is een omgeving die nauw verwant is aan het oorspronkelijke leefgebied van specifieke soorten planten en dieren. Hier hebben we gekozen voor een vernat biotoop, waardoor de bodem bewust natgehouden wordt. Dit stimuleert de groei van planten die van vocht houden en ondersteunt diersoorten die afhankelijk zijn van water. Er is een grondwal ontworpen die gebruik maakt van de aanwezige gradiënt -de variaties in milieuomstandigheden die leiden tot verschillen in vegetatie of diersoorten-, bijvoorbeeld van nat naar droog van 25 meter breed en 2 meter hoog, die het zicht op het business park op een hele natuurlijke manier ontneemt. Bij alles hebben we met respect voor de bestaande situatie gehandeld, en dat betaalt zich op een positieve manier uit. Zo zien we dat de rugstreeppad, hier in de natuurlijkvriendelijke oevers en poelen, weer helemaal zijn thuis heeft gevonden. Daar worden we met zijn allen uiteraard hartstikke gelukkig van.” Fruitboom als verbinder Sheila: “Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 ligt aan de rand van Amsterdam, vlakbij de A5 en A9. Dat maakt deze locatie aantrekkelijk voor bedrijven in de stadsdistributie en dienstverlening. Maar we hebben bij het ontwerp ook gekeken naar hoe dit business park kan bijdragen aan de sociale cohesie in de omgeving. Hoe ligt het gebied nou in de omgeving en hoe kunnen we het zó inrichten dat dit een plek wordt waar veel meer gebeurt dan alleen werken? Dat het een plek wordt waar mensen graag samenkomen en er een logisch onderdeel van zijn? En hoe verbinden we bestaande lokale initiatieven als ‘Tuinen van West’ met de ondernemers die hier zitten? Dat zijn vragen waarop in het ontwerp echt mooie antwoorden worden gegeven.” “Mede om die cohesie en verbinding tussen mensen onderling te bereiken hebben we de openbare ruimte ontworpen als een fruitboomgaard met 1500 fruitbomen en een waterpark als hart en ontmoetingsplek aangelegd”, vult Hein aan. “De fruitbomen zorgen voor een ontmoetingsplek om te plukken en een communityproces vorm te geven. In het waterpark -een hoogwaardig stadpark met onder meer aquaducten- komen het hemelwater van de daken en het terrein samen en zorgt een ecologische inrichting voor een verhoogde waterkwaliteit. Strategisch geplaatste boomgroepen zorgen met hun bladerdak niet alleen voor ontmoetingsplekken met licht en schaduw, maar vormen ook de route voor vleermuizen in de verbinding tussen begraafplaats Westgaarde en het westelijk gelegen natuurgebied de Groene As. Wat ook weer een heel mooie wandelroute voor mensen is, met bruggetjes en prachtige inheemse planten en bomen. In plaats van traditionele harde infrastructuur als hemelwaterriool of kadermuren  te bouwen om water tegen te houden, maken we gebruik van Nature Based Solutions. Deze zijn flexibel en hebben het vermogen om zich aan te passen aan veranderende omgevingsfactoren, zoals extreme weersomstandigheden.” Kan niet, bestaat niet Sheila: “Bedrijven die zich hier vestigen moeten aan bepaalde duurzaamheidseisen voldoen en we verwachten ook dat ze hun innovatiekracht aanspreken door middel van het aanleveren een Value Added Plan. Wat ga je doen op het gebied van energie-efficiëntie, hoe zorg je voor lagere onderhoudskosten en welke maatregelen neem je om het comfort voor je werknemers te verhogen zijn bijvoorbeeld zaken die aan de orde komen. Sowieso verhogen investeringen in duurzaamheid, technologie en esthetiek de waarde van het gebouw, waardoor het aantrekkelijker wordt voor potentiële huurders of kopers. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat de onderneming laat zien wie ze is, dat de eigen identiteit naar voren komt. Doordat ze zich op een bedrijventerrein met onze certificering vestigen, helpt hen ook bij hun gebouwcertificering, maar we dagen ze altijd uit om het nog beter te doen. De duurzaamheidsvoorwaarden worden elk jaar, op basis van de nieuwste inzichten, herzien. Zo blijven we samen vooroplopen.” Hein: “Arjan van Timmeren, hoogleraar Environmental Technology en Design, is echt een inspirator en facilitator op dat gebied. Zo’n Value Added Plan is afdwingbaar, je hebt er echt iets mee in handen. En het geeft eigenaren van de gebouwen ook nieuwe inzichten. ‘Kan niet, bestaat niet’ is ons credo, want kijk, hier gebeurt het! We bieden de eigenaar van de kavel kennis, waardoor we volwaardige gesprekspartners zijn. En gelijke ambities hebben voor de onderneming op de kavel en de mensen die er werken. Je zit tenslotte niet zomaar op Business Park Amsterdam Osdorp fase 2, daar moet je wat voor doen. En dat werkt door in de hele keten, ook in de nieuwe BREEAM-richtlijnen. Zo bepalen we samen telkens weer de nieuwe standaard!” Sheila: “Deze certificering sterkt ons in ons streven naar duurzame en toekomstgerichte werkomgevingen. Maar het werk stopt hier niet; innovatie blijft essentieel om groene, gezonde, klimaatadaptieve werkomgevingen te creëren.”

07-01-2025
Nieuws
Smart Energy Hub Hessenpoort: Livegang fase 2 met 11 bedrijven
Smart Energy Hub Hessenpoort: Livegang fase 2 met 11 bedrijven

Op 23 januari 2025 vierde Oost NL samen met partners, deelnemers en stakeholders een belangrijke mijlpaal: de uitbreiding van de Smart Energy Hub op Hessenpoort naar maar liefst 11 deelnemende bedrijven. Deze mijlpaal markeert de lancering van fase 2 en benadrukt de groeiende samenwerking tussen bedrijven en organisaties in Zwolle om te werken aan een duurzame toekomst. Wat maakt de Smart Energy Hub uniek? De Smart Energy Hub op Hessenpoort is een innovatieve samenwerking tussen bedrijven, energiecoöperatie CEURZ en Enexis. Dit programma speelt in op de groeiende behoefte aan slimme energieoplossingen en bevordert de uitwisseling van energie, zoals stroom en warmte, tussen bedrijven. De toevoeging van de H2-GO Electrolyzer, een baanbrekend project dat groene waterstof en zuurstof produceert, versterkt de impact van deze hub aanzienlijk en toont de kracht van innovatie in de regio. Inzicht in circulaire innovatie bij COTAP B.V. Tijdens de feestelijke middag stonden inspirerende verhalen en waardevolle inzichten centraal. COTAP B.V., onze gastheer, liet zien hoe circulariteit concreet wordt toegepast in hun organisatie. CEO Klaas Bakker presenteerde het innovatieve concept ‘Vloer Retour’ en de productie van gerecyclede EVC-vloeren als praktijkvoorbeelden van hun inzet voor een circulaire economie. Duurzaamheid en weerbaarheid: Een oproep voor de toekomst Tom Middendorp, voormalig commandant der strijdkrachten, benadrukte de urgente verbanden tussen klimaatverandering, geopolitieke spanningen en de noodzaak voor duurzame en weerbare energieoplossingen. Zijn oproep resoneerde: “Hang een foto op van je kind in de boardroom en denk bij elke beslissing na of deze de wereld van je kind beter maakt.” De impact op Zwolle en de regio Arjan Spaans, wethouder van Zwolle, gaf een toekomstgericht perspectief op de rol van de Smart Energy Hub als cruciale schakel in duurzame stadsontwikkeling. Hij onderstreepte hoe innovaties zoals de H2-GO Electrolyzer bijdragen aan zowel duurzame energieoplossingen als het vergroten van de weerbaarheid van inwoners. Met deze uitbreiding naar 11 deelnemers zetten we samen een grote stap richting een toekomst waarin bedrijven energie delen en samenwerken aan innovatieve, duurzame oplossingen. Over het programma Smart Energy Hubs Hessenpoort is een van de tien pilotlocaties binnen het programma Smart Energy Hubs, dat lokale opwekking, opslag en gebruik van energie stimuleert. Dit initiatief, geleid door provincie Gelderland, provincie Overijssel en Oost NL, ondersteunt collectieve afspraken tussen bedrijven om bestaande energienetten en -systemen slimmer te benutten. De samenwerking tussen lokale bedrijven, overheden en andere belanghebbenden is essentieel voor het succes van iedere Smart Energy Hub. Meer weten, kijk op www.smartenergyhubs.eu

28-01-2025
Aanmelden nieuwsbrief