Nieuws
Bestuurlijk aanjager ‘Slim met Stroom overhandigd advies aanpak netcongestie
Bestuurlijk aanjager ‘Slim met Stroom overhandigd advies aanpak netcongestie

Gerard Schouw, bestuurlijk aanjager ‘Slim met Stroom', overhandigde vandaag aan Sophie Hermans van Ministerie van Klimaat en Groene Groei zijn advies aanpak netcongestie. Slim omgaan met stroom, zo schrijft Schouw in zijn advies, is essentieel om netcongestie te verminderen. 'Als onafhankelijk bestuurlijk aanjager ben ik gevraagd om te komen met voorstellen voor het vergoten van het flexibel vermogen, het vergroten van het bewustzijn van de noodzaak van flexibiliteit en om knelpunten vanuit de praktijk op te halen.'  Het 36 pagina's tellende advies van het oud-D66-Kamerlid bestaat uit twee delen: acht algemene adviezen en daarnaast concrete voorstellen rondom de aanpak van wachtrijen, energiehubs en financiële prikkels. De acht algemene adviezen hebben tot doel minder netcongestie door het afvlakken van stroompieken en het vergroten van de flexibiliteit: 1. Het krachtig en grootschalig uitbreiden van het aantal energiehubs 2. Het vergroten van de kennis van het net door bemetering 3. Optimalisatie van de benutting van het net 4. Regie op systeemopslag 5. Het maken van afspraken via congestiedeals met sectoren 6. Het beter organiseren van kennis en opschaling van initiatieven 7. Het uniformeren van de werkwijze van netbeheerders naar ondernemers 8. Het onderzoeken van de huidige marktwerking   Dowload hier het hele rapport. (PDF) Lees ook het interview met Schouw van eerder dit jaar, op BT-online: 'Vind bij energiehubs niet allemaal het wiel opnieuw uit'   Beeld: iStock.com - Ruud Morijn

27-11-2024
Nieuws
Ministerie van EZ sluit zich aan bij kennisalliantie SKBN
Ministerie van EZ sluit zich aan bij kennisalliantie SKBN

Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) erkent het belang van voldoende duurzame werklocaties voor de economie van Nederland. Dat bleek al uit het opstellen van het Nationaal Programma Ruimte voor Economie in 2023, geïnitieerd door toenmalig minister Adriaansens. Belangrijkste pijlers in dat programma zijn dat bevolkingsgroei en duurzame transities resulteren in een additionele behoefte van 15 procent aan fysieke ruimte voor bedrijvigheid. Huidig minister van EZ Beljaarts benadrukt het belang van het Nationaal Programma Ruimte voor Economie. Het kabinet gaat met die reden landelijke regie voeren op voldoende én het beter benutten van economische ruimte. Het ministerie deelt daarmee de missie van de Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) om het belang van ruimte voor werken in Nederland in beleid te verankeren. Naast vele andere ruimteclaims moet niet uit het oog worden verloren dat onze economie ook ruimte nodig heeft. Fysieke ruimte is een belangrijke basisvoorwaarde voor bedrijven om zich te kunnen blijven ontwikkelen en in te kunnen spelen op maatschappelijke transities, aldus het ministerie, dat wijst op onder meer de circulaire transitie. SKBN is dan ook verheugd over het feit dat het huidige ruimtelijk economisch beleid erop gericht is om voldoende kwalitatief goede ruimte voor bedrijven te behouden op de juiste plek. Nauwe samenwerking In de afgelopen jaren heeft het ministerie van EZ nauw met SKBN samengewerkt om dit thema op de kaart te krijgen. Zo benadrukte Jurgen Geelhoed, plv. directeur Regio en Ruimte bij EZ, op het BT Event in 2022 dat werklocaties momenteel slechts 2,5 procent van het landgebruik in Nederland voor hun rekening nemen. Het jaarlijks BT Event wordt georganiseerd door SKBN en vakblad BT van ELBA\REC. In 2023 werd tussen SKBN en EZ samengewerkt aan een uitzending van de SKBN On Tour, met als thema: Samenwerken aan transities. Hierin werden 3 bedrijventerreinen bezocht waar men structureel aan de slag is met verschillende transities, zijnde energietransitie, intensiveren en meervoudige gebiedsopgaven. De uitzending is hier terug te kijken. Op het BT Event in 2023 was het Edwin Nijsse, destijds directeur-generaal van het ministerie van EZK, die de noodklok luidde voor het beter benutten en verduurzamen van bestaande bedrijfslocaties. Hij kondigde aan daarvoor pilots te starten. Deze pilots, twee per provincie, zijn inmiddels gedekt met 30 miljoen euro. Tijdens het afgelopen BT Event op 14 november 2024 in Utrecht, trad Sandor Gaastra, secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) als hoofdspreker op en wees op de ruimtebehoefte vanuit economie, maar ook op het belang van keuzes maken over welke economie we willen zijn in het licht van schaarstes. “Als we geen keuzes maken in de balans tussen ambities en tekorten, dan hebben de opgaven waar we voor staan geen schijn van kans. Dus moeten we samen kijken: wat doen we waar? En wat is slim? Dat betekent dat we niet zomaar gaan lego-en met de economie, maar dat we in samenwerking met het bedrijfsleven, onderwijs en overheden met deze keuzes aan de slag gaan.” Bestendiging De samenwerking tussen het Ministerie van EZ en SKBN is nu bestendigd met een officiële aansluiting van het ministerie als participant bij de stichting. Voorzitter SKBN Theo Föllings: “Een hele mooie erkenning van EZ voor het werk van de SKBN en tegelijkertijd  betekent het een enorme aansporing voor ons om met nog meer kracht kennis te delen hoe we dat beleid omzetten in daadkracht in de regio’s!”

21-11-2024
Nieuws
Vlaardingen ontvangt €300.000 subsidie van MRDH voor duurzame transformatie bedrijventerreinen
Vlaardingen ontvangt €300.000 subsidie van MRDH voor duurzame transformatie bedrijventerreinen

De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) heeft een subsidie van €300.000 toegekend aan de gemeente Vlaardingen. Deze bijdrage ondersteunt een driejarig programma gericht op de duurzame transformatie van vijf bedrijventerreinen in de gemeente. Dit programma sluit aan op de gemeentelijke ambitie om bedrijven te betrekken bij de energietransitie en klimaatadaptatie, zoals vastgelegd in het Coalitieakkoord 2022-2026, de door de gemeenteraad vastgestelde visie ‘Werken aan bedrijventerreinen van de toekomst’ en op het Stadsprogramma Nieuwe Energie. Toekomstbestendige bedrijventerreinen in Vlaardingen Dankzij de subsidie kan Vlaardingen concrete stappen zetten richting duurzame bedrijventerreinen door projecten te starten die bijdragen aan de energietransitie, circulaire economie en klimaatbestendigheid. De nadruk ligt op terreinen met veel energiegebruik, waar bedrijven samen oplossingen kunnen vinden voor de uitdagingen van morgen. Doelen en impact De belangrijkste doelen van het programma zijn: Energietransitie: Verminderen van netcongestie en stimuleren van duurzame energie, mogelijk door het creëren van ‘energy hubs’. Circulaire economie: Samenwerkingen bevorderen tussen maakbedrijven in de regio om recycling en hergebruik te stimuleren. Klimaatadaptatie en uitstraling: De bedrijventerreinen natuurvriendelijker en aantrekkelijker maken, wat het vestigingsklimaat verbetert. Wethouder Bart Bikkers (Economische Zaken) zegt: “Deze subsidie is een belangrijke stap voor duurzame bedrijventerreinen in Vlaardingen. De bedrijventerreinen zijn belangrijke motoren van onze economie. Samen met ondernemers en partners bouwen we aan een toekomst waarin duurzaamheid en samenwerking centraal staan.” Wethouder Koen Kegel, verantwoordelijk voor het Stadsprogramma Nieuwe Energie, voegt toe: “We moeten af van fossiele brandstoffen en moeten energie besparen. We zetten stevig in op energietransitie. Deze subsidie helpt ons om stappen te zetten om onze stad duurzamer te maken en te investeren in een toekomstbestendig Vlaardingen. Dit versterkt bovendien onze economische positie in de regio.” Samenwerking en toekomst Naast de subsidie van de MRDH wordt het programma ontwikkeld in nauwe samenwerking met lokale en regionale partners zoals de IKV Ondernemend Vlaardingen. De gemeente draagt € 150.000,- bij aan het driejarig programma. Via subsidies en bijdragen vanuit de provincie Zuid-Holland en het bedrijfsleven, via het Ondernemersfonds Vlaardingen, is de hoop om straks een totaalbudget van € 600.000,- te hebben. Hiermee kan op de bedrijventerreinen gewerkt worden aan concrete verduurzaming. Deze driejarige aanpak moet ervoor zorgen dat de bedrijventerreinen ook op de lange termijn duurzaam en toekomstbestendig blijven. Met de steun van de MRDH werkt Vlaardingen aan bedrijventerreinen die zowel economisch als ecologisch duurzaam zijn, wat bijdraagt aan een sterke regio.

20-11-2024
Nieuws
BT Event: weerbare economie vergt stevige regie op inzet schaarstes
BT Event: weerbare economie vergt stevige regie op inzet schaarstes

Kies voor één overheidsaanpak in samenwerking met bedrijfsleven, zodat bestaande ruimte beter wordt benut. En gebruik daar waar het kan, ruimte anders door functies te combineren. Dat waren de belangrijkste aanbevelingen op het 19e BT Event afgelopen donderdag in DeFabrique in Utrecht, dat ruim 300 bezoekers trok. Tijdens de ‘Nacht van het Bedrijventerrein’ aan de vooravond van het BT Event, pleitte Rijksadviseur Wouter Veldhuis voor een vorm van ‘triage’ die voor de verduurzaming van de economie nodig is. Het was dé perfecte aftrap van het grote congres de dag erna, waar Sandor Gaastra, secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) hamerde op het belang van ‘keuzes maken’. Het congres van kennisalliantie SKBN en vakblad BT streek dit jaar neer in de regio Utrecht, met de Provincie Utrecht, de NV Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) en gemeenten Amersfoort en Utrecht als organiserende partners. Op deze congreseditie stond het maatschappelijk en economisch belang van werklocaties en bedrijventerreinen centraal, als vliegwiel voor transities, met een lager beslag op meervoudige schaarstes zoals fysieke ruimte, arbeid, energie en emissieruimte.  Triage: sturen in tijden van schaarste De geneeskunde ontwikkelde voor moeilijke situaties triageprocessen. ‘Aan de hand van een beslisboom worden de spaarzame middelen ingezet. Ook voor de verduurzaming van de economie zal een vorm van triage nodig zijn, en daarbij spelen ruimtelijke factoren een essentiële rol’, schrijft het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) in de analyse ‘De economie van de toekomst begint bij de Delta’ waar Veldhuis op de Nacht van het Bedrijventerrein uit putte. Daarin besteedt het CRa ook veel aandacht aan het geopolitieke belang van een duurzame, weerbare economie voor Nederland en Europa.  Met ruimte kun je volgens Veldhuis sturen richting zo'n duurzame, weerbare economie. De link met het thema ‘Sturende bedrijventerreinen – Ruimte maken voor transities’ van het BT Event kon niet beter. Om met name die circulaire transitie aan te slingeren, is ook méér ruimte nodig.  Koppel groene agenda aan strategische autonomie Hoofdspreker Diederik Samsom voorspelde in zijn keynote dat de 3.800 bedrijventerreinen die 2,6 procent van de landoppervlakte in Nederland beslaan aan de vooravond staan van een grote verandering. ‘Want daar waar deze terreinen nu vaak weggemoffeld worden aan de rand van de stad, uit het zicht en vaak beschouwd als probleemgeval, bieden ze veel potentie in de energietransitie.’ Door het slim inrichten en samenwerking kunnen bedrijventerreinen niet alleen onafhankelijk gaan opereren van het energienet. Samsom voorziet een belangrijke rol voor bedrijventerreinen die fungeren als ‘balansmechanisme’ in regionale energienetten, door duurzame energieproductie en buffercapaciteit. ‘Zo kunnen ze helpen om netcongestie tegen te gaan op het overvolle stroomnetwerk.’ Alleen als op die manier gedacht wordt, verwacht Samsom dat ‘economie’ als sector ook meer ruimte kan claimen dan de huidige 2,6 procent. ‘Ze kunnen een aanbod doen aan de samenleving die er totaal anders uit ziet dan vandaag het geval is. De politiek zou dit moeten oplossen met visie en daadkracht, maar de trend is al langer gaande dat de politiek uit vorm is’, aldus Samsom, die nadrukkelijk ook verwees naar het recente Advies van Draghi en het koppelen van duurzame investeringen aan strategische autonomie.  Lees het volledige artikel op bt-online.nl   

15-11-2024
Nieuws
Kristel Wattel krijgt de SKBN Bokaal 2025 uitgereikt
Kristel Wattel krijgt de SKBN Bokaal 2025 uitgereikt

Kristel Wattel-Meijers, programmamanager Werklocaties bij het Ministerie van EZ, heeft de SKBN Bokaal toegekend gekregen. Wattel kreeg de bokaal uit handen van Theo Föllings, voorzitter van de SKBN, en de huidige bokaalbezitter Cees-Jan Pen, lector Fontys Hogeschool, op het BT Event in Utrecht op donderdag 14 november. De SKBN Bokaal is bestemd voor iemand die zich met hart en ziel, op een innovatieve en gedurfde wijze inzet voor bedrijventerreinen in Nederland. Föllings: ‘De SKBN Bokaal gaat dit jaar wederom naar iemand die zich echt heeft ingespannen voor ruimte voor economie, iemand die zichtbaar en actief is geweest en de boodschap van SKBN goed heeft uitgedragen.’ Pen gaf de wisseltrofee met groot genoegen door aan een zeer verraste Wattel. ‘Ik weet uit eigen ervaring dat het hartstikke eervol is om deze bokaal in ontvangst te nemen. En dit jaar is het Kristel Wattel geworden, want zij heeft enorm bijgedragen aan allerlei stappen die in allerlei regio’s zijn gezet. Daar kunnen we niet meer omheen.’ Wattel zei de prijs als aanmoediging te zien om samen verder te werken aan ruimte voor economie. ‘Zoals Sandor Gaastra (secretaris-generaal bij EZ) in zijn presentatie vanochtend zei: “Het vereist samenwerking om slimme keuzes te maken”. Dank aan SKBN, maar ook zeker aan het hele team bij EZ. We hebben elkaar nodig!’ De uitreiking was een mooi sluitstuk van de fantastische 19e editie van het jaarlijkse BT Event.  

14-11-2024
Nieuws
Zo stuurt Rotterdam op transformatie winkels naar werken
Zo stuurt Rotterdam op transformatie winkels naar werken

Rotterdam stuurt – voor zover wenselijk en mogelijk – op transformatie van vrijkomende winkels naar werkruimte of voorzieningen. Dus niet naar wonen. De stad wil daarmee de levendigheid in voorheen monofunctionele winkelstraten behouden, maar ook ruimte bieden aan de productieve economie, die onder druk staat. Precies een jaar geleden presenteerde de gemeente Rotterdam het Actieplan Bedrijfsruimte. Dit was een eerste concrete uitwerking van het collegetarget Bedrijfsruimte uit 2022.  In dat collegetarget staat dat het totale volume aan bedrijfsruimte minimaal gelijk moet blijven als dat het op 1 juni van dat jaar was. In het actieplan staat onder meer dat er betaalbare ruimte gecreëerd moet worden voor (mengbare) bedrijven die passen binnen de stad.  Vorige week nog baarde het Rotterdamse college van B en W opzien door ervoor te kiezen een deel van het vrijkomende Hunter Douglas-terrein op de Kop van Zuid te behouden voor de maakindustrie, ondanks de grote druk om industrieterreinen te transformeren naar woonbestemmingen. Druk op vrijkomende winkels  Dezelfde druk om te kiezen voor woningbouw geldt ook voor vrijkomende winkelpanden. De markt geeft meestal de voorkeur aan transformatie naar woonruimte, omdat dit financieel het meest oplevert. Gemeenten zijn vaak bereid mee te werken, omdat transformatie zowel het risico op leegstand vermindert als tegemoetkomt aan de dringende vraag naar woningen.  Dat gold ook voor Rotterdam. Daar nam het cluster Stadsontwikkeling bovendien lange tijd een faciliteerde houding aan, waarmee het in lijn liep met het adagium van de ‘faciliterende overheid’ en het ‘Ja, mits-principe’ van de Omgevingswet. Dat bevestigt Gábor Everraert, opgavemanager Team Ruimtelijke Economie bij het clusterStadsontwikkeling.   Daarnaast kwam Rotterdam uit een periode waarin het elk bedrijf dat zich in het centrum wilde vestigen verwelkomde, om het monofunctionele winkelcentrum dat na de oorlog was gebouwd te verrijken. ‘In de binnenstad hebben we vanaf de jaren 80 breed proberen te bestemmen. Het was uitnodigingsplanologie’, zegt Everraert.   Om die reden zijn zowel het stadscentrum als de omliggende wijken nog steeds zeer ruim bestemd. Vrijkomende winkels kunnen vaak zonder bestemmingswijziging worden omgekat naar wonen.  Ook in situaties waarin de bestemming nauwer is omgeschreven zoals in winkelstraten in de verschillende stadswijken, neemt het cluster volgens Everaert nog vaak een faciliterende houding aan door in te stemmen met bestemmingswijziging naar wonen.   Van ja, mits, naar…  Het aantal bewoners in de Rotterdamse binnenstad verdubbelde sinds de jaren negentig. Dat geldt als en groot succes. Bewoners zorgen voor draagvlak onder voorzieningen. Er is ook een keerzijde zichtbaar. Zeker nu er sprake is van vervanging van economische functies door wonen. Bewoners brengen bovendien niet altijd leven in de brouwerij. En kunnen zelfs de levendigheid uit een straat halen.  Voormalig Rijksadviseur voor de Fysieke leefomgeving Daan Zandbelt maakte een model waarbij hij centrumomgevingen verdeelde in de drie zones ‘rust’, ‘reuring’ en ‘ruis’, met als onderliggende boodschap dat je rust en reuring uit elkaar moet houden.  Het is zeer herkenbaar voor Everraert. Volgens hem is de reflex in de markt om vrijkomende winkelruimte om te katten naar wonen nog altijd groot. ‘We willen daarom intern en extern de boodschap afgeven dat het financieel misschien een heel begrijpelijke keuze is om delen van winkelstraten te transformeren naar woonstraten, maar dat je daarmee de sfeer en de ruimtelijke kwaliteit van zo’n straat volledig verandert.'  ‘We zijn daarom naarstig op zoek naar ruimte voor bedrijven en voorzieningen die geen of nagenoeg geen milieuoverlast veroorzaken, maar nu wel kostbare ruimte op een bedrijventerrein bezet houden. Die willen we graag naar de stad halen.’ ‘Bovendien willen we vanuit sociale optiek meer menging, het werk zichtbaar maken en dicht bij de Rotterdammers houden. Dus wij zeggen: als je wilt transformeren, transformeer dan naar bedrijfsruimte, kantoren of dienstverlening.’ 'De huisarts, een schoonheidssalon of makelaarskantoor zijn ook vitale voorzieningen, maar hebben vaak net een andere titel in een bestemmingsplan. Kijk eerst naar deze stadsverzorgende functies, en als laatste pas de naar een woonfunctie.’  Dat betekent niet dat Rotterdam werken boven wonen stelt. Een deel van het bovengenoemde Hunter Douglas-terrein wordt bestemd voor wonen. Een ander deel blijft beschikbaar voor maakindustrie. Het gaat volgens Everraert om de juiste functie op de juiste plek, om een goede balans tussen functies, in plaats van dat je de markt volgt en zonder beleid gaat transformeren.  Dat betekent ook dat het adagium ‘ja, mits’ wat betreft Everreart herijking behoeft. Planologen willen bovendien liever sturen. Door de druk op stedelijke vastgoedmarkten ligt verdringing van vitale functies, waaronder stadsverzorgende bedrijvigheid, continu op de loer. En niet alleen in Rotterdam. Overal in Europa proberen steden grip terug te pakken op het borgen van (betaalbare) ruimte voor werk en voorzieningen.   Bebouwingscommissie  In Rotterdam moet het nieuwe beleid vooralsnog tot resultaat komen in de bebouwingscommissie (bbc). Daar vindt voor kleinschalige plannen die niet passen binnen een bestemmingsplan, de afweging plaats om wel of niet in te stemmen met een verzoek om bestemmingswijziging om een functieverandering mogelijk te maken.  Uiteindelijk neemt de bbc-voorzitter een integraal besluit, waarbij alle afdelingen van de gemeente, van ecologie tot de brandweer en economie advies inbrengen. En daarbij stuurt de afdeling economie steeds vaker aan op behoud van de economische functie, aldus Everraert. Om advies kracht bij te zetten zijn duidelijke beleidskaders volgens Everraert belangrijk. Naast het actieplan beleidsruimte zijn dit onder meer de koersnota’s detailhandel, kantoren en ruimte voor werk. Deze worden doorvertaald in gebiedskoersen. Die worden elke drie jaar herzien en bestuurlijk vastgesteld. ‘In de bbc toetsen we initiatieven onder meer aan deze gebiedskoersen en op basis daarvan geven we advies. Dat is nu de munitie die we inbrengen.’   Afwegingskader  Op de vraag of dat voldoende is, antwoordt Everraert: ‘Ik denk wel dat we daar verder in moeten gaan.’ Daarom werkt zijn team aan een afwegingskader, samen met de afdeling stedenbouw.  Het blijft voorlopig bij beleid. ‘Ik verwacht niet dat we snel met nieuw instrumentarium (planregels, aanscherping omgevingsplan, red.) komen. Een groot deel van het centrum heeft nog de bestemming gemengd gebruik en daarmee moeten we omgaan. Dat kun je niet zomaar veranderen vanwege het risico op nadeelcompensatie. Maar het start wel met een stukje visie: wil je alles aan de markt overlaten of sturen?’ Een initiatief komt pas voorbij in de bbc als het niet in het bestemmingsplan past. Dus voor gebieden als het stadscentrum waar een het bestemmingsplan ruimte laat aan vele functies, zal met andere middelen gestuurd moeten worden. Bijvoorbeeld door te verleiden met subsidies, of letterlijk het gesprek voeren over branchering met de eigenaar. Everraert zegt dat hij inmiddels ook bijval krijgt vanuit Stedenbouw omdat dit de levendigheid en ruimtelijke kwaliteit beïnvloed. Er wordt breed onderkend dat een winkelstraat (of stadstraat) héél anders gebouwd is, met een heel open karakter, en vaak allesbehalve een ideale locatie is om aan te wonen.   Hij herkent het in zijn eigen buurt, waar een vastgoedontwikkelaar leegstaande winkels opkocht om ze te transformeren naar studio’s. Vanwege de ligging aan een drukke weg kwam er ook nog een façade met geluiddicht glas voor, waardoor de plint nagenoeg dicht zit.  ‘Het fnuikende is dat zodra je een winkelstraat onderbreekt, de loop eruit is, en resterende winkels hier hinder ondervinden. Ik vrees voor voortbestaan van de economische functie die de straat ooit had. Beter was het geweest als de panden alternatieve economische invulling hadden gekregen.’ Hij sluit af: ‘Wat ons betreft, is de kern dat je niet meer automatisch meegaat met het voorstel van de eigenaar, maar meer sturend optreedt en afvraagt wat goed is voor het functioneren van de stad als geheel.’ Lees het artikel terug op Stadszaken.nl.   Beeld: iStock.com - Alexander Farnsworth

31-10-2024
Nieuws
Lage Weide 'logische locatie' voor circulaire ambitie, ondanks beperkte ruimte
Lage Weide 'logische locatie' voor circulaire ambitie, ondanks beperkte ruimte

De Theo Pouw Groep is in Nederland koploper in de verwerking van afvalstoffen tot secundaire bouwstoffen. Om die activiteiten verder uit te bouwen en te innoveren, heeft het familiebedrijf op bedrijventerrein Lage Weide in Utrecht de ruimte nodig, wat uitdagingen met zich meebrengt. ‘De maatschappij vraagt om circulariteit. Wij willen een bijdrage leveren, maar we moeten wel de ruimte krijgen.’ De Theo Pouw Groep (verder TPG) is sinds de oprichting in 1981 door eigenaar Theo Pouw gevestigd op bedrijventerrein Lage Weide en wil daar ook blijven, ondanks de beperkte ruimte en de uitdagingen van de omgeving. Dat zegt TPG-manager Erik Vogelzang in gesprek met BT.  Dit artikel verscheen eerder in het oktobernummer van vakblad BT.  ‘Dit gebied is een logische locatie voor onze duurzaamheidsambities. De centrale ligging zorgt er bovendien voor dat de verduurzamingsagenda van de regio Utrecht wordt versneld. Toch moeten we als bedrijf rekening houden met de mogelijke overlast die onze industriële activiteiten in een stedelijk gebied als Lage Weide kunnen veroorzaken.’ Circulaire expeditie naar de Theo Pouw Groep  Deelnemers aan het BT-event op donderdag 14 november in De Fabrique in Utrecht kunnen onder begeleiding van Theo Pouw Groep-mamanger Erik Vogelzang en Roeland Tameling (directeur Parkmanagement Lage Weide) op circulaire expeditie naar het terrein van Theo Pouw Groep op Lage Weide.  Uitgangspunt van de TPG is dat minerale bouwstoffen zoals zand, grind, beton, asfalt en bakstenen oneindig herbruikbaar zijn. Dit heeft ervoor gezorgd dat het familiebedrijf is uitgegroeid tot een van de koplopers in het grootschalig produceren van secundaire bouwstoffen.  Jaarlijks verwerkt de TPG , naar eigen zeggen, meer dan drie miljoen ton aan materiaal, afkomstig van oude infrastructuur zoals wegen en bedrijventerreinen, tot hoogwaardige grondstoffen die opnieuw kunnen worden ingezet in de bouw.  Het proces begint vaak op locaties waar oude infrastructuur plaats moet maken voor nieuwe ontwikkelingen. Het vrijkomende puin en asfalt wordt door de TPG duurzaam getransporteerd, gereinigd en geschikt gemaakt voor hergebruik.  Verspreid over twaalf locaties in Nederland, veelal met toegang tot zowel weg- als waterwegen, zet het bedrijf in op het meest duurzame transport, bij voorkeur elektrisch.  Tussen circulaire ambitie en overlast  Volgens Vogelzang is overlast een signaal vanuit zowel het publieke domein, de overheid—lokaal, provinciaal en landelijk—als de omgeving. ‘Wij als bedrijf negeren dat niet. We gaan in gesprek met alle betrokkenen. Zo is de asfaltcentrale die we nu op ons terrein gaan bouwen mede tot stand gekomen in samenspraak met de omgeving. Dat is belangrijk, want de omgeving beschouwt een asfaltcentrale in beginsel toch als een zorg.’  Vogelzang refereert ook aan een windturbine die het bedrijf wil neerzetten met als doel haar diensten verder te vergroenen door te elektrificeren. ‘Een vergunning hiervoor krijgen is echter een groot vraagteken; we zitten tenslotte in een binnenstedelijk gebied. We zijn hierover in gesprek gegaan, maar we merken dat er veel weerstand bestaat.’  Creatieve oplossingen  Als alternatief overweegt de TPG bijvoorbeeld om het 25 hectare grote terrein deels te voorzien van een dakconstructie met daarop zonnecollectoren. ‘Waar kun je in een binnenstedelijk gebied op zoveel hectare nog zonnecollectoren plaatsen? Die locaties zijn er niet veel, en dan ook nog op een plek die niet als brandgevaarlijk is aangemerkt.’  Vogelzang: ‘Hier ligt onze historie en we prijzen ons gelukkig dat we kunnen ondernemen. Dat is vrij uniek in een binnenstedelijk gebied, maar zelfs daarin blijft ruimte altijd een punt van aandacht. We zoeken naar steeds meer creatieve oplossingen door bijvoorbeeld compacter of in de hoogte te bouwen. Voorwaarde is wel dat het veilig blijft.’  Vogelzang waagt zich niet aan een voorspelling hoeveel ruimte de TPG uiteindelijk nodig zal hebben om alle wensen te vervullen, nu en in de toekomst, met betrekking tot circulariteit en verduurzaming. ‘Natuurlijk willen we zoveel mogelijk ruimte hebben voor de ontwikkeling van de transitie van een lineaire naar een circulaire economie.' 'Voor ons is de uitdaging: hoe gaan we ervoor zorgen dat we in gezamenlijkheid met alle actoren zo efficiënt en duurzaam mogelijk met onze beschikbare oppervlakte omgaan? De maatschappij vraagt er tenslotte om en wij willen graag onze bijdrage leveren.’ TPG levert niet alleen bouwstoffen aan publieke en private partijen, zoals Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten, maar gebruikt de gerecyclede materialen ook voor de productie van beton en asfalt in eigen beheer. Deze producten hebben een lage milieukostenindicator (MKI), wat resulteert in een lage carbon footprint—steeds belangrijker voor klanten die hun eigen duurzaamheidsdoelen willen halen, aldus Vogelzang in BT. Hoogwaardige vervanger van grind en zand  Op de locaties van de Theo Pouw Groep worden afvalstoffen geaccepteerd en verwerkt in installaties die de stroom zuiveren door middel van scheiden, breken, zeven, extractie en thermische desorptie. De vrijgekomen grondstoffen worden gekeurd en hergebruikt als vervanger van bijvoorbeeld zand en grind. Dit draagt bij aan het behoud van ecosystemen, vermindert milieuschade door grondstofwinning, bespaart energie en verlaagt de uitstoot van broeikasgassen. Lees het volledige terug op Stadszaken.nl. Beeld: Theo Pouw Groep

30-10-2024

Huidige pagina: 1

Volgende pagina

KENNISARCHIEF

Aanmelden nieuwsbrief