De verduurzaming van bedrijventerreinen is een belangrijk speerpunt van VNO-NCW West in 2024. Eind februari organiseerden ze daarover in samenwerking met de Rabobank een bijeenkomst in Naaldwijk, en op woensdag 13 maart is het de beurt aan de kring in Noordwest-Holland om hierover in gesprek te gaan met ondernemers, organisaties en overheden.

In het kantoorgebouw van de Rabobank in Alkmaar opent Floris-Jan Blok namens VNO-NCW West de bijeenkomst, waarna het tijd is voor een paneldiscussie onder leiding van Thijs Pennink (New Energy Coalition) met Robin Bäcker (Ontwikkelingsbedrijf NHN), Frits Meester (Duurzaam Ondernemersloket), Erwin Keizer (Van Straalen de Vries transport) en Marina Schuit (Provincie Noord-Holland) over lopende initiatieven in de regio. Er gebeurt namelijk al genoeg en het wordt duidelijk dat door samenwerking en vooroplopen, reeds mooie projecten tot stand zijn gekomen.

Erwin Keizer vertelt bijvoorbeeld dat hun bedrijf veel stroom nodig had om trucks te laten rijden. Wind- en zonne-energie zijn in zulke gevallen vaak niet voldoende, dus zal je naar andere oplossingen moeten kijken. Frits Meester legt uit dat het Duurzaam Ondernemersloket kan helpen via begeleiding en advies rondom duurzaam ondernemen. "Wij proberen ondernemers aan tafel te krijgen om te kijken op welke manier ze elkaar kunnen ondersteunen en helpen." Robin Bäcker vertelt dat het ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord ervoor zorgt dat er beweging komt op bedrijventerreinen, zodat er stappen kunnen worden gezet. "Bijvoorbeeld via slimme gezamenlijke energie-oplossingen, maar ook door kennis te bundelen en verspreiden." Marina Schuit benadrukt dat de Provincie Noord-Holland bedrijventerreinen zeer belangrijk vindt en de laatste jaren ook meer nadruk op de energietransitie heeft gelegd met verschillnede manieren van hulpaanbod. De sprekers zijn het erover eens dat verduurzaming van bedrijventerreinen hard nodig is en dat we samen moeten kijken hoe we elkaar zoveel mogelijk kunnen helpen om uitdagingen aan te pakken.

Vervolgens vertelt Rob Bogman van VNO-NCW Co-Creatie over succesvolle initiatieven in Brabant en Zeeland. Omdat VNO-NCW Brabant-Zeeland veel leden op bedrijventerreinen heeft, hebben ze gekeken hoe ze specifiek voor die ondernemers waarde kunnen toevoegen. Bijvoorbeeld via energyhubs om samen zoveel mogelijk energie te besparen én op te wekken. "Gezamenlijke regie vanuit bedrijven en overheid is dan wel nodig; we moeten streven naar samenwerking binnen de overheid, binnen het bedrijfsleven en ook onderling."

René de Visser van de Rabobank Noord-Holland Noord kan meer vertellen over succesvolle initiatieven in de omgeving waar zij aan hebben bij mogen dragen. "Er kan veel niet, maar wij kijken naar: wat kan er wel? Een collectieve aanpak bespaart geld en vermeerdert kennis." René legt uit dat bedrijven in Westfriesland en Alkmaar al goed georganiseerd zijn, en dat ze dat in de Kop van Noord-Holland nu ook ontwikkelen met Ontwikkelingsbedrijf NHN. "Een energiecoöperatie is dan een mogelijke oplossing, indien je ook piekbelasting kan afvangen en een systeem voor energiemanagement mogelijk is."

Tenslotte sluit Hans Huibers, voorzitter van VNO-NCW Noordwest-Holland, de middag af met een oproep aan alle ondernemers: "Wij hebben een netwerk in Haarlem, Den Haag en Brussel en moeten daarom alle geluiden bundelen en ons krachtig te laten horen. Op die manier kunnen we er gezamenlijk voor zorgen dat we bijvoorbeeld maakbedrijven hier kunnen behouden. Sluit je daarom bij ons als VNO-NCW aan!" Een duidelijk statement, waarna Hans de borrel opent, waar de aanwezigen graag nog even napraten met elkaar en in gesprek kunnen met de sprekers. Al met al een informatieve en inspirerende bijeenkomst!

Fotocredit: Richard Rood

14-03-2024
Event
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’
BT Event: ‘Sturende bedrijventerreinen, ruimte maken voor transities’

‘Sturende bedrijventerreinen – ruimte maken voor transities’ is hét thema van het 19e BT Event op donderdag 14 november in De Fabrique in Utrecht. Want naast een faciliterende rol door het accommoderen van ruimtevragen, hebben de 3800 bedrijventerreinen in Nederland als vitale infrastructuur per definitie een sturende impact op de wereld van morgen. Door te kiezen welke ruimtevragen je wel of niet accommodeert, welke activiteiten je wáár accommodeert, welke circulaire stromen je mogelijk maakt, hoe je ruimte biedt aan opwek en opslag van energie en hoe je een vruchtbare bodem legt voor innovatieclusters, kun je transities helpen versnellen. De ruimte en activiteiten op bedrijventerreinen hebben daarin een cruciale rol.  Het borgen van ruimte voor stadsverzorgende (circulaire) bedrijvigheid en praktische banen in de nabijheid van bevolkingsconcentraties, is een nadrukkelijk doel van gemeenten die bij gronduitgifte steeds vaker op maatschappelijke waardecreatie sturen.  Waar ruimte en grond al zijn vergeven, willen overheden – zo goed en kwaad als het gaat – regie terugpakken op bedrijventerreinen. Creatief omgaan met bestaande/beschikbare ruimte door beter benutten, intensiveren, stapelen en mixen vergroot zowel de maatschappelijke als economische output. Op nationaal niveau ontstaat – gevoed vanuit meervoudige schaarste – een nieuw paradigma van ‘keuzes maken’. Selectieve groei en het mogelijk afschalen van economische sectoren die veel ruimte vragen, maar een beperkte economische en maatschappelijke waarde genereren, zijn geen taboes meer. Tegelijk dringt het besef door dat bepaalde sectoren door digitale en circulaire transities juist méér ruimte nodig hebben. Denk daarbij aan grootschalige (data)logistiek, en de opslag/verwerking van reststromen. Deze relatief nieuwe ruimtevragers moeten zo goed mogelijk worden ingepast. Zowel fysiek-ruimtelijk, als binnen een duurzaam economisch-ruimtelijk systeem. Op het BT Event in Utrecht gaan we, samen met onze partners Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, Gemeente Amersfoort en de NV OMU, aan de slag met de sturende rol die bedrijventerreinen kunnen oppakken. Met een duidelijke focus op processen, praktische oplossingen, financierbaarheid en uitvoerbaarheid. HOUD DE CONGRESSITE IN DE GATEN VOOR MEER INFO.  

14-11-2024
Nieuws
TNO: energieverbruik op bedrijventerreinen kan 80 procent lager
TNO: energieverbruik op bedrijventerreinen kan 80 procent lager

De potentie voor energiebesparing op bedrijventerreinen is groot. Met de huidige duurzame technologieën kan het aardgasverbruik met 80 procent afnemen. Dit betekent wel dat de vraag op het elektriciteitsnet met bijna 50 procent toeneemt, blijkt uit onderzoek van TNO in opdracht van het ministerie van EZK.  Uit de berekeningen van het onderzoeksinstituut blijkt dat het mogelijk is om het aardgasverbruik van bedrijventerreinen met maar liefst 80 procent te reduceren naar 30 petajoule (PJ).   Ter vergelijk: 1 Petajoule is voldoende om ongeveer 18.500 huishoudens een jaar lang van energie te voorzien. Ook de CO2-uitstoot kan flink omlaag: van nu 18,5 megaton, naar 13,6 megaton.  Volgens het TNO-onderzoek is met de huidige technologieën al een besparing mogelijk van 8,7 megaton aan CO2-uitstoot door vermindering van het gebruik van aardgas.   TNO-expert Vincent Kamphuis zegt daarbij dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen aardgas en elektriciteit.   ‘Van de 10,4 megaton aardgas kun je er 8,7 besparen, maar door elektrificatie neemt het elektriciteitsgebruik en daarmee de indirecte uitstoot van CO2 toe. Per saldo blijft van die 8,7 megaton dan 3,1 megaton over.’   Volgens de TNO-onderzoeker is dit nog altijd een aanzienlijke en noodzakelijke afname. ‘Als de elektriciteitssector verder verduurzaamt, komt de 8,7 megaton weer dichterbij.’  Bedrijven kunnen de meeste energie besparen door de warmtevraag van hun gebouwen en processen vergaand te elektrificeren. De potentiële besparing op aardgas bedraagt 42 petajoule in gebouwen en 112 petajoule door aanpassing van bedrijfsprocessen. Samen is dat een reductie van 154 PJ, op een totaal verbruik van 184 PJ.  Betere afstemming  Elektrificeren van de warmtevraag zorgt volgens TNO wel voor een toename van de stroomvraag. Het onderzoeksinstituut verwacht dat de vraag met 47 petajoule groeit, een toename van 50 procent ten opzichte van het huidige stroomverbruik op bedrijventerreinen.  Dit vergroot de vraag naar duurzame elektriciteitsopwekking en betekent dat er extra aansluitvermogen nodig is op het elektriciteitsnet.   Dit kan volgens TNO door een betere afstemming van lokale productie en verbruik van elektriciteit met bijvoorbeeld een energy hub.  Het onderzoek wijst uit dat de potentiële besparingen zijn te behalen op een relatief kleine oppervlakte. Bedrijventerreinen stoten volgens berekeningen van het onderzoeksinstituut ongeveer evenveel CO2 uit als de gebouwde omgeving, terwijl ze slechts 2 procent van het totale landoppervlak in beslag nemen, tegenover 7,2 procent door woonruimte.   Door in te zetten op verduurzaming van de bedrijven en efficiënter ruimtegebruik is de potentie van bedrijventerreinen beter te benutten.   Intensiever gebruik maken van dezelfde oppervlakte levert volgens TNO meer ruimte op voor collectieve oplossingen zoals batterijen en slimme energyhubs.  Het ministerie van EZK wil vanuit het vorig jaar oktober gepresenteerde Nationaal Programma Ruimte voor Economie het verduurzamen van bedrijventerreinen versnellen. Het TNO-onderzoek vond plaats in het kader van dit programma.  Lees het volledige artikel op Stadszaken.nl. 

03-04-2024
Nieuws
Smart Energy Hub regio Zwolle Noord van start
Smart Energy Hub regio Zwolle Noord van start

Teruglevercongestie was in 2020 de aanleiding voor het ontstaan van de Smart Energy Hub regio Zwolle Noord, kortweg SZN. Er werd zoveel duurzame zon- en windenergie opgewekt, dat het elektriciteitsnet het niet aankon. Drie bedrijven op bedrijventerrein Hessenpoort stemmen sinds oktober 2023 hun energiegebruik op elkaar af via het slimme ICT-platform van SZN. Voor eind mei 2024 komen daar acht bedrijven bij. Daarmee is SZN als koplopersproject in Nederland uit de startblokken. De opzet van SZN is dat niet alleen de ruim zestig bedrijven op bedrijventerrein Hessenpoort ten noorden van Zwolle hun energiegebruik en het opwekken van energie op elkaar gaan afstemmen, maar op termijn ook alle grootverbruikers, die in hetzelfde deel van het electriciteitsnet zijn gevestigd. Deze regio - het grensgebied van Zwolle, Staphorst, Dalfsen en Zwartewaterland - maakt gebruik van dezelfde infrastructuur, die gekoppeld is aan een regionaal stopcontact: het Hoogspanning/Middenspanningstation van Enexis en TenneT aan de Hessenweg in Zwolle. Het betreft hier één van de belangrijkste gebieden voor grootschalige opwekking van duurzame energie voor de Regionale Energie Strategie West Overijssel. Het doel van deze ‘slimme’ samenwerking is om het duurzaam opwekken van energie te stimuleren en netcongestie, het overbelasten van het energienet, te voorkomen. ‘We werken samen met de gemeenten Zwolle, Dalfsen Staphorst en Zwartewaterland en de Provincie Overijssel aan het optimaliseren van het regionale energiesysteem’, zegt Maarten Epema, regisseur bij SZN. Energietransitie: samenwerking De energietransitie, het overschakelen van fossiele brandstoffen op duurzame energie, is een stevige, noodzakelijke opgave willen we met zijn allen de aarde leefbaar houden. Een van de inzichten, die de energietransitie heeft opgeleverd, is dat lokaal opgewekte energie, bijvoorbeeld zon- en windenergie, het beste lokaal verbruikt kan worden. Zo wordt het landelijke energienet niet onnodig extra belast. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord, daar moet iedereen aan wennen. Bedrijven op een industrieterrein, die ineens met hun ‘buren’ moeten samenwerken en netbeheerders, die wordt gevraagd groepscontracten te ontwikkelen in plaats van de gangbare individuele contracten met bedrijven (klanten). Met je poten in de klei ‘Het leuke van het ontwikkelen van een smart energy hub is, dat je heel lokaal, met je poten in de klei, samenwerking tussen bedrijven en andere organisaties op het gebied van energieverbruik van de grond probeert te tillen. Tegelijk word je gevraagd de opgedane kennis landelijke beschikbaar te stellen voor andere hubs en voor het ontwikkelen van nieuwe wetgeving’, vertelt Epema. ‘Zo schakel je van hele concrete zaken, zoals het aansluiten van energiesystemen van verschillende bedrijven en het opzetten van een digitaal Energie Management Systeem naar vrij abstracte zaken, zoals het bedenken van nieuwe wetgeving.’ Epema verwijst naar het samenwerkingsverband van Smart Energy Hubs in Overijssel en Gelderland, georganiseerd door Oost NL: ‘Deze samenwerking helpt, door bijvoorbeeld een snelle onderlinge kennisuitwisseling, waardoor niet iedereen zelf het wiel hoeft uit te vinden.’ Eerste gesprekken in 2020 Epema is vanaf de eerste gesprekken tussen de initiatiefnemers in 2020 bij SZN betrokken. ‘Het oude energiesysteem wordt centraal aangestuurd en gaat van grof, grote kabels en leidingen, naar fijn, naar de energievoorziening van bedrijven en huishoudens. Het nieuwe systeem werkt deels andersom, door het lokaal opwekken van duurzame energie en het toenemende elektriciteitsgebruik van huishoudens en bedrijven. SZN staat in het oog van die storm.’ Samenwerking netbeheerder Cruciaal voor het ontwikkelen van een SEH is niet alleen de samenwerking tussen bedrijven en andere energiegebruikers op lokaal niveau, maar ook de samenwerking met de netbeheerder. SZN is sinds de zomer van 2022 in gesprek met Enexis en heeft van deze netbeheerder de status van innovatief pilotproject gekregen. ‘Als je op een bedrijventerrein als bedrijvencollectief binnen de bandbreedte van het openbare net blijft, voorkom je netcongestie’, verklaart Epema. ‘Daar heeft de netbeheerder baat bij. Het probleem is alleen dat er nog geen wetgeving is om bijvoorbeeld groepscontracten mogelijk te maken. Het is nog pionieren, vandaar dat netbeheerders alleen via een pilot-constructie aan een SEH kunnen meewerken. De verwachting is dat eind 2024 de wetgeving hiervoor wel op orde is en de pilot omgezet kan worden in een formele overeenkomst.’ Gebouwgebonden energieverbruik SZN onderscheidt: gebouwgebonden energieverbruik bedrijfsgebonden energieverbruik mobiliteit-gerelateerd energieverbruik. ‘Bij gebouwgebonden energieverbruik gaat het om installaties, zoals warmtepompen en koelinstallaties, die het gebouw verwarmen of koelen. Daar valt best veel aan te sturen’, zegt Epema. ‘Als elk bedrijf op een industrieterrein om zeven uur ’s morgens zijn warmtepomp aanzet, heb je meteen een piek in energieverbruik. Als bedrijven afspreken dat de één om half zeven zijn warmtepomp aanzet, de ander om zeven uur en de volgende om half acht, maakt dat een groot verschil.’ Energieverbruik aansturen Bij bedrijfsgebonden energieverbruik gaat het om de bedrijfsvoering en het productieproces. Ook daar blijkt dat pieken in het stroomverbruik met goede afspraken voor een deel te voorkomen zijn. ‘Die afspraken worden vertaald in een ICT-platform, het Energie Management Systeem (EMS), dat het totale energieverbruik en het opwekken van energie van de aangesloten bedrijven monitort. Daarbij wordt verbruik onderling afgestemd en waar mogelijk en nodig bijgestuurd vanuit het platform. Zo optimaliseer je de belasting van het energienet’, vertelt Epema. ‘Zo’n platform monitort realtime het energieverbruik en de levering van energie van de bedrijven. Dit platform is gekoppeld aan stuurbare techniek in het netwerk, zoals omvormers van zonnepanelen, batterijen en de gasgenerator, die als vangnet voor de energielevering fungeert.’ Vervoer met waterstof Denk bij mobiliteit-gerelateerd energieverbruik aan het laden van elektrische voertuigen. ‘Daar keek je in het verleden niet naar op een bedrijventerrein’, constateert Epema. ‘Maar als een bedrijf besluit zijn wagenpark te elektrificeren, heeft dat meteen invloed op het energieverbruik op het net.’ Op Hessenpoort werd in 2020 al meer zon- en windenergie opgewekt dan het net aankon, waardoor er meteen is gezocht naar manieren om lokaal opgewekte elektriciteit om te zetten in bijvoorbeeld waterstof. ‘Jan Bastiaans, een enthousiaste ondernemer afkomstig uit de grondstoffenhandel voor de beton- weg- en waterbouw, is daarmee aan de slag gegaan’, vertelt Epema. ‘Hij heeft het bedrijf H2GO opgericht, dat een elektrolyser bouwt op Hessenpoort. Daarmee kun je duurzame energie omzetten in waterstof, zuurstof en warmte.’ De geproduceerde waterstof wordt gebruikt voor duurzaam, zwaar transport van bijvoorbeeld grondstoffen voor de beton-, wegen- en waterbouw. De zuurstof en warmte kunnen weer heel goed benut worden voor de rioolwaterzuivering van Waterschap Drents Overijsselse Delta op Hessenpoort. Zo ontstaat een energie-efficiënt systeem dat ook bijdraagt aan het optimaliseren van het gebruik van het stroomnet.’ Publiek-private samenwerking De organisatiegraad op bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle-Noord is hoog, wat een voordeel is. ‘Toch was onze grootste uitdaging hoe onze coalitie van samenwerkingspartners eruit ging zien’, stelt Epema. ‘We hebben gekozen voor een publiek-private samenwerking tussen overheden en bedrijven en een regionale aanpak. SZN is daarbij vooral een publieke samenwerking van gemeente Zwolle en de provincie Overijssel onder de vlag van Herstructurerings Maatschappij Overijssel. SZN werkt weer samen met de ondernemers op Hessenpoort, die zich verenigd hebben in de coöperatie Ceurz. Ook netbeheerder Enexis is hierbij een belangrijke samenwerkingspartner.’ Klein begonnen Er is tevens voor gekozen om klein te beginnen: de SZN is in oktober 2023 met drie bedrijven van start gegaan. De acht volgende bedrijven haken voor eind april 2024 aan. De opzet is dat uiteindelijk alle bedrijven op de drie bedrijventerreinen in de regio meedoen. Epema: ‘We denken groot en zijn klein begonnen. Zo kun je allerlei praktische hobbels onderweg makkelijker oplossen.’ Feiten & cijfers SEH Zwolle Noord Het grensgebied van Zwolle, Staphorst, Dalfsen en Zwartewaterland is in beeld als kansrijk gebied voor grootschalige opwekking van duurzame energie door zon en wind. De gemeenten werken mee aan het ontwikkelen van een Smart Energy Hub (SEH): een slim energiesysteem, waarbij het grootschalig opwekken van duurzame energie, de vraag naar, het transport, de opslag en de conversie in balans van (elektrische) energie worden gecombineerd. In deze fase van de ontwikkeling ligt de focus hierbij op de plek waar de meeste vraag zich concentreerd: bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle. Op de langere termijn is de ambitie om ook de in dit gebied gelegen grootverbruikers in de andere drie gemeenten bij de SEH te betrekken. Netbeheerders TenneT (landelijke netbeheerder) en Enexis (regionale netbeheerder) verwachten vanaf 2020 10 tot 15 jaar structurele netcongestie voor het terugleveren van elektriciteit aan het net in het gebied. Enexis kondigde vanaf december 2023 ook netcongestie voor het leveren van elektriciteit aan. Waterstofelektrolyser De waterstofelektrolyser is één van de eerste projecten, die medio 2024 in gebruik wordt genomen. Hiermee wordt ‘overtollige’ zonne- en windstroom gebruikt voor de productie van waterstof, zuurstof en warmte. De geproduceerde waterstof wordt ingezet voor verduurzaming van het transport van grondstoffen voor beton-, weg- en waterbouw. De vrijkomende zuurstof wordt gebruikt voor de beluchting van slib in de rioolwaterzuivering. Groeps- transportovereenkomst (Groeps-TO) Vooruitlopend op nieuwe wet- en regelgeving wordt op Hessenpoort geëxperimenteerd met een zogeheten pilot-Groeps-transportovereenkomst (groeps-TO). Foto: Fotografie Zintuig Studio / Ondernemersvereniging Hessenpoort

10-04-2024
Aanmelden nieuwsbrief