Rotterdam stuurt – voor zover wenselijk en mogelijk – op transformatie van vrijkomende winkels naar werkruimte of voorzieningen. Dus niet naar wonen. De stad wil daarmee de levendigheid in voorheen monofunctionele winkelstraten behouden, maar ook ruimte bieden aan de productieve economie, die onder druk staat.

Precies een jaar geleden presenteerde de gemeente Rotterdam het Actieplan Bedrijfsruimte. Dit was een eerste concrete uitwerking van het collegetarget Bedrijfsruimte uit 2022. 

In dat collegetarget staat dat het totale volume aan bedrijfsruimte minimaal gelijk moet blijven als dat het op 1 juni van dat jaar was. In het actieplan staat onder meer dat er betaalbare ruimte gecreëerd moet worden voor (mengbare) bedrijven die passen binnen de stad. 

Vorige week nog baarde het Rotterdamse college van B en W opzien door ervoor te kiezen een deel van het vrijkomende Hunter Douglas-terrein op de Kop van Zuid te behouden voor de maakindustrie, ondanks de grote druk om industrieterreinen te transformeren naar woonbestemmingen.

Druk op vrijkomende winkels 

Dezelfde druk om te kiezen voor woningbouw geldt ook voor vrijkomende winkelpanden. De markt geeft meestal de voorkeur aan transformatie naar woonruimte, omdat dit financieel het meest oplevert.

Gemeenten zijn vaak bereid mee te werken, omdat transformatie zowel het risico op leegstand vermindert als tegemoetkomt aan de dringende vraag naar woningen. 

Dat gold ook voor Rotterdam. Daar nam het cluster Stadsontwikkeling bovendien lange tijd een faciliteerde houding aan, waarmee het in lijn liep met het adagium van de ‘faciliterende overheid’ en het ‘Ja, mits-principe’ van de Omgevingswet. Dat bevestigt Gábor Everraert, opgavemanager Team Ruimtelijke Economie bij het clusterStadsontwikkeling.  

Daarnaast kwam Rotterdam uit een periode waarin het elk bedrijf dat zich in het centrum wilde vestigen verwelkomde, om het monofunctionele winkelcentrum dat na de oorlog was gebouwd te verrijken. ‘In de binnenstad hebben we vanaf de jaren 80 breed proberen te bestemmen. Het was uitnodigingsplanologie’, zegt Everraert.  

Om die reden zijn zowel het stadscentrum als de omliggende wijken nog steeds zeer ruim bestemd. Vrijkomende winkels kunnen vaak zonder bestemmingswijziging worden omgekat naar wonen. 

Ook in situaties waarin de bestemming nauwer is omgeschreven zoals in winkelstraten in de verschillende stadswijken, neemt het cluster volgens Everaert nog vaak een faciliterende houding aan door in te stemmen met bestemmingswijziging naar wonen.  

Van ja, mits, naar… 

Het aantal bewoners in de Rotterdamse binnenstad verdubbelde sinds de jaren negentig. Dat geldt als en groot succes. Bewoners zorgen voor draagvlak onder voorzieningen.

Er is ook een keerzijde zichtbaar. Zeker nu er sprake is van vervanging van economische functies door wonen. Bewoners brengen bovendien niet altijd leven in de brouwerij. En kunnen zelfs de levendigheid uit een straat halen. 

Voormalig Rijksadviseur voor de Fysieke leefomgeving Daan Zandbelt maakte een model waarbij hij centrumomgevingen verdeelde in de drie zones ‘rust’, ‘reuring’ en ‘ruis’, met als onderliggende boodschap dat je rust en reuring uit elkaar moet houden. 

Het is zeer herkenbaar voor Everraert. Volgens hem is de reflex in de markt om vrijkomende winkelruimte om te katten naar wonen nog altijd groot. ‘We willen daarom intern en extern de boodschap afgeven dat het financieel misschien een heel begrijpelijke keuze is om delen van winkelstraten te transformeren naar woonstraten, maar dat je daarmee de sfeer en de ruimtelijke kwaliteit van zo’n straat volledig verandert.' 

‘We zijn daarom naarstig op zoek naar ruimte voor bedrijven en voorzieningen die geen of nagenoeg geen milieuoverlast veroorzaken, maar nu wel kostbare ruimte op een bedrijventerrein bezet houden. Die willen we graag naar de stad halen.’

‘Bovendien willen we vanuit sociale optiek meer menging, het werk zichtbaar maken en dicht bij de Rotterdammers houden. Dus wij zeggen: als je wilt transformeren, transformeer dan naar bedrijfsruimte, kantoren of dienstverlening.’

'De huisarts, een schoonheidssalon of makelaarskantoor zijn ook vitale voorzieningen, maar hebben vaak net een andere titel in een bestemmingsplan. Kijk eerst naar deze stadsverzorgende functies, en als laatste pas de naar een woonfunctie.’ 

Dat betekent niet dat Rotterdam werken boven wonen stelt. Een deel van het bovengenoemde Hunter Douglas-terrein wordt bestemd voor wonen. Een ander deel blijft beschikbaar voor maakindustrie. Het gaat volgens Everraert om de juiste functie op de juiste plek, om een goede balans tussen functies, in plaats van dat je de markt volgt en zonder beleid gaat transformeren. 

Dat betekent ook dat het adagium ‘ja, mits’ wat betreft Everreart herijking behoeft. Planologen willen bovendien liever sturen. Door de druk op stedelijke vastgoedmarkten ligt verdringing van vitale functies, waaronder stadsverzorgende bedrijvigheid, continu op de loer. En niet alleen in Rotterdam. Overal in Europa proberen steden grip terug te pakken op het borgen van (betaalbare) ruimte voor werk en voorzieningen.  

Bebouwingscommissie 

In Rotterdam moet het nieuwe beleid vooralsnog tot resultaat komen in de bebouwingscommissie (bbc). Daar vindt voor kleinschalige plannen die niet passen binnen een bestemmingsplan, de afweging plaats om wel of niet in te stemmen met een verzoek om bestemmingswijziging om een functieverandering mogelijk te maken. 

Uiteindelijk neemt de bbc-voorzitter een integraal besluit, waarbij alle afdelingen van de gemeente, van ecologie tot de brandweer en economie advies inbrengen. En daarbij stuurt de afdeling economie steeds vaker aan op behoud van de economische functie, aldus Everraert.

Om advies kracht bij te zetten zijn duidelijke beleidskaders volgens Everraert belangrijk. Naast het actieplan beleidsruimte zijn dit onder meer de koersnota’s detailhandel, kantoren en ruimte voor werk. Deze worden doorvertaald in gebiedskoersen. Die worden elke drie jaar herzien en bestuurlijk vastgesteld.

‘In de bbc toetsen we initiatieven onder meer aan deze gebiedskoersen en op basis daarvan geven we advies. Dat is nu de munitie die we inbrengen.’  

Afwegingskader 

Op de vraag of dat voldoende is, antwoordt Everraert: ‘Ik denk wel dat we daar verder in moeten gaan.’ Daarom werkt zijn team aan een afwegingskader, samen met de afdeling stedenbouw. 

Het blijft voorlopig bij beleid. ‘Ik verwacht niet dat we snel met nieuw instrumentarium (planregels, aanscherping omgevingsplan, red.) komen. Een groot deel van het centrum heeft nog de bestemming gemengd gebruik en daarmee moeten we omgaan. Dat kun je niet zomaar veranderen vanwege het risico op nadeelcompensatie. Maar het start wel met een stukje visie: wil je alles aan de markt overlaten of sturen?’

Een initiatief komt pas voorbij in de bbc als het niet in het bestemmingsplan past. Dus voor gebieden als het stadscentrum waar een het bestemmingsplan ruimte laat aan vele functies, zal met andere middelen gestuurd moeten worden. Bijvoorbeeld door te verleiden met subsidies, of letterlijk het gesprek voeren over branchering met de eigenaar.

Everraert zegt dat hij inmiddels ook bijval krijgt vanuit Stedenbouw omdat dit de levendigheid en ruimtelijke kwaliteit beïnvloed. Er wordt breed onderkend dat een winkelstraat (of stadstraat) héél anders gebouwd is, met een heel open karakter, en vaak allesbehalve een ideale locatie is om aan te wonen.  

Hij herkent het in zijn eigen buurt, waar een vastgoedontwikkelaar leegstaande winkels opkocht om ze te transformeren naar studio’s. Vanwege de ligging aan een drukke weg kwam er ook nog een façade met geluiddicht glas voor, waardoor de plint nagenoeg dicht zit. 

‘Het fnuikende is dat zodra je een winkelstraat onderbreekt, de loop eruit is, en resterende winkels hier hinder ondervinden. Ik vrees voor voortbestaan van de economische functie die de straat ooit had. Beter was het geweest als de panden alternatieve economische invulling hadden gekregen.’

Hij sluit af: ‘Wat ons betreft, is de kern dat je niet meer automatisch meegaat met het voorstel van de eigenaar, maar meer sturend optreedt en afvraagt wat goed is voor het functioneren van de stad als geheel.’

Lees het artikel terug op Stadszaken.nl.

 

Beeld: iStock.com - Alexander Farnsworth

31-10-2024
Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: IPKW Industriepark Kleefse Waard (IPKW), de locatie van het BT-event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op IPKW gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het Industriepark heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Industriepark Kleefse Waard in Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
Noord-Holland kampt met te veel kantoren en te weinig bedrijventerreinen
Noord-Holland kampt met te veel kantoren en te weinig bedrijventerreinen

In de provincie Noord-Holland staan steeds meer kantoren leeg, terwijl de krapte voor bedrijventerreinen juist aanhoudt. Dat blijkt uit de Monitor Werklocaties Noord-Holland 2023-2024. De monitor benadrukt de gevolgen van netcongestie en gaat in op de verschillende economische groei per regio. De provincie kondigt nieuwe strategieën aan. De kantoorleegstand in Noord-Holland nam in 2023 toe, van 11,4 procent naar 12,0 procent. Dat komt deels omdat er meer nieuwe kantoren worden gebouwd. De nieuwbouwplannen bevatten 1,5 miljoen vierkante meter. Tegelijkertijd is het kantoorgebruik na de coronapandemie afgenomen, omdat meer mensen gingen thuiswerken, blijkt uit de door Bureau Buiten opgestelde monitor. Omdat veel langlopende huurcontracten nog enkele jaren doorliepen, is de leegstand nu pas voelbaar. De provincie stelt dit jaar samen met gemeenten uit de Metropool Regio Amsterdam (MRA) een nieuwe kantorenstrategie op om het overaanbod te verminderen. Beperkte grond en stroom Voor bedrijventerreinen is de markt in Noord-Holland juist krap. De leegstand op bedrijventerreinen bleef na 2023 zeer laag (3,2 procent.) De vraag naar bedrijventerreinen in de provincie is groot, maar de beschikbare grond en elektriciteit, als gevolg van netcongestie, is beperkt. In de deelregio’s West-Friesland, Zuid-Kennemerland, IJmond en Gooi en Vechtstreek is er nauwelijks tot geen aanbod. De geringe leegstand is vooral te vinden in Amsterdam, Amstelland-Meerlanden, Alkmaar en de Kop van Noord-Holland. De hoofdstad valt, als grootste kantorenstad van de provincie, op in dit rijtje.  Vanwege de krapte gaat de provincie voor de regio Noord-Holland Noord een nieuwe behoefteraming uitvoeren. Ook werkt de provincie samen met de gemeenten uit de MRA aan de Bedrijventerreinenstrategie. Economische verschillen De monitor gaat ook in op economische ontwikkeling, en laat daarbij onderlinge verschillen zien. Regio’s Amsterdam, Gooi en Vechtstreek en Regio Alkmaar laten een gematigde groei van één tot twee procent zien. De deelregio IJmond had met name last van de hoge energieprijzen, waardoor de economie met drie procent kromp. In het gebied staat veel energie-intensieve metaalindustrie.  Daartegenover groeide de economie sterk in Amstelland-Meerlanden, met minstens drie procent. Dit komt door de economische groei in Haarlemmermeer, dat profiteert van economisch herstel van de luchthaven Schiphol en de stabiele groei van een aantal andere bedrijfstakken.   Het aantal banen in Noord-Holland steeg in 2023 met 2,5 procent naar 1.757.420, iets onder het landelijk gemiddelde van 2,6 procent. De sterkste groei vindt plaats in de regio’s Zaanstreek-Waterland (3,4 procent) en Zuid-Kennemerland (3,1 procent), terwijl de Kop van Noord-Holland een groei van slechts 0,9 procent kent. Netcongestie beperkt verduurzaming De eerdergenoemde netcongestie beperkt ook de verduurzaming van zowel kantoorpanden als bedrijventerreinen. Steeds meer bedrijven gebruiken namelijk stroom in plaats van gas. Hierdoor kan elektrificatie van fossiele bedrijfsprocessen slechts beperkt plaatsvinden. Het beperkt de uitgifte van bedrijventerreinen, omdat er geen nieuwe grootverbruikersaansluitingen mogelijk zijn. De provincie ondersteunt verduurzaming via de Ondersteuningsregeling Toekomstbestendige Werklocaties (OTW), onder andere voor de aanleg van groene daken.  De Monitor Werklocaties brengt jaarlijks de ontwikkelingen in beeld van Noord-Hollandse werklocaties, zoals bedrijventerreinen en kantoren. De monitor maakt gebruikt van de jaarlijkse gemeentelijke enquête en externe databronnen. Lees het artikel ook op Stadszaken.nl.   Bedrijventerrein Amstel III in Amsterdam. Foto: photovs / iStock.com

30-01-2025
Nieuws
Grote Oogst maakt 1,2 miljoen euro extra beschikbaar voor verduurzaming bedrijventerreinen
Grote Oogst maakt 1,2 miljoen euro extra beschikbaar voor verduurzaming bedrijventerreinen

De provincie Noord-Brabant stelt via de bijdrageregeling Icoonaanpak Grote Oogst € 1,2 miljoen extra beschikbaar om de verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen. Voor alle 12 deelnemende bedrijventerreinen is maximaal  € 100.000 euro beschikbaar. Op bedrijventerreinen komen veel van de uitdagingen van deze tijd bij elkaar. Van duurzaamheid en mobiliteit tot energiegebruik en ruimtelijke vraagstukken. Sinds begin 2023 werkt de provincie samen met gemeenten én twaalf van de grootste Brabantse bedrijventerreinen samen in de aanpak Grote Oogst om slimme en toekomstbestendige antwoorden op die vraagstukken te vinden. Extra financiële ondersteuning Bij de start heeft de provincie € 250.000 ter beschikking gesteld voor elk van de deelnemende terreinen. Gemeenten en de deelnemende bedrijventerreinen stelden eenzelfde bedrag ter beschikking. Toen al werd voorzien dat het gaandeweg de uitvoering zinvol zou kunnen zijn om een aantal projecten een extra 'duwtje' richting realisatie te geven door een extra financiële ondersteuning. Bijvoorbeeld omdat een voorinvestering moet worden gedaan, een business-case verder moet worden uitgewerkt of omdat er financiële en juridische constructies onderzocht moeten worden. Vertraging of stilstand van projecten voorkomen Met de Icoonregeling wil de provincie de risico's voor betrokken partijen verlagen en daarmee vertraging of stilstand van projecten voorkomen. De regeling voorziet in een maximale bijdrage per terrein van € 100.000, te verdelen over minimaal één en maximaal drie projecten met een substantiële impact op de verduurzaming van het bedrijventerrein. Projecten dienen in de ontwikkel-, ontwerp- of uitvoeringsfase te zitten. Ook moet ten minste 50 procent cofinanciering voorzien zijn. Gemeenten kunnen tot 18 december 2025 een aanvraag indienen. Voor aanvragen en alle voorwoorden zie: Bijdrageregeling Icoonaanpak Grote Oogst

19-03-2025
Aanmelden nieuwsbrief