Limburg, Brabant en Noord-Holland: de capaciteitskaart van netbeheerders kleurt met een ongekende snelheid rood. Bedrijven die zich nieuw willen vestigen of willen uitbreiden, krijgen steeds vaker te horen dat er geen ruimte is op het elektriciteitsnet. Ook de teruglevering van zonne-energie stokt door capaciteitsproblemen.

Tijdens de sessie ‘Netcongestie opgelost door innovatie’ op de PROVADA vat een bezoeker het probleem samen: “Veel mensen kunnen tot hun pensioen bezig blijven met de oplossing.” Het panel, bestaande uit Arnoud van der Wijk en Olav Steffers (SADC), Jeroen Lotze (Port of Amsterdam), Frans Deeleman (Rijksvastgoedbedrijf) en George Koolman (Royal HaskoningDHV), sluit zich daarbij aan. SADC heeft er niet op gewacht. Het heeft netcongestie op Schiphol Trade Park binnen een jaar kunnen oplossen dooreen virtueel stroomnet op te zetten.

 “Dit was een pressure cooker: we hadden bedrijven op Schiphol Trade Park (STP) die al aan het bouwen waren, maar nog geen oplossing hadden voor hun stroomvraagstuk. Waar de een bijtijds ruimte had gereserveerd op het onderstation, kwam de ander er niet meer tussen”, vertelt Arnoud van der Wijk. De gebiedsontwikkelaar trekt de aandacht met zijn virtuele elektriciteitsnetwerk waarin twaalf bedrijven deelnemen. “Netcongestie bleek vooral op papier een probleem, want ze zetten niet alle twaalf tegelijk hun apparatuur aan. Per bedrijf meten we real time wat de energiebehoefte is en maken we inzichtelijk hoeveel vermogen ongebruikt blijft. Zolang het binnen de marge blijft, hoeven we niet in te grijpen.” De infrastructuur wordt optimaal benut en op piekmomenten springen accu’s met zonne-energie en generatoren bij. Arnoud: “Dat gebeurt heel weinig en past bij de klimaatdoelstellingen.”

Samenwerken als succesformule

Door kosten en machines te delen, kan het stroomverbruik met een factor drie omhoog, zegt Arnoud. Dus naast slimmer en duurzamer, is het virtuele netwerk ook goedkoper. George Koolman vindt STP een goed voorbeeld en raadt andere bedrijventerreinen aan ook te digitaliseren. “Met digital twins kun je sneller scenario’s voor oplossingsrichtingen uitwerken.” Bundel ook je krachten, vult Frans Deeleman aan. Het is volgens hem naast kennisdelen een voorwaarde voor succes. Binnen het warmtecollectief Energie Rijk Den Haag werkt hij aan innovaties voor de verwarming van gebouwen. “In de woningbouw denken we vaak verticaal, maar je moet af en toe ook horizontaal, bij de buren, kijken.” Dat betaalt zich uit. “Niet iedereen profiteert op hetzelfde moment en iedereen heeft een eigen drive, maar iedereen ziet het hogere doel van de samenwerking: een efficiënter warmtenet.”

Vervolg: uitrollen gebiedsaanpak

SADC gaat dankzij de eigen, lokale aanpak van de netcongestie tegen alle trends in: het kan bedrijven die zich rond Schiphol willen vestigen blijven faciliteren. Olav Steffers: “We laten zien dat we privaat én publiek aan een oplossing werken en als Metropoolregio Amsterdam iets te bieden hebben.” Frans Deeleman snijdt een volgend dilemma aan: “Wie pakt de regie?” De provincie wordt geopperd. En de Rijksoverheid. De laatste kan innovaties in het elektriciteitsnet aanjagen via de wet- en regelgeving. Alleen, dat kost tijd en die is er niet. Goed voorbeeld, doet goed volgen, luidt het hands-on-advies vanuit het publiek: “Werk als bedrijfsleven en netbeheerders samen technische standaarden uit die kunnen worden gekopieerd en waarmee kan worden opgeschaald.”

Uitrollen in de haven van Amsterdam

Dat is precies wat Arnoud van der Wijk wil, de formule uitrollen naar andere gebieden en andere vraagstukken zoals mobiliteit en de stikstofproblematiek. “Zodat onze gebiedsaanpak de pilotfase kan ontstijgen.” Jeroen Lotze is al in gesprek met SADC. Hij hoopt in de Amsterdamse haven de bestaande netcapaciteit ook efficiënter te kunnen gaan inzetten. “Bij ons staat het laatste station in het rood en we zien dat sommige partijen daarom voor andere locaties kiezen. Dat is een probleem, zeker nu we in de energietransitie zitten en nieuwe, innovatieve bedrijven willen aantrekken.”

SADC

SADC is sinds 2011 participant van SKBN. SADC (Schiphol Area Development Company) ontwikkelt toekomstbestendige, goed bereikbare, (inter)nationaal concurrerende werkmilieus in de Metropoolregio Amsterdam, die ook aan bijdragen aan de leefkwaliteit.

[email protected]
020 - 20 666 40

SADC
card image

Event

20-06-2023
Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette - Den Haag

Event

20-06-2023

Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette - Den Haag

De Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette heeft na Eindhoven en Deventer een nieuwe stop: op dinsdag 20 juni zijn we op het Provinciehuis in Den Haag. Het thema is: 'Hordes nemen voor groene gezonde bedrijventerreinen'.

Heel Zuid-Holland vol met werklandschappen van de toekomst, groen en gezond. Om dit te bereiken vinden we echter vaak  vele (onzichtbare) hordes op ons pad. Heb je ook al langer vergroeningsideeën voor je bedrijventerrein, maar lukt het niet om ze te realiseren? Heb je wel ideeën en komt het niet tot uitvoering in jouw gemeente? Of zie je de mogelijkheden van meer groen op bedrijventerreinen, maar jouw opdrachtgevers nog niet?

Kom dan naar de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette. Daar wijzen professionals op de hordes die we samen moeten nemen. En ga je samen aan de slag om er overheen te springen.

Heb je een interessante Zuid-Hollandse casus?
Mail deze voor 26 mei naar
[email protected]. Op 20 juni gaan we aan de slag om jouw groene gezonde bedrijventerrein te kunnen realiseren. Zet de datum en locatie alvast in je agenda. We hopen je te verwelkomen in ons estafetteteam.

Voor wie is deze middag bedoeld?
Ondernemers, beleidsmakers en ambtenaren van gemeenten, parkmanagers, bestuurders, adviseurs, hoveniers & groenvoorzieners en ecologen.

Praktische informatie
Datum: dinsdag 20 juni
Tijd: 12.30 tot 17.30 uur
Locatie: Provinciehuis Zuid-Holland
(Zuid Hollandplein 1, 2596 AW Den Haag)

Klik hier voor deelname

Lees verder
card image

Nieuws

Lidl tekent voor 35 hectare op Logistiek Park Moerdijk

Nieuws

30-03-2023

Lidl tekent voor 35 hectare op Logistiek Park Moerdijk

Havenbedrijf Moerdijk maakte op 27 maart 2023 het 2e bedrijf bekend dat zich gaat vestigen op haar deel van het nieuwe Logistiek Park Moerdijk (LPM). Lidl tekent voor de ontwikkeling van een distributiecentrum van ruim 200.000 m2 op een perceel van 35 hectare. Via de Gemeenschappelijke Regeling Havenschap Moerdijk is de provincie aandeelhouder van Havenbedrijf Moerdijk N.V.

De supermarktketen heeft reeds meerdere logistieke centra op het haven- en industrieterrein en breidt de distributiecapaciteit uit om via het multimodale netwerk van Port of Moerdijk een groot deel van haar Europese filialen te bevoorraden. De onderneming exploiteert momenteel meer dan 12.000 winkels en meer dan 200 distributie- en logistieke centra in 31 landen. 

De verworven gronden moeten nog bouwrijp gemaakt worden, de verwachting is dat in 2025 kan worden gestart met de bouw. Deze uitbreiding past goed bij de strategie van het havenbedrijf. Marika Menschaar- den Hartog, licht namens de directie van Havenbedrijf Moerdijk toe: “We zijn heel erg blij met deze vestiger op LPM. Lidl maakt veel gebruik van onze multimodale verbindingen. Het nieuwe distributiecentrum past in onze visie om meer in te zetten op shortsea, binnenvaart en spoor om het wegvervoer te ontlasten.”

Logistiek Park Moerdijk 

Het logistiek park biedt ruimte voor grootschalige opslag en distributie. De aanleg van LPM betekent een forse uitbreiding van het haven- en industriegebied. Hierdoor krijgt Moerdijk als multimodaal knooppunt een stevige impuls. Het bedrijventerrein is zo’n 200 hectare groot waarvan 142 hectare kan worden uitgegeven voor bedrijfsvestiging. De locatie is multimodaal ontsloten via een interne baan (gereed in 2023) met de zeevaart, binnenvaart en het spoor. 
Met de komst van Lidl is 71 hectare ingevuld waarmee voor Havenbedrijf Moerdijk alle gronden zijn uitgegeven. Op de andere 71 hectare ontwikkelt VGP het VGP Park Moerdijk dat beschikbaar is voor verhuur.

People, Planet, Profit

Port of Moerdijk is de 4e en meest landinwaartse zeehaven van Nederland. De open verbinding met zee en de maximale keuzevrijheid voor shortsea, binnenvaart, spoor, weg of buisleidingen brengen vele bestemmingen binnen handbereik. Dankzij de strategische ligging is Port of Moerdijk een logistieke hotspot bij uitstek en een belangrijk knooppunt voor duurzame procesindustrie. Het is de 2e economische motor van Brabant en een belangrijke bron van werkgelegenheid.
De provincie is als aandeelhouder en financier betrokken bij de realisatie van de Havenstrategie 2030. Die richt zich langs de 3 pijlers People, Planet, Profit op de realisatie van Moerdijk als hét knooppunt van duurzame logistiek en procesindustrie in de Vlaams Nederlandse Delta. Dit betreft het geheel van alle havens tussen Rotterdam, Antwerpen en Gent. In het realiseren van deze ambities staan waardecreatie, duurzaamheid en veiligheid centraal.

Lees verder
card image

Nieuws

Sturende provincie nodig om ruimte voor werken te borgen

Nieuws

07-02-2023

Sturende provincie nodig om ruimte voor werken te borgen

Als het nodig is, kunnen en moeten provincies regie rond ruimte voor economie naar  zich toetrekken. Dat was de conclusie in het verkiezingswebinar ‘Ruimte voor werken: de provincie aan zet’.

Hoe en met welke instrumenten kunnen we ruimte voor werken borgen in coalitieakkoorden te midden van andere ruimteclaims, rekening houdend met transities? Die vraag stond centraal tijdens het webinar dat vakblad BT en Buck Consultants International (BCI) op woensdag 1 februari organiseerden.

Kijk hier het webinar terug

Dat ruimte voor werken een ondergeschoven kindje is, beamen alle sprekers. En de strijd om de ruimte neemt nog altijd toe, met toenemende krapte op bedrijventerreinen als gevolg, aldus Kristel Wattel, manager Programma Werklocaties bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het goede nieuws is dat de rijksoverheid na ruim tien jaar afwezigheid weer actief is op het bedrijventerreindossier. In oktober presenteerde minister Micky Adriaansens van EZK de eerste contouren van het Programma Werklocaties. “We zetten in op het behoud van in ieder geval het huidige areaal aan ruimte dat bestemd is voor economische activiteiten op bedrijventerreinen, meer of tijdelijk meer ruimte om de transities te versnellen, het borgen van voldoende en kwalitatief goede ruimte voor bedrijven op de goede plek”, zei Wattel. Net als de minister in haar Kamerbrief deed, plaatste ze het huidige ruimtebeslag van bedrijventerreinen tegenover het ruimtebeslag van agrarische terreinen: 88.184 hectare versus 2.230.447 hectare. Ofwel 2,5 procent versus 2/3 van het Nederlandse landgebruik.

Mengbaarheid

Op de vraag of we niet een klein gedeelte van dat enorme landbouwareaal kunnen gebruiken om het tekort aan ruimte voor werken te lenigen, antwoordde senior beleidsmedewerker Margreet Verwaal van EZK dat de stikstofkwestie feitelijk ook gaat over intensiever of extensiever agrarisch landgebruik. En mocht er landbouwgrond vrijkomen, dan kan het zijn dat ervoor wordt gekozen dit om te zetten in natuur. Daarnaast wijst ze op de Europese richtlijn ‘No Net Land Take’ waar momenteel over wordt gesproken, waardoor het de vraag is in hoeverre ruimte die overschiet, zomaar versteend mag worden. Kortom: we moeten ons niet rijk rekenen. “We verwachten voor de energietransitie en de transitie naar een circulaire economie meer ruimte nodig te hebben in de toekomst.”

Mengbaarheid met andere functies is daarom ook een streven van EZK. “Er loopt nu een onderzoek in zeventien verstedelijkingsgebieden. Daarin wordt voor zeven gebieden gekeken welke bedrijven daar gevestigd zijn en onder welke voorwaarden ze mengbaar zijn met woningbouw. De algemene conclusie is dat niet alle bedrijvigheid gecombineerd kan worden met woningbouw. Het kan wel voor een deel van bedrijfstypen. Voor bedrijven die niet mengbaar zijn, is ruimte nodig.”

Sturen op een goede mix van wonen en werken zal via omgevingsbeleid en gemeentelijke instrumentaria tot stand moeten komen. De provincie kan daarbij richting geven. Wattel wijst daarbij op het nieuwe instrument ‘programma’ uit de Omgevingswet. Daarin kunnen bijvoorbeeld richtlijnen worden opgenomen over de verhouding tussen wonen en werken. Het programma is niet juridisch bindend maar wel richtinggevend voor het provinciebestuur. Lagere overheden kunnen slechts gemotiveerd afwijken van (bestuurlijke) afspraken die in een provinciaal programma zijn opgenomen.

Datacenterstrategie

De provincie Noord-Holland programmeert ruimte voor bedrijventerreinen in beginsel samen met de regio’s en gemeenten samen, vertelt de Noord-Hollandse gedeputeerde Ilse Zaal (economie), tevens IPO-portefeuillehouder ruimtelijke economie. Maar als het gaat om werkgebieden van provinciaal belang, dan is ze bereid om sturende maatregelen te nemen. “Dat leidt wel eens tot een moeilijk gesprek.” Zo heeft de provincie besloten om via een instructieregel het gebied rond het Noordzeekanaal te borgen als strategische industriezone waar geen woningbouw wordt toegelaten, mede met oog op een (tijdelijke) extra ruimtebehoefte door de transitie naar een circulaire economie.
Zaal refereert ook aan de provinciale datacenterstrategie uit 2021, waarin staat dat datacenters enkel nog gevestigd mogen worden in gemeenten Hollands Kroon, Amsterdam en de Haarlemmermeer. Doel is een balans te vinden tussen de lusten en de lasten van datacenters door ze te clusteren. Daarnaast gelden er voor datacenters vestigingsvoorwaarden ten aanzien van het duurzaam opwekken van elektriciteit, koelwater en uitwisselen van restwarmte met de omgeving. Deze ‘systemische benadering’ wil ze graag doortrekken naar andere economische waar ook meer sturing op nodig is, en ze pleit voor een gelijk speelveld tussen regio’s om te voorkomen dat bedrijven gaan ‘shoppen’ in regio’s waar de eisen ten aanzien van bijvoorbeeld duurzame energie minder streng zijn.

Herontwikkeling in de versnelling

Managing Partner Marcel Michon van BCI presenteerde tijdens het webinar zeven ‘takeaways’ voor ruimte voor werken voor in de provinciale coalitieakkoorden kunnen landen. De eerste is dat economie gewoon ruimte vraagt. Niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief in de vorm van verschillende soorten innovatieomgevingen. Het belang van ruimte voor werken moet blijvend onder de aandacht worden gebracht en hoort dus thuis in de coalitieakkoorden, aldus Michon. Een tweede punt dat hij inbrengt is dat er direct aan de slag moet worden gegaan. De vraag naar ruimte is namelijk urgent. Dat je daarbij soms fouten maakt, is onvermijdelijk. Tegelijkertijd moet er over de lange termijn nagedacht worden, rekening houdend met de door Zaal genoemde transities.

Een derde takeaway luidt dat nieuwe ruimte voor economie onvermijdelijk is, maar daarnaast bestaande werklocaties beter moeten worden benut. Herontwikkeling moet volgens Michon in de versnelling. Daarvoor is het goed om kansenzones aan te wijzen waar die herontwikkelingsmogelijkheden het beste zijn en ondernemers ook bereid zijn mee te investeren. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de effecten van ‘speldenprikjes’ zich uiteindelijk gaan uitspreiden. Voor herontwikkeling zijn middelen nodig voor processteun en mogelijk afdekken van onrendabele toppen. Enkele provincies hebben daarvoor al herstructureringsmaatschappijen, zoals de HMO in Overijssel en de OMU in Utrecht. Naast bestaand herstructureringsfondsen moet volgens Michon slim worden aangehaakt bij andere programma’s en subsidies, zoals het programma Goederenvervoercorridors (GVC, BO Mirt) waar onder meer de modal shift (waterstof, clean energy hubs, digitalisering) deel van uitmaakt.

Als vijfde en zesde punt brengt Michon in dat een goede inpassing en inrichting alleen niet voldoende zijn. Er moet volgens hem ook gekeken worden aan complementariteit in activiteiten en we moeten af van de oude functionele indeling in verschillende typen werklocaties die volgens hem geen recht doen aan de vraag naar een nieuw soort omgevingen die gedifferentieerder zijn en verder reiken dat bedrijventerreinen alleen, maar waar ook gemengde stedelijke woon-werkmilieus onderdeel van uitmaken. Tot slot roept hij op tot meer samenwerking.

Samenwerken of sturen

Uiteindelijk is het borgen van ruimte voor werken een samenspel van meerdere bestuurslagen, waarbij hogere bestuurslagen de lagere kunnen overrulen. Zaal: “Als we écht circulaire economie en de fossiele transitie willen stimuleren en anderzijds natuur willen beschermen, moet je als provincie soms bereid zijn je sturende bevoegdheid in te zetten. Die bereidheid is er, en soms is het ook nodig”. Het kan ook nodig zijn als bijvoorbeeld twee gemeenten allebei woningbouwambities hebben op bedrijventerreinen, en er geen ruimte overblijft voor bedrijven. “Dan is het ook goed dat er een overheidslaag als de provincie is die in die ruimtelijke puzzel van doorslaggevende invloed is”, aldus Zaal. Ze verwacht dat de sturingsmogelijkheden van de provincie met de invoering van de Omgevingswet mogelijk toenemen. Samenwerking blijft echter haar uitgangspunt.

Dat is ook het uitgangspunt van het ministerie van EZK. “Economie is veel meer dan alleen Rijksbelang en nationaal belang. Het is ook provinciaal belang. Er zit ook heel veel regionaal en lokaal maatwerk in”, verklaarde Verwaal. “Het Rijk komt net kijken na meer dan tien jaar afwezigheid. Dan moet je vanuit die samenwerking gaan kijken wat daar nodig is. Dan zou het kunnen dat er misschien wat richtlijnen en kaderstellende zaken worden opgenomen, maar vooral om het provinciaal en ook lokaal bestuur helpen richting te vinden”.

Ze vervolgt: “Bij BZK hebben we een minister die heeft laten zien met de datacenterdiscussie dat hij stevig wil sturen. Onder meer bij het GRIP-traject (Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen, red.) zijn we daar in samenwerking mee bezig. Daar ziet het er naar uit dat we erin slagen van onderop in elk geval met provincies en Rijk balans te zoeken. Dus wat kun je als rijksoverheid doen om uiteindelijk de provincies in positie te brengen.”

Fotocredit: Gemeente Amsterdam

Lees verder