Sinds het Didam-arrest worstelen gemeenten met de criteria en leidraden bij de gronduitgifte van bedrijventerreinen. Vijf tips van Peije Bruil (ArcusPlus) en Guido van der Molen (Sweco) helpen bij een overzichtelijke aanpak na 'Didam'. 

1. Kies voor écht kwalitatief programmeren 
De huidige tijd, met toenemende claims op beperkte ruimte, vraagt om kwalitatief programmeren. Meer regie op de uitgifte van bedrijventerreinen begint voor een gemeente al in de planfase. In een omgevingsplan kunnen planregels worden vastgelegd over de gewenste invulling van de ruimte.  

Denk aan intensief ruimtegebruik, profilering, kavelomvang, type bedrijven, bebouwingspercentages et cetera. Door hier tijdig mee aan de slag te gaan en gerichte keuzes te maken, is er direct helderheid over het profiel en de ruimtelijke invulling van een locatie. Hierdoor zijn uitgiftecriteria als selectiemethode al deels geborgd.  

En is het uitgiftebeleid een transparant verlengstuk van de planregels. Benut daarom als gemeente het publiekrechtelijk instrumentarium goed. 

2. Kies de juiste selectiemethode voor uitgifte  
Het hanteren van selectiecriteria lijkt momenteel het meest populair bij uitgifteprocessen. Maar dit is niet altijd de meest voor de hand liggende procedure. Er leiden meerdere wegen naar Rome.  

Jarenlang was een-op-een contracteren dé methode voor de uitgifte van bedrijfskavels. Ook na het Didam-arrest is deze methode van uitgifte wel degelijk mogelijk. 

Dit kan alleen als bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er maar één serieuze gegadigde is voor een bepaalde bedrijfskavel. 

Wanneer er meerdere gegadigden zijn, is het noodzakelijk dat een openbare selectieprocedure wordt opgestart. Naast de methodiek met selectiecriteria zijn er alternatieven.  

Een gemeente kan kiezen voor loting, verkoop aan de partij die de hoogste prijs biedt, maar ook simpelweg verkopen aan de partij die het eerste concrete interesse toont voor een kavel volgens het principe: ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.  

De laatste methodiek is vooral bruikbaar wanneer een gemeente op voorhand weet dat er slechts enkele gegadigden zullen zijn en/of er meer aanbod is dan vraag.  

3. Selectiecriteria: hou het simpel en relevant 
Voor een selectieprocedure is het van belang dat de criteria en de behaalde score goed en objectief meetbaar zijn. Daarmee voorkomt je als gemeente dat een score onvoldoende transparant is en leidt tot onnodige discussie of een gang naar de rechter. 

De selectiecriteria moeten logisch en passend ('ruimtelijk relevant') zijn bij de uit te geven kavels en/of het profiel van het bedrijventerrein. Bij voorkeur wordt daarbij door een gemeente een gerichte koppeling gemaakt met het economische en ruimtelijke beleid.  

Ook is het belangrijk dat selectiecriteria niet zo specifiek zijn, dat slechts een of enkele bedrijven hierbinnen passen  

Bruikbare, toetsbare selectiecriteria uit de praktijk  

  • Selectiecriteria die gaan over intensief ruimtegebruik. Intensief ruimtegebruik (en urgentie voor verplaatsing) kan als criterium in een protocol worden opgenomen. Gemeenten waaronder Dordrecht, Twenterand, Urk en Vijfheerenlanden maken een koppeling met urgentie voor verplaatsing en/of mogelijkheid voor invulling van de achtergebleven kavel. Meervoudig ruimtegebruik kan ook als indicator worden opgenomen.  
  • Duurzaamheidscriteria passen goed wanneer meerdere bedrijven voor één of enkele kavels in aanmerking komen. Het meest duurzame bedrijf krijgt dan voorkeur. Hierbij is het belangrijk om criteria niet té technisch te maken. Gebruik bestaande beoordelingsrichtlijnen zoals BREEAM, GPR of MPG.  
  • Er kan ook gestuurd worden op bedrijfsactiviteiten of doelgroepen, bij voorkeur gekoppeld aan economisch beleid. Zo kan de diversiteit aan van bedrijven verder worden verfijnd. Zo zijn de laatste bedrijfskavels van Kennispark Twente alleen beschikbaar voor bedrijven die actief zijn binnen de focusgebieden van de Universiteit Twente.
  • Het aantal arbeidsplaatsen per hectare is een bruikbaar criterium, bijvoorbeeld om te sturen op bedrijven met een hoge arbeidsintensiteit. Veel gemeenten, waaronder Almere en Enschede, hanteren dit.  Waarbij het belangrijk is, vanuit transparantie, om helder te definiëren op welk moment het aantal arbeidsplaatsen getoetst wordt.
  • Selectie op basis van eindgebruiker(s). Een gemeente geeft in dit geval alleen bedrijfskavels uit aan partijen die kavel zelf daadwerkelijk in gebruik nemen. Onder meer Almere en Harderwijk hanteren dit criterium.  

4. Voorkom het badkuipeffect  
Maak op regionaal niveau afspraken maken over kwalitatief programmeren en uitgiftebeleid. Het gaat om concrete afspraken over de profielen van bedrijventerreinen, dus inclusief ruimtelijke kenmerken en criteria.  

Daar hoort voor elk terrein ook een kader over uitgiftebeleid bij. Zo geef je als gemeente vorm aan het motto: ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’.  

De provincie Utrecht stimuleert regio’s en gemeenten om hier nu mee aan de slag te gaan. Ook de Gelders-Utrechtse regio Food Valley en de gemeente Deventer hebben in hun Ruimtelijk Programma Werklocaties al een goede eerste aanzet voor een uitgiftestrategie bij verkoop van bedrijfskavels opgenomen.  

Met deze werkwijze voorkom je als gemeente een ‘badkuipeffect’. Dit betekent dat bedrijven die ongewenst zijn op het ene terrein, bijvoorbeeld vanwege extensief ruimtegebruik of beperkte score op duurzaamheid, als gevolg van gebrekkige regie op de uitgifte zich wel kunnen vestigen op een ander terrein in de regio. Waarmee aldus een soort afvoerputje voor bedrijven ontstaat.

5. Botsproeven en juridische checks  
De laatste tip richt zich op het testen. In dit kader wordt gesproken van een “botsproef”. Check op basis van cases van bedrijven in hoeverre het proces werkbaar en toegankelijk is. Doe dit intern en extern.  

Intern kun je dit als gemeente doen met accountmanagers en vakspecialisten, aangevuld met een goede omgevingsjurist.  

Hoe overzichtelijk is de selectieprocedure? Zijn de criteria overzichtelijk, transparant en eenvoudig toetsbaar? Waar loop je tegen aan als gemeente? En wat vraagt je aan bewijslast voor een bedrijf? En, bovenal, komt het type bedrijven dat je idealiter graag als gemeente wil faciliteren, ook door de toets heen? Ofwel, stuur je op de juiste selectiecriteria?  

Extern kun je als gemeente een botsproef organiseren met een afvaardiging van het bedrijfsleven. Hoe ondernemersvriendelijk is het uitgiftebeleid? Is het werkbaar en goed uit te leggen? Geef je als gemeente maximaal uitvoering aan uw ruimtelijk en economisch beleid? Zijn de termijnen haalbaar voor ondernemers? En welke voorinvesteringen vraag je al van hen?  

Door op voorhand ondernemers mee te nemen in de afwegingen, creëer je als gemeente meer draagvlak voor het uitgiftebeleid.  

Toekomstbestendige werklocatie 

Samenvattend gaat goed uitgiftebeleid, in lijn met Didam, vooral om een verandering van de ‘mindset’. Het achterliggende doel is namelijk dat het juiste bedrijf op de juiste plek landt.  

Kortom, als gemeente ben je niet meer de verkoper van bedrijfskavels, maar de huisvestingsadviseur voor bedrijfsruimtegebruikers.  

Waarbij gemeenten in de praktijk een samenspel moeten hanteren tussen scherpe planregels, een gebieds- of kavelpaspoort en selectie met behulp van een uitgifteprotocol. Dat vereist zonder meer een stevige juridische check van beoogde criteria vanaf het begin van het proces.  

Je werkt als gemeente dan echt aan een toekomstbestendige werklocatie en maakt optimaal gebruik van de gemeentelijke instrumentenkist.

Over de auteurs:
Peije Bruil (ARCUSplus) adviseert gemeenten en regio’s over het aantrekken en behouden van bedrijvigheid. Guido van der Molen, principal consultant Economie & Gebiedsontwikkeling bij Sweco, adviseert overheden en marktpartijen over de strategische positionering, programmering en ruimtelijke vertaling van werklocaties. Medeauteur is Tycho Lam, partner bij Hekkelman Advocaten. Lam houdt zich bezig met de publiek- en privaatrechtelijke aspecten van gebiedsontwikkelingen. Hij begeleidt en adviseert over ruimtelijke procedures.

Lees het artikel ook op Stadszaken.nl

04-06-2024
Event
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie
BT Event 2025 - Ruimte maken voor strategische autonomie

De 20ste editie van het BT Event vindt donderdag 13 november plaats op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. Tijdens deze jubileumeditie van het BT Event verkennen we hoe regio’s kunnen sturen op economische kracht, duurzame groei en technologische vernieuwing in een wereld vol geopolitieke spanningen en transities. Daarbij staat één vraag centraal: hoe bouwen regio’s aan een strategisch autonoom, innovatief en duurzaam Nederland? Het BT Event staat dit jaar in het teken van strategische autonomie – een thema dat sinds de coronapandemie, internationale spanningen en technologische ontwikkelingen in rap tempo op de Europese én nationale agenda is gekomen. Van medicijnen en computerchips tot energie, veiligheid en kritieke materialen: de roep om minder afhankelijkheid van mondiale productieketens is urgenter dan ooit. Het kabinet onderstreepte dat belang in het regeerakkoord, onder meer met de ambitie voor een sterke industriële basis en leveringszekerheid in de defensiesector. De recente ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie’ stelt nadrukkelijk dat innovatie moet opschalen naar productie. Maar waar landen die activiteiten uiteindelijk? Juist: op bedrijventerreinen en werklocaties. Over de event locatie: IPKW Industriepark Kleefse Waard (IPKW), de locatie van het BT-event van dit jaar, is een 90 hectare grote werklocatie die duurzame energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. Samen met de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven wordt op IPKW gewerkt aan de ‘cleantech campus van de toekomst’. Op het gebied van energie, afval, gebouwen, mobiliteit en mensen geeft het Arnhemse industriepark ook invulling aan de circulaire economie. Het Industriepark heeft de ambitie dat het dit jaar het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland wil zijn.   Ruimte voor duurzame groei Tijdens het event zoeken we samen met bestuurders, beleidsmakers en ondernemers naar antwoorden op deze actuele vragen. Hoe benutten we bestaande ruimte slimmer? Hoe creëren we nieuwe economische ruimte voor duurzame groei? Welke rol spelen netcongestie en waterschaarste? En hoe sturen regio’s via ruimtelijk beleid op innovatie, valorisatie en samenwerking? De bijeenkomst verkent ook de veranderende rollen van overheden. Is het tijd voor een meer sturende provincie? Of juist meer ruimte voor gemeenten en marktpartijen? En hoe verhoudt dit alles zich tot het Rijk en Europa? KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN FACTS & FIGURES >> BT Event 2025 >> Donderdag 13 november 2025 >> Industriepark Kleefse Waard in Arnhem >> Kosten: De reguliere kosten voor deelname aan het BT Event bedragen € 525,00. Vroegboekkorting: Meld je aan voor 1 juli en ontvang € 75,00 korting! Collegadeal: Kom je met 2 personen van één organisatie (tegelijk inschrijven en op 1 factuur) dan bedragen de kosten € 795,00. Korting abonneehouders vakblad BT: Abonneehouders van vakblad BT ontvangen € 50,00 korting op het voor u geldende tarief.    

13-11-2025
Nieuws
Zuid-Holland roept kabinet op tot maatregelen ter bescherming industrie
Zuid-Holland roept kabinet op tot maatregelen ter bescherming industrie

Investeringsklimaat Nederlandse industrie hangt aan een zijden draad: kabinet moet nu ingrijpen. Robert Simons (wethouder Haven en Economie, gemeente Rotterdam) en Arne Weverling (gedeputeerde Transitie Haven en Industrie, provincie Zuid-Holland) roepen het kabinet op snel maatregelen te nemen ter bescherming van de toekomst van de Nederlandse industrie, met in het bijzonder aandacht voor het Rotterdamse industriecluster. Rotterdam heeft alles in zich om in 2050 het meest duurzame en concurrerende haven- en industriecluster ter wereld te zijn. Maar door het ontbreken van daadkrachtig overheidsbeleid om het investeringsklimaat te versterken en een oneerlijk internationaal speelveld staat deze ambitie onder druk. Nederland heeft nog steeds de sleutel tot een voorsprong in de industrie, maar dan moet het kabinet wel snel de juiste knoppen indrukken, stellen Simons en Weverling. In een brandbrief, gesteund door het Havenbedrijf Rotterdam, de Economic Board Zuid-Holland en Deltalinqs, pleiten Simons en Weverling voor een transitiewet in combinatie met een investeringsagenda. Wethouder Simons: “Dit is geen waarschuwing meer; het is alle hens aan dek. Zonder snel en daadkrachtig overheidsbeleid riskeert Nederland zijn leidende positie in de wereldhaven-economie voorgoed te verliezen. Rotterdam heeft alles in huis om de wereldwijde duurzame koploper te worden, met een haven die bol staat van kennis, ondernemerschap en innovatiekracht. De fundamenten zijn gelegd en de kansen zijn rijp. De vraag aan het kabinet is nu: grijpen we de voorsprong of missen we de boot?’’ Concurrentievermogen loopt terug De Rotterdamse haven is al decennialang een belangrijke motor van de Nederlandse economie en het grootste haven- en industriecluster van Europa. Bedrijven in de haven lopen echter tegen steeds grotere obstakels aan, zoals een vol elektriciteitsnet (netcongestie), geen mogelijkheden tot (ver)bouwen door stikstofbeperkingen en hoge energiekosten. Hierdoor stellen bedrijven nu al hun investeringen uit of zelfs af. Ondertussen zit de internationale concurrentie niet stil en loopt het concurrentievermogen van de Europese industrie terug ten opzichte van de Verenigde Staten en China. De basisindustrie krimpt al bijna 20 maanden onophoudelijk. Zonder daadkrachtig overheidsbeleid, dreigen we onze leidende rol in de wereldhaven-economie voorgoed te verliezen. Snelle actie vereist van kabinet Simons en Weverling benadrukken dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is en roepen het kabinet op concrete acties te ondernemen op: Het creëren van een gelijk speelveld met buurlanden. Het stimuleren van marktvraag naar schone en hernieuwbare energie. Investeren in CO2-opslag (Aramis) en -transportinfrastructuur. Oplossen van netcongestie met onorthodoxe maatregelen. Een juridisch houdbaar plan om de neerslag van stikstof significant te verlagen. Gedeputeerde Weverling: “De Rotterdamse haven is de ruggengraat van de Nederlandse economie. Het behouden en versterken van onze industrie is van groot belang voor het behouden van onze huidige welvaart, werkgelegenheid en een sterke economie. Daarnaast is het ook cruciaal voor innovatie, onze zelfredzaamheid als Europa en de transities (energie, grondstoffen, materialen) waar we voor staan. Als we onze klimaatdoelen willen halen, dan moeten we zorgen voor een goed vestigingsklimaat. We moeten de bedrijven omarmen en helpen in plaats van ze voor de keus te stellen om te moeten verkassen naar een ander land. De transitiewet die wij beogen moet zorgen voor versnelling van procedures en dat bedrijven de vele miljoenen die ze in de transities willen investeren, in Nederland investeren.” Bijlage Brief aan kabinet - Urgente steun voor de Rotterdamse haven in de Voorjaarsnota 2025

10-02-2025
Aanmelden nieuwsbrief