Amersfoort is de eerste stad die het programma-instrument uit de Omgevingswet inzet om te sturen op ruimte voor werk. Doel is niet alleen bescherming van productieve economie, maar ook intensiveren en beter benutten door mengbare activiteiten van bedrijventerreinen te weren. Die zouden plaats moeten krijgen in voorzieningengebieden en op andere mixlocaties, als ‘contramal’. 

Waar sommige steden subsidies inzetten om de beschikbaarheid van voldoende betaalbare bedrijfshuisvesting te borgen, focust Amersfoort voorlopig op ruimtelijk-planologische instrumentaria om grip te krijgen op ruimte voor productieve economie, intensiveren en beter benutten. 

Het college van B en W heeft medio oktober het ontwerp ‘Omgevingsprogramma Werklocaties’ ter inzage gelegd. Afhankelijk van zienswijzen of wensen en bedenkingen van de raad volgen er nog aanpassingen.  

Met de inzet van het omgevingsprogramma, een nieuw kerninstrument onder de Omgevingswet (zie kader), stelt de gemeente Amersfoort zich vooral ten doel om bestaande bedrijventerreinen beter te benutten, naast kantoorlocaties en overige werklocaties in de stad. 

Achterliggende doelstelling is om het aantal banen mee te laten groeien met de Amersfoortse beroepsbevolking, en hiervoor ruimte beschikbaar te stellen. Dat doel kan slechts in beperkte mate door toevoeging van een nieuw bedrijventerrein bij de wijk Vathorst-Bovenduist, waar de gemeente nog ongeveer 10 hectare maagdelijke grond wil bestemmen als bedrijventerrein. De meeste ruimte zal in bestaand stedelijk gebied gevonden moeten worden, onder meer door economisch te verdichten.

Transformatie- en afwegingskader 

Het Amersfoortse omgevingsprogramma bevat vooral beleidsuitgangspunten. Deze zijn uitgewerkt in een ‘Transformatie- en afwegingskader’ voor verschillende soorten gebiedstypologieën. In een tabel met algemene uitgangspunten per categorie bedrijvigheid staan de uitgangspunten beschreven die overal of voor een specifiek gebied in Amersfoort van toepassing zijn. 

Zo wil de gemeente geen zorgvoorzieningen of activiteiten zoals persoonlijk dienstverlening op bedrijventerreinen, omdat dit business-to-consumer-activiteiten zijn Die kunnen prima in gemengde gebieden worden ingepast, aldus de gemeente.

In de gebiedsgerichte transformatiekaders geeft de gemeente Amersfoort aan wat de kaders zijn voor specifieke werklocaties, met per locatie aanvullende voorwaarden. 

Voor bedrijventerreinen hanteert de gemeente het beleidsuitgangspunt dat bedrijventerreinen vooral benut moeten worden voor ‘activiteiten die niet mengbaar zijn vanwege de aard van de bedrijfsvoering en activiteiten en bedrijven die hieraan verbonden zijn’. 

De nog geldende bestemmingsplannen (sinds 1 januari samengevoegd tot tijdelijk omgevingsplan) voorzagen nog in een brede gebruiksmogelijkheid. Daardoor vonden ook persoonlijke dienstverlening, sportscholen en zorgvoorzieningen hun plek op bedrijventerreinen.  

Bedrijventerrein voor bedrijfsruimte 

De relatief goedkope ruimte op bedrijventerrein verklaart volgens Willem-Jan Stegeman, wethouder financiën, economie en circulariteit bij de gemeente Amersfoort gedeeltelijk de stormachtige opkomst van veel leisure- en sportinitiatieven op bedrijventerreinen. Zo zijn er afgelopen jaar heel veel aanvragen voor padelcomplexen binnengekomen. 

In het nieuwe omgevingsprogramma wordt padel als commerciële sportfunctie toegewezen aan gemengde gebieden, wijken en voorzieningengebieden. Een uitzondering kan worden gemaakt voor commerciële sportfuncties die worden gemengd met perifere detailhandel (pdv) aan de randen van bedrijventerreinen. 

Per initiatief zal bekeken worden of de gemeente dit wenselijk acht. Uitgangspunt is echter dag ‘geen beschikbare of potentiële bedrijfsruimte verloren mag gaan als gevolg van de ontwikkeling’, aldus het omgevingsprogramma. 

Contramal 

Om activiteiten die mengbaar zijn en vaak kostbare (vanuit maatschappelijk oogpunt) milieuruimte op bedrijventerrein bezet houden een alternatief te bieden, wijst de gemeente ‘gemengde gebieden’ aan, zoals ‘Langs Eem en Spoor’, ‘Hoefkwartier’ en ‘Station Vathorst/Podium’. 

Stegeman spreekt in dat verband van een ‘contramal’ voor mengbare bedrijven op andere plekken in de stad. Uitgangspunt is dat economische activiteiten hier complementair zijn aan wonen en ook een wijkoverstijgende functie kunnen hebben vanwege een goede (OV-)bereikbaarheid. 

Aangewezen pdv-locaties mogen meerdere functies herbergen, omdat Amersfoort een overschot heeft aan pdv. Door onderdak te bieden aan mengbare bedrijven, dragen pdv-locaties zo bij aan de contramal, stelt Stegeman. 

Wijkeconomieën 

Naast bedrijventerreinen, voorzieningengebieden en gemengde gebieden worden in het omgevingsprogramma ‘wijkeconomieën’ als aparte categorie benoemd. Dit zijn primair woongebieden. 

Beleidsuitgangspunt is dat hier bestaande ruimte voor werkgelegenheid en bedrijvigheid behouden blijft, voor zover ze ten dienste staan aan de wijk. In woonwijken zijn veel ZZP'ers gevestigd. ‘De inwoner is in toenemende mate ook producent’, benadrukt Stegeman. 

Om ervoor te zorgen dat het aantal arbeidsplaatsen meegroeit met de groei van het aantal inwoners van 161.000 in 2024 naar 189.000 in 2040, zijn ongeveer 32.000 extra arbeidsplaatsen nodig in regio Amersfoort.

De gemeente wil daarvan 25.000 voor haar rekening nemen, waarvan 15.000 arbeidsplaatsen op bedrijventerreinen en 10.000 binnen informele werklocaties zoals wijkeconomieën. 

Grip terugpakken 

Tot nog toe verleende de gemeente vaak medewerking aan functieverandering (ook als dit afweek van de bestemming) onder het leidende principe van de ‘faciliterende overheid’. Het adagium luidde ‘ja, mits’. 

Als een ondernemer of ontwikkelaar nu met een initiatief komt dat afwijkt van het bestemmingsplan zal het nauwgezet aan de nieuwe beleidsuitgangspunten uit het Omgevingsprogramma Werklocaties worden getoetst. 

Daarmee verwacht Stegeman dat de gemeente al een belangrijk beleidsinstrument in handen heeft om grip terug te pakken op ruimtegebruik op bedrijventerreinen. 

Om dat effectief te laten zijn, heeft het college van B en W al wel op 9 juli een voorbereidingsbesluit genomen rond functiebeperkingen op bedrijventerreinen. Het geldende tijdelijke deel van het Omgevingsplan Amersfoort voor bedrijventerreinen liet namelijk nog veel ruimte voor functieverbreding. Die functieverbreding was vanuit leegstandsbeleid en het oude economische beleid ooit wenselijk. 

De ‘visie werklocaties’ die daar als beleidskader boven hing, komt pas te vervallen op het moment dat het Omgevingsprogramma Werklocaties wordt aangenomen. ‘Het voorbereidingsbesluit is noodzakelijk om te voorkomen dat er tijdens de periode van het opstellen van de nieuwe wijziging van het Omgevingsplan Amersfoort ontwikkelingen plaatsvinden, aldus de toelichting in het programma.

Stegeman: ‘Dit betekent dat de gemeenten met ingang van 9 juli al niet meer standaard medewerking verlenen initiatieven die in strijd zijn met het toekomstige beleid voor het gebied. Het “nee, tenzij” is daarmee sinds 9 juli al geldend.'

‘Initiatiefnemers zullen een aanvraag moeten indienen voor een BOPA (buitenplanse omgevingsplanactiviteit, red.) als zij activiteiten willen ontplooien die in strijd zijn met de primaire functie. Per casus zal dan worden gekeken of een activiteit strookt met de nieuwe uitgangspunten in omgevingsprogramma.’

Beleid past in trend 

Het Amersfoortse omgevingsprogramma past in een trend waarin gemeenten regie terug proberen te pakken op ruimte voor economie. Stegeman: ‘Ruimtelijke ontwikkeling was vroeger erg economisch gedreven, waarbij stedelijke ontwikkeling en groei gekoppeld werden aan economische belangen en vraag naar werk'

‘Tijdens de vastgoed- en economische crisis, en nu tijdens de wooncrisis weer, verslapt de aandacht voor ruimte voor economische ontwikkeling. Ook de afdelingen economie waren op gegeven moment vooral gericht op accountmanagement, leegstandsproblematiek en het versterken van ecosystemen en innovatie.’

Dat heeft er volgens de wethouder toe geleid dat veel bedrijventerreinen en kantoorlocaties zijn getransformeerd en er beperkt nieuwe locaties zijn bijgekomen. 'Hierdoor is ruimte voor economie in de verdrukking geraakt. Nu proberen steden weer grip op ruimte voor werk terug te pakken. Dat is belangrijk, mede in het licht van ruimte die nodig is voor circulaire economie en energietransitie, naast reguliere stadsverzorgende bedrijvigheid voor de groeiend stedelijke bevolking.’ 

‘Wij zitten niet achter het stuur van bedrijven', zegt Stegeman. ‘Wij proberen met studerend kaders regie terug te pakken op een zo optimaal mogelijke aanwending van schaarse ruimte. Uiteindelijk moet de markt ook meebewegen.’

'Sommige gemeenten zetten daar subsidies voor in. Wij zeggen: je moet in eerste instantie heel duidelijke verwachtingen scheppen over het toegestane gebruik. Ook daarmee vermijd je onjuiste verwachtingen over grondopbrengsten, en daarmee hopelijk speculatie.’ 

Van beleidsambities naar beleidsregels 

De beleidsuitgangspunten in het Amersfoortse omgevingsprogramma zullen uiteindelijk aangevuld moeten worden met beleidsregels in het Omgevingsplan. De vraag is in hoeverre je daarmee in bestaande omgevingen kunt sturen op bijvoorbeeld branchering, minimale bouwhoogte en minimale milieucategorie in bestaande werkomgevingen, en hoe je dus het maximale uit je omgevingswetinstrumentarium kunt halen.

Programma onder de Omgevingswet 

Het omgevingsprogramma is één van de kerninstrumenten uit de Omgevingswet, formeel ‘programma’ geheten. Het is een thematische of gebiedsgerichte uitwerking van de omgevingsvisie of juist een aanvulling daarop. Naast ‘vrijwillige’ programma’s die gemeenten of de provincies kunnen initiëren zijn er wettelijke programma’s rond bijvoorbeeld geluid, die lagere overheden moeten uitwerken. 

Het vrijwillige programma wordt door kenners uitgelegd als een positief instrument dat stakeholders kan verbinden rond een gemeenschappelijk doel. Om een programma de status geven van ‘programma onder de Omgevingswet’ moet het bestuurlijk worden vastgesteld als college-bevoegdheid. 

Brede steun uit de raad is volgens kenners nuttig met het oog op eventuele aansluitende financiële besluiten waar de raad vanuit haar budgetbevoegdheid over gaat. Net als in de visie zijn in het programma geen ‘regels’ opgenomen, maar beleidsuitgangspunten. Een programma is net als de omgevingsvisie zelfbindend, wat betekent dat enkel de instantie die het vaststelt eraan gebonden is.

Lees het volledige artikel ook op bt-online.nl.

 

Foto: De Nieuwe Stad, Amersfoort. Fotocredit: Citymarketing Amersfoort

12-11-2024
Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor een robuuste economie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor een robuuste economie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Cleantech Park Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Kortom: hoe maken we ruimte voor een robuuste economie? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: Cleantech Park Arnhem Cleantech Park Arnhem (voorheen Industriepark Kleefse Waard), de locatie van het BT Event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op Cleantech Park gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het park heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Cleantech Park Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
Stappenplan MOOI-EIGEN en tools voor energiehub op bedrijventerreinen
Stappenplan MOOI-EIGEN en tools voor energiehub op bedrijventerreinen

Bedrijventerreinen in Nederland willen de opwek en het gebruik van duurzame energie op elkaar afstemmen. Vaak zoeken ze ook naar oplossingen voor problemen met het overvolle elektriciteitsnet. Het MOOI-subsidieproject EIGEN ontwikkelde daarom een stappenplan en ondersteunende tools om een energiehub te realiseren. Eigen opwek benutten Frits Wattjes is namens netbeheerder Alliander penvoerder van EIGEN. Bij de netbeheerder zagen ze jaren geleden de behoefte ontstaan naar lokale energiesystemen. Onder meer bij bedrijventerreinen. Hierbij stemmen ondernemers de opwek en het gebruik van duurzame energie op elkaar af. Wattjes: “Hoe kunnen we ondernemers en andere betrokkenen hierbij helpen?” Slim organiseren “Met ons subsidieproject onderzochten we hoe je energiehubs kunt verkennen, ontwikkelen, realiseren en exploiteren”, zegt Wattjes. Dat is niet alleen een technisch vraagstuk. De vraag is ook hoe je zo’n energiehub slim organiseert met alle partijen. Daarnaast moet je het financieel en juridisch goed regelen. “Voor EIGEN vormden we dan ook een breed consortium van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen die op alle onderdelen expertise leveren in deze complexe puzzel.” Stappenplan en tools De consortiumpartijen gingen bij bedrijventerreinen op onderzoek uit. Waar lopen die tegenaan als ze een energiehub zouden opzetten? “Op basis daarvan hebben we een blauwdruk ontwikkeld”, zegt Wattjes. “Het is een stappenplan om de mogelijkheid van een energiehub te verkennen, ontwerpen, bouwen en exploiteren. Binnen al die stappen hebben we ondersteunende middelen ontwikkeld, zoals templates en software.” Oplossing voor netcongestie Een energiehub biedt op dit moment vooral een oplossing voor netcongestieproblemen. Bij netcongestie is de vraag of het aanbod van elektriciteit te groot voor het elektriciteitsnetwerk. “Dit probleem is zeer actueel”, zegt Wattjes. “Ons stappenplan laat ondernemers daarom vooral zien hoe een energiehub als middel kan worden ingezet om met netcongestie om te gaan.” Steun van subsidie MOOI Volgens Wattjes was de subsidie van de regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) erg belangrijk. “Innovatieve bedrijven zijn belangrijk voor de overgang naar duurzame energie, de energietransitie. Deze MOOI-subsidie draagt daaraan bij. Eén, door een financiële prikkel voor innovaties te geven. En twee, door de opzet van een breed samengesteld consortium van samenwerkende partijen. Samen kunnen we werken aan resultaten die er echt toe doen. Alleen ga je sneller, maar samen kom je veel verder.” Vraag ook MOOI-subsidie aan Wilt u ook gebruikmaken van de MOOI-regeling? Bekijk welke subsidie bij uw project past en vraag deze aan. Lees meer over subsidie aanvragen Meer weten? Bekijk het stappenplan en de tools van EIGEN (blauwdruk) Lees meer over de regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

19-05-2025
Nieuws
BMC Nederland sluit zich aan als kennispartner bij SKBN
BMC Nederland sluit zich aan als kennispartner bij SKBN

De Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) verwelkomt BMC Nederland als nieuwe kennispartner. Met deze samenwerking bundelen beide organisaties hun krachten om werklocaties toekomstbestendig te maken. Dinsdag 15 april bestendigden SKBN-bestuurslid Frank Hazeleger, Hendrik Buwalda (senior adviseur Economie) en Karim Adarghal (partner Economie, fysiek domein) van BMC het partnerschap. BMC Nederland is actief in het fysieke domein en biedt advies op het gebied economische ontwikkeling. Dit omvat specifiek de ruimtelijk-economische opgaven alsook de bredere economische vraagstukken. Hun expertise omvat onder andere de ontwikkeling van werklocaties, waarbij ze zich richten op de kwalitatieve opgave van bedrijventerreinen alsook daaraan gerelateerd het verankeren van 'ruimte voor werk'  via omgevingsprogramma's. Met hun brede expertise, kijkt BMC nadrukkelijk naar de integrale opgave op bedrijventerreinen. Door zich aan te sluiten bij SKBN, versterkt BMC haar netwerk en draagt ze bij aan de gezamenlijke ambitie om bedrijventerreinen in Nederland te transformeren tot toekomstbestendige werklocaties. De samenwerking met BMC past ook binnen de bredere strategie van SKBN om kennis en expertise te bundelen voor de ontwikkeling van werklocaties die inspelen op de uitdagingen van vandaag en morgen.  Voor meer informatie over de expertise van BMC Nederland op het gebied van werklocaties, bezoek hun website: BMC - Werklocaties en campussen.

16-04-2025
Aanmelden nieuwsbrief