Op dinsdag 11 februari van 10 tot 11 uur lieten we tijdens het SKBN Kenniswebinar Koos Seerden (Rho Adviseurs) en Daan Hollemans (Antea Group) aan het woord. Zij deden in opdracht van het Ministerie van EZ onderzoek naar instrumenten in de Omgevingswet die kunnen worden ingezet voor ruimte voor werk.

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het ruimtelijke-ordeningsinstrumentarium grondig veranderd. De ‘Handreiking Ruimte voor Economie’ moet overheden inzicht geven in het nieuwe instrumentarium en de toepassingsmogelijkheden hiervan voor het ruimtelijk – economisch beleid – voor ruimte voor economie. Seerden en Hollemans hebben voor voor SKBN leden de belangrijkste bevindingen op een rij gezet.  

KIJK HET WEBINAR TERUG
 

Zie hier de presentatie van Seerden en Hollemans

Koos Seerden (Rho Adviseurs) laat in zijn presentatie een koffertje zien met de mogelijkheden om voldoende ruimte voor economie veilig te stellen. Hij benoemt: Beschermen, Compenseren, Mengen/ontmengen, Intensiveren en Nieuwe terreinen. Op deze bijeenkomst focussen we ons op mengen/ontmengen en intensiveren.  

 

 
Voor de beleidsvorming is de Omgevingsvisie de kapstok. Het is heel belangrijk om ervoor te zorgen dat bij de beleidskapstok van RO ook iets hangt van dit onderwerp!  
 
De visie wordt vervolgens verder uitgewerkt in een programma. Het voordeel is dat deze vormvrij is. Tip is wel: Maak wat je wilt bereiken héél concreet, het liefst gekoppeld aan een gedetailleerde kaart. Op kavelniveau aangeven waar je het over hebt. Het programma is zelfbindend voor overheden. Zie het als een handvat voor ‘dit wil ik wel en dit niet’. Het geeft richting aan een beweging. 
 
Daarna volgen er uitvoeringsinstrumenten die landen in een plan. Daarin wordt opgenomen wat je precies wilt bereiken voor welke gebieden. De provincie kan gemeenten bijstaan met instructieregels.  
 
Daan Hollemans (Antea Groep) gaat in op de concretere stappen voor mengen/ontmengen 
In de Omgevingsvisie kun je opnemen wat je goed vindt passen op een betreffende locatie. In het algemeen zou moeten gelden: alleen bedrijven die niet gemengd kunnen worden met wonen kunnen zich vestigen op een bedrijventerrein. Meer specifiek gaat het over watergebonden bedrijven, hogere milieucategorieën en bedrijven met een specifiek profiel.  
Als je wilt gaan schuiven, zorg dan voor alternatieve locaties! Dat is in praktijk heel moeilijk, het vraagt om het maken van duidelijke keuzes. Leg met die reden relaties aan met collega’s die over de andere ruimteclaims gaan.  

Hollemans noemt een ruimtelijke maatregel om te komen tot een gewenst profiel van een terrein. Dat leidt tot gewenst profiel, maar het is een ingrijpende maatregel. Dat betekent dat je de portemonnee moet trekken, omdat je gaat sleutelen aan bestaande rechten van bedrijven. Mocht je zo'n maatregel overwegen, dan is tijd je beste vriend! Niettemin, als je snel en actief wilt ingrijpen en de kosten accepteert, dan kan het. Het is dan wel zaak om de betreffende bedrijven een alternatieve locatie te bieden. 

Als je meer tijd hebt, kun je aan de slag met een zogenaamd uitsterfbeleid: de wortel en de stok. 

Waar het kan alternatieve locaties bieden met goede voorwaarden. Misschien moet je die locaties wel gaan creëren. Werk het beleidsmatig uit in een programma, zodat die bedrijven zich goed kunnen vestigen. Let op: ook voor woonwijken betekent dit het aantasten van bestaande rechten. Nieuwe woongebieden met die reden breder maken dan wonen. Ook ruimte voor bedrijvigheid en voorzieningen. Sportscholen boven op winkels bijvoorbeeld. EZ moet samen met RO en Wonen om tafel voor 'stedelijke gebieden'. 
 
Vervolgens gaat Hollemans uitgebreid in op de ruimtelijke maatregel: toepassing nieuwe VNG-systematiek voor zonering.
 

Omgevingsvisie: Profiel en doelstellingen qua ruimtegebruik bedrijventerreinen. Breng in beeld wat is het ruimtegebruik, hoe vol zit het, wat is de frictie, welk deel is gevuld met bedrijvigheid die elders kan.  
Een visie geeft sturing, werkt beter dan een paar ton om bedrijven te verplaatsen. Ondernemers willen duidelijkheid. Heel goed nadenken wat je uiteindelijk wil. Je moet heel specifiek worden. Voor EZ is dat even wennen. Wat is een bedrijf, wat mag het wel en wat niet. Samen met RO over nadenken, Collega kan toetsen naar uitvoering toe. 

Programma: Je wordt nog specifieker. Terreinen krijgen aanduiding mengen of niet. Specifieke kenmerken. Uitgangspunten samen met RO, wat is toekomstbeeld van dit terrein. Binnen 10 jaar gewenste profiel, wat zijn activiteiten die wegmoeten? Welke morgen welke wat langer. Hoe concreter, hoe meer verplaatsingen faciliteren. Breng alles in kaart.  
Het programma vereist participatie, betrokkenheid bedrijven, bewoners, dat is heel relevant. Je zult ze op een gegeven moment moeten gaan betrekken. 
Droog oefenen: pas dit principe van uitgangspunten toe op daadwerkelijke situaties, werk het uit zoals bedacht. Werkt het niet, stel het bij!  

Omgevingsplan: Regels zo vormgeven dat alleen bedrijven komen die we willen dat er komen. Bijvoorbeeld via voorrangsregels, een aantal jaar voor nemen om voldoende voorzienbaarheid te creëren. 

Ten slotte gaat Hollemans in op de concretere stappen voor intensiveren. 
Je begint bij het doel, wat wil je bereiken? Het gaat om privé-kavels maar ook om openbare ruimte. Anticiperen op transities, klimaat, energie, circulair. Dit betekent ook schuiven met bestaande rechten van gebruik. 
Middelen die snel en actief zijn: omgevingswaarden opnemen. Dit moet een maatstaf zijn die meetbaar is of te kwantificeren is. In de context van intensiveren: bepaalde bebouwingsdichtheid, of bouwhoogtes. Het moet absoluut meetbaar zijn, en een beleidsmatige basis hebben. Dit moet in een Omgevingsvisie worden opgenomen. Vervolgens concretiseer je ze in een programma. Bindend voor vaststellend orgaan. Als de waarde overschreden dreigt te worden: programma maken met concrete maatregelen. Je moet hier dus terughoudend mee zijn, want omgevingswaarden scheppen een verplichting. Door middel van handhaving moet je gaan meten.  
Omgevingswaarde kun je direct in laten gaan, maar je moet dat heel voorzichtig doen. Het is een paardenmiddel. 
 
Houd bij het ingrijpen op bestaande situaties altijd rekening met de nadeelcompensatie (planschade). Deze kunnen echter naar 0 als je redelijke termijn van 2 jaar voorzienbaarheid met duidelijke richtlijnen meegeeft.  

Omgevingsvisie: Wat houdt intensivering per bedrijventerrein nu precies in? En waarom. Hoe beter ingebed, hoe makkelijker het vervolg. 

Programma: Hoe omgaan met bestaande rechten, bouwhoogtes etc. uitwerken in een programma. RO-ambtenaren set van uitgangspunten voor concreet mogelijk beleid. Als je dat scherp hebt, ga aan de slag met botsproeven. De boer op voor participatie. Kondig het aan, help bedrijven ook, dit kun je verwachten.  

Omgevingsplan: Eisen opnemen, met nieuw terrein wat sneller regels opnemen. Bestaande terreinen zachtere regels (maximaal) of hardere voorrangsregels. Met het plan regel je het voor lange termijn. In uitgiftebeleid maak je het concreter. Het plan is de startpositie, het uitgiftebeleid is de slagroom op de taart. 

Event
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’

Een van de leidende principes in veel beleidsstukken is dat ruimte voor economie niet mag afnemen. Een no net loss dus. Maar hoe geef je dat handen en voeten? Het omgevingsprogramma is een krachtig beleidsinstrument uit de Omgevingswet, die zich bij uitstek leent om, samen met gebiedspartners, ruimtelijk-economische ambities concreet te maken.  Op dinsdag 18 november organiseren vakblad BT en TwynstraGudde het webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’. Met in de hoofdrol vier gemeenten die pionierden met het omgevingsprogramma.  Je leert:  Welke soorten omgevingsprogramma’s er zijn (thematisch- of gebiedsgericht) en welk type zich het beste leent voor welk doel;  De afweging maken of het omgevingsprogramma een geschikt instrument is om jou/jullie ruimtelijk-economische ambities verder invulling te geven;  Hoe je bestaand beleid door vertaalt naar een omgevingsprogramma, en wat de toegevoegde waarde is;  Welk type maatregelen in een omgevingsprogramma kunnen worden opgenomen, zoals fysieke acties (ruimreserveringen), juridische instrumenten (regels of uitsluitingen), financiële prikkels/fondsen, maar ook ‘softere’ maatregelen zoals campagnes en het organiseren van netwerken (met bedrijfsleven of kennisinstellingen);  Hoe je van een omgevingsprogramma tot programmatisch werken en uitvoering komt;  Hoe een omgevingsprogramma de weg plaveit naar een algemeen bindend omgevingsplan.  MELD JE METEEN AAN!   PROGRAMMA  09.30 uur  Introductie ‘programma onder de Omgevingswet’  Puck Brunet de Rochebrune & Anouk Paris, resp. principal adviseur en senior adviseur Ruimte, Wonen & economie, TwynstraGudde   09.45 uur  Praktijkcasus 1: Werken aan een balans tussen agrarisch landgebruik, bedrijventerreinen en recreatie – Omgevingsprogramma Economie, Gemeente Putten   Reinard de Jong - Manager Opgaven, Programma's en Projecten, Gemeente Putten en Puck Brunet de Rochebrune (TwynstraGudde)  10.00 uur  Praktijkcasus 2: Beter benutten bestaande bedrijventerreinen, kantoorlocaties en overige werklocaties - Omgevingsprogramma werklocaties, Gemeente Amersfoort  Marco van Hoek, programmamanager Werken, Gemeente Amersfoort  10.15 uur  Praktijkcasus 3: Vastleggen lange termijnvisie en maatregelen op een bedrijventerrein, mét ondernemers – Gebiedsgericht omgevingsprogramma voor bedrijvenpark ‘De Boezen’, Pijnacker   Kjell Wansleeben, senior adviseur Ruimte, Gemeente Pijnacker-Nootdorp  10.30 uur  Praktijkcasus 4: Gemeente Urk (nader in te vullen)  Sjane Marie van Urk, beleid Ruimtelijke Ordening, Gemeente Urk  10.45 uur  Einde  FACTS & FIGURES  Wat: Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’.  Wanneer: Dinsdag 18 november 2025, 09.30 uur – 10.45 uur.  Kosten: Het is een gratis webinar. Voor wie: EZ-ambtenaren van gemeenten, provincies en rijk, medewerkers van ontwikkelings- en herstructureringsmaatschappijen en iedereen die bezig is met het realiseren van ruimtelijk-economische ambities.  Aanmelden  

18-11-2025
Nieuws
Stappenplan MOOI-EIGEN en tools voor energiehub op bedrijventerreinen
Stappenplan MOOI-EIGEN en tools voor energiehub op bedrijventerreinen

Bedrijventerreinen in Nederland willen de opwek en het gebruik van duurzame energie op elkaar afstemmen. Vaak zoeken ze ook naar oplossingen voor problemen met het overvolle elektriciteitsnet. Het MOOI-subsidieproject EIGEN ontwikkelde daarom een stappenplan en ondersteunende tools om een energiehub te realiseren. Eigen opwek benutten Frits Wattjes is namens netbeheerder Alliander penvoerder van EIGEN. Bij de netbeheerder zagen ze jaren geleden de behoefte ontstaan naar lokale energiesystemen. Onder meer bij bedrijventerreinen. Hierbij stemmen ondernemers de opwek en het gebruik van duurzame energie op elkaar af. Wattjes: “Hoe kunnen we ondernemers en andere betrokkenen hierbij helpen?” Slim organiseren “Met ons subsidieproject onderzochten we hoe je energiehubs kunt verkennen, ontwikkelen, realiseren en exploiteren”, zegt Wattjes. Dat is niet alleen een technisch vraagstuk. De vraag is ook hoe je zo’n energiehub slim organiseert met alle partijen. Daarnaast moet je het financieel en juridisch goed regelen. “Voor EIGEN vormden we dan ook een breed consortium van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen die op alle onderdelen expertise leveren in deze complexe puzzel.” Stappenplan en tools De consortiumpartijen gingen bij bedrijventerreinen op onderzoek uit. Waar lopen die tegenaan als ze een energiehub zouden opzetten? “Op basis daarvan hebben we een blauwdruk ontwikkeld”, zegt Wattjes. “Het is een stappenplan om de mogelijkheid van een energiehub te verkennen, ontwerpen, bouwen en exploiteren. Binnen al die stappen hebben we ondersteunende middelen ontwikkeld, zoals templates en software.” Oplossing voor netcongestie Een energiehub biedt op dit moment vooral een oplossing voor netcongestieproblemen. Bij netcongestie is de vraag of het aanbod van elektriciteit te groot voor het elektriciteitsnetwerk. “Dit probleem is zeer actueel”, zegt Wattjes. “Ons stappenplan laat ondernemers daarom vooral zien hoe een energiehub als middel kan worden ingezet om met netcongestie om te gaan.” Steun van subsidie MOOI Volgens Wattjes was de subsidie van de regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) erg belangrijk. “Innovatieve bedrijven zijn belangrijk voor de overgang naar duurzame energie, de energietransitie. Deze MOOI-subsidie draagt daaraan bij. Eén, door een financiële prikkel voor innovaties te geven. En twee, door de opzet van een breed samengesteld consortium van samenwerkende partijen. Samen kunnen we werken aan resultaten die er echt toe doen. Alleen ga je sneller, maar samen kom je veel verder.” Vraag ook MOOI-subsidie aan Wilt u ook gebruikmaken van de MOOI-regeling? Bekijk welke subsidie bij uw project past en vraag deze aan. Lees meer over subsidie aanvragen Meer weten? Bekijk het stappenplan en de tools van EIGEN (blauwdruk) Lees meer over de regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

19-05-2025
Nieuws
Bestuurscommissies MRDH kiezen koers naar toekomstbestendige regio
Bestuurscommissies MRDH kiezen koers naar toekomstbestendige regio

De bestuurscommissies van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) hebben twee strategische conceptvisies vastgesteld: de Visie op het Economische Vestigingsklimaat en de Mobiliteitsvisie. Daarmee is een belangrijke stap gezet naar een toekomstbestendige regio. De visies worden op 12 september voorgelegd aan het algemeen bestuur. Daarna start de zienswijzeprocedure waarin de gemeenteraden kunnen reageren. De definitieve vaststelling van beide visies wordt begin 2026 verwacht.   MRDH heeft leidende positie De 21 samenwerkende gemeenten hebben een sleutelrol in de nationale economie: met 15% van het bruto binnenlands product is de metropoolregio een economische motor van Nederland. Tegelijkertijd staan de gemeenten voor complexe maatschappelijke uitdagingen, zoals de vergrijzing, digitalisering, verduurzaming, een toenemend ruimtegebrek, druk op de woning- en arbeidsmarkt en een toenemende ongelijkheid. Met de toekomstvisies op economie en mobiliteit kan de MRDH deze uitdagingen aan én kansen benutten.   Een veerkrachtige, inclusieve en concurrerende regio De conceptvisies schetsen een vooruitstrevend en ambitieus toekomstbeeld.   De Visie op het Economisch Vestigingsklimaat richt zich op het versterken van de regionale economie. De focus ligt op vijf clusters die bepalend zijn voor het internationale profiel en de groeikracht van de metropoolregio: Duurzaam Maritiem & Haven, Hightech Horticulture, Innovatieve Maakindustrie, Digitale Technologie & Veiligheid en Overheid, Vrede & Recht. Deze clusters zijn de aanjagers van innovatie en werkgelegenheid. De visie maakt drie strategische keuzes: het beter benutten van werklocaties zodat er meer ruimte komt voor werken. Innovatie en technologie worden gestimuleerd en er wordt geïnvesteerd in arbeidsmarktontwikkeling. Op die manier vergroot de aantrekkelijkheid van de regio voor bedrijven én werknemers. Het doel van de Mobiliteitsvisie is dat iedereen – ongeacht vervoersbehoefte of budget – zich vrij kan verplaatsen, elkaar kan ontmoeten, zich kan ontwikkelen en zijn of haar doelen kan bereiken. Mobiliteit is de motor voor economische, ruimtelijke en sociale samenhang. De regio zet in op een 24/7 toegankelijk mobiliteitssysteem dat publieke en actieve vervoersvormen slim combineert. Denk aan ov, deelmobiliteit, fietsen, lopen en logistiek. Technologie speelt een belangrijke rol in deze visie met aandacht voor onder meer autonoom vervoer, slimme verkeerssystemen en data-gedreven beheer. Tegelijk wil de regio mobiliteit structureel verbinden met woningbouw, werklocaties en voorzieningen. Zo ontstaat een robuust netwerk dat de bereikbaarheid en leefbaarheid versterkt.   Tien jaar samenwerking, tien jaar zichtbare resultaten De afgelopen tien jaar heeft de regionale samenwerking al concrete resultaten opgeleverd. Denk aan het succes van de RandstadRail, de Hoekse Lijn en de Maasdeltatunnel, maar ook aan investeringen in fietsveiligheid en toegankelijk openbaar vervoer, zoals in Krimpen aan den IJssel, Nissewaard en Wassenaar.   Daarnaast werd er geïnvesteerd in innovatieve bedrijventerreinen, digitale economie en duurzame technologie. De samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven kreeg een impuls via het regionaal campusnetwerk en initiatieven voor Leven Lang Ontwikkelen. Bestuurlijk groeide de MRDH uit tot een serieuze gesprekspartner voor het Rijk.  Samen de schouders eronder Met de nieuwe visies verstevigt de MRDH de koers naar een veerkrachtige, inclusieve en concurrerende metropoolregio waar 21 gemeenten -samen met maatschappelijke partners, bedrijven, kennisinstellingen en andere overheden - de schouders onder zetten.

10-07-2025
Aanmelden nieuwsbrief