Het duurzaam, natuurinclusief en klimaatbestendig inrichten van bedrijventerreinen stond centraal tijdens de Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette die op dinsdag 7 maart werd gehouden in Deventer. In de Gasfabriek waren ruim zeventig belangstellenden aanwezig om te luisteren én zelf aan de slag te gaan.

Hoofdspreker was voormalig rijksbouwmeester Floris Alkemade die zijn visie deelde over hoe de grote opgaven van deze tijd het best aangepakt kunnen worden. Fundamentele veranderingen in denken en handelen zijn daarbij volgens hem noodzakelijk. ‘Zoals we nu bezig zijn, gaat ten koste van onvervangbare schoonheid’, hield hij de zaal voor.

Metro Mix
Hij pleitte voor tranformative change: een ander manier van zaken aanpakken en het niet op de geëigende manier doen. Dat betreft volgens Alkemade zowel de sociale en economische als de technologische structuren van onze maatschappij in de komende 30 jaar. ‘Het verhaal moet niet gaan over hoe moeilijk het is om te veranderen, maar over wat we willen met die verandering. De tijd is op om zaken door te laten gaan zoals ze nu gaan.’

Met betrekking tot groene, gezonde bedrijventerreinen noemde Alkemade de Metro Mix (‘een mooie gereedschapskist’) waarin handvatten worden gegeven hoe we verschillende vormen van wonen en werken kunnen mengen in transformatiegebieden. Het komt volgens de voormalig rijksbouwmeester aan op: hoe kunnen we dat spoor van verwoesting niet achter ons laten.

Ondernemersplan
Arap-John Tichelaar, directeur van inkooporganisatie Transferro in Zwolle en voorzitter van de ondernemersvereniging van bedrijventerrein Hessenpoort, vertelde over de vergroening van het bedrijventerrein in Zwolle. Hij legde de nadruk op het eerst maken van een eigen ondernemersplan en het vinden van financiële bronnen om dan naar de gemeente te gaan. ‘Gemeenten willen graag één aanspreekpunt, dus het helpt als er een organisatie is: een ondernemersvereniging of een BIZ, een bedrijveninvesteringszone.’ Hij gaf overheden het advies: daag ondernemers uit.

Workshops
Het middaggedeelte van de bijeenkomst bestond uit zes workshops over onder andere publiek-private samenwerking, het belang van biodiversiteit, het versnellen van verduurzaming, vergroenen van bedrijventerreinen, en het ontwerpen van groen en gezond.

Zuid-Holland
De bijeenkomst was georganiseerd door Provincie Overijssel, De Natuur en Milieufederaties, NL2025, Kennisnetwerk Regionale Economie Overijssel, Natuur voor Elkaar, Stichting Steenbreek en SKBN.

De volgende Groene Gezonde Bedrijventerreinen Estafette is op dinsdag 20 juni in Zuid-Holland.

card image

Nieuws

Nieuwe bedrijfslocaties voor sterk maritiem cluster Dordrecht

Nieuws

10-03-2023

Nieuwe bedrijfslocaties voor sterk maritiem cluster Dordrecht

Het juiste bedrijf op de juiste plek. Dat geldt sinds kort zeker voor motorenleverancier en scheepsafbouwbedrijf Dolderman. Van de Dordtse binnenstad verhuisden zij naar een nieuwe locatie in de Tweede Merwedehaven. Een verhuizing die mede tot stand is gekomen met bijdragen van gemeente Dordrecht en provincie Zuid-Holland. Beiden investeerden 1,5 miljoen om de onrendabele top van de verplaatsing te dekken. Op vrijdag 10 maart brachten wethouder Maarten Burggraaf en Jeannette Baljeu, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, een bezoek aan Dolderman op hun nieuwe locatie.

Dordrecht en de regio zijn van oudsher sterk verbonden met het water en de maritieme (maak)industrie, van scheepswerven tot toeleveranciers en offshore-bedrijven. Een sector die wereldwijd een sterke reputatie heeft opgebouwd in kwaliteit en dienstverlening. En die een groot aandeel heeft in de werkgelegenheid in de regio. Gemeente, regio en provincie Zuid-Holland werken daarom aan een goed vestigingsklimaat. Onder andere door ruimte te bieden om te groeien, vanuit de gedachte 'het juiste bedrijf op de juiste plek'. De verhuizing zorgt er niet alleen voor dat Dolderman zich kan vestigen op een locatie die beter past bij het bedrijf, er blijven zo ook banen behouden voor Dordt en de Drechtsteden.

Wethouder Maarten Burggraaf: "Dit is een perfect voorbeeld van hoe we met samenwerking tussen partijen en met oog voor ieders belangen ervoor kunnen zorgen dat bedrijven de ruimte krijgen om in Dordrecht en de regio te groeien. De verhuizing van Dolderman en op een later moment ook die van recyclingbedrijf Peute, laat goed zien hoe wij de komende jaren bestaande bedrijfslocaties beter gaan benutten. En hoe dat ook doorwerkt in onze andere groeiambities. De juiste ruimte voor bedrijven zorgt ook voor behoud van banen, voor een schone binnenstad en meer woningen."

Jeannette Baljeu, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland: “Zuid-Holland is het grootste maritieme knooppunt in West-Europa. De maritieme maakindustrie in de Drechtsteden is daar een belangrijke schakel in. Als provincie werken we dan ook samen met andere overheden, bedrijfsleven en onderwijs om deze toppositie te behouden. Naast inzet op innovatie vraagt dat om voldoende ruimte voor het bedrijfsleven, ook watergebonden. Daarom investeren wij in nieuwe maritieme bedrijfslocaties, zoals voor Dolderman.”

Meer bedrijven op de juiste plek

Watergebonden bedrijfslocaties worden schaarser. De Drechtsteden en provincie zetten zich daarom met betrokken partners in om de beschikbare ruimte te optimaliseren. Zo verhuist recyclingbedrijf Peute eind 2023 van de Tweede Merwedehaven naar het terrein van Nedstaal in Alblasserdam. Daar krijgen zij ruimte om te groeien én de Tweede en de Derde Merwedehaven kunnen herontwikkeld worden voor maritieme bedrijven. De focus ligt op bedrijven die toegevoegde waarde hebben voor Dordrecht en de regio, of die door de verschuiving ruimte creëren voor andere ontwikkelingen en geen vrachtbewegingen over het lokale wegennet met zich meebrengen.

Lees verder
card image

Nieuws

Wonen, wonen, wonen: ‘Te sectorale partijprogramma’s helpen niet bij oplossen woningnood’

Nieuws

13-03-2023

Wonen, wonen, wonen: ‘Te sectorale partijprogramma’s helpen niet bij oplossen woningnood’

Over stedelijke ontwikkeling zijn de partijprogramma’s voor de provinciale statenverkiezingen van aanstaande woensdag helder. Wonen staat met stip bovenaan. Maar als sectorale opgave. Lector Cees-Jan Pen mist bij al het ‘woongeweld’ een duidelijke koppeling met de opgaven in binnensteden en op kantoorlocaties. ‘Laat ruimtelijke ordening leidend zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood voor de ruimtelijke ordening.'

‘Ruimtelijke ordening moet leidend zijn voor het oplossen van de woningnood. Het is nu vaak andersom. Dat leidt tot ruimtelijke ordening-ongelukken zoals in het Amsterdamse en Zaanse havengebied, vertraging en uiteindelijk minder huizen.’

Dat zegt Cees-Jan Pen, lector de Ondernemende Regio aan de Fontys Hogeschool, na analyse van de provinciale verkiezingsprogramma’s. Hij spitte samen met collega-lectoren Danielle Arets en Bart Wernaart en een aantal data-analisten de programma’s door op thema’s als wonen, binnensteden, kantoren, gebiedsontwikkeling, bedrijventerreinen. Wonen wordt in de programma’s ruim tien keer zo vaak genoemd als binnensteden, kantoren en bedrijventerreinen.

‘Niet onverwacht, wel risico’s’

‘Het is niet helemaal onverwacht dat bouwen, bouwen, bouwen voorop staat, maar juist provincies zijn verantwoordelijk voor integrale ruimtelijke ordening. Des te vreemder is het dat de maatschappelijke druk op wonen ook hier leidt tot te sectoraal denken met het risico dat dit de aanpak van woningnood juist extra vertraagt.’

Zo wijst Pen op het recente nieuws dat de gemeente Zaanstad haar woningbouwambities op bedrijventerrein Achtersluispolder heeft moeten terugschroeven naar 2.500 huizen. De aanvankelijk geplande bouw van 10.000 huizen blijken niet te verenigen met de al aanwezige industrie. Bovendien wil Zaanstad de werkgelegenheid niet kwijt.

Misschien speelt ook het ‘trauma’ van vier jaar geleden nog een rol, toen de Raad van State een streep zetten door de woningbouwplannen op het Hembrugterrein. Volgens de Amsterdamse ondernemersvereniging ORAM lag de kiem hiervoor in het ‘slechte omgevingsproces’, waarin álles moest wijken voor woningbouw.

Uiteindelijk vernietigde de bestuursrechter het bestemmingsplan op het verkeerd toepassing van de zeehavennorm, die extra geluidsbelasting op de geplande 1.000 woningen nabij de havenindustrie mogelijk zou maken. Voorlopig staat er niet één huis.

Binnensteden van de agenda

‘De woningbouw is niet gebaat bij sectorale, maar vooral bij integrale ambities’, zegt Pen. ‘Zeker de provinciale politiek moeten het geheel overzien. Zij moeten immers de ruimtelijke puzzel leggen.’

Daarbij moet volgens de economisch geograaf ook nadrukkelijk worden gekeken naar de transformatieopgave in grote en kleine binnensteden. Hij stelt dat daar tot wel tien tot twintig procent van de woningbouwopgave is weg te zetten.

Maar uit de data-analyses blijkt dat juist die binnensteden nagenoeg uit de provinciale partijprogramma’s zijn verdwenen. ‘Vier jaar geleden waren ze nog prioriteit. We hebben zowel op de termen ‘binnenstad’, ‘binnensteden’ als ‘retailagenda’ en ‘winkelgebieden’ gezocht. We kregen nu bijna geen hits.’ De partijprogramma’s in de provincie Limburg vormen een uitzondering.

‘Blijkbaar is de indruk bij de politiek gewekt dat het werk erop zit. Terwijl we na jaren van overleg, analyses en voorbereidingen eindelijk gestart zijn met de uitvoering van de transformatie van binnensteden’, zegt Pen.

‘De retailsector zit nog steeds in zwaar weer, niet alleen door blijvende groei van online winkelen. De leegstand is stabiel gebleven als gevolg van transformatie van winkelpanden. Veel winkeliers kunnen momenteel de huurindexaties niet betalen. Het volume aan winkelruimte is nog altijd te groot.’

‘Dat we juist in onze binnensteden enorm veel huizen kwijt kunnen lijkt een blinde vlek voor de partijen. Ook de woordcombinaties van wonen met binnenstad of dorpskernen leverde vrijwel niks op. Dit is des te vreemder omdat vitale kleinere centra cruciaal zijn voor de leefbaarheid van het platteland, waar menig provinciaal verkiezingsdebat nu over gaat.’

Vrijkomende kantoorlocaties

Ook kantoren en kantoorlocaties komen relatief weinig terug in de verkiezingsprogramma’s. Pen: ‘Ik vind dat frappant, aangezien ook hier een gigantische transformatiekans ligt. Er kan namelijk een golf van leegstand aankomen in verband met de wettelijke eisen voor energie-labels van kantoren, die in de praktijk vaak niet wordt gehaald.’

‘Dat betekent dat er moet worden geïnvesteerd in deze panden, waardoor transformatie rendabeler wordt. Dit geldt zeker voor kantoorlocaties aan de rand van de stad, waarvan het de vraag is of eigenaren er überhaupt nog in willen investeren als kantoorfunctie. De markt voor kantoren is structureel veranderd, waarbij beleving en locatie er steeds meer toe doen en de vraag naar meters daalt. Transformatie naar wonen ligt dan het meest voor de hand.’

Dat geniet volgens Pen de voorkeur boven transformatie van bedrijventerreinen naar wonen. Want juist aan stedelijke bedrijventerreinen is een tekort en deze gebieden zijn cruciaal voor het ruimtelijk faciliteren van de energie en circulaire transitie, aldus de lector.

Maar ook die koppeling tussen kantoren en woningbouw wordt volgens Pen in de programma’s niet gelegd. ‘Het is bouwen, bouwen, bouwen, wonen, wonen, wonen. Dat je werk met werk kunt en zal moeten maken zoals bij transformatie van binnensteden en de noodzakelijke aanpak kantoren met te lage energielabels, blijft totaal onderbelicht.’

Bedrijventerreinen beter benutten

Bedrijventerreinen en ruimte voor werken komen wél terug in de partijprogramma’s. Dit thema bleef tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 nagenoeg onbenoemd.

Pen: ‘De provinciale programma’s stemmen wat dat betreft iets hoopvoller. Maar gezien het maatschappelijk debat over verdozing vind ik het nog wat zuinigjes. De provincie Noord-Brabant is hier wel een positieve uitzondering. Daar lijken partijen zich bewust dat de grenzen van grootschalige logistiek zijn bereikt en de hallen duurzaam ruimtelijk ingepast moeten worden. In andere ‘logistieke’ provincies als Gelderland, Overijssel en zeker Limburg is dit veel minder het geval.’

Verder leren de provinciale partijprogramma’s volgens Pen dat vrijwel iedereen bestaande bedrijventerreinen beter wil benutten. ‘Op de korte termijn kost dat capaciteit en geld. Op de lange termijn is dat een verdienmodel. In de programma’s staat niets over middelen en te ontwikkelen acties en instrumenten. Maar als dit zo breed beloofd wordt, kan daar in de uitwerking van de coalitieakkoorden natuurlijk wel een claim op worden gelegd.’

Ruimte voor wonen domineert echter zo in de programma’s, dat Pen vreest dat het bij mooie woorden blijft en ruimte werken onder druk blijft staan. ‘Natuurlijk is er woningnood en dat is erg, maar het gevaar is gewoon groot dat ruimte voor werken in het geding komt. Mede doordat er weinig mensen en middelen zijn voor bedrijventerreinen en de politiek en samenleving vaak zonder kennis van zaken bedrijventerreinen ziet als lelijk, arbeidsextensief en blokkendoosgebied.’

Waar mogelijk moeten functies worden gecombineerd en de woonopgave verbreed worden tot woon-werkopgave. Pen: ‘Ik zou de provinciale politiek willen aanmoedigen juist ruimtelijke ordening leidend te laten zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood leidend laten zijn voor de ruimtelijke ordening.’

Lees verder