Op elk jaarlijks bedrijventerreincongres (BT Event) wordt vroeg of laat verzucht dat de term ‘bedrijventerrein’ eigenlijk niet meer moet worden gebruikt. Reinoud Fleurke (SADC) en Koen Raats (Balance) ontleden het begrip framing om dichter bij een nieuwe terminologie te komen voor de toekomstige bedrijventerreinen waar werknemers centraler staan en multifunctionaliteit steeds vaker terugkomt. Denkt u mee? Lees hier het volledige artikel.

17-12-2018
Event
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’
Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’

Een van de leidende principes in veel beleidsstukken is dat ruimte voor economie niet mag afnemen. Een no net loss dus. Maar hoe geef je dat handen en voeten? Het omgevingsprogramma is een krachtig beleidsinstrument uit de Omgevingswet, die zich bij uitstek leent om, samen met gebiedspartners, ruimtelijk-economische ambities concreet te maken.  Op dinsdag 18 november organiseren vakblad BT en TwynstraGudde het webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’. Met in de hoofdrol vier gemeenten die pionierden met het omgevingsprogramma.  Je leert:  Welke soorten omgevingsprogramma’s er zijn (thematisch- of gebiedsgericht) en welk type zich het beste leent voor welk doel;  De afweging maken of het omgevingsprogramma een geschikt instrument is om jou/jullie ruimtelijk-economische ambities verder invulling te geven;  Hoe je bestaand beleid door vertaalt naar een omgevingsprogramma, en wat de toegevoegde waarde is;  Welk type maatregelen in een omgevingsprogramma kunnen worden opgenomen, zoals fysieke acties (ruimreserveringen), juridische instrumenten (regels of uitsluitingen), financiële prikkels/fondsen, maar ook ‘softere’ maatregelen zoals campagnes en het organiseren van netwerken (met bedrijfsleven of kennisinstellingen);  Hoe je van een omgevingsprogramma tot programmatisch werken en uitvoering komt;  Hoe een omgevingsprogramma de weg plaveit naar een algemeen bindend omgevingsplan.  MELD JE METEEN AAN!   PROGRAMMA  09.30 uur  Introductie ‘programma onder de Omgevingswet’  Puck Brunet de Rochebrune & Anouk Paris, resp. principal adviseur en senior adviseur Ruimte, Wonen & economie, TwynstraGudde   09.45 uur  Praktijkcasus 1: Werken aan een balans tussen agrarisch landgebruik, bedrijventerreinen en recreatie – Omgevingsprogramma Economie, Gemeente Putten   Reinard de Jong - Manager Opgaven, Programma's en Projecten, Gemeente Putten en Puck Brunet de Rochebrune (TwynstraGudde)  10.00 uur  Praktijkcasus 2: Beter benutten bestaande bedrijventerreinen, kantoorlocaties en overige werklocaties - Omgevingsprogramma werklocaties, Gemeente Amersfoort  Marco van Hoek, programmamanager Werken, Gemeente Amersfoort  10.15 uur  Praktijkcasus 3: Vastleggen lange termijnvisie en maatregelen op een bedrijventerrein, mét ondernemers – Gebiedsgericht omgevingsprogramma voor bedrijvenpark ‘De Boezen’, Pijnacker   Kjell Wansleeben, senior adviseur Ruimte, Gemeente Pijnacker-Nootdorp  10.30 uur  Praktijkcasus 4: Gemeente Urk (nader in te vullen)  Sjane Marie van Urk, beleid Ruimtelijke Ordening, Gemeente Urk  10.45 uur  Einde  FACTS & FIGURES  Wat: Webinar ‘Maak ruimtelijk-economische ambities concreet met het omgevingsprogramma’.  Wanneer: Dinsdag 18 november 2025, 09.30 uur – 10.45 uur.  Kosten: Het is een gratis webinar. Voor wie: EZ-ambtenaren van gemeenten, provincies en rijk, medewerkers van ontwikkelings- en herstructureringsmaatschappijen en iedereen die bezig is met het realiseren van ruimtelijk-economische ambities.  Aanmelden  

18-11-2025
Nieuws
10 aanbevelingen voor slagvaardig ruimtelijk-economisch beleid
10 aanbevelingen voor slagvaardig ruimtelijk-economisch beleid

Het Rijk moet financiële rugdekking bieden voor herontwikkeling en strategische uitbreiding van economische ruimte. ‘Wellicht kan het zelfs uit het defensiebudget komen’. Het was een van de opvallendste suggesties in een online-debat op donderdag 3 juli 2025 over de recent gepubliceerde Ruimtelijk Economische Visie. Vakblad BT destilleerde 10 aanbevelingen voor een slagvaardiger ruimtelijk-economisch beleid, waar het fysieke ruimte aangaat.  De Ruimtelijk Economische Visie mist slagkracht, onder meer omdat de aanvankelijke harde ruimteclaim uit het Programma Ruimte voor Economie ontbreekt. Tot dat gedeelde oordeel kwamen de deelnemers aan het online-debat dat Buck Consultants International (BCI) met medewerking van BT organiseerde over de Ruimtelijk Economische Visie (verder: REV) van het Ministerie van Economische Zaken. Bevolkingsgroei, duurzame transities en economische weerbaarheid door geopolitieke spanningen resulteren in een behoefte aan méér ruimte voor economie, stelde Jurgen Geelhoed, plaatsvervangend directeur Ruimte en Regio tijdens een inleidende toelichting op het beleidskader.  Hij wees erop dat economie (niet zijnde landbouw) nu slechts 2,5 tot 2,8 procent ruimte claimt, terwijl tweederde van de landoppervlakte in Nederland in gebruik is voor agrarische doeleinden. Op die relatief kleine oppervlakte wordt meer dan 10 keer zoveel toegevoegde waarde gegenereerd als in de agrarische sector. Ruimte voor strategische uitbreiding Maar waar voormalig minister Micky Adriaansens in het Programma Ruimte voor Economie (feitelijk de voorloper van de REV) een claim van 15 procent additionele ruimte voor economie neerlegde, ontbreken deze ‘inspirerende cijfers’ in de REV, constateerde Paul Bleumink, partner en medeoprichter van BCI, in zijn reflectie op de visie. Geelhoed, die ook nauw betrokken was bij het Programma Ruimte voor Economie uit 2023, wees er tijdens het debat op dat “ruimte voor strategische uitbreiding” een van de leidende principes is in de REV, naast het beter benutten en juridisch borgen van bestaande economische ruimte. Dat een concrete kwantificering ontbreekt, komt volgens Geelhoed door de claims van andere sectoren op de fysieke ruimte. ‘We zijn gebonden aan een aantal afspraken binnen het Rijk. En moesten daarbinnen bewegen (…). Uiteindelijk moeten er gewoon integrale keuzes worden gemaakt, dus ook voor de economie.’ De roze olifant: ‘moratorium op gras’ De grote ruimteclaim van de landbouw is Theo Föllings een doorn in het oog. ‘Dat is toch de roze olifant in deze discussie. Het lijkt alsof er een soort moratorium op gras bestaat’, zei de voorzitter van SKBN. ‘Het zou goed zijn daar meer aandacht voor te hebben, ook kijkend naar het verdienvermogen. De verhoudingen zijn uit balans.’  Door politiek-bestuurlijke constellaties is het vrijwel onmogelijk om nieuwe bedrijventerreinen te realiseren, verduidelijkte moderator René Buck. Ook Föllings betreurt het dat de aanvankelijke “claim” van 15 procent extra ruimte voor economie niet is terug te vinden in de REV. ‘Dat moet alsnog gebeuren in de Nota Ruimte.’ Additionele ruimtebehoefte: 2500 hectare Bleumink mist een verwijzing naar schaalgrootte in de maakindustrie en logistiek, volgens hem dé grote ruimtevragers. ‘Het wordt weggestopt onder het kopje “productiemilieu”, terwijl de schaalvergroting volop gaande is.’ Als het aan Bleumink ligt, komt er in de Nota Ruimte net zo’n duidelijk kwantitatief uitgangspunt voor economische ruimte als bij woningbouw (“100.000 woningen per jaar”).  Op basis van cijfers van Stec Groep schat BCI de additionele behoefte aan ruimte voor economie op 2.500 hectare tot 2040. ‘Dat red je simpelweg niet met intensiveren en herontwikkelen van bestaande bedrijfslocaties. En de schatting is nog aan de voorzichtige kant’, aldus Bleumink. Hij legde tijdens het debat een voorbeeldtekst voor die ‘zo in de Nota Ruimte’ kan. Daarin is de 2.500 hectare additionele ruimtebehoefte tot 2040 gekwantificeerd, die voor 15 procent op bestaande locaties ingevuld moet worden en de resterende 85 procent op nieuw aan te leggen terrein, waarvan de helft binnen acht jaar gerealiseerd moet zijn. Geelhoed temperde de verwachtingen over de Nota Ruimte. Die wordt volgens hem een integrale nota waarin doelen niet ‘smart’ worden gemaakt. Zulke harde taakstellingen horen volgens hem eerder thuis in verkiezingsprogramma’s of een toekomstig coalitieakkoord, aldus Geelhoed tijdens het debat. IPO: strategisch programmeren Provincies spelen een belangrijke rol bij programmering van bedrijventerreinen, maar doen dat in eerste instantie voor een autonome vraag, benadrukt Monique Mentjox, programmamanager regionale economie bij het Interprovinciaal Overleg (IPO). ‘Als we het hebben over transities en geopolitieke ontwikkelingen, dan is dat een nationale opgave. We hebben het dan over “strategisch programmeren”. Dat betekent dat je van gemeenten vraagt ruimte te reserveren voor nog onbekende gebruikers. Je kunt niet zomaar verwachten dat gemeenten dat doen: ze missen het geld, de capaciteit én de expertise.’ Volgens René Buck wijzen alle prognoses op een groeiende vraag naar ruimte. Hij vroeg Mentjox of er niet gewoon boter bij de vis moet worden gedaan. Die reageerde dat je lagere overheden niet verantwoordelijk kunt maken om ruimtereserveringen voor een vraag die misschien komt, maar er nog niet is. Mentjox benadrukte dat ze de leidende principes uit de REV onderschrijft, maar vraagt meer duidelijkheid van het Rijk. Herontwikkeling en strategische uitbreiding Ook Bleumink oordeelt dat de ontwikkeling van regionale bedrijventerreinen een té grote opgave is voor gemeenten. ‘Zij kijken naar de provincie, en die is vaak nog zoekende. Daarom moet ook het Rijk haar nek uitsteken. Zowel voor beter benutten en herontwikkeling als voor strategische uitbreiding zijn ook financiële middelen nodig.’ Bleumink doet ook een schatting. Voor herontwikkeling voorzien hij een benodigde rijksbijdrage van circa een half miljard voor de komende 10 jaar. ‘Dat is niet zo heel veel, omdat een groter deel door de private sector opgepakt kan worden. Maar daarvoor is wel aanjaaggeld nodig.’ Voor nieuwe grote bedrijventerreinen schat Bleumink de benodigde rijksbijdrage op 2 miljard. ‘Dat is 200 miljoen per jaar. Dat lijkt me niet zo veel, zeker gezien de miljarden die toch al over de toonbank vliegen bij Defensie. Wellicht kan het zelfs uit het defensiebudget komen.’ 10 aanbevelingen voor slagvaardig ruimtelijk-economisch beleid Formuleer heldere, kwantitatieve doelstellingen voor ruimtegebruik  Benoem expliciet het benodigde areaal voor bedrijventerreinen tot 2040 (bijv. 2.500 hectare) om richting en urgentie te bieden, vergelijkbaar met de woningbouwopgave.      Ontwikkel regionale werkdeals naar analogie van woondeals    Maak per regio afspraken over benodigde ruimte, doelgroepen, locaties, milieutypen en realisatieplanning. Ondersteun dit met budgetten en governance-structuren.      Zorg voor nationale sturing en prioritering    Het Rijk moet regie nemen door nationale belangen te definiëren, duidelijke keuzes te maken en richting te geven aan provincies en gemeenten, ook met financiële middelen.      Versnel herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen    Zet in op intensivering en transformatie van verouderde terreinen (brownfields naar brightfields), waarbij gemeenten actief worden ondersteund met kennis, capaciteit en financiering.    Borg strategische ruimte voor toekomstige economische functies    Reserveer en bescherm locaties voor (nog) onbekende of opkomende functies (zoals biotechnologie of strategische industrieën), ondanks onzekerheden.      Integreer werk- en woonopgaven gebiedsgericht    Ontwikkel gebiedsprogramma’s waarin woningbouw en werklocaties in samenhang worden gepland, met oog voor mobiliteit, energie-infrastructuur en milieuruimte.      Bepaal gezamenlijke definities en criteria voor nationale belangen    Zorg voor duidelijke en gedeelde definities van begrippen als “nationale campus”, “strategisch cluster” en “kritieke infrastructuur”.    Verhoog de organisatiegraad op bedrijventerreinen    Stimuleer ondernemerscollectieven (bijv. via BIZ-structuren) om zelf bij te dragen aan verduurzaming, intensivering en herontwikkeling van bedrijventerreinen.      Waarborg ontwikkelruimte via milieunormen en wetgeving    Besteed expliciet aandacht aan milieugebruiksruimte en externe veiligheid als randvoorwaarde voor economische groei, met oog op wetgeving en vergunningverlening.      Bouw een uitvoeringsgerichte agenda met concrete mijlpalen    Stel voor eind 2025 een uitvoeringsagenda vast met acties, rollen, tijdslijnen en prestatie-indicatoren, zodat niet alleen wordt gepraat maar ook daadwerkelijk gebouwd. Kijk het online-debat terug en lees dit artikel op bt-online.nl. Beeld: iStock.com - sfe-co2

09-07-2025
Nieuws
Tilburg samen aan de slag voor een toekomstbestendig Kraaiven en Vossenberg
Tilburg samen aan de slag voor een toekomstbestendig Kraaiven en Vossenberg

De stad maakt serieus werk van de vernieuwing en verduurzaming van haar werklocaties. Op vrijdag 13 juni 2025 zijn de uitvoeringsagenda’s voor bedrijventerreinen Kraaiven en Vossenberg officieel ondertekend door gemeente Tilburg en de Vitaalverenigingen. Daarmee start een reeks zichtbare en impactvolle projecten die ruimte creëren voor groei, vergroening en slimme energie-oplossingen op bestaande bedrijventerreinen. De uitvoeringsagenda’s zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met ondernemers, parkmanagement en de gemeente. Ook ontwerpers uit de architectenpool dachten mee in gebiedsateliers, waarin ruimtelijke kansen en knelpunten gezamenlijk in beeld zijn gebracht.  Ze bevatten plannen voor onder andere groot onderhoud aan wegen en riolering op Kraaiven, de ontwikkeling van de laatste gemeentelijke kavel op Vossenberg, en innovatieve oplossingen zoals het opvangen en hergebruiken van regenwater als proceswater.  Wat staat er op de planning? Kraaiven Op Kraaiven wordt op korte termijn gestart met groot onderhoud aan de verharding en riolering aan de noordwestzijde van het terrein. Het gaat onder andere om de herinrichting van de Zevenheuvelenweg, de Kroonstraat en het calamiteitenriool. Deze werkzaamheden zijn deels al gestart en dragen bij aan een betere bereikbaarheid, meer klimaatbestendigheid en een verbeterde uitstraling van het terrein.  Daarnaast is er in de uitvoeringsagenda aandacht voor slimme kavelverdichting (zogenaamde ‘schuiftreintjes’), laadvoorzieningen voor elektrisch vervoer, en het inzetten van een gebiedsmakelaar die ondernemers ondersteunt bij herontwikkeling en samenwerking.   Vossenberg Op Vossenberg richt de uitvoeringsagenda zich onder meer op de ontwikkeling van de laatste gemeentelijke kavel aan de Duijnsbergseweg. De gemeente werkt actief aan het realiseren van een voorbeeldfunctie voor toekomstgerichte, duurzame bedrijvigheid op deze locatie.  Een ander belangrijk project speelt in op klimaatverandering én de behoefte van bedrijven aan voldoende proceswater. Door regenwater van piekbuien op te vangen en te hergebruiken, bijvoorbeeld voor bedrijven als Agristo, ontstaat een circulaire en klimaatadaptieve oplossing. Dit project is reeds gestart en wordt verder uitgewerkt in samenwerking met betrokken ondernemers. Ook hier wordt geïnvesteerd in bereikbaarheid, fietsvoorzieningen, collectieve parkeeroplossingen en een robuuster energienet. “Met het Programma Revitalisering Bedrijventerreinen willen wij ons maximaal inspannen om ruimte voor de ontwikkeling van bedrijven te maken op bestaande bedrijventerreinen. Met deze uitvoeringsagenda hebben we concrete instrumenten in handen voor de vernieuwing, verduurzaming en optimale verdichting. Tilburg is hierin landelijk koploper en dat is onze gezamenlijke prestatie,” aldus Bas van der Pol, wethouder gemeente Tilburg. De ondernemers zijn enthousiast en voelen zich betrokken. Karolien Réz, bestuurslid van Vitaal Kraaiven: “Met Vitaal Kraaiven bouwen we samen aan een toekomstbestendig bedrijventerrein waar samenwerking, duurzaamheid en groei hand in hand gaan.” Ook Jan Hoffman, voorzitter van Vitaal Vossenberg, benadrukt het belang van gezamenlijke inzet: “Zonder ons, geen wij. Dus natuurlijk steunt Vitaal Vossenberg de samenwerking voor toekomstbestendige bedrijvenparken!” Vervolg De komende tijd worden de eerste stappen in de uitvoering gezet. Gemeente en Vitaalverenigingen trekken samen op om ondernemers te betrekken en te ondersteunen. Zo bouwen we aan sterke, toekomstgerichte bedrijventerreinen in Tilburg. Foto: Joris Buijs

12-06-2025
Aanmelden nieuwsbrief