De gemeente Den Haag heeft de afgelopen jaren ingezet op het behoud van bedrijventerreinen door verduurzaming bedrijventerreinen, toevoegen van bedrijfsruimte, aanscherping kaders (‘nee, tenzij’), subsidie-instrumenten, samenwerking met het bedrijfsleven en regionale samenwerking op vlak van hoogmilieu-categorie bedrijvigheid.

Ondanks de resultaten is er nog steeds te weinig bedrijfsruimte in stad en regio en is er geen balans van vraag- en aanbod. Er is een krapte op de markt, er is te weinig nieuw gerealiseerd en er is geen voorraad aan projecten. Er is sprake van een vorm van marktfalen. Met het Urgentieprogramma Bedrijfsruimte wil de gemeente de stap zetten naar een meer actief overheidsoptreden.

Tijdens de Provada wil de gemeente Den Haag graag het gesprek hierover aangaan met de ontwikkelende marktpartijen. Welke rol ligt hier aan de kant van ontwikkelaars, waar kan de gemeente zorgen voor de juiste randvoorwaarden? Hoe versnel je gemengde ontwikkelingen en hoe zorg je ervoor dat er ruimte beschikbaar blijft voor werkmilieus.

Na een korte inleiding vanuit de gemeente zullen drie sprekers van buiten de gemeente ingaan op de vraag ‘hoe dan’. Een markt voor bedrijfsgebouwen bestaat (nog) niet, wat betekent dat voor de diverse rollen bij vastgoedontwikkeling. Hoe kunnen we wel zorgen voor voldoende (nieuwe) bedrijfsruimte? Kan een actief grondbeleid een rol spelen. En alles overziend, waar liggen de kansen gegeven het urgentieprogramma bedrijfshuisvesting. 

1. Bert Kassies, programmadirecteur CID,  Dienst Stedelijke Ontwikkeling

De opgave voor Den Haag 

2. Jeroen Kraaij (Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Economie)

Waarom een urgentieprogramma bedrijfshuisvesting en de betekenis van een regionaal woon-werkakkoord

In Den Haag en de regio is er weinig tot geen aanbod van bedrijfsruimte. Hierdoor kunnen bedrijven niet groeien, zich niet vestigen en is er ook geen schuifruimte voor herontwikkeling. Hiervoor is een urgentieprogramma nodig. Herontwikkeling en vernieuwing zijn complex, duur en langdurig. Ondernemers en eigenaren beschikken niet over alle expertise om hier als ontwikkelende partij op hun eigen locatie op te treden. Vraag daarbij is ook: welke werkplekken willen we toevoegen? Hoe faciliteren we startende bedrijven? Dit vraagt om een andere rol van de gemeentelijke overheid, maar het is ook nog een zoektocht naar het juiste instrumentarium. 

3. Milan Bergh, architect/partner bij bureau APTO

Een markt voor bedrijvengebouwen bestaat (nog) niet, waarom ontwikkelaars nog niet in staat zijn zelfstandig bedrijfsruimte te realiseren.

APTO werkt binnen en buiten Nederland aan projecten waar verschillende functies worden gecombineerd. Welke kansen liggen er voor een ander ruimtelijk ontwerp?

Wat is de positie van het bedrijven in de stad? Aan de hand van voorbeelden wordt ingegaan waarom bedrijven bij herontwikkeling niet uitgesloten moeten worden, maar juist de start van de ontwikkeling moeten zijn. Ook de financieringsarrangementen zijn daar nog niet op ingericht. Ingegaan wordt op drie voorbeelden: een gestapeld bedrijfsverzamelgebouw, alleen met collectief van opdrachtgevers komt dit project van de grond. Een tweede voorbeeld betreft het toevoegen van last mile logistiek aan een nieuwbouwwoningproject, waarbij de huidige grondprijzen wel haalbaar zijn. Het derde voorbeeld gaat over een blokgerichte aanpak met wonen boven bedrijven.

4. Klaas Bakker, Ontwikkelaar/mede-eigenaar Akerpoort, voorzitter ondernemerskring BCO Amsterdam

Gebrek aan financiering beperkt de vastgoedmarkt op bestaande bedrijventerreinen.

Korte inventarisatie van de Haagse bedrijventerreinen. Aan de hand van concrete voorbeelden op het BCO is een analyse gemaakt van het veranderende gebruik van de panden en daarnaast van de financieringen. Vanuit dat perspectief is onderzoek gedaan van een steekproef van 43 bestaande bedrijventerreinen, waarvan 3 in Den Haag. Dat onderzoek wordt momenteel uitgebreid naar alle 3.769 bedrijventerreinen in Nederland. Wat kun je leren uit die cijfers, met name voor financieringen? Welke perspectieven bieden die (grote) getallen voor financieringen? Tot slot, terug naar Den Haag. Wat zijn de 'best practices' om de financiering van vastgoed op bedrijventerreinen te verruimen?

5. Gert- Joost Peek: lector Gebiedsontwikkeling en Transitiemanagement

Menging van bedrijven en andere functies. Waar liggen de kansen?

In veel steden, ligt het grootste potentieel voor een lerende stedelijke ontwikkeling in binnenstedelijke bedrijven- en industrieterreinen. Hier komen werken en wonen elkaar tegen en is het doel om innovatiemilieus te creëren, waar nieuwe bedrijvigheid kan ontstaan en groeien. Hier ontstaat de nieuwe economie – circulair, biobased, genetwerkt en met baankansen voor iedereen – die de stad verder brengt als draaischijf van de transitie. Waar liggen hier kansen voor Den Haag? 

6. Discussie onder leiding van Paul Jansen, projectmanager Dienst Stedelijke Ontwikkeling                                                              

Om deze bijeenkomst bij te kunnen wonen dien je in het bezit te zijn van een kaart voor PROVADA 2022. Bestel je kaarten voor PROVADA.

Locatie: C203
Tijd: 14.00 - 16.00 uur

Event
Studiereis ‘Campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’
Studiereis ‘Campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’

“Start-ups en scale-ups zijn een belangrijke motor voor economische groei en verdienvermogen, creëren veel hoogwaardige werkgelegenheid en jagen productiviteitsgroei aan”, aldus de nieuwe minister van EZ in een brief aan de Tweede Kamer. Veel start-ups en scale-ups zijn gevestigd op campussen. Het zijn dé plekken waar bedrijven innoveren en waar talent wordt opgeleid, met belangrijke spin-off naar de regionale arbeidsmarkt en economie. De aanwezigheid/concentratie van talent is omgekeerd voor bedrijven de belangrijkste reden om zich op of in de nabijheid van een campus te willen vestigen.  Het is dan ook niet gek dat bijna elke gemeente of regio in Nederland haar eigen campus, innovatiedistrict of start-up hub wil hebben.  Tweedaagse studiereis Na vier succesvolle eerdere edities, organiseren Vakblad BT en Twynstra Gudde op woensdag 2 en donderdag 3 april 2025 een nieuwe, vijfde ‘Studiereis campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’ naar Utrecht en de Metropoolregio Amsterdam. Tijdens de reis, die onder inhoudelijke leiding staat van campus-expert Gregor Heemskerk (partner TwynstraGudde), onderzoeken we wat de lessons learned zijn van de volgende innovatie-hotspots: >> UTRECHT SCIENCE PARK  Van besloten universiteitscomplex transformeerde Utrecht Science Park tot open campus voor onderwijs, onderzoek, incubatie en bedrijven. Hoe is de campus georganiseerd, hoe werkt business development, en wat is het deurbeleid?  >> DOTSLASH, UTRECHT KANALENEILAND  Een bruisende, private start-up campus in Kanaleneiland met ruimte voor inmiddels 250 innovatieve bedrijven. Hoe is dat gefinancierd?  https://fd.nl/bedrijfsleven/1501711/in-de-torens-van-kanaleneiland-floreren-de-utrechtse-start-ups >> H20 ESPORTS CAMPUS AMSTERDAM, PURMEREND Het Papendal van de esports: ruim 12.000 m2 bedrijfsruimte en onderwijs in diverse gebouwen rond gaming, esports en creative tech, geclusterd rond het het Rabo Esports Stadion, het grootste permanente esportsstadion van West-Europa. >> SANQUIN / HEALTH AND INNOVATION DISTRICT NEW WEST Van health district naar innovatiedistrict: Sanquin Health Solutions (SHS) ontwikkelt in samenwerking met andere gezondheidspartners en de gemeente Amsterdam in het gebied De Plantijn een campus waar innovaties in de gezondheidszorg centraal staan: het ‘Health and innvation district New West’. Hamvraag is: Hoe betrek je – als relatief gesloten zorginstelling – startup’s, bedrijven en kennisinstellingen bij de campus? >> B. AMSTERDAM B. Amsterdam positioneert zichzelf als ‘Europe’s biggest startup ecosystem’. Hier komen elke dag meer dan 2.500 mensen samen om te werken bij een van de 300 verschillende bedrijven die in drie gebouwen die in en rond de oude IBM typemachine fabriek in de hak van de Amsterdamse Ringweg A10 gevestigd zijn.  >> KENNISKWARTIER ZUIDAS Het Kenniskwartier Zuidas ontwikkelt zich snel tot innovatiedistrict rondom de universiteitscampus van de Vrije Universiteit (VU). Hoe leg je de verbinding tussen de universiteitscampus en het omliggende bedrijvengebied, en leg je de koppeling met B2C-activiteiten om naast kennis ook ‘de stad’ naar de Zuidas te halen?  KLIK HIER OM U GELIJK AAN TE MELDEN!   Centrale vraag deze editie is: hoe campussen te organiseren en te financieren? Subvragen zijn: Hoe organiseer je vastgoedontwikkeling op campussen en innovatiedistricten? Hoe zorg je voor huisvesting voor start-ups, hoe bekostig je deze onrendabele faciliteit? Hoe betrek je onderwijs- en zorginstellingen en bedrijven bij de campus?  Hoe zet je een triple helix-community of campusorganisatie op en hoe bekostig je dit?  Hoe zorg je voor een cultuur van kennisuitwisseling en open innovatie waar bedrijven en onderwijs kunnen samenwerken en wat is daarbij de rol van de campusorganisatie?  Hoe zet je een innovatieprogramma op?  Hoe maak je van een campus een bruisend stukje stad? ACHTERGROND Campussen heb je in vele soorten en maten. Van klassieke scienceparken en bedrijvencampussen tot campussen rond hbo- en mbo-instellingen, waar leren en werken samensmelt. In de grote steden zie je daarnaast privaat gefinancierde start-up hubs ontstaan. Gemene deler is dat er verbindingen gesmeed worden, tussen bedrijfsleven en onderwijs, talent en kapitaal. En ze vaak voorzien in betaalbare bedrijfsruimte voor startende ondernemingen. Het ministerie van EZ onderzoekt fysieke doorgroeimogelijkheden voor start-ups en scale-ups op campussen en daarbuiten. En elke stad wil start-ups de ruimte geven. Maar hoe organiseer je dat? Wie zorgt voor incubatieruimte, die in financiële zin vaak verlieslatend is? Moeten overheden en onderwijs deze rol op zich nemen? Of kan het op een of andere manier tóch uit? En wie springt er in de bres voor scale-ups die maatschappelijk en economisch van strategisch belang zijn, maar zich nog geen hoge huren kunnen veroorloven?  PROGRAMMA* Vertrek: Amersfoort, woensdagochtend 2 april 09.00 uur Terugkomst: Amersfoort, donderdagmiddag 3 april 18.00 uur Overnachting: Purmerend  *een volledig programma met de route en sprekers volgt spoedig FACTS & FIGURES Wat: 2-daagse campusreis; Wanneer: woensdag en donderdag 2 & 3 april 2025; Voor wie: ambtenaren van gemeenten en provincie, medewerkers van regionale ontwikkelingsmaatschappijen, mensen uit het onderwijs en iedereen die bij het ontwikkelen en organiseren van campussen en innovatieve werklocaties betrokken is; Inclusief: compleet verzorgd met lunches, diner, consumpties, overnachting, mogelijke entreegelden, vervoer, reisbegeleiding en een reisverslag achteraf; Kosten: € 1550,00 (ex. btw). KLIK HIER OM U GELIJK AAN TE MELDEN!  

02-04-2025
Nieuws
Circulaire safari op Willem-Alexander in Roermond: cruciale binnenhaven
Circulaire safari op Willem-Alexander in Roermond: cruciale binnenhaven

‘Deel best practices zoals Willem-Alexander in Roermond waar wordt ingezien dat een watergebonden bedrijventerrein cruciaal is voor de circulaire economie’, zei Cees-Jan Pen, lector bij Fontys Hogescholen dinsdag 14 janauri tijdens het Slotevent Samen Beter: Op safari naar Willem-Alexander Haven in Roermond. 'Hoe kunnen we dit soort gebieden, waarvan steeds duidelijker wordt dat die een enorm belangrijke rol gaan spelen als de circulaire transitie op gang komt, uiteindelijk hoger op de politieke agenda krijgen?’ Dit artikel is afkomstig van bt-online.nl.  Kijk hier voor de volledige versie Niet-watergebonden bedrijven domineren In het manifest 'Borgen binnenhavens als anker voor de circulaire economie', dat de lector met Evert-Jan de Kort (STEC groep) en Joep Janssen (Ginder) opstelde, staat dat zo’n 30 tot 40 procent van de kavels aan binnenhavens in Nederland in beslag wordt genomen door niet-watergebonden bedrijven. Pen: ‘Dit manifest is een eerste aanzet om te kijken of dit onderwerp in de top 10-issues van een aantal gemeenten kan komen te staan tijdens de raadsverkiezingen volgend jaar.' ‘Bedrijven in havengebieden gaan volgens de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) steeds meer afvalstoffen als nieuwe grondstoffen aanvoeren en verwerken, in plaats van het afvoeren van (afval)stoffen uit havens. Er ontstaat nieuwe maakindustrie waarbij binnenhavens en watergebonden bedrijventerreinen een cruciale rol spelen in de circulaire economie.’ Geen 'knuffelbare hubs' Tijdens de afsluiting van de circulaire safari in de raadszaal van het gemeentehuis van Roermond stelde Pen vast dat gemeenten inmiddels lokaal voorop lopen in hele stringente circulaire doelstellingen, maar die ambitie wordt niet gehaald met ‘leuke knuffelbare hubs in woonwijken’. ‘Je zult grote gebieden met overslagcentrales voor beton-asfalt en recyclingcentrales nodig hebben. Dat wordt vaak vergeten en met dit manifest willen we een onderwerp, waarvan mensen denken ‘ze zijn smerig en hebben we ze nog wel nodig’, duidelijk koppelen aan die circulaire transitie.’ Pen: ‘Ons advies is ook wees creatief met de beschikbare fondsen en breng vooral best practices beter over het voetlicht. Inspirerende verhalen moeten nog veel beter door gemeenten aan elkaar worden doorverteld, waarmee je voorkomt dat iedereen opnieuw het wiel gaat uitvinden. Neem vooral ook ondernemersparticipatie serieus en betrek het onderwijs en kennisinstellingen.’ De Willem-Alexander Haven, het decor van het slotevent van het tweejarige RAAK-onderzoek Samen Beter, liet in lijn met het manifest zien dat door een nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid (gemeente en waterschap, red.) en het onderwijs het oudste en enige watergebonden bedrijventerrein van Roermond is uitgegroeid tot een van de meest duurzame en circulaire bedrijventerreinen van Nederland. Groei circulaire bedrijvigheid  Gastheer Willem Bakker, directeur van Kalle en Bakker Overslag, Janou Martens-Goetstouwers, beleidsadviseur van de gemeente Roermond en Jean-Dominique de Pre van multinational BESIX lieten zien hoe de publiek-private samenwerking binnen een Bedrijven Investeringszone (BIZ) en de coöperatie Port of Roermond haar vruchten afwerpt. Tijdens een rondleiding op het bedrijventerrein vertelde Willem Bakker de deelnemers aan het event, dat mede georganiseerd werd door SKBN, dat de samenwerking er onder meer voor gezorgd heeft dat 90 procent van de bedrijven een bijdrage leveren aan de duurzame en circulaire economie op het bedrijventerrein.   Daarnaast ging Dankeld Vanmeenen, docent onderzoeker aan de Fontys, in op het project 'WA Meets Students’. Verdeeld over zeven periodes hebben bij Kalle en Bakker over de afgelopen drie jaar meer dan 200 Fontys-studenten voor de minor circulaire economie aan twaalf projecten gewerkt over uiteenlopende duurzame en circulaire vraagstukken die spelen bij bedrijven als Kalle en Bakker, SIF, Smurfit Westrock en BESIX.  Jean-Dominique de Pre vertelde vervolgens wat het belang is van de samenwerking is van de bedrijven binnen de BIZ, de gemeente Roermond en het waterschap bij de realisatie van een waterkering op het bedrijventerrein tegen het hoge water als gevolg van het hoge water in de zomer van 2021. Circulariteit vereist schaal Als afsluiter ging Frank de Feijter, onderzoeker circulaire economie aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), in op de uitkomsten van het ‘Samen Beter’-onderzoek, waarin is onderzocht wat het belang is van een publiek-private samenwerking op bedrijventerrein om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie.  Wil je als bedrijventerrein een geslaagde business op dat vlak dan is schaal een belangrijk aspect volgens De Feijter. Als voorbeeld haalde hij een case aan over het verwerken van piepschuim van ziekenhuizen op bedrijventerreinen in de regio Arnhem-Nijmegen. ‘Toen de betrokkenen dat doorrekenden bleek dat hiervoor alle piepschuim nodig was van ziekenhuizen in Oost-Nederland om er überhaupt een sluitende businesscase van te maken. Als je nadenkt over een circulariteit, denk dan ook altijd aan schaal.’ Programmatisch werken Over de organisatiegraad van bedrijventerreinen constateert de HAN-onderzoeker dat niet alleen in structuren moet worden gedacht van een BIZ, coöperatie of BV. ‘Het gaat om individuele partijen die elkaar vinden, waar synergie tussen ontstaat. Denk aan het succes in bijvoorbeeld Helmond waar partijen als Indusym en Ginder aan de slag zijn gegaan en een gemeente heel enthousiast is aangehaakt.’ Ook stelde De Feijter dat bedrijventerreinen veel kunnen leren van programmatisch werken. ‘Een van de successen van living labs in de regio – zoals hier op Willem-Alexander – is dat je met een studentengroep op het bedrijventerrein aanwezig bent. Daardoor ontstaat er synergie tussen alle betrokkenen. Op dat vlak zie ik nog een enorm potentieel als aanjager van bedrijventerreinen in de transitie naar de circulaire economie.’  

15-01-2025
Aanmelden nieuwsbrief