Waar in coronajaar 2020 achttien procent van de Nederlandse bedrijventerreinen al voldeden aan de Parijse energienorm voor 2050, daalde dit aandeel in 2021 naar 14 procent. Volgens economisch geograaf Gerlof Rienstra (Rienstra beleidsadvies en beleidsonderzoek), die de energieprestaties van bedrijventerreinen voor het derde jaar op een rij samen met de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) analyseerde, is de ‘teruggang’ een gevolg van het economisch herstel na de coronaperiode.

Paris proof ranking

Rienstra analyseerde de gebruiksgegevens van 3217 bedrijventerreinen. Op basis daarvan stelde hij de ‘Paris Proof Ranking’ vast. Waar in 2020 563 terreinen voldeden aan de Paris Proof-norm, is dat aantal in 2021 gedaald naar 522. In 2019, het eerste jaar dat Rienstra Beleidsadvies en Beleidsonderzoek en SKBN de eerste Paris Proof Ranking uitbracht, voldeden ‘maar’ 485 terreinen aan de norm.

Rienstra: “De daling van het energieverbruik op bedrijventerreinen in 2020 was dus incidenteel en een gevolg van de lockdowns tijdens de corona-pandemie. We zijn weer praktisch terug bij de stand van zaken in 2019: terug bij af. Er is nog een lange weg te gaan.”

Leiden Bio Science Park

Ondanks de toename van het energieverbruik in 2021, zijn er een aantal positieve uitzonderingen. Rienstra maakte een top 50 van de bedrijventerreinen met een aflopend absoluut energieverbruik in 2021 die voldoen aan de Paris Proof-norm voor gebouwtypen en activiteiten van de Dutch Green Building Council (DGBC).

Net als voorgaande jaren scoren logistieke distributieterreinen goed in deze lijst, omdat deze gebouwen relatief veel vierkante meters in bezit en een laag energieverbruik hebben. Ook is er op dergelijke terreinen vaak sprake van veel zelfopgewekte energie middels zonnepanelen op het dak.

Opvallend is dat het Leiden Bio Science Park met veel kantoren en laboratoria, de lijst aanvoert. Het terrein scoorde aanzienlijk beter dan in 2020. Ook het Arnhemse Industriepark Kleefse Waard boekte vooruitgang. Ook zij vallen nu binnen de Paris Proof-norm. Volgens Rienstra komt dat mogelijk omdat deze terreinen zelf meer energie zijn gaan opwekken.

947 bedrijventerreinen hadden in 2021 een energieverbruik tussen de één en drie keer de Paris Proof-norm (1120 in 2019). Deze bedrijventerreinen moeten hun energieverbruik tot tweederde terugbrengen om aan de norm te voldoen in 2050. “In principe moet het mogelijk zijn die score in 30 jaar terug te brengen tot één keer de norm of minder”, aldus Rienstra. De overige 1748 bedrijventerreinen (54 procent) scoren een index van meer dan drie. Dat betekent dat deze bedrijventerreinen een meer dan gemiddelde inspanning moeten verrichten om hun energieverbruik terug te dringen tot de Paris Proof-norm. In 2020 behoorden er nog 1445 bedrijventerreinen tot deze categorie.

Ranking

Methode

Om te bepalen of een bedrijventerrein Paris Proof is, legde Rienstra de verbruikscijfers van 3800 Nederlandse bedrijventerreinen uit 2021 naast een Paris Proof-norm voor gebouwtypen en activiteiten van de Dutch Green Building Council (DGBC), die ervan uitgaat dat het energieverbruik van de gebouwde omgeving met tweederde omlaag moet ten opzichte van het huidige verbruik. Dat leverde voor 3217 bedrijventerreinen een match op. In 2050 moet volgens het Parijse klimaatakkoord alle energie duurzaam worden opgewekt, bijvoorbeeld met zon en wind. Uitgangspunt is dat er in 2050 610 PJ duurzame energie beschikbaar is, ongeveer een derde van het huidige energieverbruik in Nederland. Uitgaand van de huidige verdeling van het energieverbruik is voor gebouwen dan 36 procent van die 610 PJ beschikbaar, ofwel 220 PJ.


Doel van de Paris Proof Ranking is om in kaart te brengen in hoeverre het energiegebruik op Nederlandse bedrijventerreinen nu al aan de normen van Paris Proof voldoet. Anderzijds willen de initiatiefnemers in beeld brengen in hoeverre er een ontwikkeling waar te nemen is in het verminderen van het energiegebruik op bedrijventerreinen.

07-11-2022
Event
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’

‘Sturende bedrijventerreinen – ruimte maken voor transities’ is hét thema van het 19e BT Event op donderdag 14 november in De Fabrique in Utrecht. Want naast een faciliterende rol door het accommoderen van ruimtevragen, hebben de 3800 bedrijventerreinen in Nederland als vitale infrastructuur per definitie een sturende impact op de wereld van morgen. Door te kiezen welke ruimtevragen je wel of niet accommodeert, welke activiteiten je wáár accommodeert, welke circulaire stromen je mogelijk maakt, hoe je ruimte biedt aan opwek en opslag van energie en hoe je een vruchtbare bodem legt voor innovatieclusters, kun je transities helpen versnellen. De ruimte en activiteiten op bedrijventerreinen hebben daarin een cruciale rol.  Het borgen van ruimte voor stadsverzorgende (circulaire) bedrijvigheid en praktische banen in de nabijheid van bevolkingsconcentraties, is een nadrukkelijk doel van gemeenten die bij gronduitgifte steeds vaker op maatschappelijke waardecreatie sturen.  Waar ruimte en grond al zijn vergeven, willen overheden – zo goed en kwaad als het gaat – regie terugpakken op bedrijventerreinen. Creatief omgaan met bestaande/beschikbare ruimte door beter benutten, intensiveren, stapelen en mixen vergroot zowel de maatschappelijke als economische output. Op nationaal niveau ontstaat – gevoed vanuit meervoudige schaarste – een nieuw paradigma van ‘keuzes maken’. Selectieve groei en het mogelijk afschalen van economische sectoren die veel ruimte vragen, maar een beperkte economische en maatschappelijke waarde genereren, zijn geen taboes meer. Tegelijk dringt het besef door dat bepaalde sectoren door digitale en circulaire transities juist méér ruimte nodig hebben. Denk daarbij aan grootschalige (data)logistiek, en de opslag/verwerking van reststromen. Deze relatief nieuwe ruimtevragers moeten zo goed mogelijk worden ingepast. Zowel fysiek-ruimtelijk, als binnen een duurzaam economisch-ruimtelijk systeem. Op het BT Event in Utrecht gaan we, samen met onze partners Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, Gemeente Amersfoort en de NV OMU, aan de slag met de sturende rol die bedrijventerreinen kunnen oppakken. Met een duidelijke focus op processen, praktische oplossingen, financierbaarheid en uitvoerbaarheid. HOUD DE CONGRESSITE IN DE GATEN VOOR MEER INFO.  

14-11-2024
Nieuws
Aqualink ziet regionale kansen voor watergebonden bedrijven in Oost-Nederland
Aqualink ziet regionale kansen voor watergebonden bedrijven in Oost-Nederland

De regio Arnhem-Nijmegen bestaat ook uit water. Veel water. Met veel bedrijvigheid, van containerschepen en cruiseboten tot havens en toeleverende bedrijven. Tijd voor een gesprek met Aqualink, dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Een gesprek over verduurzaming, technische opleidingen en bedreigingen en kansen voor watergebonden bedrijven.   “Mijn wieg stond op het water; mijn vader was een binnenvaartschipper”, vertelt Wilie Verberck, voorzitter van Aqualink. Je kunt er niet omheen als je met hem praat: Wilie’s vuur brandt voor alles wat met water en de binnenvaart te maken heeft. “Als er maar iets van techniek en water om me heen klotst, ben ik in mijn element.” Zijn werk heeft zich dan ook altijd in of rondom de binnenvaart afgespeeld. Anno 2024 is hij voorzitter van Aqualink. Deze stichting behartigt de belangen van bedrijven in Oost-Nederland die in of aan de (binnen)scheepvaart hun boterham verdienen.   Kennis delen Bij Aqualink zijn ruim dertig bedrijven aangesloten. Deze bedrijven nemen deel aan verschillende netwerkactiviteiten die Aqualink organiseert. “We zorgen bovendien voor kennisontwikkeling en kennisdeling”, zegt Wilie. “Over onderwerpen als innovatie, walstroom, waterstof-aangedreven schepen en nog veel meer.”     Sinds kort deelt Aqualink ook haar kennis met de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, en omgekeerd. Wilie: “Onze organisaties vinden elkaar in het belang van regionale duurzaamheid, bereikbaarheid en economie. We kunnen elkaar dus mooi aanvullen door onze kennis uit te wisselen en onze netwerken aan elkaar te knopen.”   Verduurzaming scheepsvaart De ondersteuning van Aqualink betreft bedrijven in en rondom de pleziervaart, toeristische sector en de transportsector. Over die laatste vertelt Wilie: “De scheepvaart is een uitstekend vervoermiddel om grote hoeveelheden lading van A naar B te brengen. En ook al is de scheepvaart nu al veel duurzamer dan het wegtransport, de scheepvaartsector werkt eraan om nog duurzamer te worden en bijvoorbeeld CO? te reduceren. Aqualink deelt de kennis van aangesloten organisaties die hierin vooroplopen. En we zoeken actief naar bedrijven die zich hierin ontwikkelen, om ook hun kennis te kunnen delen.”  Meer onderhoud van schepen in de regio Aqualink zet zich in voor de watergebonden bedrijven in onze regio en bespreekt de economische kansen die ze ziet met overheden. Wilie: “In Nijmegen bijvoorbeeld, zijn er veel ligplaatsen voor schepen. Als de gemeente een strook van tien meter vrijhoudt rondom deze ligplaatsen, kunnen bedrijven uit de regio onderhoud aan schepen uitvoeren. Riviercruisesschepen bijvoorbeeld, gaan voor hun onderhoud en winterstop naar steden als Keulen. Simpelweg omdat er hiervoor in Oost-Nederland te weinig ruimte is aan het water. Als een gemeente als Nijmegen zorgt voor de juiste faciliteiten, kan het aantrekkelijk voor deze cruiseschepen zijn om hun onderhoud naar Nijmegen te verplaatsen. We hebben dit besproken met de gemeente Nijmegen.”   Bedreigingen en kansen Welke bedreigingen en kansen ziet Aqualink nog meer voor watergebonden bedrijven en de regionale economie? “Het valt mij op dat het bedrijfsleven nu vaak als milieuvervuiler wordt neergezet. Mijn wens is dat bedrijven serieuzer worden genomen en dat wordt gezien dat zij er al heel veel aan doen om te verduurzamen. Er mag ook meer aandacht en geld komen voor een gezonde, duurzame exploitatie van bedrijven. Wet- en regelgeving moet dit niet in de weg zitten, maar juist ondersteunen.”  Als goed voorbeeld noemt Wilie de subsidie modal shift. Deze subsidie helpt bedrijven die transporteren met vrachtwagens om de overstap te maken naar de binnenvaart of het spoor. Ook ziet Wilie het voordeel in van de bedrijveninvesteringszone (BIZ). “Dat is een bedrijventerrein waar ondernemers samen investeren om hun omgeving aantrekkelijker, duurzamer en veiliger te maken.”  En de scheepvaart zelf? “Geef de scheepvaart de ruimte om zicht te ontwikkelen en verder te verduurzamen”, pleit Wilie. “De scheepvaart krijgt nu een accijnsvrijstelling voor brandstof. De Rijksoverheid wil deze vrijstelling wellicht afschaffen, maar wij pleiten ervoor deze intact te laten. De scheepvaart investeert al veel in verduurzaming. Zo helpen enkele van onze leden bij de aanleg van zonnepanelen in de binnenvaart en pleziervaart. Afschaffing van die accijnsvrijstelling levert de scheepvaart alleen maar extra kosten op. Faciliteer de scheepvaart liever om te verduurzamen.”   Welke kansen ziet Wilie nog meer? “Ik zou het geweldig vinden als er een regionale, onafhankelijke ‘makelaar’ zou komen voor technische opleidingen. Vergelijkbaar met de bedrijvenmakelaars van RCT Gelderland en de logistiek makelaars en mobiliteitsmakelaars van Slim & Schoon Onderweg. Deze makelaars van Slim & Schoon Onderweg adviseren bedrijven over duurzame logistiek en duurzaam woon-werkverkeer. Ze brengen bedrijven met elkaar in contact en helpen ze zo verder. Zulke deskundige, onafhankelijke personen kunnen ook de instroom van technisch onderwijs bevorderen. We weten allemaal dat deze instroom al jaren achterloopt op de vraag naar technisch personeel. Ik zie dat er nu te veel concurrentie is tussen de verschillende technische opleidingen. Het zou helpen als de ‘opleidingsmakelaars’ juist bruggen slaan tussen de opleidingen en bedrijven. Aqualink schuift haar aangesloten bedrijven actief naar voren tijdens opleidingsdagen en bedrijvencontactdagen, maar ook ander bedrijven met technische functies mogen zich meer laten zien. Daar is een mooie taak weggelegd voor zo’n opleidingsmakelaar.”  Enthousiast en ambitieus Aqualink voert vele gesprekken om het belang van de scheepvaart en de toeleverende bedrijven te behartigen. Daar stopt Wilie veel energie en tijd in; veel gebeurt achter de schermen. Daarom de vraag aan Wilie waar hij het trotst op is. Na even nadenken zegt hij: “Dat Helga Witjes, gedeputeerde van de provincie Gelderland, ons laatst een compliment gaf en wij als Aqualink gehoord worden. Ze zei: ‘Jullie zijn goed bezig.’ Daarmee doelde ze op onze gesprekken met gemeente Nijmegen over de ontwikkeling van watergebonden locaties. Het is fijn om te merken dat we steeds beter gehoord en opgemerkt worden. Dat maakt ons enthousiast en ambitieus om met ons werk door te blijven gaan.”  Meer weten over Aqualink? Kijk op https://aqualink.biz/   Headerfoto: Tijs van Leur on Unsplash

03-04-2024
Nieuws
Leren van aanpak Smart Energy Hubs Oost-Nederland
Leren van aanpak Smart Energy Hubs Oost-Nederland

Gerard Schouw (Bestuurlijk Aanjager Slim met Stroom) kwam donderdag 22 augustus 2024, samen met een delegatie van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei op bezoek in Twente. Wat zijn de ervaringen van de afgelopen jaren in Oost-Nederland en de regio Twente op het gebied van de Energiehubs? Dat was de belangrijkste vraag van dit bezoek. de delegatie was te gast bij groeibriljant Demcon, de technologieontwikkelaar uit Twente. Jeroen Zandstra en Jan Leideman van Demcon gaven een mooie inkijk in de groeiplannen van Demcon en de manier waarop netcongestie deze plannen vertraagt. “Dat leidt niet alleen tot uitdagingen voor Demcon, maar ook voor veel andere bedrijven, volgens Bertyl Lankhaar, directeur van Kennispark Twente. Zo wordt ook de uitgifte van kavels hierdoor belemmerd. Gelukkig is er ook goed nieuws! Met de tweede regiodeal Twente wordt hard gewerkt aan oplossingen. Zowel bij de individuele bedrijven achter de meter, samen met de gemeente Enschede door de realisatie van een Solar Parking boven de parkeerplaatsen van het FC Twente stadion en tot slot bij de opslag via een batterijsysteem." Samenwerking in regio’s van Oost-Nederland als voorbeeld In het versnellingsprogramma Smart Energy Hubs (een icoon programma van Think East Netherlands) werken onder aanvoering van Oost NL overheden, kennisinstellingen en bedrijven samen aan de ontwikkeling van meer kennis en oplossingen voor energiehubs op bedrijventerreinen. Dit gebeurt nu op 4 plekken in de #provincie Overijssel en 6 plekken in de #provincie Gelderland. Met de netbeheerders wordt gewerkt aan bijvoorbeeld pilots voordat de verdere uitrol kan plaats vinden: Pilotprojecten energiehubs | Enexis Netbeheer. Maar voorbereiding en planning is key! Het kan en moet sneller Dus in de regio’s van Oost-Nederland werken ondernemersverenigingen onder aanvoering van VNO-NCW Midden met de gemeenten aan de werkvoorbereiding van nieuwe energiehubs en de realisatie van de fysieke maatregelen op de bestaande. Samen zorgen we er zo voor dat de ‘klantreis’ van een energiehub zo kort mogelijk kan blijven, terwijl we intussen uitkijken naar betere oplossingen die aansluiten op de nieuwe Energiewet. Want veel zaken kunnen en moeten sneller. Data-uitwisseling, de tijd en dus prioriteit die netbeheerders aan decentrale oplossingen mogen geven, maar ook de mogelijkheid voor netbeheerders om hierin mee te investeren. Gerard Schouw neemt de praktijkkennis uit Twente en Oost-Nederland graag mee in zijn eindrapport, dat hij dit najaar aan de minister van Klimaat en Groene Groei aanbiedt: “Netcongestie is ‘here to stay’ als we niet samen de schouders onder flexibele oplossingen zetten. Inspirerend om te zien hoe stakeholders elkaar op dit vlak steeds beter weten te vinden. Nieuwe energiehubs in de regio kunnen goed gebruikmaken van de handvaten die Oost NL en de Twente Board bieden. Flexibiliteit is niet alleen een financiële, technische en juridische uitdaging, maar ook een sociaal-organisatorische. Hierin loopt deze regio duidelijk voorop! In mijn rapport adviseer ik een aantal maatregelen om de besproken knelpunten, zoals de beschikbaarheid van energiedata, op landelijk niveau aan te pakken.” Kijk voor meer informatie over de Smart Energy Hubs Oost-Nederland op oostnl.nl.

26-08-2024
Aanmelden nieuwsbrief