SKBN is aanwezig op de Dag van Bedrijventerreinen die op 24 mei wordt georganiseerd door stichting CLOK. Stichting CLOK organiseert ieder jaar de Dag van Bedrijventerreinen; dit jaar in samenwerking met Parkmanagement Lage Weide.

De Dag van Bedrijventerreinen 2022 kent een inspirerend hoofdthema: de Waarde van Bedrijventerreinen. Wat is ‘jouw’ bedrijventerrein eigenlijk waard? En hoe bereken je die waarde? Daarnaast is er een waaier aan deelsessies waarmee je snel je kennis verbreedt of verdiept. Je stelt zelf je eigen maatwerkprogramma samen en krijgt actuele expertise aangereikt door inspirerende experts. Zoals op het vlak van uitvoeringskracht toekomstbestendige bedrijventerreinen, waarde creëren en verduurzamen van bedrijventerreinen. Ook ontdek je op 24 mei hoe je ondernemers meekrijgt in alle transities die richting je bedrijventerrein opstomen.

De Dag van Bedrijventerreinen bestaat uit het plenaire programma, twee zelfgekozen deelsessies, een excursie naar bedrijventerrein Lage Weide, netwerkborrel en diner (bij ticketprijs inbegrepen).

Deze dag is bedoeld voor besturen van ondernemersverenigingen, besturen van bedrijventerreinen, parkmanagementbesturen, parkmanagers en beleidsmedewerkers EZ en accountmanagers Bedrijven van gemeenten. 

  • Thema: ‘Waarde van bedrijventerreinen’
  • Datum: dinsdag 24 mei 2022
  • Locatie: Carlton President Hotel te Utrecht
  • Prijs: € 395,- (groepskorting: vanaf 3e persoon kost het ticket € 295,-), Deelnemers van CLOK: € 295,-

Meld je aan voor de Dag van Bedrijventerreinen

Programma

08:30 Ontvangst

09:30-10:30 Plenaire programma met Keynote spreker Cees-Jan Pen
Keynote spreker is Cees-Jan Pen, Lector de Ondernemende Regio aan Fontys Hogeschool. Tijdens de keynote en aftrap voor de goede gesprekken gaat Cees-Jan Pen vooral in op innovaties die hij ziet, best practices, resultaten die bereikt kunnen worden door de waarde wel op juiste waarde te schatten, hoe je omgaat met sectorale woningbouwwolk boven en rond het terrein etc.

10:30-11:00 Pauze met koffie, thee en zoete lekkernijen

11:00-12:30 Ronde 1 Deelsessies

Het gevecht om de ruimte in de Achtersluispolder – Rob Smits
Aan de zuidkant van Zaanstad ligt de Achtersluispolder. Een bedrijventerrein dat veel te bieden heeft aan bedrijven, en in de toekomst ook aan woningzoekenden. In deze deelsessie gaat Rob Smits in op de plannen van de komende decennia, waarin hij en zijn team samen met ondernemers van de Achtersluispolder én projectontwikkelaars werken aan de herontwikkeling van de Achtersluispolder tot een unieke woon-werkwijk. Rob Smits neemt je mee in de complexe ontwikkelingen die komen kijken in het ontstaan van deze unieke Zaanse stadswijk, waarbij de kwaliteit van openbare ruimte, voorzieningen, werkgelegenheid en leefbaarheid centraal staan.

Het geheim achter het succes van de bezettingsgraad in Emmen – Herman G. Idema
In deze deelsessie presenteert Herman G. Idema ‘het wonder van Emmen’, oftewel van turf, jenever en achterdocht naar trendsetter en koploper. Onderliggend hieraan is de metamorfose in denken en doen op de bedrijventerreinen in de industriestad met ruim honderdduizend inwoners in de zuidoosthoek van Drenthe. Van vestigingsruimte voor bedrijven met vooral laagwaardige arbeid, ver weg gelegen in een uithoek in het veen, naar een over de weg en per spoor uitstekend bereikbaar internationaal erkend centrum voor groene chemie en bio-kunststoffen met volop ruimte voor groei. Idema neemt je mee in de rol van belangenbehartiger Ondernemend Emmen als denker, organisator, aanjager, agendasetter, dienstverlener, belangenbehartiger en verbinder voor de ondernemers op zo’n pakweg duizend hectare duurzaam bedrijventerrein langs de autosnelweg A37, halverwege de metropoolregio’s Randstad Holland en Bremen-Hamburg.

Stakeholders meekrijgen bij het creëren van waarde op een bedrijventerrein – John Giesen
Hoe kun je meerwaarde creëren met stakeholders bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein? In deze deelsessie zal John Giesen (Ontwikkelingsmaatschappij Midden-LImburg / SKBN) ingaan op deze vraag aan de hand van een casus uit het werkveld. De casus gaat over de ontwikkeling van multifunctioneel Bedrijventerrein Zevenellen in de gemeente Leudal. Een locatie waar jarenlang twee elektriciteitscentrales hebben gestaan, en die na ruim 20 jaar opnieuw wordt gerevitaliseerd en waarbij allerlei nieuwe bedrijven vormgeven aan de herstructurering van het gebied.

Mobiliteit en bereikbaarheid – Roeland Tameling en Daan van Haarlem
De komst van corona heeft gezorgd voor een andere kijk op de woon-werkreis en thuiswerken lijkt dan ook een blijvertje. Maar let op! Mensen zijn sociale wezens en hebben fysieke interactie nodig. Daarom zullen we behoefte blijven houden aan een ontmoetingsplaats, welke zorgt dat we met elkaar verbonden blijven en waar we elkaar in de ogen kunnen kijken. In deze deelsessie gaan Roeland Tameling en Daan van Haarlem in op de veranderingen in mobiliteit en bereikbaarheid waaraan onze werklocaties onderhevig zijn. Want eigenlijk zouden alléén die mensen ter plaatse moeten komen, die daadwerkelijk daar moeten zijn. Anderen kunnen op afstand werken of op een ander moment aanrijden. Dat stelt andere eisen aan een werklocatie. Het reserveren van een werk- én parkeerplek gaat er echt aankomen. Het plannen en reserveren van een reiswijze volgt dan vanzelf. Tameling en van Haarlem gaan op de rol van park- en centrummanagement als hét schakelpunt op de werklocatie, die inzicht heeft in- en toegang tot de organisaties ter plaatse en die waakt over de organisatiegraad.

12:30-13:30 Lunch

13:30-17:00 Ronde 2 Deelsessie en Excursie Bedrijventerrein Lage Weide

Groep wordt in tweeën gedeeld. Groep 1 begint met de excursie met shuttlebussen naar Bedrijventerrein Lage Weide, Groep 2 begint met gekozen deelsessie.

15:00-15:30 Pauze en wissel groepen:
Groep 1 gaat naar gekozen deelsessie, groep 2 gaat op excursie.

Betrokkenheid bij Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB) – Jeroen Bosma
Duurzame transities staan hoog op de agenda voor bedrijventerreinen. Echter is het wel van belang dat de onderliggende ambities voor deze verduurzaming ook concreet worden vertaald in programma’s die werkbaar zijn voor de verschillende stakeholders op deze terreinen. Deze programma’s komen daarom ook niet zomaar tot stand, daar komt de nodige onderbouwing vanuit het werkveld bij kijken. In deze sessie neemt Jeroen Bosma je mee in dit proces, hoe je invloed uit kan oefenen in hoe duurzaamheidsprogramma’s op bedrijventerreinen tot stand komen én hoe je vervolgens zelf ook aanspraak kan maken op de subsidiëring die hiervoor beschikbaar wordt gesteld. Dit doen ze door in te gaan op de huidige ontwikkelingen op het gebied van verduurzaming voor bedrijventerreinen, wat deze voor jou kunnen betekenen, en tot slot hoe je een bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van deze programma’s.

Uitvoeringskracht bedrijventerreinen – Sandra Suijkerbuijk en Jeroen Brandsma
Wat weet jij van de bedrijventerreinen in jouw gemeente? In hoeverre kunnen deze terreinen bijdragen aan jouw beleidsambities? En hoe komt het dat de mogelijkheden weinig worden benut? Hoe zorg je ervoor dat plannen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd? Aan de hand van een bedrijventerrein in Gouda laten Sandra Suijkerbuijk en Jeroen Brandsma zien welke data je helpt om meer grip te krijgen op het bedrijventerrein en op welke manier je kan verbinden met de spelers op het bedrijventerrein waarbij we inzoomen op de eigenaren. Eigenaren hebben immers de beschikkingsmacht over de grond op het bedrijventerrein en zijn daarmee een belangrijke speler. Wil je in je eigen gemeente aan de slag met bedrijventerreinen of loop je al langer aan tegen het gebrek aan uitvoering dan is deze deelsessie iets voor jou.

Kwaliteit werklocaties verbeteren door het aanjagen van private investeringen – Han Wiendels
Ondernemers benutten de bedrijventerreinen. Het zijn dan ook hun investeringen in het terrein die bepalen of het terrein kwalitatief écht op orde blijft. Essentieel is dus de structurele aandacht voor deze investeringsbereidheid in het economisch beleid. HMO (Herstructurerings Maatschappij Overijssel) heeft in Overijssel sinds 2009 het aanjagen van private investeringen tot speerpunt van haar aanpak gemaakt, en met succes. Loop je in je eigen werk regelmatig aan tegen de investeringsbereidheid van bedrijven op het bedrijventerrein? Meld je dan aan voor deze deelsessie. Han Wiendels neemt je in mee in de aanpak, projecten en resultaten van HMO en laat je door de ogen van de ondernemer naar je bedrijventerrein kijken.

Waarde van bedrijventerreinen – Cees-Jan Pen
De deelsessie ‘Waarde van bedrijventerreinen’ is een verdieping op de plenaire introductie van Cees-Jan Pen. Er wordt voortgeborduurd op de inzichten uit de ochtend en dieper ingegaan op de vraag: hoe krijgen we de waarde van bedrijventerreinen goed voor het voetlicht? Cees-Jan Pen vertrekt vanuit de kennis dat toch zeker een derde van de banen en bedrijven op bedrijventerreinen zitten, dat er circulaire potentie is en dat de politieke interesse op een of andere manier te gering is; dat we meer moeten doen om de basis bij bedrijventerreinen via beheer, onderhoud en handhaving op orde te krijgen en dat we professioneler via parkmanagement en fondsvorming om moeten gaan met deze gebieden. Helaas is dit nog lang niet op alle plekken op orde en moet er dus nog veel gebeuren wil de waarde van bedrijventerreinen voor een goed voetlicht komen.

17:00-17:30 Plenaire afsluiting

17:30-18:30 Borrel

18:30-20:00 Diner

Event
Studiereis ‘Campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’
Studiereis ‘Campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’

“Start-ups en scale-ups zijn een belangrijke motor voor economische groei en verdienvermogen, creëren veel hoogwaardige werkgelegenheid en jagen productiviteitsgroei aan”, aldus de nieuwe minister van EZ in een brief aan de Tweede Kamer. Veel start-ups en scale-ups zijn gevestigd op campussen. Het zijn dé plekken waar bedrijven innoveren en waar talent wordt opgeleid, met belangrijke spin-off naar de regionale arbeidsmarkt en economie. De aanwezigheid/concentratie van talent is omgekeerd voor bedrijven de belangrijkste reden om zich op of in de nabijheid van een campus te willen vestigen.  Het is dan ook niet gek dat bijna elke gemeente of regio in Nederland haar eigen campus, innovatiedistrict of start-up hub wil hebben.  Tweedaagse studiereis Na vier succesvolle eerdere edities, organiseren Vakblad BT en Twynstra Gudde op woensdag 2 en donderdag 3 april 2025 een nieuwe, vijfde ‘Studiereis campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’ naar Utrecht en de Metropoolregio Amsterdam. Tijdens de reis, die onder inhoudelijke leiding staat van campus-expert Gregor Heemskerk (partner TwynstraGudde), onderzoeken we wat de lessons learned zijn van de volgende innovatie-hotspots: >> UTRECHT SCIENCE PARK  Van besloten universiteitscomplex transformeerde Utrecht Science Park tot open campus voor onderwijs, onderzoek, incubatie en bedrijven. Hoe is de campus georganiseerd, hoe werkt business development, en wat is het deurbeleid?  >> DOTSLASH, UTRECHT KANALENEILAND  Een bruisende, private start-up campus in Kanaleneiland met ruimte voor inmiddels 250 innovatieve bedrijven. Hoe is dat gefinancierd?  https://fd.nl/bedrijfsleven/1501711/in-de-torens-van-kanaleneiland-floreren-de-utrechtse-start-ups >> H20 ESPORTS CAMPUS AMSTERDAM, PURMEREND Het Papendal van de esports: ruim 12.000 m2 bedrijfsruimte en onderwijs in diverse gebouwen rond gaming, esports en creative tech, geclusterd rond het het Rabo Esports Stadion, het grootste permanente esportsstadion van West-Europa. >> SANQUIN / HEALTH AND INNOVATION DISTRICT NEW WEST Van health district naar innovatiedistrict: Sanquin Health Solutions (SHS) ontwikkelt in samenwerking met andere gezondheidspartners en de gemeente Amsterdam in het gebied De Plantijn een campus waar innovaties in de gezondheidszorg centraal staan: het ‘Health and innvation district New West’. Hamvraag is: Hoe betrek je – als relatief gesloten zorginstelling – startup’s, bedrijven en kennisinstellingen bij de campus? >> B. AMSTERDAM B. Amsterdam positioneert zichzelf als ‘Europe’s biggest startup ecosystem’. Hier komen elke dag meer dan 2.500 mensen samen om te werken bij een van de 300 verschillende bedrijven die in drie gebouwen die in en rond de oude IBM typemachine fabriek in de hak van de Amsterdamse Ringweg A10 gevestigd zijn.  >> KENNISKWARTIER ZUIDAS Het Kenniskwartier Zuidas ontwikkelt zich snel tot innovatiedistrict rondom de universiteitscampus van de Vrije Universiteit (VU). Hoe leg je de verbinding tussen de universiteitscampus en het omliggende bedrijvengebied, en leg je de koppeling met B2C-activiteiten om naast kennis ook ‘de stad’ naar de Zuidas te halen?  KLIK HIER OM U GELIJK AAN TE MELDEN!   Centrale vraag deze editie is: hoe campussen te organiseren en te financieren? Subvragen zijn: Hoe organiseer je vastgoedontwikkeling op campussen en innovatiedistricten? Hoe zorg je voor huisvesting voor start-ups, hoe bekostig je deze onrendabele faciliteit? Hoe betrek je onderwijs- en zorginstellingen en bedrijven bij de campus?  Hoe zet je een triple helix-community of campusorganisatie op en hoe bekostig je dit?  Hoe zorg je voor een cultuur van kennisuitwisseling en open innovatie waar bedrijven en onderwijs kunnen samenwerken en wat is daarbij de rol van de campusorganisatie?  Hoe zet je een innovatieprogramma op?  Hoe maak je van een campus een bruisend stukje stad? ACHTERGROND Campussen heb je in vele soorten en maten. Van klassieke scienceparken en bedrijvencampussen tot campussen rond hbo- en mbo-instellingen, waar leren en werken samensmelt. In de grote steden zie je daarnaast privaat gefinancierde start-up hubs ontstaan. Gemene deler is dat er verbindingen gesmeed worden, tussen bedrijfsleven en onderwijs, talent en kapitaal. En ze vaak voorzien in betaalbare bedrijfsruimte voor startende ondernemingen. Het ministerie van EZ onderzoekt fysieke doorgroeimogelijkheden voor start-ups en scale-ups op campussen en daarbuiten. En elke stad wil start-ups de ruimte geven. Maar hoe organiseer je dat? Wie zorgt voor incubatieruimte, die in financiële zin vaak verlieslatend is? Moeten overheden en onderwijs deze rol op zich nemen? Of kan het op een of andere manier tóch uit? En wie springt er in de bres voor scale-ups die maatschappelijk en economisch van strategisch belang zijn, maar zich nog geen hoge huren kunnen veroorloven?  PROGRAMMA* Vertrek: Amersfoort, woensdagochtend 2 april 09.00 uur Terugkomst: Amersfoort, donderdagmiddag 3 april 18.00 uur Overnachting: Purmerend  *een volledig programma met de route en sprekers volgt spoedig FACTS & FIGURES Wat: 2-daagse campusreis; Wanneer: woensdag en donderdag 2 & 3 april 2025; Voor wie: ambtenaren van gemeenten en provincie, medewerkers van regionale ontwikkelingsmaatschappijen, mensen uit het onderwijs en iedereen die bij het ontwikkelen en organiseren van campussen en innovatieve werklocaties betrokken is; Inclusief: compleet verzorgd met lunches, diner, consumpties, overnachting, mogelijke entreegelden, vervoer, reisbegeleiding en een reisverslag achteraf; Kosten: € 1550,00 (ex. btw). KLIK HIER OM U GELIJK AAN TE MELDEN!  

02-04-2025
Nieuws
Instrumenten uit de Omgevingswet voor ruimte voor economie
Instrumenten uit de Omgevingswet voor ruimte voor economie

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het ruimtelijke-ordeningsinstrumentarium grondig veranderd. De ‘Handreiking Ruimte voor Economie’ moet overheden inzicht geven in het nieuwe instrumentarium en de toepassingsmogelijkheden hiervan voor het ruimtelijk – economisch beleid – voor ruimte voor economie. De handreiking is in opdracht van het ministerie van Economische Zaken ontwikkeld door Rho adviseurs en Antea group. Klik hier om de Handreiking Ruimte voor Economie te downloaden (PDF). Vanuit het Nationaal Programma 'Ruimte voor economie' wordt beleid ontwikkeld voor het verbeteren van de beschikbaarheid en het gebruik van werklocaties in het algemeen en bedrijventerreinen in het bijzonder. Deze handreiking beschrijft een aantal mogelijke ruimtelijke maatregelen om voldoende ruimte en kwaliteit voor werklocaties en bedrijventerreinen te waarborgen en ontwikkelen. Bijvoorbeeld door clusters van bedrijven van nationaal belang uit het Nationaal Programma Ruimte voor Economie in juridische zin te borgen en daarmee te beschermen. Denk aan de vijf industrieclusters of de veertien campussen uit het programma. Een ander voorbeeld is het toepassen van de Utrechtse BAR-code. Deze barcode maakt slim gebruik van de beschikbare ruimte door - waar mogelijk - functies te combineren (dus ook wonen en werken) en ruimte multifunctioneel te gebruiken.  De handreiking is bedoeld voor alle overheden om ervoor te zorgen dat er nu en in de toekomst voldoende ruimte voor economie beschikbaar is en te sturen op 'het juiste bedrijf op de juiste plek'. En het kan helpen bij de nadere uitwerking van het Programma Ruimte voor Economie in samenwerkingsafspraken en een uitvoeringsagenda en in het kader van de Nota Ruimte. Beeld: iStock.com - bortecristian

08-01-2025
Nieuws
Ontwikkeling Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 krijgt BREEAM-Outstanding certificering
Ontwikkeling Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 krijgt BREEAM-Outstanding certificering

De uitspraak “Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg” wordt vaak toegeschreven aan Albert Einstein. Hoewel het niet zeker is of hij dit letterlijk heeft gezegd, sluit het idee erachter aan bij het feit dat als je dingen op dezelfde manier aanpakt, je ook dezelfde resultaten kan verwachten. Terwijl het bij innovatie en verandering juist zo belangrijk is om buiten je comfortzone te stappen en nieuwe strategieën te bedenken. De toepassing van Einsteins filosofie zorgt voor een outstanding beoordeling van BREEAM-NL voor gebiedsontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2. Projectmanager Sheila van Vliet van SADC en Hein Veldmaat, Business Leader duurzame stedelijke ontwikkeling bij TAUW, vertellen er vol trots en enthousiasme over. ‘Samen anders durven kijken brengt ons verder’ “Bij SADC ontwikkelen we werklandschappen van de toekomst”, vertelt Sheila. “Dat zijn werklocaties van hoge kwaliteit, waar mensen graag werken en verblijven. De bedrijven die zich op onze terreinen vestigen delen onze ambities op economisch, ecologisch en maatschappelijk gebied. Dat ontwikkelen doen we op een heel adaptieve manier: we leggen de lat op het gebied van duurzaamheid steeds hoger en houden constant rekening met de voortschrijdende inzichten uit eerdere ontwikkelingen. Dat we voor de ontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2, dat we na voltooiing van fase 1 ontwikkelen, gecertificeerd zijn met de BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling Outstanding-certificering, maakt enorm trots. Het is door onze werkwijze echt een place to be aan het worden, en dat zien we ook terug aan het enthousiasme van de bedrijven die zich hier vestigen en die met ons mee voorop lopen. Want we doen als SADC heel veel in het gebied, maar vragen van onze klanten hetzelfde op kavel- en gebouwniveau. Dat brengt de locatie als geheel echt verder.” Een betere wereld begint (ook) bij BREEAM “Het BREEAM-certificaat kennen veel mensen van de beoordeling van gebouwen, maar is er dus ook voor gebiedsontwikkeling. Het duurzaamheidskeurmerk geeft aan hoe duurzaam een gebied is ontworpen, gebouwd en wordt beheerd. Ook worden scores gebruikt om de impact op het milieu te meten, om zo gezonde en leefbare gebieden te ontwikkelen. Het aantal criteria waarop getoetst wordt is groot, en daarom hebben we dit traject samen met Hein aangevlogen. Behalve dat hij nauw betrokken is bij het opstellen van het inrichtingsplan en het gebied dus heel goed kent, is hij expert op duurzame stedelijke ontwikkeling en helpt ons de maximale prestaties te realiseren, op een uitgebreide, serieuze en doordachte manier.” Hein: “Duurzaam ontwikkelen is niet nieuw voor SADC. Sterker nog, het zit in hun DNA, is hun intrinsieke motivatie. We waren daarom al heel goed op weg met de eisen die BREEAM stelt, die zijn eigenlijk onze ‘ondergrens’. Van begin medio 2017 zijn we op pad gegaan om een state-of-the-art duurzaam werklandschap van de toekomst te realiseren. Dat ons gehele ontwikkelproces, het ontwerp en de beheerplannen voldoen aan de hoogste waardering van BREEAM Gebied, zijn we trots op. Op bepaalde vlakken gingen we zelfs verder dan de beoordelingsmethodiek. Dat maakte het voor mij makkelijk om ze in het ontwikkelplan te borgen, waarbij ik ben uitgegaan van de optimale mix van de aard van het ontwikkelgebied en het ontwikkel- en ontwerpproces, wat we integraal hebben aangepakt. Dat klinkt misschien wat ingewikkeld, maar het komt erop neer dat we over alle elementen, waarop we getoetst zouden gaan worden, al hadden nagedacht. En dat we zelfs verder gingen dan dat. Zo zijn we heel ver gegaan in het bodemvriendelijk en bodemecosysteem gestuurd ontwerpen. Dat heeft weer geleid tot een geheel nieuw wegontwerp waarbij de aanwezige kleilagen zijn bewerkt tot hoogwaardige fundering voor de weg.”  Anders kijken is anders doen “Samen met stedenbouwkundigbureau MUST hebben we een masterplan en inrichtingsplan ontwikkeld. En daarbij kwamen initiatieven aan de orde die verder gingen dan in eerste instantie gedacht. Neem bijvoorbeeld ons bodemwaterecosysteem. Dat is een duurzame methode die heel veel milieu-, kosten- en kwaliteitsimpact heeft als je die zorgvuldig, tijdig en volledig doorvoert. Dit is echt één van onze USP’s in deze ontwikkeling. Terwijl de in Nederland traditionele manier van ophoging werkt door het aanvullen van grondlagen (bijvoorbeeld met zand of puingranulaat) en klei doorgaans als last wordt gezien, stabiliseren wij de bodemstructuur door kleideeltjes vast te zetten in de bodem. Dat levert niet alleen stevige funderingslagen voor infrastructuur op maar voorkomt bovendien materiaalgebruik van primaire en secundaire grondstoffen met al hun vervoersbewegingen. Door het niet ophogen en inbrengen van gebiedsvreemde grondsoorten en puinlagen voorkomen we het verstoren van het bodemwaterecosysteem. Hierdoor blijft de natuurlijke waterhuishouding in het gebied ook beter in balans. Traditionele ophoging is vaak instabiel en heeft te maken met restzettingen waardoor er veel renovatie- en beheerkosten zijn. Dat wordt nu meer voorkomen en leidt tot lagere onderhoudskosten en minder verstoring van de omgeving op de lange termijn. Traditionele ophoging vereist veel transport van grond en machines, wat weer leidt tot een hogere uitstoot van CO2. Even voor het beeld: voor het ophogen van deze grond zou een volgeladen vrachtwagen met zand grofweg twee keer de wereld om hebben moeten rijden. Het immobiliseren van bestaande kleilagen tot funderingslaag is energiezuiniger, duurzamer en levert materiaalbesparing op. Dat we voor deze aanpak hebben gekozen, betekende natuurlijk wel dat we afweken van veel ‘standaarden’. Dat vergde van de partijen waarmee we samenwerken echt wel een andere visie en leiderschap van alle betrokkenen, gemeente Amsterdam, Waternet en alle technische adviseurs en uitvoerders. Dat is ook een grote winst: dat we door anders te gaan kijken het samen ook echt anders zijn gaan doen.” Goed kijken en benutten wat er al is “Bij de ontwikkeling van Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 hebben we heel goed en uitgebreid gekeken naar wat er al was. In nauw overleg met experts, zoals de stadsecoloog, speciallist bodemleven van Naturalis en de landschapsbeheerder van Spaarnwoude, hebben we gezocht naar een robuuste en diverse biotopen voor de van origine akkerbouwgrond in het gebied. Biodiversiteit hangt samen met hoe een gebied wordt ingericht en beheerd, hoeveel ruimte er is, en de omgeving waarin het zich bevindt. Goed beheer richt zich op het minimaliseren van verstoring en het aanleggen van een netwerk van natuurgebieden en verbindingen, zowel binnen Business Park Amsterdam Osdorp als met de omliggende gebieden. Vaak wordt biodiversiteit vooral bekeken als iets wat er mooi uitziet en een paar nuttige functies heeft. Bodembiodiversiteit krijgt daarbij weinig aandacht omdat de kennis hierover beperkt is en het minder zichtbaar is. Daarom wordt het bij de inrichting en het beheer vaak overgeslagen. Bij de aanleg van bedrijventerreinen wordt vaak uitgegaan van een ‘dode bodem’, waarbij steriele grond wordt gebruikt en standaard planten worden aangeplant. Dit leidt tot saaie bedrijventerreinen die weinig bijdragen aan de biodiversiteit en het landschap verstoren. Het is bovendien niet duurzaam omdat er weinig ecosysteemdiensten worden geleverd. Dat wilden we anders doen. Door gebruik te maken van de oorspronkelijke grond behouden we niet alleen de identiteit van het gebied, maar zorgen we ook voor een goede start met de bestaande bodembiodiversiteit. Dit sluit aan bij de bodemtypen en leefgebieden in de bredere omgeving. Dit vraagt om durf, want we ontdekken steeds meer hoe belangrijk bodemleven is voor alles wat erboven groeit, terwijl we er nog weinig van begrijpen. Wij kiezen voor een vooruitstrevende aanpak, waarbij het behoud en herstel van de oorspronkelijke bodem centraal staat. Een verwant biotoop is een omgeving die nauw verwant is aan het oorspronkelijke leefgebied van specifieke soorten planten en dieren. Hier hebben we gekozen voor een vernat biotoop, waardoor de bodem bewust natgehouden wordt. Dit stimuleert de groei van planten die van vocht houden en ondersteunt diersoorten die afhankelijk zijn van water. Er is een grondwal ontworpen die gebruik maakt van de aanwezige gradiënt -de variaties in milieuomstandigheden die leiden tot verschillen in vegetatie of diersoorten-, bijvoorbeeld van nat naar droog van 25 meter breed en 2 meter hoog, die het zicht op het business park op een hele natuurlijke manier ontneemt. Bij alles hebben we met respect voor de bestaande situatie gehandeld, en dat betaalt zich op een positieve manier uit. Zo zien we dat de rugstreeppad, hier in de natuurlijkvriendelijke oevers en poelen, weer helemaal zijn thuis heeft gevonden. Daar worden we met zijn allen uiteraard hartstikke gelukkig van.” Fruitboom als verbinder Sheila: “Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 ligt aan de rand van Amsterdam, vlakbij de A5 en A9. Dat maakt deze locatie aantrekkelijk voor bedrijven in de stadsdistributie en dienstverlening. Maar we hebben bij het ontwerp ook gekeken naar hoe dit business park kan bijdragen aan de sociale cohesie in de omgeving. Hoe ligt het gebied nou in de omgeving en hoe kunnen we het zó inrichten dat dit een plek wordt waar veel meer gebeurt dan alleen werken? Dat het een plek wordt waar mensen graag samenkomen en er een logisch onderdeel van zijn? En hoe verbinden we bestaande lokale initiatieven als ‘Tuinen van West’ met de ondernemers die hier zitten? Dat zijn vragen waarop in het ontwerp echt mooie antwoorden worden gegeven.” “Mede om die cohesie en verbinding tussen mensen onderling te bereiken hebben we de openbare ruimte ontworpen als een fruitboomgaard met 1500 fruitbomen en een waterpark als hart en ontmoetingsplek aangelegd”, vult Hein aan. “De fruitbomen zorgen voor een ontmoetingsplek om te plukken en een communityproces vorm te geven. In het waterpark -een hoogwaardig stadpark met onder meer aquaducten- komen het hemelwater van de daken en het terrein samen en zorgt een ecologische inrichting voor een verhoogde waterkwaliteit. Strategisch geplaatste boomgroepen zorgen met hun bladerdak niet alleen voor ontmoetingsplekken met licht en schaduw, maar vormen ook de route voor vleermuizen in de verbinding tussen begraafplaats Westgaarde en het westelijk gelegen natuurgebied de Groene As. Wat ook weer een heel mooie wandelroute voor mensen is, met bruggetjes en prachtige inheemse planten en bomen. In plaats van traditionele harde infrastructuur als hemelwaterriool of kadermuren  te bouwen om water tegen te houden, maken we gebruik van Nature Based Solutions. Deze zijn flexibel en hebben het vermogen om zich aan te passen aan veranderende omgevingsfactoren, zoals extreme weersomstandigheden.” Kan niet, bestaat niet Sheila: “Bedrijven die zich hier vestigen moeten aan bepaalde duurzaamheidseisen voldoen en we verwachten ook dat ze hun innovatiekracht aanspreken door middel van het aanleveren een Value Added Plan. Wat ga je doen op het gebied van energie-efficiëntie, hoe zorg je voor lagere onderhoudskosten en welke maatregelen neem je om het comfort voor je werknemers te verhogen zijn bijvoorbeeld zaken die aan de orde komen. Sowieso verhogen investeringen in duurzaamheid, technologie en esthetiek de waarde van het gebouw, waardoor het aantrekkelijker wordt voor potentiële huurders of kopers. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat de onderneming laat zien wie ze is, dat de eigen identiteit naar voren komt. Doordat ze zich op een bedrijventerrein met onze certificering vestigen, helpt hen ook bij hun gebouwcertificering, maar we dagen ze altijd uit om het nog beter te doen. De duurzaamheidsvoorwaarden worden elk jaar, op basis van de nieuwste inzichten, herzien. Zo blijven we samen vooroplopen.” Hein: “Arjan van Timmeren, hoogleraar Environmental Technology en Design, is echt een inspirator en facilitator op dat gebied. Zo’n Value Added Plan is afdwingbaar, je hebt er echt iets mee in handen. En het geeft eigenaren van de gebouwen ook nieuwe inzichten. ‘Kan niet, bestaat niet’ is ons credo, want kijk, hier gebeurt het! We bieden de eigenaar van de kavel kennis, waardoor we volwaardige gesprekspartners zijn. En gelijke ambities hebben voor de onderneming op de kavel en de mensen die er werken. Je zit tenslotte niet zomaar op Business Park Amsterdam Osdorp fase 2, daar moet je wat voor doen. En dat werkt door in de hele keten, ook in de nieuwe BREEAM-richtlijnen. Zo bepalen we samen telkens weer de nieuwe standaard!” Sheila: “Deze certificering sterkt ons in ons streven naar duurzame en toekomstgerichte werkomgevingen. Maar het werk stopt hier niet; innovatie blijft essentieel om groene, gezonde, klimaatadaptieve werkomgevingen te creëren.”

07-01-2025
Aanmelden nieuwsbrief