Nederland zit midden in een energietransitie. Energie uit fossiele brandstoffen maakt plaats voor energie uit hernieuwbare bronnen, zoals water, wind en zon.

Onze energienetwerken kunnen die transitie echter niet aan. Smart Energy Hubs bieden een enorme kans voor lokale duurzame energie, maar het is niet vanzelfsprekend dat ze tot stand komen.

Provincie Overijssel, Provincie Gelderland en Oost NL hebben de handen in elkaar geslagen om de ontwikkeling hiervan in gebieden zoals bedrijventerreinen in gang te zetten en te versnellen. Daarvoor is een programma ontwikkeld om 10 Smart Energy Hubs te realiseren, kennis en ervaring op te doen en van elkaar te leren.

Marc Leeuw van Oost NL vertelde tijdens dit SKBN Kenniswebinar hoe het programma in z’n werk gaat, mét alle hobbels en uitdagingen die daarbij horen. Ook sloot Jorian Bakker van Provincie Overijssel aan om de rol van de provincie in dit programma toe te lichten.
Kijk het webinar terug:

 

card image

Event

2024-02-01
SKBN Projectvisit naar M4H Rotterdam

Event

2024-02-01

SKBN Projectvisit naar M4H Rotterdam

We zijn erg verheugd jullie uit te nodigen voor een SKBN Projectvisit naar het M4H-gebied in Rotterdam. Stadshavengebied Merwehavens wordt door de Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam ontwikkeld tot een innovatief woon-werkmilieu, optimaal ingericht voor de innovatieve maakindustrie. Een mix van wonen en werken, cultuur, horeca, sport en onderwijs maakt van M4H een energiek gebied.

Lees hier alvast het Ruimtelijk Raamwerk van het gebied.

  • Hoe houd je vast aan een goede mix van wonen en werken in een te revitaliseren gebied?
  • Hoe pak je als gemeente de juiste rol hierin en hoe kun je sturen?
  • Welke rol heeft het Havenbedrijf Rotterdam, en op welke wijze wordt er samengewerkt?
     

Tijdens deze SKNB Projectvisit krijgen we een introductie van David Louwerse (Economie) en Walter de Vries (Planologie) van de Gemeente Rotterdam. Ook Jouke Goslinga van het Havenbedrijf Rotterdam sluit aan om in gesprek te gaan over het belang van het Havenbedrijf bij de ontwikkeling van M4H.

We verblijven in het interessante Keilepand, waarna we een rondleiding krijgen in het gebied. Tot slot nemen we de tijd om rustig na te praten over wat we tijdens de wandeling hebben gezien en we sluiten uiteraard af met een borrel.

Deze projectvisit is alleen voor leden van de SKBN en abonnees van BT.
Lees hier alvast het artikel over M4H in vakblad BT.

Wanneer – Donderdag 1 februari 2024
Waar – Keilepand (Keilestraat 9F, 3029 BP Rotterdam)
Tijd – 14.00 tot 16.30 uur, aansluitend borrel
Aan deze bijeenkomst zijn voor de deelnemers geen kosten verbonden.
 

MELD JE NU AAN


Fotocredit: Sandra Koning

Lees verder

Achtergrond

card image

16-02-2023

Ruimtelijke Strategie Circulair Zuid-Holland

Achtergrond

16-02-2023

Ruimtelijke Strategie Circulair Zuid-Holland

Een volledig circulaire samenleving in 2050 heeft impact op de huidige openbare ruimte. De provincie Zuid-Holland werkte samen met BVR en Ecorys aan ‘de Ruimtelijke Strategie voor Circulair Zuid-Holland’, zodat de ruimtelijke inrichting van Zuid-Holland klaar is voor de circulaire transitie.

Waarom een ruimtelijke strategie voor een circulair Zuid-Holland?

Zuid-Holland wil in 2050 volledig circulair zijn. De route naar deze circulaire samenleving heeft consequenties voor de openbare ruimte. De ruimte in Zuid-Holland is namelijk schaars. Ruimte die we hard nodig hebben voor circulaire bedrijven en initiatieven. Het is daarom belangrijk om de openbare ruimte in Zuid-Holland zo snel mogelijk om te bouwen. Bestaande plannen en projecten kunnen aangepast worden om de circulaire ambitie waar te maken. Circulair denken kan helpen om deze opgaven te realiseren.

Dit gaat alleen niet vanzelf. Het vergt inspanning om een leefomgeving te creëren waar we in de toekomst met plezier kunnen blijven wonen, leven en werken. Een adequate ruimtelijke strategie voor een circulair Zuid-Holland is daarom van cruciaal belang. De provincie Zuid-Holland heeft samen met adviesbureaus BVR en Ecroys ‘de Ruimtelijke Strategie voor Circulair Zuid-Holland’ ontwikkeld. De strategie is een gereedschapskist om de ruimtelijke inrichting van Zuid-Holland dusdanig aan te passen om de transitie naar een circulaire samenleving voor elkaar te krijgen.

In de ruimtelijke strategie staan drie hoofdvragen centraal:

  1. Wat is de ruimtelijke impact van de circulair-economische transitie in Zuid-Holland??
  2. Hoe benutten we de dynamiek van bestaande ruimtelijke plannen en projecten in Zuid-Holland om circulair te worden? ?
  3. Wat is de ruimtelijke bijdrage van circulariteit aan andere transitie-opgaven?

Door het beantwoorden van deze bovenstaande vragen komt een ruimtelijke strategie voor een circulair Zuid-Holland tot stand. Waarmee ingezet wordt op het verstandig op-, af en ombouwen van de huidige economie richting uitsluitend circulaire productie- en consumptieketens.

Wat heeft de openbare ruimte nodig voor een circulaire economie?

De ruimtelijke strategie bouwt voort op drie pijlers:

  • De circulaire hoofdstructuur opbouwen en versterken. Hier gaat het om het versterken van essentiële ruimtelijke randvoorwaarden, zoals een gezond circulair bodem- en watersysteem en een duurzaam energiesysteem.
  • Om van lineaire productieketens kringlopen te maken heb je kenmerkende ruimtes nodig, ruimtelijke schakels, zoals bouwhubs. Hier worden logistieke stromen van grondstoffen samengebracht, opgeslagen, uitgewisseld en verder gedistribueerd.
  • Om circulaire ketens te realiseren moeten we gebiedsgericht samenwerken in circulaire arena’s. Elk gebied heeft haar eigen circulaire kansen en opgaven. Denk aan: het stedelijk gebied, de Zuid-Hollandse Delta, het havenindustrieel complex, de Greenports en de veenweide gebieden.

Meedenken over de ruimtelijke strategie?

De ruimtelijke strategie geeft ons inzicht in hoe we de ruimtelijke inrichting van Zuid-Holland om- en af kunnen bouwen om de transitie naar een circulaire samenleving voor elkaar te krijgen. Heb je vragen over de strategie of ideeën? Laat het ons weten en stuur een e-mail naar [email protected].

Lees verder

Nieuws

card image

Nieuws

Sturende provincie nodig om ruimte voor werken te borgen

Nieuws

07-02-2023

Sturende provincie nodig om ruimte voor werken te borgen

Als het nodig is, kunnen en moeten provincies regie rond ruimte voor economie naar  zich toetrekken. Dat was de conclusie in het verkiezingswebinar ‘Ruimte voor werken: de provincie aan zet’.

Hoe en met welke instrumenten kunnen we ruimte voor werken borgen in coalitieakkoorden te midden van andere ruimteclaims, rekening houdend met transities? Die vraag stond centraal tijdens het webinar dat vakblad BT en Buck Consultants International (BCI) op woensdag 1 februari organiseerden.

Kijk hier het webinar terug

Dat ruimte voor werken een ondergeschoven kindje is, beamen alle sprekers. En de strijd om de ruimte neemt nog altijd toe, met toenemende krapte op bedrijventerreinen als gevolg, aldus Kristel Wattel, manager Programma Werklocaties bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het goede nieuws is dat de rijksoverheid na ruim tien jaar afwezigheid weer actief is op het bedrijventerreindossier. In oktober presenteerde minister Micky Adriaansens van EZK de eerste contouren van het Programma Werklocaties. “We zetten in op het behoud van in ieder geval het huidige areaal aan ruimte dat bestemd is voor economische activiteiten op bedrijventerreinen, meer of tijdelijk meer ruimte om de transities te versnellen, het borgen van voldoende en kwalitatief goede ruimte voor bedrijven op de goede plek”, zei Wattel. Net als de minister in haar Kamerbrief deed, plaatste ze het huidige ruimtebeslag van bedrijventerreinen tegenover het ruimtebeslag van agrarische terreinen: 88.184 hectare versus 2.230.447 hectare. Ofwel 2,5 procent versus 2/3 van het Nederlandse landgebruik.

Mengbaarheid

Op de vraag of we niet een klein gedeelte van dat enorme landbouwareaal kunnen gebruiken om het tekort aan ruimte voor werken te lenigen, antwoordde senior beleidsmedewerker Margreet Verwaal van EZK dat de stikstofkwestie feitelijk ook gaat over intensiever of extensiever agrarisch landgebruik. En mocht er landbouwgrond vrijkomen, dan kan het zijn dat ervoor wordt gekozen dit om te zetten in natuur. Daarnaast wijst ze op de Europese richtlijn ‘No Net Land Take’ waar momenteel over wordt gesproken, waardoor het de vraag is in hoeverre ruimte die overschiet, zomaar versteend mag worden. Kortom: we moeten ons niet rijk rekenen. “We verwachten voor de energietransitie en de transitie naar een circulaire economie meer ruimte nodig te hebben in de toekomst.”

Mengbaarheid met andere functies is daarom ook een streven van EZK. “Er loopt nu een onderzoek in zeventien verstedelijkingsgebieden. Daarin wordt voor zeven gebieden gekeken welke bedrijven daar gevestigd zijn en onder welke voorwaarden ze mengbaar zijn met woningbouw. De algemene conclusie is dat niet alle bedrijvigheid gecombineerd kan worden met woningbouw. Het kan wel voor een deel van bedrijfstypen. Voor bedrijven die niet mengbaar zijn, is ruimte nodig.”

Sturen op een goede mix van wonen en werken zal via omgevingsbeleid en gemeentelijke instrumentaria tot stand moeten komen. De provincie kan daarbij richting geven. Wattel wijst daarbij op het nieuwe instrument ‘programma’ uit de Omgevingswet. Daarin kunnen bijvoorbeeld richtlijnen worden opgenomen over de verhouding tussen wonen en werken. Het programma is niet juridisch bindend maar wel richtinggevend voor het provinciebestuur. Lagere overheden kunnen slechts gemotiveerd afwijken van (bestuurlijke) afspraken die in een provinciaal programma zijn opgenomen.

Datacenterstrategie

De provincie Noord-Holland programmeert ruimte voor bedrijventerreinen in beginsel samen met de regio’s en gemeenten samen, vertelt de Noord-Hollandse gedeputeerde Ilse Zaal (economie), tevens IPO-portefeuillehouder ruimtelijke economie. Maar als het gaat om werkgebieden van provinciaal belang, dan is ze bereid om sturende maatregelen te nemen. “Dat leidt wel eens tot een moeilijk gesprek.” Zo heeft de provincie besloten om via een instructieregel het gebied rond het Noordzeekanaal te borgen als strategische industriezone waar geen woningbouw wordt toegelaten, mede met oog op een (tijdelijke) extra ruimtebehoefte door de transitie naar een circulaire economie.
Zaal refereert ook aan de provinciale datacenterstrategie uit 2021, waarin staat dat datacenters enkel nog gevestigd mogen worden in gemeenten Hollands Kroon, Amsterdam en de Haarlemmermeer. Doel is een balans te vinden tussen de lusten en de lasten van datacenters door ze te clusteren. Daarnaast gelden er voor datacenters vestigingsvoorwaarden ten aanzien van het duurzaam opwekken van elektriciteit, koelwater en uitwisselen van restwarmte met de omgeving. Deze ‘systemische benadering’ wil ze graag doortrekken naar andere economische waar ook meer sturing op nodig is, en ze pleit voor een gelijk speelveld tussen regio’s om te voorkomen dat bedrijven gaan ‘shoppen’ in regio’s waar de eisen ten aanzien van bijvoorbeeld duurzame energie minder streng zijn.

Herontwikkeling in de versnelling

Managing Partner Marcel Michon van BCI presenteerde tijdens het webinar zeven ‘takeaways’ voor ruimte voor werken voor in de provinciale coalitieakkoorden kunnen landen. De eerste is dat economie gewoon ruimte vraagt. Niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief in de vorm van verschillende soorten innovatieomgevingen. Het belang van ruimte voor werken moet blijvend onder de aandacht worden gebracht en hoort dus thuis in de coalitieakkoorden, aldus Michon. Een tweede punt dat hij inbrengt is dat er direct aan de slag moet worden gegaan. De vraag naar ruimte is namelijk urgent. Dat je daarbij soms fouten maakt, is onvermijdelijk. Tegelijkertijd moet er over de lange termijn nagedacht worden, rekening houdend met de door Zaal genoemde transities.

Een derde takeaway luidt dat nieuwe ruimte voor economie onvermijdelijk is, maar daarnaast bestaande werklocaties beter moeten worden benut. Herontwikkeling moet volgens Michon in de versnelling. Daarvoor is het goed om kansenzones aan te wijzen waar die herontwikkelingsmogelijkheden het beste zijn en ondernemers ook bereid zijn mee te investeren. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de effecten van ‘speldenprikjes’ zich uiteindelijk gaan uitspreiden. Voor herontwikkeling zijn middelen nodig voor processteun en mogelijk afdekken van onrendabele toppen. Enkele provincies hebben daarvoor al herstructureringsmaatschappijen, zoals de HMO in Overijssel en de OMU in Utrecht. Naast bestaand herstructureringsfondsen moet volgens Michon slim worden aangehaakt bij andere programma’s en subsidies, zoals het programma Goederenvervoercorridors (GVC, BO Mirt) waar onder meer de modal shift (waterstof, clean energy hubs, digitalisering) deel van uitmaakt.

Als vijfde en zesde punt brengt Michon in dat een goede inpassing en inrichting alleen niet voldoende zijn. Er moet volgens hem ook gekeken worden aan complementariteit in activiteiten en we moeten af van de oude functionele indeling in verschillende typen werklocaties die volgens hem geen recht doen aan de vraag naar een nieuw soort omgevingen die gedifferentieerder zijn en verder reiken dat bedrijventerreinen alleen, maar waar ook gemengde stedelijke woon-werkmilieus onderdeel van uitmaken. Tot slot roept hij op tot meer samenwerking.

Samenwerken of sturen

Uiteindelijk is het borgen van ruimte voor werken een samenspel van meerdere bestuurslagen, waarbij hogere bestuurslagen de lagere kunnen overrulen. Zaal: “Als we écht circulaire economie en de fossiele transitie willen stimuleren en anderzijds natuur willen beschermen, moet je als provincie soms bereid zijn je sturende bevoegdheid in te zetten. Die bereidheid is er, en soms is het ook nodig”. Het kan ook nodig zijn als bijvoorbeeld twee gemeenten allebei woningbouwambities hebben op bedrijventerreinen, en er geen ruimte overblijft voor bedrijven. “Dan is het ook goed dat er een overheidslaag als de provincie is die in die ruimtelijke puzzel van doorslaggevende invloed is”, aldus Zaal. Ze verwacht dat de sturingsmogelijkheden van de provincie met de invoering van de Omgevingswet mogelijk toenemen. Samenwerking blijft echter haar uitgangspunt.

Dat is ook het uitgangspunt van het ministerie van EZK. “Economie is veel meer dan alleen Rijksbelang en nationaal belang. Het is ook provinciaal belang. Er zit ook heel veel regionaal en lokaal maatwerk in”, verklaarde Verwaal. “Het Rijk komt net kijken na meer dan tien jaar afwezigheid. Dan moet je vanuit die samenwerking gaan kijken wat daar nodig is. Dan zou het kunnen dat er misschien wat richtlijnen en kaderstellende zaken worden opgenomen, maar vooral om het provinciaal en ook lokaal bestuur helpen richting te vinden”.

Ze vervolgt: “Bij BZK hebben we een minister die heeft laten zien met de datacenterdiscussie dat hij stevig wil sturen. Onder meer bij het GRIP-traject (Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen, red.) zijn we daar in samenwerking mee bezig. Daar ziet het er naar uit dat we erin slagen van onderop in elk geval met provincies en Rijk balans te zoeken. Dus wat kun je als rijksoverheid doen om uiteindelijk de provincies in positie te brengen.”

Fotocredit: Gemeente Amsterdam

Lees verder