Geen plek voor maakindustrie in de stad? Haarlem koos voor ‘woningbouw-achtige’ prioriteit, publiek-private samenwerking en concessies. En dat loont, want Waarderpolder was in 2024 het bedrijventerrein met de hoogste toegevoegde waarde aan de economische output van Metropoolregio Amsterdam. 

'De Waarderpolder ligt in het buitengebied van de stad. Dat werd lange tijd ook zo beschouwd door de gemeente', vertelt Ruud Meijer van Stichting Parkmanagement Waarderpolder bij het event ‘Maak ruimte voor Werk’, dat vorige week werd gehouden in Haarlem. 

'Door de groeiende vraag naar werkplekken in de gemeente kwam het verloederende bedrijventerrein weer onder de aandacht', vervolgt Meijer. 'Haarlem had weinig ruimte in buitengebieden, waardoor we het binnenstedelijk moesten zoeken. Waarderpolder vormde daarvoor een ideale locatie.' 

Ook gemeente Haarlem met schaarse ruimte, energie en tekortkomende infrastructuur. Omdat deze problemen voelbaar waren bij zowel bedrijven als overheid, richtten gemeente en industriekring Haarlem een publiek-private samenwerking op in de vorm van Stichting Parkmanagement Waarderpolder. 

De stichting vormt het dagelijks beheer van het bedrijventerrein en schrijft met gemeente en ondernemers convenanten over intensivering, bereikbaarheid en innovatie. Daarnaast kent ze onder meer parkmanagers, een contactfunctionaris en communicatiemedewerkers. 

Het Platform Bedrijven en Kantoren (Plabeka) richt zich op het reduceren van structurele leegstand van werklocaties in de Metropoolregio Amsterdam. In 2024 wees het platform Waarderpolder aan als het bedrijventerrein met de hoogste toegevoegde waarde binnen de regio. 

'De publiek-private samenwerking is essentieel geweest voor het succes van Waarderpolder', voegt Ruud Meijer toe. 'Door te weten wie waar onderneemt en het maken van afspraken op hoofdlijnen is Waarderpolder een functioneel en gewaardeerd bedrijventerrein geworden.' 

Batterijfabriek 

Het succes van de publiek-private samenwerking in Waarderpolder is te zien bij de totstandkoming van een batterijfabriek. De fabriek ligt in het C-district van het bedrijventerrein, waar de gemeente ruimte wil bieden voor innovaties voor een duurzame en circulaire economie. 

Uit het netwerk van het parkmanagement wist de gemeente dat fabrikant Intercel op zoek was naar een locatie om lithium-batterijen te produceren. Daarvoor had het bedrijf een kavel op het oog langs één van de belangrijke verkeersassen in de stad, waar het bestemmingsplan een minimale bouwhoogte voorzag van 12 meter.  

Intercel liet weten deze hoogte niet nodig te hebben. Om toch ruimte te bieden aan innovatie in het C-district, kwamen de betrokken partijen tot een overeenkomst waarin een investeringsmaatschappij de extra etages bekostigt. Deze etages boven de fabriek worden verhuurd aan start-ups in dezelfde sector.  

Geschikte werklocaties

Het vinden van geschikte werklocaties in Nederland blijkt vaak lastig door schaarse ruimte 'Voornamelijk de maakindustrie wordt over het hoofd gezien bij stedelijke menging', klonk onder meer op de Dag van de Projectontwikkeling, 16 mei 2025 in Nieuwegein.  

Bij de herinrichting en verdichting van gebieden maken gemeenten doorgaans ontwerpen van levendige en gemengde omgevingen. Toch past in de voorgestelde woon-werk-mixen vaak geen maakindustrie.  

Maakbedrijven, zoals meubelbedrijven en emballagebedrijven, kennen een milieucategorie van 2 of 3. Door geldende afstandsnormen tot woningen wordt in veel gevallen voorkeur gegeven aan de drukkende woningbouwopgave. 

De uitdagingen voor de maakindustrie stonden centraal op het evenement Maak ruimte voor Werk, een consortium van diverse gemeenten en onderwijsinstellingen. Hier werden tijdens co-creatiesessies ideeën en oplossingen uitgewisseld.

12-06-2025
Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor een robuuste economie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor een robuuste economie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Cleantech Park Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Kortom: hoe maken we ruimte voor een robuuste economie? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: Cleantech Park Arnhem Cleantech Park Arnhem (voorheen Industriepark Kleefse Waard), de locatie van het BT Event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op Cleantech Park gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het park heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Cleantech Park Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
Beter Benutten: IPP Haaglanden transformeert en verdicht
Beter Benutten: IPP Haaglanden transformeert en verdicht

IPP Haaglanden hanteert een duidelijke strategie bij de revitalisering van het Middengebied Plaspoelpolder in Rijswijk. Het industrieschap voert een gezamenlijk ontwikkelingsperspectief uit met de aankoop van leegstaande kantoorpanden om het verouderde bedrijventerrein beter te benutten en te zorgen voor een aangenaam vestigingsklimaat. ‘Als het niet vanzelf gaat dan kopen we actief op.’ Die aanpak werpt inmiddels zijn vruchten af: een kantoorgebouw dat jaren leegstond, wordt niet gesloopt, maar nieuw leven ingeblazen door verticaal te stapelen met ruimte voor (betaalbare) bedrijfs- en kantoorunits.  Het project is onderdeel van een bredere strategie, waarbij overheid en markt de komende jaren meerdere leegstaande kantoorpanden in het ‘Middengebied’ om het bedrijventerrein beter te benutten en toekomstbestendiger te maken.  Om dit mogelijk te maken is in 2021 door de gemeente Rijswijk het omgevingsplan gewijzigd. Destijds zijn ook duidelijke kaders gesteld in een gebiedsontwikkelingsplan. Wat inhoudt dat alleen aan de randen van het bedrijventerrein de lege kantoren mogen worden omgebouwd tot woningen.  Het Middengebied in de Plaspoelpolder daarentegen krijgt een duidelijke werkfunctie. Binnen dit gebiedsprofiel is meer milieuhinder mogelijk voor mkb’ers tot een milieucategorie van maximaal 3.2. Ook functiemenging behoort tot de mogelijkheden, maar voor woonfuncties zijn er geen opties. Dit beleid maakt de invulling van verouderd kantorenvastgoed een uitdaging. De gemeente Rijswijk heeft daarom in 2021 een intentieovereenkomst gesloten met IPP Haaglanden (het industrieschap waar de bedrijventerreinen Plaspoelpolder en Westvlietweg onder vallen, red.) en de Belangen Bedrijven Rijswijk (BBR) om samen de Plaspoelpolder te revitaliseren. De aanpak van leegstaand en verouderd kantorenvastgoed is hiervan een treffend voorbeeld. Broedplaats voor overlast Het pand aan de Polakweg, dat IPP Haaglanden begin dit jaar aankocht van de eigenaar, heeft vijftien jaar leeggestaan. Het was al die tijd een broedplaats van overlast, illegale bewoning en vervuiling. Het gebouw verkeerde in een erbarmelijke toestand en werd recent nog door lokale media omschreven als een ‘rotte kies’ in het gebied. Toch beschikt het gebouw volgens Jan Brugman, directeur van IPP Haaglanden, in potentie over circa 6.000 vierkante meter aan functionele bedrijfs- en kantoorruimte. ‘Dat lijkt weinig, maar het is best veel als je nagaat wat er aan werkgelegenheid mogelijk is als je ruimte biedt aan start- en scale-ups, kleine mkb-bedrijven en de maakindustrie.’ De bedoeling is dat het pand volledig wordt gerenoveerd, waarbij de begane grond en de eerste verdiepingen worden gesloopt. Vervolgens worden de huidige kantoorruimtes getransformeerd naar bedrijfsruimten. Op de verdiepingen daarboven worden nieuwe kantoorruimtes gecreëerd.  Om de ruimte optimaal te benutten, wordt ook onderzocht of het mogelijk is om het pand op te toppen met een extra verdieping. Haalbaarheidsstudie De renovatie van het kantoorpand aan de Polakweg dient als haalbaarheidsstudie voor toekomstige projecten in het Middengebied.  Brugman zegt hierover: ‘Ik zie veel potentie in verdichting, want gevoelsmatig zeg ik dat over de hele linie bestaande bedrijventerreinen veel beter benut kunnen worden. De inefficiëntie van de ruimte is enorm groot. Het gaat ons – in het geval van het Middengebied - niet alleen om economische verdichting, maar ook om het overnemen van vastgoed waarmee de eigenaren niets doen.’  Het is opmerkelijk dat een organisatie als gemeenschappelijke regeling zelf bedrijfspanden aankoopt, met steun van de gemeente. ‘Daar zouden we als organisatie en gemeente in principe weg van moeten blijven. Maar met de aankoop van dit pand en nog twee andere panden creëren we in de toekomst - maatschappelijk gezien - een gevoel van veiligheid.’  Dit zorgt er volgens Brugman voor dat eigenaren die niets van plan zijn met hun panden uiteindelijk vertrekken en dat er op het gebied van bijvoorbeeld criminaliteit weinig meer te zoeken valt. ‘Tegelijkertijd krijgen we meer grip op het beter benutten van het middengebied. Dit sluit aan bij de doelstelling om in dit gebied betaalbare bedrijfsruimte te realiseren, aangezien de huren in deze regio relatief hoog zijn. Zo geven we startende ondernemingen een kans.’ Duurzaamheid en beheer IPP onderzoekt momenteel of het de aangekochte panden in het Middengebied wat langer in eigendom kan houden via een huurkoopconstructie. Brugman: ‘Dat is een denkrichting waarbij we de ruimtes in het pand voor een zo laag mogelijke prijs verhuren. Hierdoor ontstaat een kasstroom, zodat het pand de tijd wordt gegund om te groeien naar een optimale functie.’  Naast het pand aan de Polakweg heeft het industrieschap recent nog twee andere leegstaande panden gekocht. Bij de transformatie van deze panden wordt dezelfde aanpak gehanteerd als bij de Polakweg.  ‘Je kunt stellen dat dit voor ons zo onderhand een groot gebiedsontwikkelingsproject wordt. We gaan de transformatie van deze twee panden op dezelfde zorgvuldige manier benaderen als bij de Polakweg, en dit alles in lijn met het geldende bestemmingsplan.’ De vraag is of deze panden worden gesloopt of volledig worden hergebruikt. ‘Ook bestuderen we voor welke typen bedrijvigheid we ruimte beschikbaar stellen op deze locaties. Bij de pilot aan de Polakweg werken we nauw samen met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en bekijken we hoe zo’n proces verloopt als je het zelf in de hand hebt.’ Focus op praktisch beleid Het uitgangspunt is om niet te hoogdravend te werk te gaan op het gebied van duurzaamheid en circulariteit.  ‘We zijn geen visionairs die ver vooruitkijken. Dit betekent dat we ons zelf op dit vlak vooraf geen doelstellingen opleggen die niet realistisch zijn. We maken als het ware beleid door direct te onderzoeken wat mogelijk is. Het gerenoveerde pand aan de Polakweg willen we volgend jaar zeker in gebruik nemen.’ Het uiteindelijke potentieel van de drie kantoorpanden binnen de opgave ‘beter benutten’ is volgens Brugman lastig in te schatten.  ‘We hebben het over anderhalve hectare, en dat vullen is op zichzelf al enorm veel. Het hangt ook af van hoe we op deze locaties kunnen verdichten en ruimte kunnen toevoegen. Voor het project aan de Polakweg behoort dat laatste zeker tot de mogelijkheden.’  Brugman constateert dat de bereidheid van commerciële vastgoedpartijen om deel te nemen aan transformatieprojecten beperkt is.  ‘De kennis bij ontwikkelaars op dit vlak is gering. Het is – zo weten we uit ervaring nu - een aparte tak van sport en zeker geen standaardontwikkeling. Daarnaast merken we dat met name malafide eigenaren hun vastgoed vaak liever behouden. Het staat de ambities van goedwillende ondernemers op bedrijventerreinen in de weg. Dit gaat ook ten koste van het vestigingsklimaat in een regio.’  Investeren in verduurzaming Ondanks die terughoudendheid blijft IPP Haaglanden vasthouden aan de integrale visie dat het Middengebied Plaspoelpolder een bedrijventerrein moet blijven, met aantrekkelijke, veilige en schone bedrijfs- en kantoorruimtes in een groen gebied.  ‘We richten ons niet alleen op het vastgoed, maar investeren in samenwerking met de ondernemers op het terrein ook veel geld in de verduurzaming en vergroening van de omgeving. Dit is uiteindelijk een mooie businesscase waar we veel van leren en die ook maatschappelijk voldoende politiek draagvlak kent’, aldus Brugman. Lees dit artikel tevens op bt-online.nl  

28-01-2025
Nieuws
Op Greenfield kan menig stadspark jaloers zijn
Op Greenfield kan menig stadspark jaloers zijn

Circulaire meubelmaker Vepa en groenadviseur Snoek Puur Groen werkten een plan uit voor Greenfield 2.0, een natuurinclusieve en circulaire speeltuin van 30.000 vierkante meter op het Drentse bedrijventerrein Bargermeer-Zuid. Wat begon als een project voor circulair ondernemen, nam steeds grotere vormen aan met ruimte voor biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het project werd toegelicht op een bijeenkomst van de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette in Emmen. In de provincie Drenthe liggen 110 bedrijventerreinen. Voor werknemers en werkgevers valt het misschien minder op, maar gedeputeerde Egbert van Dijk ziet hen ook als hotspots voor droogte en wateroverlast, met veel potentie om natuurinclusief te worden. Op de laatste bijeenkomst van de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette in 2024, gehouden in Emmen, wordt in het bijzonder één locatie uitgelicht.  Op bedrijventerrein Bargermeer-Zuid ligt een groot terrein naast de fabriek van circulaire meubelmaker Vepa. In deze circulaire speeltuin van 30.000 vierkante meter is ruimte voor veel uiteenlopende activiteiten, als ze maar bijdragen aan een duurzame en gezonde wereld. Deze unieke groene zone op het bedrijventerrein is in enkele jaren uitgegroeid tot een enorme kennistuin.  In GreenField 2.0, zoals de plek heet, lijkt het aan niets te ontbreken. Zo ligt er een moestuin, een voedselbos, een amfitheater en meerdere insectenhotels. Op het terrein kan men in de huisjes ook lunchen en vergaderen evenemententerrein, een uit kijkpunt en een vogelkijkhutje. Tussen al die onderdelen liggen bosschages, bloemenmengsels, wadi’s die een groot deel van de regenval op Vepa’s fabriek op vangen en velden met gekweekte hennep en vlas.  Die twee gewassen worden door Vepa ook gebruikt als hernieuwbare grondstof voor de meubelproductie. Ook groeien er lisdodden, ruig natuurlijk gras, akkerbloemen en andere bloem mengsels. Her en der zijn huisjes en bruggen geplaatst, in elkaar gezet door sociale werkplaats WerkPro en vervaardigd met restmaterialen uit de fabriek van Vepa. GreenField doet daarmee de titel van circulaire speeltuin zeker eer aan.  Al in 2015 werd het idee voor GreenField, toen nog een eerste versie, in de wieg gelegd. Eric Luisman, manager Sustainability & Business Development bij het eerdergenoemde Vepa en directeur Douwe Snoek van Snoek Puur Groen vonden elkaar naar eigen zeggen op een door de gemeente Emmen georganiseerde bijeenkomst over vergroening op bedrijventerreinen.  Het project startte met een ambitie voor het circulair ondernemen, vertellen zij. Ze bevestigen het belang om niet de hele natuurinclusieve opgave boven ondernemers te houden. Gaandeweg ontdekten zij dat GreenField de “satéprikker” was om meerdere opgaven mee op te pakken. Daarbij is te denken aan klimaatadaptatie en biodiversiteit, die voor Vepa veel overlap hebben met het kweken van natuurlijk grond stoffen voor de productie.  Overheden  GreenField wordt door de gemeente Emmen en de provincie een parel genoemd onder de projecten die op Drentse bedrijventerreinen worden ondernomen. Voor de gemeente en de provincie blijft een grote rol weggelegd om dergelijke successen ook elders aan te jagen. Als het aan gedeputeerde Egbert van Dijk ligt, zijn lokale en regionale overheden daarin vooral verbinders en cofinanciers. Waar de provincie het bredere verhaal over het vestigingsklimaat goed moet weten te vertellen, moeten gemeenten volgens Van Dijk het verhaal weten te vertalen naar de lokale situatie van ondernemers.  Op de bijeenkomst van de Groene, Gezonde Bedrijventerreinen Estafette is Snoek eerlijk richting de aanwezige ambtenaren. De coördinatie tussen overheden over hoe ondernemers ondersteund kunnen worden in de vergroeningsopgave, mag beter. Hij sluit zich aan bij Jan-Willem Vogels, business developer energietransitie bij de Rabobank, die op de bijeenkomst het belang bevestigt van gemeentelijke afdelingen en een provincie die eenzelfde taal spreekt. ‘Met uiteenlopend beleid jaag je ondernemers de verkeerde kant op. Zorg er dus eerst voor dat alle afdelingen weten wat de ambities zijn voor bedrijventerreinen. En uit welke potjes een investering kan worden gefinancierd.’  Gedeputeerde Van Dijk herkent die worsteling, zowel aan de kant van ondernemers als ambtenaren. ‘Ik ben zelf ook wethouder geweest, in Meppel en Zeewolde. Daar ging het ook vaak om de vraag: staan gemeenten ervoor open om bedrijventerreinen te vergroenen? En tot welk resultaat zijn ze in staat, waar hebben ze de mensen en kennis voor?’  Andersom lijkt in sommige gevallen ook consensus over de verantwoordelijkheid van ondernemers om van hun eigen terrein een klimaatadaptieve en aantrekkelijke werkomgeving te maken. Zo zegt Snoek: ‘De rol van de gemeente is eigenlijk ook gewoon op de achterbank, rechts achterin. Het is aan ondernemers om de verantwoordelijkheid te pakken. Zeker nu er bewijslast ligt voor wat het oplevert om je terrein te vergroenen.’  In de slotdiscussie gaat het net als op eerdere estafette-bijeenkomsten over het moeizame proces om de ondernemer te bereiken en te overtuigen. Ondernemers op Bargermeer zijn uitgenodigd voor de bijeenkomst, maar zijn niet aanwezig. Sommige ondernemers zullen pas met de transitie meebewegen als de stappen informeren en stimuleren al zijn doorlopen. Voor gemeenten blijft dan nog één instrument over: verplichten. Het liefst ziet Snoek dat veel ondernemers eerder aanhaken: ‘Sommige ondernemers vertrekken hierdoor juist. Mijn oproep aan gemeenten is dan toch: richt je programmering op ondernemers die juist wél willen vergroenen.’ Over de Groene, Gezonde Bedrijventerreinen Estafette (GGBE) De estafette-bijeenkomsten van de GGBE worden georganiseerd door de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) en Stichting Steenbreek, in samenwerking met een provincie en een gemeente. Het doel van de bijeenkomsten is om de noodzaak van het vergroenen van werklocaties op de agenda te krijgen en te delen op welke manieren dit mogelijk is. Elke bijeenkomst wordt georganiseerd op een bedrijventerrein met een inspirerend voorbeeld van hoe een natuurinclusieve werklocaties vorm kan krijgen. Beeld: Het Greenfield-terrein - Jesse Kiel

03-02-2025
Aanmelden nieuwsbrief