Spraakmakend, innovatief en gedurfd, dat zijn de kenmerken van degene die de gloednieuwe SKBN Bokaal in ontvangst mag nemen. Op het SKBN Jubileum op 9 december in Zwolle, werd de bokaal voor het eerst uitgereikt aan voorzitter Theo Föllings. Hij kreeg de trofee uit handen van Jan Brugman, eveneens bestuurslid van de SKBN.

Brugman loofde de wijze waarop Föllings zich al jaren bezighoudt met het op de kaart zetten van onze werklocaties. Dit doet hij in zijn rol als directeur Innovatie bij Oost NL, maar de afgelopen 12,5 jaar ook als zeer bevlogen voorzitter van de SKBN. ‘Iedereen zal het met me eens zijn dat het Theo niet ontbreekt aan tomeloze energie en enorm veel kennis. Hij is niet te vatten in drie woorden, maar als het er dan drie moeten zijn dan is Theo zeker spraakmakend, zeker innovatief en vernieuwend en dat met de nodige portie durf.’

Wisseltrofee
De SKBN Bokaal is een wisseltrofee, die ieder jaar opnieuw wordt uitgereikt. De reden dat iemand de bokaal krijgt, heeft te maken met de volgende punten:

  • Hij of zij in zijn/haar dagelijkse leven bezig met bedrijventerreinen.
  • In het afgelopen jaar heeft hij/zij laten zien op een spraakmakende en innovatieve manier toekomstbestendige werklocaties mogelijk te maken.
  • Hij/zij onderscheidt zich door de manier van denken én aanpakken.
  • Hij/zij dient als voorbeeld voor de bedrijventerreinprofessional.

Föllings nam de SKBN Bokaal met veel plezier in ontvangst. Hopelijk krijgt hij voor dit eerste jaar een mooie plek op zijn bureau. Eind 2023 zal hij hem moeten overdragen aan een andere spraakmakende, innovatieve en gedurfde bedrijventerreinprofessional.

 

card image

Event

01-02-2024
SKBN Projectvisit naar M4H Rotterdam

Event

01-02-2024

SKBN Projectvisit naar M4H Rotterdam

We zijn erg verheugd jullie uit te nodigen voor een SKBN Projectvisit naar het M4H-gebied in Rotterdam. Stadshavengebied Merwehavens wordt door de Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam ontwikkeld tot een innovatief woon-werkmilieu, optimaal ingericht voor de innovatieve maakindustrie. Een mix van wonen en werken, cultuur, horeca, sport en onderwijs maakt van M4H een energiek gebied.

Lees hier alvast het Ruimtelijk Raamwerk van het gebied.

  • Hoe houd je vast aan een goede mix van wonen en werken in een te revitaliseren gebied?
  • Hoe pak je als gemeente de juiste rol hierin en hoe kun je sturen?
  • Welke rol heeft het Havenbedrijf Rotterdam, en op welke wijze wordt er samengewerkt?
     

Tijdens deze SKNB Projectvisit krijgen we een introductie van David Louwerse (Economie) en Walter de Vries (Planologie) van de Gemeente Rotterdam. Ook Jouke Goslinga van het Havenbedrijf Rotterdam sluit aan om in gesprek te gaan over het belang van het Havenbedrijf bij de ontwikkeling van M4H.

We verblijven in het interessante Keilepand, waarna we een rondleiding krijgen in het gebied. Tot slot nemen we de tijd om rustig na te praten over wat we tijdens de wandeling hebben gezien en we sluiten uiteraard af met een borrel.

Deze projectvisit is alleen voor leden van de SKBN en abonnees van BT.
Lees hier alvast het artikel over M4H in vakblad BT.

Wanneer – Donderdag 1 februari 2024
Waar – Keilepand (Keilestraat 9F, 3029 BP Rotterdam)
Tijd – 14.00 tot 16.30 uur, aansluitend borrel
Aan deze bijeenkomst zijn voor de deelnemers geen kosten verbonden.
 

MELD JE NU AAN


Fotocredit: Sandra Koning

Lees verder
card image

Achtergrond

ESBL doet voorstellen tot verbetering van bedrijveninvesteringszones

Achtergrond

17-05-2023

ESBL doet voorstellen tot verbetering van bedrijveninvesteringszones

Sinds 2015 kunnen ondernemers in een winkelgebied of op een bedrijventerrein een gezamenlijk verzoek doen bij de gemeente tot belastingheffing wanneer ze bijvoorbeeld een gezamenlijke investering willen financieren van zonnepanelen of het winkelgebied willen aankleden met kerstverlichting. De voorgenomen activiteiten worden opgenomen in een activiteitenplan, waarna de gemeente op verzoek en na een stemming onder alle betrokken ondernemers een belastingaanslag oplegt (BIZ-bijdrage). Deze gezamenlijke vorm van investering is door het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale Overheden (ESBL) onderzocht. In het rapport “Ruimte voor ambitie van bedrijveninvesteringszones” zijn de ervaringen van betrokken BIZ-organisaties geëvalueerd en voorstellen tot verbetering gedaan.

Een BIZ-bijdrage begint met een initiatief van een aantal ondernemers die bepaalde gezamenlijke activiteiten wil organiseren. De initiatiefnemers verzoeken de gemeente om mee te werken bij het vormgeven van een BI-zone. De gemeenteraad stelt vervolgens een belastingverordening BIZ-bijdrage vast. Daarna organiseert de gemeente een wettelijk verplichte stemming onder de betrokken ondernemers die gevestigd zijn in de beoogde BI-zone. Slechts wanneer er voldoende draagvlak is voor invoering, komt de BI-zone tot stand, treedt de belastingverordening in werking en wordt gedurende maximaal vijf jaar een BIZ-bijdrage geheven van de ondernemers in het gebied. Elke eigenaar of gebruiker van een ondernemerspand betaalt jaarlijks de BIZ-bijdrage en de opbrengst wordt jaarlijks in de vorm van subsidie door de gemeente overgemaakt naar een daarvoor opgerichte BIZ-vereniging of -stichting. Deze voert vervolgens het activiteitenplan uit. Ten opzichte van de vrijwillige bijdrage aan een ondernemersvereniging is het grote voordeel van de BIZ-bijdrage dat alle ondernemers verplicht meebetalen (er zijn geen free riders). Het is immers een belasting.

Rapport

De Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) bestaat sinds 2015. Sindsdien is in een groot aantal gemeenten een nog groter aantal BI-zones tot stand gekomen. In 2019 waren dat er zo’n 300 in 106 gemeenten. Het ESBL heeft onderzoek gedaan naar het functioneren van BI-zones op initiatief van de gemeente Amsterdam. Daarnaast waren ook de gemeenten Den Haag en Rotterdam en een aantal organisaties met ervaring met opzetten en uitvoeren van BI-zones bij het onderzoek betrokken in een klankbordgroep. Centraal staat de uitslag van een in het kader van dit onderzoek in 2022 uitgevoerde enquête die door 118 BIZ-organisaties is ingevuld.

De respondenten zijn bevraagd op hun ervaringen met de BIZ-regeling en om hun opinie ten aanzien van een aantal voorstellen tot aanpassing en verbetering van de BIZ-regeling. Omdat het overgrote merendeel van de responderende organisaties actief is in centrum- en winkelgebieden zijn de resultaten van dit onderzoek vooral representatief voor BI-zones in die gebieden en minder voor BI-zones op bedrijventerreinen. Op dit moment wordt door het ESBL in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van BI-zones specifiek op bedrijventerreinen. Naast de resultaten van de enquête bevat het onderzoeksrapport een aantal voorstellen tot verbetering van de huidige Wet BIZ. Zo wordt onder meer voorgesteld om onderscheid te maken tussen nieuwe BI-zones en doorstartende BI-zones. Voor doorstartende BI-zones zouden onder voorwaarden ruimere wettelijke mogelijkheden kunnen worden geïntroduceerd. Zo zouden zij moeten kunnen kiezen voor een langere maximale duur dan vijf jaar. Een van de andere voorstellen is om doorstartende BI-zones die na vijf jaar ongewijzigd door willen de mogelijkheid te bieden tot verlenging met een aantal jaar zonder draagvlakmeting.

Meer informatie

Lees hier het rapport: 'Ruimte voor ambitie van bedrijveninvesteringszones'

Bron: Erasmus School of Law
 

Lees verder
card image

Nieuws

Kabinet: meer en betere fysieke ruimte voor bedrijvigheid nodig in 2050

Nieuws

18-10-2023

Kabinet: meer en betere fysieke ruimte voor bedrijvigheid nodig in 2050

Bevolkingsgroei en duurzame transities resulteren een additionele behoefte van 15 procent fysieke ruimte voor bedrijvigheid. Het kabinet gaat daarom landelijke regie voeren op voldoende economische ruimte. Dat is een van de opvallendste toezeggingen in het 'Programma Ruimte voor Economie’ dat het kabinet vorige week naar de Tweede Kamer stuurde.  

De ministerraad is op voorstel van minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) akkoord gegaan met het Programma Ruimte voor Economie waarin een nationale aanpak staat voor deze ruimtelijk-economische uitdagingen. 

Dit nationale programma is eerder in oktober 2022 aangekondigd door het kabinet. Hierin is ook rekening gehouden met de nu al toegenomen vraag naar ruimte voor bedrijvigheid die neerkomt op een uitbreidingsbehoefte van jaarlijks 700 hectare tot en met 2030, meldt de Rijksoverheid op haar website. 

Van 2,6 naar 3 procent
Bedrijven nemen nu 2,6 procent van de Nederlandse oppervlakte exclusief water in. Woonruimte beslaat 7,2 procent, natuur is goed voor 14,9 procent en agrarisch terrein beslaat 66,3% aan fysieke ruimte. Het kabinet verwacht dat bevolkingsgroei, verduurzamingsambities en de doelstelling van een circulaire economie in 2050 een groei van circa 15 procent (van 2,6 naar 3 procent) vergt qua fysieke ruimte voor bedrijvigheid op campussen, scienceparken en bedrijventerreinen.

Verduurzaming en digitalisering veranderen volgens Adriaansens niet alleen onze maatschappij, maar vragen ook meer fysieke ruimte. ‘Denk aan de innovatieve hightech maakindustrie, een sterk groeiende energie-infrastructuur met batterijen en waterstofproductie of de grondstofverwerking en -opslag die nodig is voor een circulaire economie. 

Daarom gaat het kabinet met een programma landelijk regie voeren op voldoende economische ruimte. Doel is om te voorkomen dat bedrijven door ruimtegebrek niet hierheen komen of vertrekken, we klimaatdoelen niet halen of dat er te weinig locaties zijn waar innovatieve onderzoekers en startups kunnen samenwerken’, aldus Adriaansens op de site van de Rijksoverheid.

Bevolkingsgroei, energietransitie, circulaire economie en digitalisering
‘Voor een deel is de extra benodigde ruimte een gevolg van de bevolkingsgroei: de beroepsbevolking groeide in het afgelopen decennium met ongeveer 1,3 miljoen mensen naar 9,7 miljoen. Ook economische veranderingen spelen een rol. 

Voor de transitie naar een duurzaam energiesysteem zijn batterijen, transformatoren, windparken, waterstoffabrieken en hoogspanningslijnen en -stations nodig. Fossiele brandstoffen vervangen door duurzame vraagt - in elk geval tijdelijk - om extra ruimte op werklocaties’, schrijft het kabinet. 

Dat vervolgt: ‘Een circulaire economie gaat gepaard met grondstofverwerking en -opslag voor hergebruik. Als gevolg van e-commerce, digitalisering en de omslag naar een circulaire economie zijn er zowel een toekomstbestendig logistiek netwerk als logistieke bedrijven nodig.'

‘Geopolitieke ontwikkelingen nopen tot het aanhouden van strategische voorraden en een Nederlands aandeel in de productie- en distributieketen van kritieke grondstoffen en halfproducten.’

Pilots voor beter benutten en verduurzamen
Als onderdeel van het Programma Ruimte voor Economie zet de minister ook in op een aanpak die moet leiden tot een betere benutting van de infrastructuur, ruimte én verduurzaming van bedrijventerreinen. 

Middels een 10-tal pilots moet ervaring worden opgedaan met het op een effectievere manier van organiseren en financieren hiervan. Voor de eerste stap stelt het ministerie van EZK 9 miljoen euro beschikbaar. ‘Voor de pilots geldt als voorwaarde dat de provincies minimaal hetzelfde bedrag aan middelen investeren in kansenzones/bedrijventerreinen’, schrijft Adriaansens in een brief aan de Tweede Kamer.

Ze schrijft in nauwe samenwerking met alle betrokkenen - andere ministeries, gemeenten, provincies, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, campusorganisatie en ondernemers - het Programma Ruimte voor Economie te willen gaan uitvoeren.

Het kabinet komt, naast het programma, begin volgend jaar voor het eerst met een nationale Ruimtelijke Verkenning Economie om bedrijvigheid in te kunnen passen in de bestaande ruimtelijke visies, die er zijn op terreinen als woningbouw, mobiliteit, natuur en klimaat en energie.
 

Reactie van SKBN op Programma Ruimte voor Economie

Theo Föllings, voorzitter kennisalliantie SKBN:
‘Bedrijventerreinen geen weeskindje meer’ 


‘In het licht van de beeldvorming over bedrijventerreinen en vooral te midden van alle ander ruimteclaims, vind ik het heel knap dat de minister van EZK een extra benodigde ruimtebeslag van de huidige 2,6 naar 3 procent voor economie in het nationaal programma Ruimte voor Economie heeft weten te krijgen. De ministerraad is daarmee akkoord gegaan en dit zal dan ook de inzet zijn voor de Nota Ruimte.’

'Die 15 procent extra ruimte is keihard nodig in het licht van bevolkingsgroei en de transitie naar een circulaire economie. Die vergt richting 2050 – het moment we volledig circulair moeten zijn – veel extra ruimte. En dan nog is de ruimte die bedrijventerreinen innemen in vergelijking met landbouwgrond, thans 66,3 procent van de fysieke ruimte in Nederland, beperkt.

‘De vraag hoeveel ruimte werklocaties in de toekomst echt vragen, hang af van de mate waarin we er met z’n allen in slagen bestaande ruimte beter te benutten. En ook daarvoor wordt in het programma een voorzet gegeven met tien pilots voor beter benutten en verduurzamen. De mate waarin dit gaat lukken is afhankelijk van instrumenten die we daarvoor gaan inzetten. Die pilots zijn een eerste stap.’

‘Ik ben blij dat de minister drie regionale ontwikkelingsmaatschappijen bij naam (de OMU, OMG en HMO) noemt, die nu al goede resultaten behalen en voor een belangrijk deel laten zien dat investeren in beter benutten en verduurzamen rendeert. De maatschappelijke opbrengst heb ik dan nog niet eens genoemd. Natuurlijk hopen we dat de pilots snel opgeschaald kunnen worden en een nieuw kabinet ook middelen beschikbaar stelt voor herontwikkeling, als investering.’

'Van strategisch economisch belang is de paragraaf over campussen en innovatiedistricten. De minister wil extra ruimte scheppen voor doorgroei van startups naar scaleups. Hier liggen miljoenen vanuit de markt klaar om geïnvesteerd te worden. Maar met namen de hardware komt tot nog toe soms lastig tot stand. Het is goed dat de nationale overheid daar een meer sturende rol in wil vervullen.'

'De SKBN is verguld met dit programma. Het is nu tijd voor dit nog abstracte verhaal uit te werken in concrete acties. Dat is geen geringe opgave voor een dossier dat afgelopen 15 jaar non-existent was bij de nationale overheid.'

'We kijken uit naar een rijksbeleid met instrumenten dat complementair is aan het beleid van provincies en gemeenten. De komende periode trekken we graag samen met het Rijk, het bedrijfsleven, provincies, gemeenten én de vastgoedmarkt op het programma verder te concretiseren zodat het ook tijdens de coalitievorming een plek kan krijgen in een nieuw regeerakkoord. Daarmee zijn bedrijventerreinen geen weeskindje meer, maar geadopteerd zou je kunnen zeggen.' 
 

Lees verder