Met verduurzaming van bedrijventerreinen realiseer je een derde van de Parijse klimaatdoelen. Waarom gaat dat proces zo moeizaam?

De Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland opereert op het snijvlak van bedrijven en gemeenten. Voorzitter Theo Föllings probeert al jaren de verduurzaming van de terreinen beter op de agenda te krijgen. ‘Begin als gemeente bij ons, want in woonwijken verloopt de energietransitie een stuk ingewikkelder.’    

Overbrugger
'
Mister bedrijventerreinen’, wordt Theo Föllings (61) wel genoemd. Niet zonder reden. Dertien jaar werkt hij als directeur innovatie bij de ontwikkelingsmaatschappij voor Oost-Nederland, Oost NL. Dit jaar is hij ook ‘koperen’ voorzitter van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN). De afgestudeerd geograaf en bedrijfskundige overbrugt de doorgaans gescheiden werelden van overheid en bedrijfsleven. En dat is nodig.

Noodzakelijk
Bedrijven zijn binnen gemeenten de grootste energieverbruikers. Met vallen en opstaan zoekt het lokale bestuur naar manieren om de grootste gasverslinders te verduurzamen. Een moeizaam, maar noodzakelijk proces want, zegt Föllings: ‘Met de transitie van bedrijventerreinen behaal je een derde van de klimaatdoelstellingen van Parijs.’

Simpeler
De opdracht om bedrijven te verleiden van het gas af te gaan lijkt een stuk simpeler dan die om burgers van hun vertrouwde gasstel en gashaard te krijgen – als immers de businesscase voor het bedrijf in kwestie maar klopt. En dan gaat het snel. Het energieverbruik van sommige bedrijven is hoger dan dat van een complete woonwijk. Begin als overheid dus dáár, zou je zeggen.

Weeskind
‘Dat vind ik natuurlijk met jou’, reageert Föllings. ‘Maar bedrijventerreinen zijn het weeskind van de politiek. Gemeenten krijgen van het rijk een miljard euro om versneld woningbouwlocaties te ontwikkelen. Maar de helft van die locaties werd gevonden door bedrijventerreinen om te katten! Bij sommige kun je zeggen: dat is zo’n ouwe troep, het lijkt me heel verstandig. Maar het gaat zeer rigoureus. Vooraanstaande onderzoeksbureaus blijken in verschillende provincies te onderzoeken of niet álle bedrijventerreinen er deels om te katten zijn naar woonlocaties’.

Eigen boezem
Hij steekt de hand deels in eigen boezem. ‘Ook wij dachten bij bedrijventerrein vijf jaar geleden vooral in termen van werkgelegenheid. We dachten er ook niet over na om extra waterkanalen aan te leggen ten behoeve van de klimaatadaptatie. Of dat we de bedrijfsdaken vol konden leggen met zonnepanelen om er energiecentrales van te maken.’

Bottleneck
Hoe valt het verdienvermogen van bedrijven dan wel te combineren met de maatschappelijke meerwaarde van de terreinen? Oftewel, zegt Föllings: ‘Hoe maak je als gemeente een model om dit soort processen op bedrijventerreinen van de grond te krijgen? Daar gaat het om. Een plan van aanpak, plus een organisatievorm om het vervolgens uit te voeren. Daar heb je als gemeente zomaar een, twee jaar voor nodig. Dat is nu overal in het land een bottleneck. Want geen enkele gemeente of andere overheid is bereid in een dergelijk model te investeren. En ook private partijen niet. Zo komen de smart energy hubs die ons voor ogen staan niet tot stand.’

BB: Kunnen de regionale energiestrategieën daar niet de motor van vormen?

TF: ‘In de meeste RESsen komt het woord bedrijventerrein niet of nauwelijks voor. Of slechts als een soort restpost; niet als een mogelijke bron van duurzame energie-opwek .’  

BB: Dat is toch onbestaanbaar!

TF: ‘Inderdaad. Maar ook weer niet vreemd: het onderwerp stond bij veel partijen gewoon niet op het netvlies. Mogelijk kunnen door een aangepaste prioritering in de energieregio’s de bedrijventerreinen volwaardig meedoen. Dan kunnen we veel meer vaart maken met het concreet realiseren van de energiedoelstellingen.’  

BB: Wat is de rol van een gemeente in dat proces: faciliteren of regisseren?

TF: ‘Alleen op nieuwe bedrijventerrein kun je als gemeente de regie in eigen hand nemen. Bijvoorbeeld door voordat je de grond uitgeeft een statuut te maken, waarin staat aan welke eisen je als bedrijf moet voldoen om je er mogen vestigen. Op bestaande terreinen moet je  faciliteren: de bedrijven zo ver krijgen dat ze de handen ineen slaan en activiteiten ontplooien.’

BB: Toch geven ondernemersverenigingen op bestaande parken aan dat ze daarbij meer kaders van hun gemeente willen. Dan weten ze beter waar ze aan moeten voldoen.

TF: ‘Die komen er. Vanaf 1 januari aanstaande moeten alle kantoren minimaal energielabel C hebben. Ook voor bedrijfspanden komt die eis eraan. Ik hou mijn hart vast, eerlijk gezegd. Gemeenten hebben al gezegd dat ze niet meteen zullen handhaven. Maar je moet je ondernemers er nu al bewust van maken. Anders staan ze over een paar jaar, als je wel gaat handhaven, voor een veel te grote stap: de boel gaat dicht, want jij voldoet niet.’

BB: Wat is voor een gemeente een logische eerste stap?

TF: ‘Onderzoek of er op een bedrijventerrein een organisatie werkzaam is, zoals een ondernemersvereniging. Ga daar het gesprek mee aan. Veel ondernemers blijken best bereid mee te betalen aan energiemaatregelen, maar het fundament moet op orde zijn: een schone en veilige locatie. Als je dat als gemeente niet goed hebt geregeld, zullen ondernemers nooit investeren. Pas was ik voor een bijeenkomst op een Gelders bedrijventerrein. Ik zag werknemers van bedrijven die bezig waren om zwerfvuil weg te werken. De gemeente ondersteunde deze met materiaal, vuilnisbakken en een vuilniswagen. Ze snappen allebei dat een bedrijventerrein meer voorstelt zónder al dat rondzwervende plastic en papier. En dan is de volgende stap: jongens, laten we samen ook eens wat aan energie gaan doen.’

Dit artikel werd geschreven en gepubliceerd door Binnenlands Bestuur.
Lees hier het hele verhaal.

14-10-2022
Event
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’

‘Sturende bedrijventerreinen – ruimte maken voor transities’ is hét thema van het 19e BT Event op donderdag 14 november in De Fabrique in Utrecht. Want naast een faciliterende rol door het accommoderen van ruimtevragen, hebben de 3800 bedrijventerreinen in Nederland als vitale infrastructuur per definitie een sturende impact op de wereld van morgen. Door te kiezen welke ruimtevragen je wel of niet accommodeert, welke activiteiten je wáár accommodeert, welke circulaire stromen je mogelijk maakt, hoe je ruimte biedt aan opwek en opslag van energie en hoe je een vruchtbare bodem legt voor innovatieclusters, kun je transities helpen versnellen. De ruimte en activiteiten op bedrijventerreinen hebben daarin een cruciale rol.  Het borgen van ruimte voor stadsverzorgende (circulaire) bedrijvigheid en praktische banen in de nabijheid van bevolkingsconcentraties, is een nadrukkelijk doel van gemeenten die bij gronduitgifte steeds vaker op maatschappelijke waardecreatie sturen.  Waar ruimte en grond al zijn vergeven, willen overheden – zo goed en kwaad als het gaat – regie terugpakken op bedrijventerreinen. Creatief omgaan met bestaande/beschikbare ruimte door beter benutten, intensiveren, stapelen en mixen vergroot zowel de maatschappelijke als economische output. Op nationaal niveau ontstaat – gevoed vanuit meervoudige schaarste – een nieuw paradigma van ‘keuzes maken’. Selectieve groei en het mogelijk afschalen van economische sectoren die veel ruimte vragen, maar een beperkte economische en maatschappelijke waarde genereren, zijn geen taboes meer. Tegelijk dringt het besef door dat bepaalde sectoren door digitale en circulaire transities juist méér ruimte nodig hebben. Denk daarbij aan grootschalige (data)logistiek, en de opslag/verwerking van reststromen. Deze relatief nieuwe ruimtevragers moeten zo goed mogelijk worden ingepast. Zowel fysiek-ruimtelijk, als binnen een duurzaam economisch-ruimtelijk systeem. Op het BT Event in Utrecht gaan we, samen met onze partners Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, Gemeente Amersfoort en de NV OMU, aan de slag met de sturende rol die bedrijventerreinen kunnen oppakken. Met een duidelijke focus op processen, praktische oplossingen, financierbaarheid en uitvoerbaarheid. HOUD DE CONGRESSITE IN DE GATEN VOOR MEER INFO.  

14-11-2024
Nieuws
Meer ruimte voor werk: Den Haag zet in op stapelen van bedrijfsruimte
Meer ruimte voor werk: Den Haag zet in op stapelen van bedrijfsruimte

Met het programma Bedrijfshuisvesting wil Den Haag actief sturen op het behoud en realiseren van meer ruimte voor werk. De gemeente verwacht de komende jaren in totaal 178.000 vierkante meter extra bedrijfsruimte te realiseren door slimmer om te gaan met de beschikbare ruimte in de stad.  Volgens de Haagse wethouder Saskia Bruines, wethouder Economische ontwikkeling, is een strijd om ruimte gaande in de Hofstad, waarbij de prioriteit ligt bij het realiseren van nieuwe woonruimte.  Om aan die woningbouwopgave te voldoen is de afgelopen jaren ruim 65.000 vierkante meter bedrijfsruimte ingeleverd. Dat begint nu te wringen in Den Haag.  'We moeten goed kijken waar de kansen liggen om bijvoorbeeld bedrijfsruimte te stapelen en dat we stimuleren dat het juiste bedrijf op de juiste plek komt’, zegt Bruines. Ook zegt de wethouder dat zij actief wil samenwerken met ondernemers bij herinrichting en vernieuwing van (bestaande) bedrijfs- en kantoorruimtes in de stad.   Meer evenwicht wonen en werken Het stadsbestuur schrijft in het eind vorig week aan de gemeenteraad gepresenteerde actieprogramma Bedrijfsruimte dat voortaan bij alle nieuwbouwprojecten voor elke woning ook ruimte voor werk moet worden gerealiseerd.   Wonen en werken komen op deze manier volgens de gemeente meer in evenwicht met elkaar. In transformatiegebieden waar grote ontwikkelingen plaatsvinden, zoals het Central Innovation District (CID) en de Binckhorst, wordt de komende jaren naast woningbouw ook respectievelijk 65.000 vierkante aan kantoorruimte en 40.000 vierkante meter aan bedrijfsruimte gerealiseerd.  Het stadsbestuur is in het actieprogramma lovend over deze projecten, maar voegt daar tegelijkertijd aan toe dat er onvoldoende goede voorbeelden en projecten zijn in Den Haag voor een structurele verbetering.   'Er is meer nodig om het verschil te maken bij ruimte voor werk', aldus het stadsbestuur.  In het uitvoeringsprogramma zet de gemeente Den Haag waar mogelijk in op het behoud en verdichten van de huidige bedrijventerreinen. De vierkante meters waar nu bedrijvigheid plaatsvindt, blijven hun functie behouden.   Ook wordt zoveel mogelijk ruimte toegevoegd aan de terreinen, door middel van het efficiënter benutten van het bouwvlak, het toevoegen van verdiepingen aan bedrijfspanden of strategische sloop en nieuwbouw.   Den Haag heeft inmiddels met ondernemers gebiedskaders opgesteld, waarin de verdichtingsmogelijkheden staan aangegeven per bedrijventerrein. Daarin staat dat het mogelijk is om op bedrijventerrein in totaal 55.000 vierkante meter aan extra ruimte voor bedrijvigheid toe te voegen.  Actief sturen op bedrijfshuisvesting  Met het actieprogramma Bedrijfshuisvesting heeft de gemeente Den Haag volgens wethouder Bruines (D66) een instrument in handen om de komende jaren actief te sturen op meer ruimte voor bedrijfshuisvesting.   'Zonder een actieve rol van de gemeente in het creëren van plek voor bedrijvigheid hebben we straks een stad waar veel mensen kunnen wonen, maar waar bedrijven niet kunnen groeien of zich nieuw vestigen.'  Voor Raymond Roodbol, voorzitter van de Stichting Bedrijventerreinen Haaglanden, is de visie van gemeente om meer ruimte voor werk te realiseren in de stad een opsteker.  Vooral ook omdat ondernemers al jaren bij de gemeente aandringen op het realiseren van meer ruimte voor met name de maakindustrie.   'Wij hebben ons de afgelopen jaar hard gemaakt voor meer ruimte en een betere bereikbaarheid van onze bedrijventerreinen', zegt Roodbol die vorig jaar in een interview met vakblad BT benadrukte dat 'een stad zonder werk een dode stad is'.  Op de website van lokale nieuwszender Den Haag FM uit hij wel zijn zorg over de kantorenmarkt in Den Haag. 'Veel speculanten hebben de afgelopen tijd kantoren opgekocht om woonruimtes van te maken. Dat zorgt nog voor veel leegstand. Die kantoren kunnen ook omgebouwd worden tot ruimte voor de maakindustrie.' 

22-05-2024
Nieuws
Mijlpaal voor bedrijvenpark in Tiel met zelfvoorzienende energiehub
Mijlpaal voor bedrijvenpark in Tiel met zelfvoorzienende energiehub

Bedrijvenpark Medel bij Tiel krijgt een volledig zelfvoorzienende energiehub. Dankzij dit energiesysteem kan de uitbreiding van het bedrijventerrein doorgaan, ondanks dat bedrijven van het reguliere stroomnet geen vermogen geleverd kunnen krijgen en geen vermogen kunnen terugleveren. De acht bedrijven die zich de komende jaren gaan vestigen op een van de kavels van Medel II sluiten zich aan bij het nieuwe energiesysteem, een initiatief van energie-infrastructuurspecialist Joulz in samenwerking met regionale netbeheerder Liander.  Het bedrijvenpark in Tiel kan gaan uitbreiden omdat alle elektriciteit, afkomstig van de ongeveer 30.000 zonnepanelen op de daken van de bedrijven, straks lokaal wordt opgewekt, verbruikt, opgeslagen en uitgewisseld.   De stroomopwekking en het verbruik op de ring van netbeheerder Liander komt in handen van de energie-infrastructuurspecialist uit Delft.  Op vragen van Stadszaken zegt Michiel van Schravendijk, directeur marketing en products bij Joulz, dat het gaat om een flinke investering, die het bedrijf voor eigen rekening neemt.   'We investeren in onder andere drie grote batterijen die per stuk de omvang hebben van een flinke zeecontainer. Het vermogen is 1 Megawatt en de energie-inhoud bedraagt anderhalve Megawatt uur.'  Miljoeneninvestering   Over de exacte kosten van de investering kan Van Schravendijk niets zeggen. 'Die loopt in de miljoenen. Elke batterij afzonderlijk kost per stuk alleen al meer dan een half miljoen euro.'  De energiehub-oplossing is volgens Van Schravendijk schaalbaar ontworpen. 'Veel bedrijven zitten in een opbouwfase. We gaan ervanuit dat over drie jaar het totaal gevraagde vermogen meer is dan vier Megawatt. Daar anticiperen we nu op zodat bij de exploitatie van de energiehub de capaciteit kan 'meegroeien' met de energievraag van de bedrijven.'  Voor de collectieve oplossing is vooraf de energiebehoefte van de bedrijven in kaart gebracht. Aan de hand van energieprofielen maakte Joulz inzichtelijk wat de gezamenlijke energiebehoefte was en wanneer de bedrijven op hun piekverbruik zaten.   Energiehub voor Medel II in Tiel, afbeelding Joulz In het begin was dat passen en meten omdat bedrijven een inschatting moesten maken van hun toekomstige energieverbruik.   'Ze hanteerden daarbij extra capaciteit als buffer, zoals ze gewend waren te doen voor netcongestie', zegt Sytse Zuidema, CEO van Joulz.   Toen bedrijven eenmaal het kostenplaatje daarvan zagen, zijn ze volgens Zuidema kritischer gaan kijken naar hun inschattingen.   'Al snel leek dat de toekomstige benodigde stroomvraag lager lag dan de bedrijven aanvankelijk aangaven.'  Inzet gasturbine  Piekmomenten liggen in de praktijk voor elke onderneming anders. Met inzet van een energiehub zijn die 'pieken' ook goed op elkaar af te stemmen.   'Zo kunnen bedrijven de beschikbare netcapaciteit straks beter benutten', aldus Zuidema.  Om met name de winterse dip in het aanbod van zonne-energie op te vangen, kunnen bedrijven op Medel in de toekomst wel terugvallen op een gasturbine. Joulz verwacht dat uiteindelijk een kwart van de benodigde elektriciteit vanuit de gasvoorziening komt, maar het overgrote deel nog altijd via zonnepanelen.   Aan het einde van het eerste of begin tweede kwartaal van volgend jaar is de energiehub operationeel op het Tielse bedrijvenpark.   'We lopen parallel aan de nieuwbouw van de eerste bedrijven die dan hun nieuwbouw hebben afgerond', aldus Van Schravendijk.  Na zes jaar vertraging kan dankzij de energiehub volgens de Tielse wethouder economische zaken Dave Verbeek eindelijk een begin worden gemaakt met de uitbreiding van bedrijvenpark Medel.   'Het mooie is dat, waar de netcongestie eerst een knelpunt was, deze oplossing nu ook dient als katalysator voor energiebewuster en duurzamer ondernemen', zegt Verbeek, die naast wethouder ook bestuursvoorzitter is van Industrieschap Medel.  De energiehub op Bedrijvenpark Medel is mede mogelijk gemaakt door de kennis die Joulz twee jaar geleden opdeed met een vergelijkbare oplossing voor Schiphol Trade Park in opdracht van SADC. ‘Bij Schiphol konden bedrijven nog een deel van de benodigde stroom van het elektriciteitsnet afnemen. Dat is in Medel niet mogelijk. Dit maakt de situatie in Medel uitdagender, maar het biedt ook kansen om volledig zelfvoorzienend te opereren’, aldus Van Schravendijk. Lees het artikel ook op Stadszaken.nl

11-06-2024
Aanmelden nieuwsbrief