Twee jaar geleden lanceerden de ondernemers op Schiphol Trade Park samen met netbeheerder Liander de eerste innovatieve collectieve oplossing in Nederland voor netcongestie: het virtueel net. En met succes. Alle bedrijven in het Energie Collectief Schiphol Trade Park zijn operationeel, breiden uit en elektrificeren, ondanks de netcongestie in het gebied. Wat begon als een urgent probleem, is uitgegroeid tot een solide Energy Hub. Arno Jansen, voorzitter Energie Collectief Schiphol Trade Park namens SADC, gebiedsontwikkelaar van Schiphol Trade Park: “We zijn natuurlijk heel blij dat het systeem zich bewezen heeft, maar we zitten niet stil. We ontwikkelen nog steeds door om ook nieuwe mogelijkheden te integreren.”

2.104 MWh aan levering mogelijk gemaakt door het virtuele net

Na twee jaar waarin alle bedrijven zijn aangesloten en alle seizoenen en weersomstandigheden voorbij zijn gekomen, is de balans opgemaakt. Het collectief wordt goed benut: in 2023 is 2.104 MWh van het verbruik van de bedrijven (34,5% van hun totale jaargebruik) mogelijk gemaakt door het delen van de capaciteit binnen het virtuele net. Zonder deze oplossing hadden heel veel individueel stuurbare energiesystemen, zoals batterijen en generatoren, deze elektriciteit moeten leveren. In het collectief nemen in totaal zeven bedrijven deel die weinig of geen netcapaciteit hebben. Dankzij deze slimme oplossing kunnen de bedrijven gebruikmaken van elkaars gecontracteerde capaciteit.* 

Eelco Ouwerkerk, bestuurslid van het collectief namens SEGRO Netherlands B.V.: “Wij hadden geen directe nadelige invloed van de netcongestie. Als eigenaar van het eerste gebouw en dus als eerste ‘bewoner’ van Schiphol Trade Park hebben onze gebruikers destijds nog wel voldoende capaciteit kunnen contracteren. Het was voor SEGRO echter een no-brainer om wel deel te nemen aan dit initiatief, omdat dit zich zonder samenwerking niet laat oplossen en wij ook inzien dat een innovatieve aanpak nodig is om de energietransitie te versnellen.” 

Achtervang

Om zeker te zijn van voldoende elektriciteit binnen de gestelde limieten hebben meerdere bedrijven geïnvesteerd in batterijen en gas- en dieselgeneratoren. Het collectief gebruikt die middelen als er een tekort aan capaciteit is. De generatoren dienen vooral als achtervang. De software van Spectral voorspelt of de aangesloten batterijen kunnen voorzien in het verwachte moment van schaarste. Als de batterij niet voldoende is, schakelt het systeem automatisch een generator in. In heel 2023 is er twee keer een generator ingezet om binnen de netlimiet te blijven, voor in totaal 2 uur. Toen de generatoren aangingen waren de batterijen nog niet operationeel, anders waren die generatoren waarschijnlijk niet nodig geweest.

842 ton CO2 minder uitstoot

Zonder virtueel net hadden deze partijen moeten investeren in elk een eigen generator (en eventuele back-up generator). Die generatoren hadden gezamenlijk tot 31.000 draaiuren moeten maken. Dat is gelukkig voorkomen. Er is hiermee voor 468.000 m3 minder gas verbruikt, en daardoor is er lokaal 842 ton CO2 minder uitgestoten door generatoren.

Stefan Kop, lead energy consultant bij Spectral: “Innovaties zoals deze zijn niet mogelijk zonder bedrijven die van de gebaande paden durven te treden. Ik ben er trots op dat SADC, netbeheerder Liander en de ondernemers op Schiphol Trade Park die sprong met ons hebben durven wagen. Met Schiphol Trade Park waren wij de eersten met een dergelijke oplossing in Nederland en mogelijk zelfs daarbuiten. En het belangrijkste: de oplossing werkt, met positieve resultaten tot gevolg. Ik kijk uit naar het verder optimaliseren en doorontwikkelen van de oplossing, samen met de ondernemers op Schiphol Trade Park.”

Doorontwikkeling

Sinds de implementatie van het virtueel net in april 2022 hebben het projectteam van SADC, het Energie Collectief en softwareontwikkelaar Spectral niet stilgezeten. Naast dat het huidige systeem is geoptimaliseerd, wordt er ook gewerkt aan vier nieuwe sporen:

  • Optimalisaties bij individuele bedrijven ten behoeve van het verschuiven van pieken (load-balancing op basis van data)
  • Zero-emissie laadinfrastructuur (faciliteit voor het laden van elektrische vrachtwagens)
  • Virtual energy exchange (onderlinge levering van stroom)
  • Optimalisatie virtuele net (verbeteren van inzicht met meer data, inzet van de assets en uitbreiden van de digital twin)

Arno Jansen: “We willen ook hiermee vooruit lopen. Want het kan natuurlijk nog heel veel mooier. Nog duurzamer. En toekomstgerichter. Het is mooi te zien hoe alle bedrijven en betrokkenen dezelfde drive hebben om koploper te blijven. Dit is niet voor niks het meest duurzame logistieke business park van de wereld!”

*
Hoe werkt het virtueel net op Schiphol Trade Park ook alweer?

Bedrijven delen de capaciteit op het bestaande net, waardoor ze minder last hebben van de bestaande netcongestie en klaar zijn voor een duurzame toekomst. De capaciteit in het huidige stroomnet wordt lang niet altijd volledig benut en alleen tijdens piekmomenten is er sprake van onvoldoende transportcapaciteit. Dit betekent dat er op momenten van onderbenutting  ‘vrije ruimte’ is voor alle bedrijven op Schiphol Trade Park om gebruik van het net te maken. Binnen het Energie Collectief Schiphol Trade Park worden partijen mét en partijen zónder stroomcapaciteit in een virtueel net (een laag over het bestaande net) samengebracht en delen zij de beschikbare capaciteit met elkaar. Vraag en aanbod wordt real time door de software optimaal op elkaar afgestemd. Het systeem leest continu de slimme meters uit en stuurt de energiesystemen (zoals zonnepanelen, energieopslag, en generatoren) achter de meter aan. 

Lees hier meer over de energy hub en/of bekijk er de animatie.

Foto: iStock - metamorworks

30-04-2024
Event
Studiereis ‘Campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’
Studiereis ‘Campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’

“Start-ups en scale-ups zijn een belangrijke motor voor economische groei en verdienvermogen, creëren veel hoogwaardige werkgelegenheid en jagen productiviteitsgroei aan”, aldus de nieuwe minister van EZ in een brief aan de Tweede Kamer. Veel start-ups en scale-ups zijn gevestigd op campussen. Het zijn dé plekken waar bedrijven innoveren en waar talent wordt opgeleid, met belangrijke spin-off naar de regionale arbeidsmarkt en economie. De aanwezigheid/concentratie van talent is omgekeerd voor bedrijven de belangrijkste reden om zich op of in de nabijheid van een campus te willen vestigen.  Het is dan ook niet gek dat bijna elke gemeente of regio in Nederland haar eigen campus, innovatiedistrict of start-up hub wil hebben.  Tweedaagse studiereis Na vier succesvolle eerdere edities, organiseren Vakblad BT en Twynstra Gudde op woensdag 2 en donderdag 3 april 2025 een nieuwe, vijfde ‘Studiereis campussen, innovatiedistricten en start-up hubs’ naar Utrecht en de Metropoolregio Amsterdam. Tijdens de reis, die onder inhoudelijke leiding staat van campus-expert Gregor Heemskerk (partner TwynstraGudde), onderzoeken we wat de lessons learned zijn van de volgende innovatie-hotspots: >> UTRECHT SCIENCE PARK  Van besloten universiteitscomplex transformeerde Utrecht Science Park tot open campus voor onderwijs, onderzoek, incubatie en bedrijven. Hoe is de campus georganiseerd, hoe werkt business development, en wat is het deurbeleid?  >> DOTSLASH, UTRECHT KANALENEILAND  Een bruisende, private start-up campus in Kanaleneiland met ruimte voor inmiddels 250 innovatieve bedrijven. Hoe is dat gefinancierd?  https://fd.nl/bedrijfsleven/1501711/in-de-torens-van-kanaleneiland-floreren-de-utrechtse-start-ups >> H20 ESPORTS CAMPUS AMSTERDAM, PURMEREND Het Papendal van de esports: ruim 12.000 m2 bedrijfsruimte en onderwijs in diverse gebouwen rond gaming, esports en creative tech, geclusterd rond het het Rabo Esports Stadion, het grootste permanente esportsstadion van West-Europa. >> SANQUIN / HEALTH AND INNOVATION DISTRICT NEW WEST Van health district naar innovatiedistrict: Sanquin Health Solutions (SHS) ontwikkelt in samenwerking met andere gezondheidspartners en de gemeente Amsterdam in het gebied De Plantijn een campus waar innovaties in de gezondheidszorg centraal staan: het ‘Health and innvation district New West’. Hamvraag is: Hoe betrek je – als relatief gesloten zorginstelling – startup’s, bedrijven en kennisinstellingen bij de campus? >> B. AMSTERDAM B. Amsterdam positioneert zichzelf als ‘Europe’s biggest startup ecosystem’. Hier komen elke dag meer dan 2.500 mensen samen om te werken bij een van de 300 verschillende bedrijven die in drie gebouwen die in en rond de oude IBM typemachine fabriek in de hak van de Amsterdamse Ringweg A10 gevestigd zijn.  >> KENNISKWARTIER ZUIDAS Het Kenniskwartier Zuidas ontwikkelt zich snel tot innovatiedistrict rondom de universiteitscampus van de Vrije Universiteit (VU). Hoe leg je de verbinding tussen de universiteitscampus en het omliggende bedrijvengebied, en leg je de koppeling met B2C-activiteiten om naast kennis ook ‘de stad’ naar de Zuidas te halen?  KLIK HIER OM U GELIJK AAN TE MELDEN!   Centrale vraag deze editie is: hoe campussen te organiseren en te financieren? Subvragen zijn: Hoe organiseer je vastgoedontwikkeling op campussen en innovatiedistricten? Hoe zorg je voor huisvesting voor start-ups, hoe bekostig je deze onrendabele faciliteit? Hoe betrek je onderwijs- en zorginstellingen en bedrijven bij de campus?  Hoe zet je een triple helix-community of campusorganisatie op en hoe bekostig je dit?  Hoe zorg je voor een cultuur van kennisuitwisseling en open innovatie waar bedrijven en onderwijs kunnen samenwerken en wat is daarbij de rol van de campusorganisatie?  Hoe zet je een innovatieprogramma op?  Hoe maak je van een campus een bruisend stukje stad? ACHTERGROND Campussen heb je in vele soorten en maten. Van klassieke scienceparken en bedrijvencampussen tot campussen rond hbo- en mbo-instellingen, waar leren en werken samensmelt. In de grote steden zie je daarnaast privaat gefinancierde start-up hubs ontstaan. Gemene deler is dat er verbindingen gesmeed worden, tussen bedrijfsleven en onderwijs, talent en kapitaal. En ze vaak voorzien in betaalbare bedrijfsruimte voor startende ondernemingen. Het ministerie van EZ onderzoekt fysieke doorgroeimogelijkheden voor start-ups en scale-ups op campussen en daarbuiten. En elke stad wil start-ups de ruimte geven. Maar hoe organiseer je dat? Wie zorgt voor incubatieruimte, die in financiële zin vaak verlieslatend is? Moeten overheden en onderwijs deze rol op zich nemen? Of kan het op een of andere manier tóch uit? En wie springt er in de bres voor scale-ups die maatschappelijk en economisch van strategisch belang zijn, maar zich nog geen hoge huren kunnen veroorloven?  PROGRAMMA* Vertrek: Amersfoort, woensdagochtend 2 april 09.00 uur Terugkomst: Amersfoort, donderdagmiddag 3 april 18.00 uur Overnachting: Purmerend  *een volledig programma met de route en sprekers volgt spoedig FACTS & FIGURES Wat: 2-daagse campusreis; Wanneer: woensdag en donderdag 2 & 3 april 2025; Voor wie: ambtenaren van gemeenten en provincie, medewerkers van regionale ontwikkelingsmaatschappijen, mensen uit het onderwijs en iedereen die bij het ontwikkelen en organiseren van campussen en innovatieve werklocaties betrokken is; Inclusief: compleet verzorgd met lunches, diner, consumpties, overnachting, mogelijke entreegelden, vervoer, reisbegeleiding en een reisverslag achteraf; Kosten: € 1550,00 (ex. btw). KLIK HIER OM U GELIJK AAN TE MELDEN!  

02-04-2025
Nieuws
Circulaire safari op Willem-Alexander in Roermond: cruciale binnenhaven
Circulaire safari op Willem-Alexander in Roermond: cruciale binnenhaven

‘Deel best practices zoals Willem-Alexander in Roermond waar wordt ingezien dat een watergebonden bedrijventerrein cruciaal is voor de circulaire economie’, zei Cees-Jan Pen, lector bij Fontys Hogescholen dinsdag 14 janauri tijdens het Slotevent Samen Beter: Op safari naar Willem-Alexander Haven in Roermond. 'Hoe kunnen we dit soort gebieden, waarvan steeds duidelijker wordt dat die een enorm belangrijke rol gaan spelen als de circulaire transitie op gang komt, uiteindelijk hoger op de politieke agenda krijgen?’ Dit artikel is afkomstig van bt-online.nl.  Kijk hier voor de volledige versie Niet-watergebonden bedrijven domineren In het manifest 'Borgen binnenhavens als anker voor de circulaire economie', dat de lector met Evert-Jan de Kort (STEC groep) en Joep Janssen (Ginder) opstelde, staat dat zo’n 30 tot 40 procent van de kavels aan binnenhavens in Nederland in beslag wordt genomen door niet-watergebonden bedrijven. Pen: ‘Dit manifest is een eerste aanzet om te kijken of dit onderwerp in de top 10-issues van een aantal gemeenten kan komen te staan tijdens de raadsverkiezingen volgend jaar.' ‘Bedrijven in havengebieden gaan volgens de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) steeds meer afvalstoffen als nieuwe grondstoffen aanvoeren en verwerken, in plaats van het afvoeren van (afval)stoffen uit havens. Er ontstaat nieuwe maakindustrie waarbij binnenhavens en watergebonden bedrijventerreinen een cruciale rol spelen in de circulaire economie.’ Geen 'knuffelbare hubs' Tijdens de afsluiting van de circulaire safari in de raadszaal van het gemeentehuis van Roermond stelde Pen vast dat gemeenten inmiddels lokaal voorop lopen in hele stringente circulaire doelstellingen, maar die ambitie wordt niet gehaald met ‘leuke knuffelbare hubs in woonwijken’. ‘Je zult grote gebieden met overslagcentrales voor beton-asfalt en recyclingcentrales nodig hebben. Dat wordt vaak vergeten en met dit manifest willen we een onderwerp, waarvan mensen denken ‘ze zijn smerig en hebben we ze nog wel nodig’, duidelijk koppelen aan die circulaire transitie.’ Pen: ‘Ons advies is ook wees creatief met de beschikbare fondsen en breng vooral best practices beter over het voetlicht. Inspirerende verhalen moeten nog veel beter door gemeenten aan elkaar worden doorverteld, waarmee je voorkomt dat iedereen opnieuw het wiel gaat uitvinden. Neem vooral ook ondernemersparticipatie serieus en betrek het onderwijs en kennisinstellingen.’ De Willem-Alexander Haven, het decor van het slotevent van het tweejarige RAAK-onderzoek Samen Beter, liet in lijn met het manifest zien dat door een nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid (gemeente en waterschap, red.) en het onderwijs het oudste en enige watergebonden bedrijventerrein van Roermond is uitgegroeid tot een van de meest duurzame en circulaire bedrijventerreinen van Nederland. Groei circulaire bedrijvigheid  Gastheer Willem Bakker, directeur van Kalle en Bakker Overslag, Janou Martens-Goetstouwers, beleidsadviseur van de gemeente Roermond en Jean-Dominique de Pre van multinational BESIX lieten zien hoe de publiek-private samenwerking binnen een Bedrijven Investeringszone (BIZ) en de coöperatie Port of Roermond haar vruchten afwerpt. Tijdens een rondleiding op het bedrijventerrein vertelde Willem Bakker de deelnemers aan het event, dat mede georganiseerd werd door SKBN, dat de samenwerking er onder meer voor gezorgd heeft dat 90 procent van de bedrijven een bijdrage leveren aan de duurzame en circulaire economie op het bedrijventerrein.   Daarnaast ging Dankeld Vanmeenen, docent onderzoeker aan de Fontys, in op het project 'WA Meets Students’. Verdeeld over zeven periodes hebben bij Kalle en Bakker over de afgelopen drie jaar meer dan 200 Fontys-studenten voor de minor circulaire economie aan twaalf projecten gewerkt over uiteenlopende duurzame en circulaire vraagstukken die spelen bij bedrijven als Kalle en Bakker, SIF, Smurfit Westrock en BESIX.  Jean-Dominique de Pre vertelde vervolgens wat het belang is van de samenwerking is van de bedrijven binnen de BIZ, de gemeente Roermond en het waterschap bij de realisatie van een waterkering op het bedrijventerrein tegen het hoge water als gevolg van het hoge water in de zomer van 2021. Circulariteit vereist schaal Als afsluiter ging Frank de Feijter, onderzoeker circulaire economie aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), in op de uitkomsten van het ‘Samen Beter’-onderzoek, waarin is onderzocht wat het belang is van een publiek-private samenwerking op bedrijventerrein om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie.  Wil je als bedrijventerrein een geslaagde business op dat vlak dan is schaal een belangrijk aspect volgens De Feijter. Als voorbeeld haalde hij een case aan over het verwerken van piepschuim van ziekenhuizen op bedrijventerreinen in de regio Arnhem-Nijmegen. ‘Toen de betrokkenen dat doorrekenden bleek dat hiervoor alle piepschuim nodig was van ziekenhuizen in Oost-Nederland om er überhaupt een sluitende businesscase van te maken. Als je nadenkt over een circulariteit, denk dan ook altijd aan schaal.’ Programmatisch werken Over de organisatiegraad van bedrijventerreinen constateert de HAN-onderzoeker dat niet alleen in structuren moet worden gedacht van een BIZ, coöperatie of BV. ‘Het gaat om individuele partijen die elkaar vinden, waar synergie tussen ontstaat. Denk aan het succes in bijvoorbeeld Helmond waar partijen als Indusym en Ginder aan de slag zijn gegaan en een gemeente heel enthousiast is aangehaakt.’ Ook stelde De Feijter dat bedrijventerreinen veel kunnen leren van programmatisch werken. ‘Een van de successen van living labs in de regio – zoals hier op Willem-Alexander – is dat je met een studentengroep op het bedrijventerrein aanwezig bent. Daardoor ontstaat er synergie tussen alle betrokkenen. Op dat vlak zie ik nog een enorm potentieel als aanjager van bedrijventerreinen in de transitie naar de circulaire economie.’  

15-01-2025
Aanmelden nieuwsbrief