Door de overstap naar elektrisch rijden kunnen tot 2030 zo’n 410.000 arbeiders in Duitsland hun baan verliezen. Dat schreef het Handelsblatt begin 2020. Toen kwam corona, met productie-uitval door haperende supply chains en acute werkgelegenheidszorgen en discussies over de wenselijkheid van reshoring van de productie van vitale onderdelen zoals chips, als gevolg.

En toen alles weer bijna normaal leek, viel Rusland Oekraïne binnen. Dat betekent niet alleen dat de levering van vitale ‘kabelbomen’ voor de Duitse auto-industrie uit Oekraïne tot een abrupt einde kwam; de onzekerheid over energy supply hangt als een donkere wolk boven de hele Duitse economie en onderstreept nogmaals de kwetsbaarheid door afhankelijkheden.

Het antwoord van Stuttgart Region, dat wordt beschouwd als dé kraamkamer van de automobiel, was, is en blijft verduurzaming. Verduurzaming heeft alleen maar méér momentum gekregen door de pandemie en de geopolitieke ontwikkelingen.

  • Hoe schakelt de regio, die nog grotendeels leunt op de auto-industrie, om naar een nieuwe, duurzame economie?
  • Wat vraagt dat van het bedrijfsleven, van de mobiliteit en de inzet van techniek?
  • En wat is de rol daarbij van nieuwe industrieën zoals AI en quantum computing?   

Tijdens het SKBN-werkbezoek van dinsdag 21 tot en met donderdag 23 juni 2022, ontdekken we hoe Stuttgart Region de transitie naar een duurzame economie aanpakt. Een belangrijke speler in deze operatie is het Verband Region Stuttgart. Binnen dit regioverband maakt men zich sterk voor slimme mobiliteit, nieuwe bedrijvigheid, energietransitie, goede planning en toegankelijkheid van natuur en het ontwikkelen en aantrekken van nieuwe industrieën.

Ook kijken we naar de effectiviteit van een publiek-private strategiedialoog voor de ontwikkeling van nieuwe mobiliteit. Dit alles uiteraard in een omgeving met veel werklocaties en toonaangevende ondernemingen. Stuttgart is immers een van Duitslands oudste industriële steden. Met een duidelijke toekomstambitie.

De stad, die meerdere universiteiten herbergt, doet er dan ook alles aan om haar vele talenten binnen de stadsgrenzen te houden. Met succes!

Ga mee met deze SKBN Studiereis op 21, 22 en 23 juni!

 

PROGRAMMA (wijzigingen voorbehouden)

Dinsdag 21 juni
We worden welkom geheten door het Region Verband Stuttgart, de Wirtschaftsförderung en de Industrie- und Handelskammer Region Stuttgart. Voor welke opgaven staan de stad en regio? En hoe gaan zij deze uitdagingen gezamenlijk aan?

Woensdag 22 juni
Deze dag verdiepen we ons in de IBA2027, een vliegwiel dat de regio toepast voor de versnelling van bouwprojecten en energietransitie. We gaan terug naar de IBA van 100 jaar geleden in Stuttgart: de modernistische wijk Weissenhof. Ook nemen we een kijkje bij de M.Tech Accelerator, een boeiende start-up facilitator. Ook laten we ons rondleiden in de wijk Feuerbach waar Bosch van oudsher een grote stempel drukt op de ontwikkelingen.

Donderdag 23 juni
We reizen naar het zuiden van de stad, naar de ARENA2036, een zeer flexibel onderzoeksplatform voor mobiliteit en productie van de toekomst. We worden ontvangen door de universiteit en een afvaardiging van Daimler.

AANMELDEN

Wat 
SKBN Studiereis Stuttgart

Datum
Dinsdag 21 juni t/m vrijdag 23 juni 2022

Inclusief
Heen- en terugreis vanaf Utrecht Centraal of Arnhem Centraal, 3 lunches, 2 hotelovernachtingen, een intensief programma met lokale sprekers en gidsen, vervoer ter plaatse, 1 slotdiner, evaluatie en reisverslag.

Kosten
€ 950 euro ex. btw

AANMELDEN
 

Meer info
Logistiek en organisatie: Tessa van der Heiden: 033 870 0100, [email protected].
Inhoud: Jan Jager, [email protected], 06 1841 1641

 

Event
Circulaire Bedrijventerrein Safari - Proeven aan de circulaire economie
Circulaire Bedrijventerrein Safari - Proeven aan de circulaire economie

De circulaire transitie komt op gang. Op verschillende plekken ontstaat circulaire bedrijvigheid en krijgt het toekomstbeeld van de circulaire economie vorm en ontstaan er voorbeelden van circulaire hubs in de regio. De circulaire economie kent verschillende verschijningsvormen, kleinschalig – grootschalig, lokaal en bedrijventerrein gericht en (boven)regionaal gericht. Van knuffelbaar en inspirerend tot rauw en grote bergen rotzooi. Ontdek de smaken van de circulaire economie tijdens de Circulaire Bedrijventerrein Safari op dinsdag 19 november 2024. Datum: dinsdag 19 november 2024 Ochtendprogramma op IPKW in Arnhem, middagprogramma in Apeldoorn. Deelname aan een deel van het programma is mogelijk. Kosten: Deelname is gratis voor partners van het onderzoek Samen Beter (kijk hier voor een overzicht van de onderzoekspartners) Aanmelden via https://kennislab.typeform.com/to/b1TVtmyk   Programma (wijzigingen onder voorbehoud) 09.30 uur - Inloop op IPKW, Arnhem 10.00-10.30 uur - Welkom en introductie, door Frank de Feijter & Cees-Jan Pen 10.45-12.00 uur - 2 bedrijfsbezoeken op IPKW 12.00-12.45 uur - Lunch op IPKW 13.00-13.45 uur - Vertrek bus naar Apeldoorn 13.45-14.15 uur - Bedrijfsbezoek Hoogeboom (circulair afvalverwerkingsbedrijf)  14.15-14.30 uur - Bus naar Bedrijventerrein Ecofactorij Apeldoorn  14.30-16.00 uur - Bedrijfsbezoek Bedrijventerrein Ecofactorij Apeldoorn  Bedrijventerrein Ecofactorij heeft al 20 jaar haar eigen GDS en ontwikkelt haar elektriciteitsnet steeds verder zodat het slim om kan gaan met vraag en aanbod. In 2023 is in samenwerking met VDL, Saxion, Universiteit Twente en Scholt Energy een MOOI onderzoeksproject gestart gesubsidieerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland om het netwerk van Ecofactorij uit te breiden met industriële batterijen en een voorspellend (Machine Learning), zelflerend (AI) en regulerend schaalbaar semi-autonoom netwerk op te zetten. 16.00-16.30 uur - Borrel bij Ecofactorij Apeldoorn  16.30-17.30 uur - Terug op IPKW en einde programma   KLIK HIER OM JE AAN TE MELDEN Deze safari wordt georganiseerd in het kader van het onderzoek Samen Beter van de HAN en Fontys Hogescholen. Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Kijk hier voor meer informatie over dit onderzoek.

19-11-2024
Achtergrond
Dutch Fresh Port Campus koppelt bedrijven en onderwijs aan elkaar
Dutch Fresh Port Campus koppelt bedrijven en onderwijs aan elkaar

Dutch Fresh Port in Barendrecht/Ridderkerk is dé verslogistieke hotspot van Europa. De vraag naar arbeid is groot bij de circa 100 bedrijven daar en zal komende jaren alleen maar groeien. Om aan die groeiende vraag naar personeel te voldoen startte Dutch Fresh Port Campus met ondersteuning van MRDH.  Wie verpakt of verplaatst in de toekomst onze broccoli op Dutch Fresh Port? Of u nu vanavond thuis eet – bijvoorbeeld een verspakket – of dineert bij een restaurant: grote kans dat de groente die u eet verpakt en verhandeld is op Dutch Fresh Port in Barendrecht/Ridderkerk:  dé verslogistieke hotspot van Europa. De vraag naar personeel is groot bij de circa 100 bedrijven in het gebied, en zal alleen maar groeien. Aan die vraag kan tegemoet gekomen worden door eigen medewerkers op te leiden, door nieuwe aanwas en studenten, door het stimuleren van innovatie en het verhogen van arbeidsproductiviteit. Daaraan werkt de campus Dutch Fresh Port, die vorig jaar officieel startte, onder meer door bedrijven en onderwijs aan elkaar te koppelen. Josimar Barbolina, business developer bij handelsbedrijf Olympic Fruit, haalt een citroen uit een grote afvalbak en laat ‘m zien aan een groep studenten. De vrucht is weggegooid wegens een klein vlekje op de schil. In de afvalbak liggen meer vruchten die niet verhandeld kunnen worden, zoals druiven en kiwi. De opdracht van Barbolina aan de studenten: bedenk een oplossing voor deze reststromen. Hij laat ze ook een inspirerend voorbeeld zien: de Linkebal II, een door Olympic Fruit ontwikkeld biertje van afgedankte mandarijnen. De studenten zijn afkomstig van drie mbo-instellingen uit de regio: Lentiz, Albeda en Zadkine. Vandaag bezoeken ze drie bedrijven in Dutch Fresh Port, het agrologistieke bedrijventerrein in Barendrecht en Ridderkerk. Doel is dat de studenten leren wat handelsbedrijven als Olympic Fruit doen. Zoals Ilse (19) uit Bleiswijk die de opleiding Brood & Banket van Zadkine volgt: “Het is interessant om te zien wat er gebeurt binnen deze bedrijven. En de opdracht is ook leuk: iets lekkers maken met reststromen.” Hopelijk leidt dat ertoe dat meer studenten kiezen voor een baan in de verslogistiek. Het tekort aan goede medewerkers is namelijk groot. Daarom start  Dutch Fresh Port een eigen campus onder dezelfde naam, die gesteund wordt door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De campus moet onder meer zorgen voor een goede link tussen onderwijs en ondernemers. Marc Bloemendaal, projectleider van de campusontwikkeling op Dutch Fresh Port: “Theorie is belangrijk. Maar het is nóg belangrijker dat studenten bedrijven kunnen bezoeken en in de praktijk kennis en ervaring opdoen.” Verslogistieke hotspot Dutch Fresh Port is dé verslogistieke hotspot van Europa. De gezamenlijke omzet van de circa 100 bedrijven in het gebied bedraagt 6 miljard euro. “Dutch Fresh Port is een enorm sterk cluster op het gebied van verslogistiek en gezonde verse voeding”, vertelt Marc Bloemendaal,. “Daarmee is de regio uniek voor Europa, zeker in combinatie met de Rotterdamse haven, en de teelt- en veredelingsbedrijven in Westland en Oostland.” Dutch Fresh Port is goed voor zo’n 4.000 banen. Het gaat om veel medewerkers met uitvoerende werkzaamheden, zoals operators van productielijnen, heftruckchauffeurs en logistiek medewerkers. Maar ook is er een duidelijk verschuiving te zien naar technisch en ICT-geschoolde professionals. Nu al zijn er veel vacatures. Zo steeg de vraag naar operators en teamleiders de laatste jaren door de populariteit van maaltijdboxen: die worden namelijk samengesteld door veel van de bedrijven op Dutch Fresh Port. Het wordt voor de bedrijven dan ook steeds moeilijker de vacatures in te vullen. En dan te bedenken dat de werkgelegenheid op Dutch Fresh Port de komende jaren nog zal stijgen door groei van het aantal bedrijven. De verwachting is dat er tot 2030 nog eens 3.000 tot 4.000 banen bij komen. Er is dus werk aan de winkel. ‘De opleiding Verslogistiek bestaat nog maar een paar jaar. Dan is het goed midden tussen het beroepenveld te zitten’ Bestaand personeel houden en opleiden De vacatures zijn deels in te vullen door huidig personeel, bijvoorbeeld door bij- en omscholing. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Bedrijven kunnen meer aandacht geven aan mogelijkheden voor hun medewerkers om door te groeien van productiemedewerker naar leidinggevende, vertelt Roeland Buijsse, voorzitter van het College van Bestuur van opleidingsinstituut SVO Vakopleiding Food.De leercultuur bij veel bedrijven moet dus beter. Bovendien is er vaak sprake van piekarbeid. Medewerkers werken een half jaar bij een bedrijf en vinden dan een nieuwe werkplek bij een andersoortig bedrijf. Daardoor is het moeilijk te weten wie van de medewerkers het in zich heeft om door te groeien, vertelt Onno Kobus, directeur van Kobus BV. Dat bedrijf bemiddelt in flexibele arbeid én leidt nieuwe en bestaande medewerkers op. Medewerkers behouden en ontwikkelen is dus een belangrijke stap. Dat kan door samen te werken, aldus Kobus. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de medewerker die na een half jaar niet meer ‘nodig’ is bij het ene versbedrijf een (tijdelijke) baan krijgt bij een ander bedrijf op Dutch Fresh Port. Transitie-opgaven  Voor een dergelijke samenwerking moeten partijen samengebracht worden: bedrijven én onderwijs. Dat is dan ook een van de voornaamste taken van de campusontwikkeling Dutch Fresh Port. Projectleider Campusvorming Bloemendaal: “We brengen bedrijven verder door ze in contact te brengen met elkaar én met het onderwijs. Dat doen we rond een aantal belangrijke, maatschappelijke transitie-opgaven: digitalisering, energieneutraal, gezonde voeding en duurzame mobiliteit. Daarmee werken we ook samen met de andere campussen binnen Greenport Horti Campus.” De campus startte in 2023, en heeft inmiddels een groot aantal initiatieven gestart, gestimuleerd of ondersteund. Enkele voorbeelden: de start van de onderwijscoalitie die op strategisch en operationeel niveau samenwerkt, de ontwikkeling van een nieuwe keuzedeel digitalisering & innovatie verslogistiek, de start van een community van HR-managers die bespreken aan welke opleidingen behoefte is, de Masterclass Stimuleren leercultuur, waar bedrijven leren daar hoe ze meer kunnen halen uit de ontwikkeling van huidige medewerkers. De eerste opzet van een gezamenlijke vacaturebank: https://www.dutchfreshport.eu/werken/. En dat is nog maar een kleine greep. Bedrijven bezoeken Het onderwijs speelt een grote rol in de toekomst van Dutch Fresh Port. Inmiddels zijn zeven organisaties aangesloten bij de onderwijscoalitie van Dutch Fresh Port: Lentiz, SVO, Hogeschool Rotterdam, Inholland, Handelgroeit, Human Talent Group en Kobus Opleidingen. De coalitie zorgt er onder meer voor dat vragen vanuit de praktijk worden opgepakt door het onderwijs. Lentiz is zelfs afgelopen schooljaar verhuisd naar een tijdelijke locatie op Dutch Fresh Port, vertelt Eygje Laroo, directeur Lentiz|mbo Barendrecht. Het gaat om de opleidingen Verslogistiek, Hovenier, Loonwerk en Dierverzorging. De motivatie voor die verhuizing was vooral Verslogistiek. “Die opleiding bestaat nog maar een paar jaar. Dan is het goed midden tussen het beroepenveld te zitten.” En, zo vertelt Laroo, bijvoorbeeld hoveniers weten de opleiding inmiddels wel te vinden. De verhuizing heeft voor die opleiding niet heel veel impact. Maar juist in de verslogistiek moet de aansluiting met het bedrijfsleven nog echt groeien. “Bedrijven geven met veel passie en liefde een rondleiding voor onze studenten. Maar als we vragen of ze een onderzoeksvraag hebben voor onze studenten, bijvoorbeeld over reststromen, digitalisering of energieneutraal, dan is dat vaak nog ingewikkeld voor ze. Voor ons is het dus ook nog experimenteren: wat werkt wel in het contact met bedrijven, en wat niet?” ‘Theorie is belangrijk. Maar het is nóg belangrijker dat studenten bedrijven kunnen bezoeken en in de praktijk kennis en ervaring opdoen’ Beter organiseren en afstemmen SVO is een van de andere leden van de onderwijscoalitie, en is al jaren actief op Dutch Fresh Port. Buijsse van SVO: “Onze opleidingen zitten dicht bij onze klanten: onze docenten volgen de studenten. Zo hebben we opleidingen Foodservice in de Markthal en leiden we landelijk al het personeel van McDonalds op. Sinds jaren zijn we actief op Dutch Fresh Port: daar organiseren we samen met Kobus BV de opleiding Food.” De opleiding Food van SVO heeft trajecten voor mbo-niveaus 1 tot en met 4. Jaarlijks leidt SVO circa 80 studenten op. De studenten volgen 1 dag per week lessen; de andere dagen zijn ze actief op een bedrijf. Daarnaast bieden SVO en Kobus BV versnelde trajecten aan, bijvoorbeeld voor nieuwe medewerkers. Zo hebben SVO en Kobus BV twee verkorte opleidingen ontwikkeld die met VR-bril kan worden gevolgd: Operator en Logistiek, vertellen Buijsse en Kobus. De leerling kan dan zien hoe bijvoorbeeld een productiestraat werkt, of hoe werken op grote hoogte bevalt. De opleidingen kunnen in elke gewenste taal worden gevolgd. Daarmee spelen ze in op de diversiteit aan nationaliteiten bij tijdelijke medewerkers én op de schaalvergroting bij de bedrijven op Dutch Fresh Port. Het wordt namelijk steeds moeilijker om een rondleiding te organiseren bij de handelsbedrijven. Bovendien kan de training ook al in het moederland van een medewerker worden gevolgd.  Grote dozen Initiatieven voldoende dus. Maar weten medewerkers de weg naar Dutch Fresh Port wel te vinden? Als het gaat om jongeren: Rotterdam ligt op fietsafstand, dus in theorie zijn er voldoende jonge medewerkers of studenten. Maar zo eenvoudig is dat niet. Laroo: “We hebben nu 14 studenten, verdeeld over 3 leerjaren en 2 niveaus. Dat is dus nog niet veel.” Dat komt voor een groot deel doordat het werk bij bedrijven op Dutch Fresh Port niet zichtbaar is. Kobus merkt – net als anderen – dat voor de buitenwereld redelijk onbekend is wat er gebeurt op Dutch Fresh Port. De bedrijven zijn vaak ‘blokkendozen’: groot, vierkant. Ze doen niet vermoeden dat er binnen gewerkt wordt met lekkere en gezonde voeding. Daarom is werken aan zichtbaarheid ook een belangrijke activiteit van de campus, aldus Bloemendaal. Zo komen er meer plekken in de vorm van een ‘experience center’, waar bezoekers kunnen beleven wat er gebeurt bij al die bedrijven. Vele tientallen studenten van Hogeschool Rotterdam hebben praktijkopdrachten uitgevoerd bij bedrijven op Dutch Fresh Port. En met enige regelmaat zijn er rondleidingen. Bloemendaal: “Zo hebben we onlangs honderd leerlingen uit het primair onderwijs kennis laten maken met de bedrijven hier.” Onlangs kreeg de campus een eigen fysieke locatie, namelijk de vestiging van Lentiz. Vandaaruit kan verder worden gebouwd, vertelt Bloemendaal. “De campus is feitelijk een middel waarmee we het brede ecosysteem ondersteunen.” Dat kan alleen door samenwerking en door interactie tussen bedrijven, onderwijspartners, start-ups, scale-ups, belangrijke regionale stakeholders en beleidsmakers. Dit resulteert in doorgroeimogelijkheden, bijvoorbeeld via mbo naar hbo, hybride leer-werkomgevingen, en dat bedrijven inzien dat ruimte bieden aan ontwikkeling en opleiding de route is naar groei en innovatie. En dat gaat steeds beter, ziet Buijsse van SVO: “Het is mooi te zien dat steeds meer bedrijven inzien dat ontwikkeling en opleiding goed is voor personeelsbehoud en kwaliteitsverbetering, en dat ze daarmee hun medewerkers een toekomst gunnen.” Versnelling regionale campussen De Metropoolregio Rotterdam Den Haag versnelt de vorming van regionale campussen door cofinanciering en draagt daarmee bij aan een verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Daarnaast is er het regionaal campusnetwerk waarin gemeenten en onderwijsinstellingen kennis en ervaringen delen en samenwerken met het bedrijfsleven. De MRDH investeerde al in 14 mbo- en hbo-campusprojecten. Dutch Fresh Port is er daar één van. 

29-02-2024
Nieuws
TenneT zet energiehubs on-hold; Gelderland wil plannen toch doorzetten
TenneT zet energiehubs on-hold; Gelderland wil plannen toch doorzetten

Provincie Gelderland hoopt alsnog energiehubs te plaatsen op bedrijventerreinen om netcongestie tegen te gaan. De plannen werden al eerder aangekondigd, maar netbeheerder TenneT heeft de plannen on-hold gezet omdat er minder ruimte op het elektriciteitsnetwerk is dan gedacht. Gelderland roept TenneT op om samen met de geplande hubs te kijken onder welke condities het toch kan en roept op tot een landelijke pilot.  ‘We betreuren het dat de energiehubs, die eigenlijk bijdragen aan het ontlasten van het stroomnetwerk, vertraging lijken op te lopen’, zegt Gelders gedeputeerde Ans Mol. ‘We moeten door, stil zitten is geen optie.’  De noodzaak van energiehubs is ontstaan uit de problemen met overbelasting van het energienet. Vooral op piekmomenten speelt netcongestie op. TenneT zegt dat er geen netwerkcapaciteit is om alle hubs aan te sluiten en maatwerk vereist is.  Volgens Mol heeft de opstelling van de netbeheerder mogelijk flinke consequenties voor inwoners en het bedrijfsleven. ‘Ik wil meer duidelijkheid van TenneT, ik wil weten waar we aan toe zijn.’  Ook bedrijven hebben volgens gedeputeerde Helga Witjes voor Economie vraagtekens. ‘We hebben met ondernemers uitgewerkte plannen gemaakt voor energiehubs op bedrijventerreinen en die staan in de startblokken.’  Daarom wil Gelderland, samen met overheden en bedrijven uit Flevoland en Utrecht waarmee het een stroomnetwerk deelt, op enkele plekken alsnog energiehubs realiseren. Landelijk actieprogramma netcongestie De provincie denkt aan een nationale pilot met experts van Landelijk actieprogramma netcongestie (LAN) samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de netbeheerders.  In Gelderland gaat het om hubs in Duiven, Zutphen, Nijmegen, Harderwijk, Barneveld , Ermelo,  Overbetuwe, Apeldoorn en Deventer.  Los van de wens voor energiehubs heeft Gelderland ook het Plan van aanpak Gelderse energie-infrastructuur (GEIS) ontwikkeld om netcongestie te bestrijden. Daarmee wil de provincie vergunningen sneller afgeven, de plaatsing van energie-infrastructuur integraal aanpakken en te sturen op regionale en lokale oplossingen.  Dit artikel is afkomstig van Stadszaken.nl.

06-02-2024
Aanmelden nieuwsbrief