Het aantal XXL-bedrijfsgebouwen neemt nog steeds toe, en dat heeft grote gevolgen voor het landschap. Kan verdozing landschappelijk goed worden ingepast? Jazeker, zeggen experts tegen Stadzaken. Voorwaarde is dat de gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit, voorheen commissie Welstand of Omgevingskwaliteit, vroeg in het proces wordt betrokken. Dat gebeurt nog onvoldoende. ‘Het heeft weinig zin om op het laatst nog over een geveltje te vergaderen.’ 

‘Op een moment dat een los initiatief in de gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit komt, kunnen gemeentelijke adviescommissies een beetje invloed uitoefenen, maar de gebouwen goed inpassen in het landschap kan dan niet meer’, zegt Mariëlle Hoefsloot.  

Zij is sinds eind 2023 directeur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, waar gemeentelijke adviescommissies, vaak nog commissie Welstand genoemd, monumentencommissies, adviesorganen voor ruimtelijke kwaliteit, erfgoed, stedenbouw en landschap bij zijn aangesloten.

Hoefsloot pleit ervoor om ruimtelijke kwaliteit veel meer vooraan het proces van gebiedsontwikkeling te zetten. ‘Als je naar het kwaliteitsstelsel in het geheel kijkt, zijn er momenten waarop je veel grotere slagen kunt maken, dan tijdens de vergunningsaanvraag. Dan heb je veel meer mogelijkheden.’ 

Het is volgens haar een logische stap omdat ruimtelijke kwaliteit een maatschappelijke randvoorwaarde is. In de strijd om ruimte moeten functies gecombineerd worden. 

‘Dat kan alleen met een ruimtelijke kwaliteit. Dat is belangrijk voor de samenleving, want anders wordt de binding met die functies alleen maar minder.’ En daarvan krijg je weerstand, wil ze maar zeggen. ‘Draai het om: vraag je af hoe een groot distributiecentrum een positieve bijdrage kan leveren aan de ruimtelijke kwaliteit?’ 

Borging maar te laat

Onderzoeker en planoloog Merten Nefs, verbonden aan Erasmus UPT, vindt de inzet van dit soort commissies als borging voor ruimtelijke kwaliteit tijdens de vergunningverlening nuttig. Alleen ben je dan volgens Nefs wel voorbijgegaan aan de vraag of deze ontwikkeling op die plek überhaupt gewenst is of niet. 

‘Zet de expertise die je als gemeente hebt opgebouwd al tijdens beleidsvorming in’, zegt Hoefsloot. ‘De architecten, archeologen en landschapsarchitecten passen heel goed in het proces bij de locatiekeuze. Zorg ervoor dat beleid dichter bij praktijk wordt gebracht, zegt ze. ‘Zorg dat visies gestoeld zijn in de uitvoering.’ 

De onderzoeker identificeert drie problemen met de ruimtelijke kwaliteit van XXL-bedrijfshallen. 

  1. Soms staan die op verkeerde plek. ‘Er is een gebrek aan samenhang met de omgeving’; 
  2. Het gebouw levert niets op voor de omgeving. ‘Uiteraard zijn er baten, maar die worden door veel mensen niet gezien’; 
  3. Het ontwerp van de gebouwen levert niets op voor de omgeving. ‘Oudere fabrieksarchitectuur levert soms fantastische gebouwen op. In logistiek bestaat deze traditie niet meer. Het zijn wegwerpgebouwen. Na twintig jaar zijn deze gebouwen niet meer courant.’ 

Nefs zegt dat ruimtelijke kwaliteit niet alleen gaat over of iets mooi of lelijk is. Het gaat ook over gebruiks- en toekomstwaarde. 

Het pleidooi van Hoefsloot en Nefs voor een beleidsmatiger plek van de adviescommissies, past bij de verkenning van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) over systeemfalen in ruimtelijk beleid.  

De conclusie van RLi is dat beleid en uitvoering, en monitoring en reflectie, wel heel ver uit elkaar liggen. 'Breng expertise van de uitvoering vroegtijdig aan tafel’, zegt Hoefsloot. 

‘Verkokering overheden is oplosbaar’ 

Die verkokering in overheidsorganisaties komt Rik Onderdelinden dagelijks tegen. Hij is programmateamleider Omgevingskwaliteit bij Het Oversticht. Die stichting is inmiddels een eeuw actief in welstand- en monumentenadvisering aan gemeenten. 

‘De provincie wijst een globale locatie aan waar grootschalige industrie en bedrijvigheid zijn toegestaan, maar daar heeft welstand nog niets mee te maken. Daarna komt een Omgevingsvisie en -plan. Soms worden we om advies gevraagd, maar er mist vaak een wettelijk kader’, zegt hij. ‘Daar zit 80 procent van de problematiek.’  

Het is oplosbaar, zegt Onderdelinden. ‘Maak voor dit soort zones een goed beeldkwaliteitsplan en stuur daarop.’ Stel bijvoorbeeld eisen aan volumes en harde lijnen van architectuur en groenlijnen, zegt hij. 

‘Neem Almelo XL. Dat is een terrein voor grote dingen. Daar is een beeldkwaliteitsplan voor gemaakt en dan kun je sturen op de kwaliteit van de gevels.’ Dan zijn er ook best mogelijkheden voor zestig vrachtwagens op een rij, zegt Onderdelinden. ‘Daar kun je met een beeldkwaliteitsplan best wat van maken.’ 

De programmateamleider van Het Oversticht noemt ook Zwolle als positieve uitschieter. ‘Daar heeft de gemeentelijke adviescommissie wel invloed, want er ligt en stevig beeldkwaliteitsplan. Zoals tijdens de eerste fase van het distributiecentrum van Wehkamp, waar ze veel aandacht gevraagd hebben voor materiaal- en kleurkeuze.’ 

Nefs kent ook goede voorbeelden. ‘Heembouw let bijvoorbeeld op een aantrekkelijke werkomgeving en Henning Larsen maakt een houten distributiecentrum in Lelystad met groen dak.’ 

‘Of neem Wijkevoort bij Tilburg. Als je daar als bedrijf naartoe wil, moet je aantonen dat gebouw van hoog niveau is, biodiversiteit bevordert en banen genereert in het belang van Tilburg, en aansluit op de opleidingen. Alleen dozen schuiven mag niet.’ 

Ook Deventer en Enschede kennen een selectiemethode, toegestaan onder het Didam-arrest, waarbij ondernemingen moeten aantonen wat ze bijdragen aan de gemeente en omgeving.  

Hoefsloot hoopt dat de lokale politiek zich voortaan de vraag stelt wat een distributiecentrum kan doen voor de gemeente, in plaats van wat de gemeente kan doen voor een distributiecentrum. 'Hoe levert zo’n megadoos iets op voor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied en z’n omgeving?’ 

Aanpassen visies voor functiemenging 

Gemeenten kunnen bedrijven helpen om relevanter te zijn voor de omgeving, zegt Nefs. Zoals met functiemenging. 'Zet woningen tegen de wanden van de distributiecentra. Aan drie van de vier wanden zit geen loading dock. Alleen mag dat vaak niet in bestemmingsplannen. Dat moeten gemeenten aanpassen.’ 

Want waarom zou je in binnenstad wel mogen stapelen en mixen, maar op bedrijventerreinen niet, vraagt Nefs zich af. ‘Kleinschalige logistiek heeft geen geluids- of milieubeperkingen. In Parijs, bij Chapelle International, gebeurt dat al!’  

‘Onderzoeksbureau Urban Synergy heeft eens gekeken naar de situatie in Almere (pdf). Als een gebouw dicht bij de stad en de snelweg ligt, het logisch om een sportcomplex daarbovenop maken’, zegt Nefs. Zoals het voetbalveld boven op de Ikea in Utrecht. 

‘Zit je dichter bij een bos, cluster de distributiecentra dan en plaats er veel bomen eromheen. Aan de buitenkant zie je dan alleen een bos.’ 

Volgens Onderdelinden zijn dit soort oplossingen een zege voor de automobilist. De programmateamleider gruwt van de doorgaande bebouwing langs snelwegen in sommige delen van West- Nederland. ‘Het lándschap is het decor van de weg, niet die logistieke dozen.’ 

‘Multinationals hoeven niet te beknibbelen’ 

Bedrijven zijn vaak best bereid om te helpen met de ruimtelijke kwaliteit. Nefs deed onderzoek naar de benadering van multinationals. ‘Die hoeven niet te beknibbelen. Die hebben een groot belang, want ze willen het liefst tientallen jaren op een goede locatie zitten.’ 

Daarbij kunnen gemeenten wijzen op standaarden die partijen gebruiken, zoals ISO, BREAAM excellent. ‘Dat resoneert bij beleggers’, zegt Nefs.  

‘Eisen stellen aan ontwikkelaars is een kunst. Standaarden helpen daarbij.’ De wetenschapper roept gemeenten dan ook op om aan tafel te gaan zitten bij de organisaties die de internationale standaarden vastleggen. 

Onderdelinden denkt dat gemeenten best eisen mogen stellen. ‘Je hebt zelf toch ook een belang als bedrijf? Je gebouw is toch een visitekaartje voor je commercie?’ Hij vindt in dat kader de ruimtelijke inpassing van de Thales Groep in Hengelo een goed voorbeeld. 

‘Tuurlijk, investeerders zoeken een multifunctioneel en makkelijk te verhuren gebouw. Die interesseert de ruimtelijke kwaliteit niet. Daarom: richt je als gemeente op de regio. Lokaal ondernemerschap heeft zin!’   

Onderdelinden ziet de rol van ruimtelijke kwaliteit daarom toenemen. ‘Voor binnensteden is dat gebruikelijker. Nieuw is die rol op bedrijventerreinen. We missen nog bewustwording in alle lagen van de gemeente en politiek. Dat duurt altijd even.’ 

De commissies zijn er in ieder geval klaar voor de nieuwe rol op bedrijventerreinen, zegt Hoefsloot. 'Er is een stevige professionaliseringsslag geweest afgelopen tijd. Gemeentes en regio’s die lid zijn van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit hebben indruk op mij gemaakt. Het is mooi om te zien hoe ze pragmatisch werken aan ruimtelijke kwaliteit.’ 

De Omgevingswet kan daarbij helpen, weet Onderdelinden. ‘Mits goed georganiseerd, gaan de omgevingstafels een bijdrage leveren tegen verkokering binnen gemeenten.’ Dan komt de gemeentelijke adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit vanzelf aan het woord.

07-02-2024
Event
Circulaire Bedrijventerrein Safari - Proeven aan de circulaire economie
Circulaire Bedrijventerrein Safari - Proeven aan de circulaire economie

De circulaire transitie komt op gang. Op verschillende plekken ontstaat circulaire bedrijvigheid en krijgt het toekomstbeeld van de circulaire economie vorm en ontstaan er voorbeelden van circulaire hubs in de regio. De circulaire economie kent verschillende verschijningsvormen, kleinschalig – grootschalig, lokaal en bedrijventerrein gericht en (boven)regionaal gericht. Van knuffelbaar en inspirerend tot rauw en grote bergen rotzooi. Ontdek de smaken van de circulaire economie tijdens de Circulaire Bedrijventerrein Safari op dinsdag 19 november 2024. Datum: dinsdag 19 november 2024 Ochtendprogramma op IPKW in Arnhem, middagprogramma in Apeldoorn. Deelname aan een deel van het programma is mogelijk. Kosten: Deelname is gratis voor partners van het onderzoek Samen Beter (kijk hier voor een overzicht van de onderzoekspartners) Aanmelden via https://kennislab.typeform.com/to/b1TVtmyk   Programma (wijzigingen onder voorbehoud) 09.30 uur - Inloop op IPKW, Arnhem 10.00-10.30 uur - Welkom en introductie, door Frank de Feijter & Cees-Jan Pen 10.45-12.00 uur - 2 bedrijfsbezoeken op IPKW 12.00-12.45 uur - Lunch op IPKW 13.00-13.45 uur - Vertrek bus naar Apeldoorn 13.45-14.15 uur - Bedrijfsbezoek Hoogeboom (circulair afvalverwerkingsbedrijf)  14.15-14.30 uur - Bus naar Bedrijventerrein Ecofactorij Apeldoorn  14.30-16.00 uur - Bedrijfsbezoek Bedrijventerrein Ecofactorij Apeldoorn  Bedrijventerrein Ecofactorij heeft al 20 jaar haar eigen GDS en ontwikkelt haar elektriciteitsnet steeds verder zodat het slim om kan gaan met vraag en aanbod. In 2023 is in samenwerking met VDL, Saxion, Universiteit Twente en Scholt Energy een MOOI onderzoeksproject gestart gesubsidieerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland om het netwerk van Ecofactorij uit te breiden met industriële batterijen en een voorspellend (Machine Learning), zelflerend (AI) en regulerend schaalbaar semi-autonoom netwerk op te zetten. 16.00-16.30 uur - Borrel bij Ecofactorij Apeldoorn  16.30-17.30 uur - Terug op IPKW en einde programma   KLIK HIER OM JE AAN TE MELDEN Deze safari wordt georganiseerd in het kader van het onderzoek Samen Beter van de HAN en Fontys Hogescholen. Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Kijk hier voor meer informatie over dit onderzoek.

19-11-2024
Nieuws
Eerste stappen gezet om Utrechtse bedrijventerreinen op te knappen
Eerste stappen gezet om Utrechtse bedrijventerreinen op te knappen

Het is een jaar geleden dat de N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) in opdracht van de provincie haar eerste verpauperde bedrijfspand aankocht. Want de provincie wil bestaande bedrijventerreinen intensiever en duurzamer gebruiken zodat er minder nieuwe bedrijventerreinen bijkomen. De ruimte die de de sloop van verouderde bedrijfspanden oplevert, is van onschatbare waarde in de drukke regio. Inmiddels zijn er meerdere aankopen gedaan.  ‘Stap 1 van de strategie heeft gewerkt!’, dat is toch wel de conclusie die de NV Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht mag trekken, een jaar na de eerste aankoop in Woerden. Er volgden aankopen in Mijdrecht, Utrecht en wederom Woerden. De provincie wil bestaande bedrijventerreinen intensiever en duurzamer gebruiken zodat er minder nieuwe bedrijventerreinen bij komen. Bedrijfsruimte is namelijk schaars in onze drukke regio. En daar kan de OMU bij helpen. De OMU koopt panden op die niet aantrekkelijk zijn voor de markt, sloopt, saneert de grond en creëert daarmee ruimte voor nieuwe, mooie en duurzame bedrijfspanden of geeft zo ruimte aan bedrijven om te kunnen uitbreiden. Directeur Frank Hazeleger van de OMU deelt graag meer over de andere aankopen: ‘In Mijdrecht heeft de OMU een verouderd bedrijfspand aangekocht waar met name het kantoor al jaren leeg stond. Op Lage Weide in Utrecht hebben we een lab-locatie aangekocht van een bedrijf dat zich ergens anders in de regio gaat vestigen. En bij een andere locatie in Woerden hebben we overeenstemming bereikt met de buurman van onze eigen kavel waardoor we de dit gebied nog beter kunnen ontwikkelen.’ Klik hier om het hele artikel te lezen.

19-03-2024
Nieuws
Stedin: steeds meer bedrijven willen spitsmijden op het stroomnet
Stedin: steeds meer bedrijven willen spitsmijden op het stroomnet

Netbeheerder Stedin heeft meer bedrijven overtuigd om tijdens piekuren minder stroom te gebruiken. Hiermee beschikt de netbeheerder nu over 100 megawatt flexibel vermogen, genoeg om een stad als Zoetermeer van elektriciteit te voorzien.   De netbeheerder hoopt op verdere groei zodat bedrijven niet verplicht hoeven af te schakelen in hun stroomverbruik.  Stedin, verantwoordelijk voor de elektriciteitsnetten in onder andere de provincies Utrecht en Zeeland, ziet flexibel vermogen als essentieel vanwege de variabiliteit van hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind.  Aanvankelijk was het volgens de netbeheerder een uitdaging om bedrijven te overtuigen hun energieverbruik tijdens piekuren te verminderen. Verplichte deelname dreigt volgens de netbeheerder voor bedrijven die niet vrijwillig meedoen.  Overvol net in Zeeland 'We hopen dat we flexibel vermogen op vrijwillige basis blijven vinden en dat we daarmee verplicht afschakelen kunnen uitstellen', aldus Koen Bogers, topman van Stedin, tijdens de presentatie van de jaarcijfers van het bedrijf afgelopen donderdag.   De netbeheerder streeft ernaar om tegen het einde van het jaar 500 megawatt aan contracten met bedrijven te hebben, die hiervoor een vergoeding ontvangen.  Ondanks deze successen zijn er ook bedrijven die verplicht deelnemen. Het Financieele Dagblad (FD) schrijft donderdag dat sinds februari vier grote afnemers van elektriciteit op Tholen en Schouwen-Duiveland flexibel vermogen moeten aanbieden, vanwege de overvolle netten in die regio.   Stedin moest deze maatregel nemen omdat onvoldoende bedrijven vrijwillig wilden meedoen.  De netbeheerder investeerde in de eerste helft van het jaar 517 miljoen euro in de uitbreiding en het onderhoud van de netten, een stijging van 35 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Lange wachtlijst bedrijven De investeringen zijn noodzakelijk door de toenemende vraag naar stroom, mede door de elektrificatie van Nederland en de groei van zonnepanelen bij huishoudens en bedrijven.  Op dit moment staan 453 bedrijven bij de netbeheerder op de wachtlijst voor een nieuwe of zwaardere stroomaansluiting, terwijl 1277 bedrijven wachten op een aansluiting om stroom te leveren.   In Utrecht overweegt Stedin weer gasgeneratoren in te zetten en het pauzeren van laadpalen op zeer koude dagen om de netdruk te verlichten. 

29-07-2024
Aanmelden nieuwsbrief