Met het Nationaal Programma Ruimte voor Economie komt het thema ruimte voor werk hoger op de politieke agenda te staan. Een trendbreuk, maar het zorgt niet direct voor dat er minder druk komt te staan op de gespannen verhouding tussen ruimte voor wonen en economie. 'Het spel begint nu pas echt, waarbij een integrale aanpak voorop moet komen te staan zodat wonen en economie niet elkaars vijand worden in de strijd om ruimte.' 

Dit zei Jurgen Geelhoed, plaatsvervangend directeur regio en ruimte bij EZK, tijdens het BT event in Rotterdam op 9 november. Volgens Geelhoed is de afgelopen jaren te eenzijdig gekeken naar woningbouw. 

'We zijn in een situatie beland dat met name praktisch opgeleide banen de stad worden uitgeduwd omdat er geen alternatieve werkruimte tegenover staat', vertelde Geelhoed voorafgaand aan een paneldiscussie met Cees-Jan Pen, lector Fontys Hogeschool, Damo Holt (Rebel Group), Kees Noorman, algemeen directeur ORAM Amsterdam en SKBN-voorzitter Theo Föllings.  

'Wat zijn we met elkaar aan het doen vraag ik mij dan af. Aan de ene kant zijn we meer woningen aan het realiseren, waarvan 30 procent sociaal en betaalbaar zijn, terwijl aan de andere kant voor de mensen die in deze woningen zouden moeten wonen vervolgens geen werk is. Dat is de spanning die ik zie en we moeten voorkomen dat er in steden een elite-economie ontstaat', benadrukte Geelhoed tijdens het 18e BT Event dat Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN) en vakblad BT samen organiseerden, dit jaar in samenwerking met de Provincie Zuid-Holland, gemeenten Rotterdam en Den Haag en de MRDH. 

Terugnemen
EZK-directeur Geelhoed gaf toe tijdens de discussie dat hij is teruggekomen op de stelling dat de oprukkende woningbouw 'meer kapot maakt dan je lief is', waar het gaat om ruimte voor werk. 'Ik ben tot het besef gekomen dat we de woningbouwontwikkeling, die zo hard nodig is, moeten omarmen om onze doelen wat betreft ruimte voor werk te halen. Niet alles is natuurlijk mengbaar, maar we trekken nu te grote hekken op waardoor we nooit tot elkaar zullen komen.' 

Cees-Jan Pen gaf ook toe dat de kritiek op de oprukkende woningbouw géén recht doet aan discussie over ruimte voor werk. 'We hebben een woon- én een werkopgave die kun je soms combineren, maar er zijn ook plekken waar woningbouw bewust wordt toegestaan.'  

Integrale verevening
In dat geval kan volgens Pen worden nagedacht worden over een integrale verevening. 'Dit betekent dat de opbrengsten van een woongebied worden gebruikt om te investeren op het verduurzamen en behouden van bedrijfslocaties waar geen woningbouw mogelijk is en waar bijvoorbeeld straks circulaire activiteiten plaatsvinden. Wat we eigenlijk binnen de hele discussie uit het oog zijn verloren, is dat werken zorgt voor een leuke stad. Dat besef is er maar begint nu pas echt te leven.'  

Kees Noorman schetste voor de situatie in de gemeente Amsterdam een somber beeld waar het gaat om creëren van ruimte voor industrie en andere bedrijvigheid. 'Bij planvorming wordt bij de gemeente de economie overgeslagen. De afdeling grondzaken bepaalt eigenlijk de economie van Amsterdam.' 

'Wat we eigenlijk binnen de hele discussie uit het oog zijn verloren, is dat werken zorgt voor een leuk stuk stad'

Geelhoed bevestigde dit beeld van Noorman. 'Als we naar de cijfers en feiten kijken, dan moeten we vaststellen dat in Amsterdam een soort van elite-economie ontstaat. Alles wat praktisch opgeleid is, is weg. Dat zorgt voor sociale polarisatie. Waar we naar toe moeten, is dat betaalbare bedrijfsruimte weer terug de stad in moet.'         

Voor de nieuwe verkiezingen heeft woningbouw topprioriteit en lijkt het thema ruimte voor werk naar de achtergrond te verdwijnen.  

Geelhoed ziet echter kansen. 'Met slimme combinaties tussen wonen, werken, mobiliteit en energie kunnen we ruimte voor werk blijvend onder de aandacht houden, niet alleen binnen mijn eigen ministerie, maar ook bij andere departementen op voorwaarde dat we bereid zijn om integraal te denken.'  

'We hebben met dit programma een basis waarop we op voort kunnen bouwen. Daar heb ik ook de markt voor nodig, want we hebben bij de uitvoering vanuit EZK niet de middelen en het instrumentarium om dit allemaal alleen te doen.' 

Man van... 9 miljoen
De opgave is voor Geelhoed lastig want voor de uitvoering van het programma heeft hij een smal potje van 9 miljoen euro beschikbaar. 'Daar kun je eigenlijk niet veel mee en daarom is het zaak dat we erin slagen om dit bedrag te verhogen als het nieuwe kabinet eenmaal is aangetreden.' 

'Bij planvorming wordt bij de gemeente de economie overgeslagen. De afdeling grondzaken bepaalt eigenlijk de economie van Amsterdam.' 

Geelhoed ziet ook kansen voor meer middelen uit gelden die vrijgemaakt zijn vanuit het ministerie van Klimaat en Energie voor de energietransitie. 'Ik geloof er ook wel dat we op basis van de netcongestiediscussie en het geld dat beschikbaar is om dit probleem op te lossen, slimme aangrijpingspunten kunnen zoeken voor het verduurzamen van bedrijventerreinen. Ook bedrijven en bedrijventerreinen kunnen op dit vlak katalyserend werken, zowel lokaal, regionaal als landelijk.' 

Theo Föllings: top down 
Theo Föllings benadrukte dat er top-down beleid moet komen om werkgelegenheid voor de stad te behouden. 'Er moet ruimte in de stad blijven om zowel white en blue collar aan het werk te houden om te voorkomen dat er slechte wijken ontstaan. Dat moet in beleid gegoten in top-down beleid. Bottom-up ben ik voor de instelling van een Dienst voor Algemeen Economisch Belang (DEAB), directeur Bart Kesselaar van Havensteder suggereerde dit tijdens de plenaire dialoog, die ondernemers helpt met het behouden van ruimte voor werk in de stad. Dat moet niet met subsidies, maar met investeringen waarvan het geld op langere termijn weer terugkomt.'

De Groene benadrukte dat Rotterdam het vooral belangrijk vindt dat praktische geschoolden kunnen blijven werken en wonen in de stad. 'We willen als stad een beweging in gang zetten door als eerste bestuur in Nederland in te zetten op het behoud van werk. Er is een enorme vraag naar ruimte en ook voor werk moet daar een plek binnen zijn.' 

Ingrid Thijssen: ruimtelijke kansen beter benutten
De aanpak van Rotterdam klinkt Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW, als muziek in de oren. In haar keynote stelde Thijssen dat de overheid met het programma ruimte voor economie de kansen die er liggen voor nieuw ruimtelijk beleid moet benutten. 'Tegelijkertijd moeten we af van het idee dat Nederland vol is. Laten we denken in kansen, vooral ook gezien het feit dat we in Nederland meer ruimte nodig hebben voor bedrijvigheid om bijvoorbeeld de circulaire economie te faciliteren vanaf 2050.' 

Thijssen vroeg zich ook af waarom naast de woondeals tussen provincies en gemeentes niet ook werkdeals kunnen worden afgesloten. 'Niet alleen wonen vraagt om ruimte, dat doen werken en de economie net zo goed. Al is het maar omdat de mensen die in die nieuwe woningen gaan wonen, ook ruimte voor werk nodig hebben.' 

Bart Kesselaar, directeur strategie bij de woningcorporatie Havensteder, sloot zich aan bij de oproep van VNO-NCW voorzitter in een panelgesprek, waarin hij vertelde dat uit onderzoek blijkt dat met name kleinschalige bedrijven leveren een sociale bijdrage leveren aan het functioneren van een wijk. 'Als corporatie hebben we een hele grote opgave in het domein wonen. Tegelijkertijd hebben we er ook alle belang bij dat wijken goed functioneren en dat vereist ook betaalbare bedrijfsruimte.' 

Leren van Zürich
In Zurich is aan die opgave al invulling gegeven vertelde architect Markus Schaefer (Hosaya Scheafer Architect). In 2007 heeft de Zwitserse stad een moratorium ingesteld op de transformatie naar overgebleven stedelijke industriegebieden.  

Resultaat daarvan is volgens Schaefer dat grondspeculatie in die gebieden uitbleef of ontwikkelaars die op een waardesprong hadden geanticipeerd, bedrogen uitkwamen. 'In plaats van de gebieden vol te pompen met een maximaal aantal dure appartementen, werden zij door de planologisch kaders gedwongen hun creativiteit in te zetten voor het realiseren van nieuwe bedrijfsruimteconcepten, mídden in de stad, eventueel gecombineerd met wonen.'  


Lees ook: 
Line-up BT Event bevestigt trendbreuk: belang ruimte voor werk breed omarmd

Fotocredit: Aldo Alessi


 

 

card image

Event

01-02-2024
SKBN Projectvisit naar M4H Rotterdam

Event

01-02-2024

SKBN Projectvisit naar M4H Rotterdam

We zijn erg verheugd jullie uit te nodigen voor een SKBN Projectvisit naar het M4H-gebied in Rotterdam. Stadshavengebied Merwehavens wordt door de Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam ontwikkeld tot een innovatief woon-werkmilieu, optimaal ingericht voor de innovatieve maakindustrie. Een mix van wonen en werken, cultuur, horeca, sport en onderwijs maakt van M4H een energiek gebied.

Lees hier alvast het Ruimtelijk Raamwerk van het gebied.

  • Hoe houd je vast aan een goede mix van wonen en werken in een te revitaliseren gebied?
  • Hoe pak je als gemeente de juiste rol hierin en hoe kun je sturen?
  • Welke rol heeft het Havenbedrijf Rotterdam, en op welke wijze wordt er samengewerkt?
     

Tijdens deze SKNB Projectvisit krijgen we een introductie van David Louwerse (Economie) en Walter de Vries (Planologie) van de Gemeente Rotterdam. Ook Jouke Goslinga van het Havenbedrijf Rotterdam sluit aan om in gesprek te gaan over het belang van het Havenbedrijf bij de ontwikkeling van M4H.

We verblijven in het interessante Keilepand, waarna we een rondleiding krijgen in het gebied. Tot slot nemen we de tijd om rustig na te praten over wat we tijdens de wandeling hebben gezien en we sluiten uiteraard af met een borrel.

Deze projectvisit is alleen voor leden van de SKBN en abonnees van BT.
Lees hier alvast het artikel over M4H in vakblad BT.

Wanneer – Donderdag 1 februari 2024
Waar – Keilepand (Keilestraat 9F, 3029 BP Rotterdam)
Tijd – 14.00 tot 16.30 uur, aansluitend borrel
Aan deze bijeenkomst zijn voor de deelnemers geen kosten verbonden.
 

MELD JE NU AAN


Fotocredit: Sandra Koning

Lees verder
card image

Nieuws

Smart Energy Hubs op bedrijventerreinen kunnen miljarden aan netverzwaring besparen

Nieuws

13-02-2023

Smart Energy Hubs op bedrijventerreinen kunnen miljarden aan netverzwaring besparen

Alleen al in Oost-Nederland kan 330 miljoen euro aan netverzwaring en 1 megaton CO2-uitstoot per jaar worden vermeden, als op bedrijventerreinen smart energy hubs worden geplaatst. Die kunnen ook netcongestie verminderen. Dat blijkt uit onderzoek van Royal HaskoningDHV in opdracht van de provincies Gelderland en Overijssel en regionale ontwikkelingsmaatschappij Oost NL.  

Als smart energy hubs in het hele land worden geplaatst, kan de te vermijden investering oplopen tot in de miljarden, stelt Theo Föllings, voorzitter van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN). De SKBN en haar participanten, waaronder provincies Gelderland en Overijssel en Oost NL, investeren veel in de kennis over en ontwikkeling van smart energy hubs (SEH’s).  

‘Een SEH is een regionale regelknop voor energie. Hoe beter een SEH dit kan, des te minder hoeft het net deze regelfunctie uit te voeren’, zegt Edward Pfeiffer, senior adviseur energie bij Royal HaskoningDHV. In SEH’s worden lokale opwek, opslag en verbruik in een onderlinge balans gebracht. Daarmee bieden ze een alternatief voor centrale aan- en afvoer van energie.  

‘De SEH maakt dat de regio en het bedrijventerrein autonomer kunnen worden in hun energievoorziening’, zegt Pfeiffer. ‘Dat neemt niet weg dat een verbinding met het openbare net altijd nodig zal blijven. Investeringen in netverzwaring blijven daarnaast nodig. De omvang van de energietransitie is zo groot en de rol van elektrificatie is hierin zo belangrijk dat het én én is.’

Derde spoor in verduurzaming

Volgens Marc Leeuw, projectleider energy bij Oost NL, moeten SEH’s op bedrijventerreinen nadrukkelijk als derde spoor in de verduurzaming van de energie-infrastructuur worden gezien, naast uitbreiding van het net zelf en de ‘waterstof backbone’ als hoofdtransportnetwerk voor waterstof. Bijkomende voordeel is dat je met slimme technologie bedrijven, ondanks netcongestie, van netaansluitingen kunt blijven voorzien. Dat is al in de praktijk is gebracht op Schiphol Trade Park.

Omgekeerd kunnen SEH’s helpen lokale duurzame opgewekte energie lokaal af te zetten. Zoals gebeurt op bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle-Noord. Met voldoende productiecapaciteit kunnen SEH’s op bedrijventerreinen ook als decentrale energiebuffers te fungeren in het regionale net, en daarmee een regionaal balancerende rol vervullen.

Hessenpoort is een SEH met zo’n bovenlokale functie. Het terrein is één van de tien SEH-pilots in Oost-Nederland, waarvan er al twee in de ontwikkelfase zitten. Volgens Pfeiffer lenen ongeveer 50 van de 700 bedrijventerreinen in Overijssel en Gelderland zich voor zo’n SEH-aanpak. De geschiktheid wordt bepaald, onder meer door de aanwezigheid van meerdere energiestromen (multimodaliteit), de schaal en de nabijheid van energienetten.

Om SEH’s grootschalig uit te rollen, is het nog wel nodig dat wettelijke obstakels worden weggenomen. Zo hebben netbeheerders nu nog als primaire taak om het net te verzwaren. Een zo stabiel mogelijk centraal systeem is het achterliggende doel. Ook zijn netbeheerders wettelijk verplicht álle bedrijven van een individuele aansluiting voorzien.

Wel experimenteren netbeheerders inmiddels met dalurencontracten waarbij een aangeslotene alleen transportcapaciteit krijgt toegewezen op momenten van een lage netbelasting. Op experimentele basis worden ook virtuele contracten of groepscontracten afgesloten, maar feitelijk gaat het hier om een gedoogsituatie.

Vijftig procent overcapaciteit

Netbeheerders zien de urgentie van een duale benadering inmiddels ook in. Samen met de nationale overheid, regionale overheden, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en marktpartijen, presenteerden de netbeheerders op 21 december het Landelijke Actieprogramma Netcongestie. Daarin staat dat de verzwaring van het stroomnet de exponentieel groeiende vraag naar (duurzame) stroom onmogelijk kan bijbenen.  

Eén van de actielijnen is vergroting van de ‘flexibele capaciteit van het net’. Energy hubs op bedrijventerreinen worden daarbij expliciet als oplossing benoemd. 

In het decembernummer van vakblad BT stelde Hans Peter Oskam, directeur beleid & energietransitie bij Netbeheer Nederland, dat er nog zo’n 10 tot 50 procent overcapaciteit op het net zit. Maar dan moet wel eerst de piekvraag – het moment dat bedrijven gelijktijdig veel stroom vragen – afgevlakt worden. Dat kan volgens hem door lokaal beter af te stemmen welk bedrijf op welk moment stroom afneemt. 

Dat schept in theorie ruimte voor aansluiting van extra bedrijven, zonder dat het onderstation waarop een bedrijventerrein is aangesloten, doorbrandt. De piekvraag kan verder worden afgevlakt als energie die lokaal geproduceerd wordt lokaal kan worden afgezet.  

Oskam in BT: ‘Ik durf best te zeggen dat je de capaciteit op het net lokaal kunt verdubbelen als je op beiden inzet: én slimmer benutten door afstemming van vraag, én lokaal uitwisselen van lokaal geproduceerde energie, zonder dat je het net hoeft te belasten.’ Dit is precies wat SEH’s mogelijk maken. 

De directeur van Netbeheer Nederland wijst er verder op dat de netbeheerders bovendien niet beschikken over de menskracht om de benodigde verzwaringen overal op korte termijn uit te voeren. ‘Willen we tot 2030 stappen zetten in de capaciteitsgroei, dan moeten we eerst het bestaande net beter benutten’, aldus Oskam.

Kaders voor delen energiecontracten

Ook Oskam benadrukt dat voor dat doel nieuwe wettelijke kaders nodig zijn. Zo leunt de SEH op Schiphol Trade Park nog op de bereidheid van individuele bedrijven om individuele energiecontracten te delen. Ook Pfeiffer stelt dat SEH’s wel om bedrijven vragen die actief bij willen dragen aan de ‘regelknop-functie’, om zo het lokale energiesysteem in balans te brengen en te houden. 

Om niet geheel afhankelijke zijn van de goodwill van individuele partijen, heeft Netbeheer Nederland een nieuwe contractvorm in de maak voor clusters van bedrijven, die het wil voorleggen aan toezichthouder ACM. In zo’n groepscontract moeten de rechten en plichten voor alle partijen duidelijk worden.  

‘Ik denk dat voor opschaling standaardisatie nodig is’, zegt Oskam in BT. ‘Als je de energietransitie in minder dan honderd maanden wilt laten slagen. We hebben in Nederland vierduizend bedrijventerreinen en we kunnen niet vierduizend pilots doen. Waar mogelijk en nodig zullen we groepscontracten moeten afdwingen, als je ziet dat er écht veel onbenutte capaciteit is dat door samenwerking veel slimmer ingezet kan worden.’ 

‘We hebben de minderinvesteringen bepaald waarvoor we met redelijke zekerheid konden vaststellen dat die zouden optreden’, zegt Pfeiffer over vermijdbare investeringen in netverzwaring. 'Het betreft investeringen in middenspanningstations nabij de bedrijventerreinen.  

‘Minderinvesteringen in kabels en op hoogspanningsniveau hebben wij niet kunnen bepalen en dus niet meegerekend. Met een haalbaarheidsstudie voor een specifiek bedrijventerrein, in nauwe samenwerking met energiedistributiebedrijf, kan exacter bepaald worden wat de win-win wordt’ 

Beeldcredit: Zonneweide Hessenpoort
 

Lees verder
card image

Nieuws

SKBN verwelkomt twee nieuwe Kennispartners

Nieuws

04-07-2023

SKBN verwelkomt twee nieuwe Kennispartners

Het landelijk netwerk van SKBN blijft groeien. In de afgelopen weken konden twee nieuwe kennispartners verwelkomen. Intospace en Ecorys zijn de komende drie jaar verbonden aan de SKBN, en brengen daarmee relevante kennis en kunde in het netwerk van de stichting. Van harte welkom!

Uiteraard zijn we zijn zeer verheugd met deze twee nieuwe leden. We willen daarbij ook laten zien dat we als SKBN veel waarde hechten aan onze kennispartners, die enorm veel waarde toevoegen met hun, vaak jarenlang opgebouwde, kennis en kunde op het gebied van duurzame ruimte voor werken.

Over Intospace
Intospace is een one-stop-platform voor ‘future proof’ logistiek vastgoed. Deze ontwikkelaar verbreedt zijn blik en kijkt steeds vaker naar het herontwikkelen van bestaande bedrijventerreinen. Dat zien ze als kans om hun ecologische en sociale impact verder te vergroten. Door bestaande, vaak oude industriële complexen te transformeren naar innovatieve, duurzame logistieke centra, hopen ze  optimale waarde te creëren voor een volledig gebied.


Over Ecorys
Internationaal onderzoeks- en adviesbureau Ecorys is wereldwijd actief. Binnen de Nederlandse afdeling Regio’s en Steden, is de portefeuille lokale en regionale ontwikkeling aangesloten bij SKBN. Het portfolio omvat impactanalyses, maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA) en beleidsevaluaties voor gemeenten en regionale en landelijke overheden. Ecorys is aangesloten om op een informele manier opgaven op bedrijventerreinen te delen en bij te dragen aan de toekomstbestendigheid en optimalisatie van het ruimtegebruik op bedrijventerreinen.             

 

Lees verder